Spring naar de content
bron: anp

Verweesd lijfblad

Het ooit zo fiere feministische opinieblad Opzij verliest in rap tempo lezers. Wat zegt dat over het feminisme in Nederland? En valt Opzij nog te redden? Een rondvraag. ‘Ik heb er een onbehaaglijk gevoel over.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Gert Hage

Haalt Opzij 2014? Begonnen in 1972 als een klein, licht obscuur blaadje groeide Opzij onder leiding van Cisca Dresselhuys uit tot een onmisbaar blad voor iedere vrouw die het feminisme een warm hart was toegedaan. Maar de klad zit erin. De oplage is in tien jaar tijd ongeveer gehalveerd tot zo’n 43.000 stuks. Dit gevoegd bij de tegenvallende advertentie-inkomsten maakt het aannemelijk dat het maandblad inmiddels verliesgevend is. 

Wat zegt de teruggang van Opzij over het feminisme in Nederland? Heeft het maandblad de aansluiting verloren met een jonge generatie feministen? Is de oplageval louter terug te voeren op de misère in de bladenmarkt? Of ligt het aan de koers die werd ingezet door Margriet van der Linden, Dresselhuys’ opvolgster die zelf na krap vijf jaar alweer opstapt?

Over Margriet van der Linden

Elma Drayer is columniste bij Vrij Nederland en Trouw. Drie jaar geleden verscheen haar tamelijk opzienbare boek Verwende prinsesjes, een boutade tegen de ma-di-do-vrouw. Komend voorjaar verschijnt het vervolg op Verwende prinsesjes.

Drayer: “Opzij behoort tot mijn vakliteratuur, maar onder Margriet van der Linden werd het zo oninteressant dat ik het een tijd niet heb gelezen. Het was een soort Marie Claire, maar dan zonder mode. Onder het mom ‘feminisme 3.0’ maakte zij van Opzij een blad dat weigerde stelling te nemen; vrouwen moesten zichzelf maar een oordeel aanmeten. Heel postmodern, maar het slaat nergens op. Als je iedereen wilt bedienen, bedien je niemand.  Bovendien waren de verhalen in Opzij vaak slecht geschreven en het zag er niet lekker uit. Ja, vrouwen werden in de visagie gezet, zoals in echte glossy’s, maar dan zonder de bijbehorende budgetten en kennis van zaken. Dan ziet het er al snel lullig en on-journalistiek uit.”

Rob van Vuure, bladendokter, columnist en onder meer ex-hoofdredacteur van Margriet, Libelle, Playboy en Viva.

“Ik zou niet weten wat Margriet anders had moeten doen om de oplageval te stuiten. Het zijn barre tijden in bladenland. Daarbij komt dat een deel van de thema’s van Opzij zijn overgenomen door andere bladen en vooral door de kranten, die in vorm en inhoud steeds meer tijdschriften zijn geworden. Als je de afscheidsinterviews van Margriet leest, lijkt het alsof zij print al heeft opgegeven. Ze heeft het nauwelijks over Opzij. Margriet, zo lees je, is geen echte bladenmaakster, het heeft niet haar volle interesse.”

José Rozenbroek is hoofdredacteur van RADAR+ en schrijft onder meer voor LINDA. en Libelle. Rozenbroek was hoofdredacteur van Volkskrant Magazine, Elle en Red Magazine.

“Ik geloof erg in de eindigheid van titels, en ik vrees dat het voor Opzij op is, na 41 jaar. Margriet is een beetje LINDA. na gaan doen, in inhoud, maar vooral in vorm. Zonder lullig over haar te willen doen, is Opzij onder haar leiding een van de vele vrouwenbladen geworden. Ik heb niet het idee dat haar ziel en zaligheid bij het blad lagen. Als ik haar weer eens op televisie commentaar hoorde geven op zaken die weinig of niets met het feminisme te maken hadden, bekroop mij het gevoel dat Opzij er meer voor haar was dan zij voor Opzij. Ze heeft het merk Margriet van der Linden waanzinnig goed in de markt gezet, in de vijf jaar dat zij hoofdredacteur was. Aan de andere kant is het mij te makkelijk om de neergang van Opzij in haar schoenen te schuiven. De oplages van vrijwel alle vrouwenmagazines zijn gekelderd.”

Linda Duits is als onderzoeker verbonden aan de Universiteit Utrecht en daarnaast freelance docent en publicist. Ze is gespecialiseerd in populaire cultuur.

“Vorige week sprak ik drie Opzij-lezeressen die hun abonnement net hadden opgezegd. De reden? Ze hadden alle onderwerpen, variërend van het glazen plafond tot de combinatie kinderen-werk, inmiddels zes keer langs zien komen; ze raakten een beetje verveeld. Vroeger zagen feministische vrouwen het als een soort morele plicht om Opzij te lezen. Als die plicht niet langer wordt gevoeld, valt de bodem weg onder je bestaansrecht. Opzij was het ‘hoofdkwartier van het feminisme’, zoals Cisca Dresselhuys ooit zei. Maar dat was het alleen omdat het blad lang het monopolie had, net als de Kampioen van de ANWB. Nu kun je voor vrouwenonderwerpen terecht op blogs, in kranten en in andere vrouwenbladen. Je ziet dat in de afgelopen jaren vrouwenbladen zich specifiek zijn gaan richten op een bepaalde doelgroep. Misschien had Margriet in die trend mee moeten gaan, in plaats van zich te richten op een zo breed mogelijke groep vrouwen.”

Marije de Jong is hoofdredacteur van Happinez; eerder was zij hoofdredacteur van het bedreigde Viva en van Esta, dat inmiddels is opgeheven.

“Ik was één van de twee overgebleven kandidaten voor de opvolging van Cisca Dresselhuys. In de gesprekken had ik aangegeven dat ik Opzij uit de vrouwenhoek wilde halen. Ik kan slecht tegen een blad waarin je geen enkele man tegenkomt. Emancipatie is een zaak van vrouwen én mannen, zonder hen schiet het niet op. Margriet van der Linden heeft het op zich goed gedaan, ze droeg met verve het feminisme uit, op de radio, de tv en op allerlei fora. Alleen zou ik de rubriek ‘De meetlat’ er nooit hebben uitgegooid. Ik begrijp best dat zij afstand wilde nemen van haar voorgangster, maar dat was vast wel anders te regelen geweest. ‘De meetlat’ was gezichtsbepalend voor het blad.”

Over de concurrenten

Rob van Vuure: “Laatst had NRC een groot verhaal over een vijfling die 21 jaar was geworden. Uitgebreid vertelden zij over de scheiding van hun ouders en hun opvoeding, en dat alles gelardeerd met fraaie kleurenfoto’s. Het toeval wil dat ik 21 jaar geleden als hoofdredacteur van Margriet een reportage had over hun geboorte. Het is een treffende illustratie bij mijn stelling dat kranten tijdschriften zijn geworden. Vroeger lazen vrouwen Libelle en Margriet voor raad en informatie over opvoeden, relaties, mode en gezond eten. De bladen waren hun beste vriendin, ze boden herkenning en waren steun en toeverlaat. Die steun en raad vind je nu op internet of in van de vele zelfhulpboeken. Opzij had in die markt lang een duidelijk eigen gezicht, zij hadden onderwerpen die andere bladen niet hadden. Nu kom ik die onderwerpen tegen in het Volkskrant Magazine, de NRC of in Trouw.

LINDA. weet aan het bloedbad op de bladenmarkt te ontkomen door te kiezen voor vorm boven inhoud. Het is superieur in vormgeving en fotografie, en ze tonen lef in hun onderwerpkeuze. Zij durven het aan om een fotoreportage over borstkanker of over transgenders te maken, dat zie ik Libelle of Margriet niet doen.”

José Rozenbroek: “LINDA. is de nieuwe Opzij, het is nieuw succes versus oud succes. Ik schrijf voor LINDA. soms over onderwerpen die in Opzij niet zouden misstaan. Afgelopen zomer schreef ik een verhaal over schuldgevoel, mede naar aanleiding van een discussie die in Amerika woedde over de vrouwelijke topambtenaar Anne-Marie Slaughter die haar baan had opgezegd om meer thuis te zijn voor haar zoon die dreigde te ontsporen. Een prima onderwerp voor Opzij, maar ik sta toch liever in LINDA. – meer lezers en een mooier blad. LINDA. heeft humor, stijl, en is scherp en brutaal. Er staat ook mode in, maar als ik echt wil weten wat ik deze winter moet dragen, koop ik de Elle, het bladvoor de echte modemeisjes. Net als Marie Claire en Vogue heeft het magazine last van de huidige tijdgeest.Tien jaar geleden was het geen punt om de helft van je salaris aan een tas uit te geven. Dat kan echt niet meer, de tijd van het ongebreidelde materialisme is voorbij. We zitten tegenwoordig met z’n allen op yoga of doen aan mindfulness, wat meteen de verklaring is voor het succes van bladen als Happinez en Flow.”

Marije de Jong: “We zitten met Happinez op een oplage van zo’n 185.000 exemplaren per maand, dus mij hoor je niet klagen, ook  al zakken wij een beetje mee met de markt. Als bladenmaakster ben ik opgegroeid in de traditie van ijkpersonen en nauw omschreven doelgroepen. Met Happinez  heb ik daar voor het eerst niks mee te maken, dat is prettig. Het is een blad voor zowel  mannen als vrouwen, in leeftijd variërend van twintig tot tachtig jaar, met als gemeenschappelijke noemer een zekere een interesse voor spiritualiteit en een bewuster en positiever leven.  Waarom het oogt als een vrouwenblad? Omdat de benadering vrouwelijk is – niet hoekig, maar rond, niet hard maar zacht en niet egocentrisch, maar empathisch.”

Linda Duits: “Germaine Greer schreef ooit dat vrouwenbladen net als psychologen en religieuze leiders vrouwen een verkeerd zelfbeeld aan praten. Soms lees je ook nog weleens dat vrouwenbladen hun lezeressen bewust dom houden. Vrouwen worden benaderd als domme, afhankelijke doosjes met vetrollen op de verkeerde plaatsen. Inmiddels weten we uit onderzoek dat wat je leest niet is wie je bent. Vrouwen kopen glossy’s om er even ontspannen in te bladeren en zich te vermaken met andermans tekortkomingen en onzekerheden. Vrouwen zijn heus slim genoeg om de dubbele bodem te doorzien in de glossy’s, die enerzijds hameren op de blije boodschap: ‘Echte schoonheid zit in jezelf’, om dan pagina’s lang tips te geven hoe je snel afvalt. Het zijn veelal dezelfde thema’s die terugkeren in de bladen – seks, relaties, mode, eten en inrichting. Het verschil zit in de toon en in de tips.”

Tekstbureau Mevrouw Van Dale bestaat uit de journalisten Elleke van Duin en Barbelijn Bertram. Ooit samen begonnen bij de ter ziele gegane glossy AvantGarde, werken zij nu freelance voor onder meer LINDA., Red, FD Magazine, Margriet en Beau Monde.

Elleke van Duin: “Het eerste verhaal dat ik voor AvantGarde schreef ging over borstvergroting. In die dagen, we hebben het over 1994, was dat behoorlijk nieuw en revolutionair, nu nauwelijks nog het vermelden waard. Maar tal van andere onderwerpen zijn tijdloos en komen steeds weer terug. Omdat veel van de bladen zich richten op de multitaskende vrouw, is de balans tussen privé en werk zo’n vast thema. Met dit verschil dat we voor Margriet een andere insteek kiezen dan voor Red of Beau Monde. Het verschil zit in de vrouwen die je voor een onderwerp benadert en in de toon. Voor Beau Monde moet het een BN’er zijn, voor Red een krachtige vrouw met een eigen bedrijf. In alle gevallen moeten de geïnterviewden er goed uitzien: een mooi verhaal is niet voldoende, het beeld telt minimaal even zwaar. Hoe dat met Opzij zit, weet ik niet; het is een van de weinig bladen waarvoor we nooit hebben geschreven. Wat ik zie is dat de dames in Opzij tegenwoordig steeds mooier op de foto staan.”

Barbelijn Bertam: “Elk onderwerp kun je op tien manieren aanpakken. Een verhaal over polovrouwen bijvoorbeeld, krijgt voor het FD dan een zakelijke insteek, bij Beau Monde moet het glamorous zijn; nee, geen seks, daar doen zij niet aan. Voor Margriet is het geen geschikt onderwerp,te ver van hun bed, voor LINDA. weer wel, maar dan met flamboyante vrouwen en een klein, lekker Argentijnse polospelertje.”

Over het feminisme

Elma Drayer: “Women are the niggers of the world, althans in veruit het grootste deel van de wereld. Maar ook in Nederland is nog een wereld te winnen – denk aan gedwongen huwelijken, besnijdenissen en hoofddoekjes. Daar hoor je Opzij te weinig over. Je kunt van Cisca Dresselhuys veel zeggen, dat ze te lang bij Opzij heeft gezeten bijvoorbeeld, maar ze was, in tegenstelling tot Margriet van der Linden, niet bang om stelling te nemen. Ik bewonderde hoe zij zich keerde tegen de onderdrukking van allochtone vrouwen. Het feminisme is bedoeld om zichzelf overbodig te maken. Maar zolang er geen echte gelijkheid in rechten en plichten bestaat, vind ik het onbegrijpelijk dat je jezelf geen feminist durft te noemen. Mijn boek Verwende prinsesjes, een door en door feministisch boek, heeft veel aandacht gekregen. Ik merk zelf dat het onderwerp nog steeds leeft, ook en juist bij een jonge generatie vrouwen.”

Marije de Jong: “Natuurlijk is emancipatie niet meer het hete onderwerp dat het ooit was. Maar de strijd is nog niet gestreden, er zijn meer dan genoeg issues waarover ik me als vrouw opwindt. Welke? Nou, het hoge testosterongehalte in het bedrijfsleven, bijvoorbeeld. In al die jaren dat ik werk is het zelden voorgekomen dat ik niet ergens op een testosteronbommetje stuitte, op zo iemand  die beslissingen nam die nergens toe leidden, anders dan tot onrust en ongelukkige mensen. Ik heb daar last van. Opzij heeft veertig jaar lang dapper gepoogd dat patroon te doorbreken, maar de wereld is nog niet genoeg veranderd. Wat wil niet zeggen dat we het moeten opgeven, integendeel, maar we zullen het samen met de mannen moeten doen. Als wij vrouwen het in ons eentje blijven doen, verandert er te weinig.”

Linda Duits: “De geschiedenis van vrouwenbeweging zie je – deels –terug in de geschiedenis van Opzij. Mannen, dat wil zeggen blanke hoogopgeleide mannen, waren in de eerste jaren na de oprichting nog aanwezig in de kolommen. Eind jaren zeventig verandert dat: de mannen worden gezien als een soort vijand. Er komt meer aandacht voor lesbische vrouwen en voor een enkele allochtone, hoogopgeleide vrouw. Margriet wilde de doelgroep verjongen en verbreden. Ik heb niet de indruk dat zij in die missie is geslaagd; alleen Nouveau heeft nog oudere lezeressen. Dat is niet omdat jonge  vrouwen niet geïnteresseerd zijn in het feminisme. Na een terugslag, die begon in de jaren negentig, merk ik dat het onderwerp weer leeft. De jonge generatie vrouwen ziet dat de emancipatie nog niet is voltooid. Opzij heeft die doelgroep alleen niet aan zich weten te binden.”

José Rozenbroek: “Ik ben geen barricade-feminist, wel feminist in de zin dat ik mijn hele leven mijn eigen broek heb opgehouden. Ik mag graag lezen over vrouwenzaken, maar niet in een blad dat louter aandacht schenkt aan de vrouwelijke opinie; die scheiding van geesten vind ik achterhaald. Er is veel bereikt, het aantal vrouwen dat werkt is gigantisch. Maar zolang vrouwen, áls ze al worden uitgenodigd, bij een programma als Pauw & Witteman meteen worden weggezet als bitches wanneer ze er niet lief bij zitten maar stevig voor hun mening uitkomen, blijft het zaak alert te blijven. Jonge vrouwen zíjn dat ook, het feminisme leeft weer op, na een tijdje uit de gratie te zijn geweest. Het is niet langer de reden van hun bestaan, maar het onderwerp gelijke rechten en behandeling speelt wel degelijk voor hen. En terecht.”

Over de toekomst van Opzij

Rob van Vuure: “Eerlijk gezegd zou ik het niet weten. De oplages van Libelle en Margriet zakken jaar na jaar met zes procent, wat ze ook doen, Marie Claire is in vijf jaar tijd gehalveerd. Voor Viva en Flair lijkt het einde verhaal, Esta, Fab en de Liefde zijn al opgeheven. En het einde van de koude sanering in bladenland is nog niet in zicht. Vroeger verdwenen alleen slecht gemaakte bladen, nu ook bladen waar weinig of niks op aan te merken is. Maar in het geval dat Opzij dit bespaard blijft, zou ik kiezen voor een hoofdredacteur die meer dan Margriet van der Linden affiniteit heeft met het maken van bladen. Wie? Marije de Jong van Happinez zou geschikt zijn, of anders Cécile Koekkoek van de VARAgids. Wat ook kan, is een bekende naam als Myrthe Hilkens. Qua inhoud zal Opzij zich meer dan nu moeten onderscheiden van andere vrouwenbladen, daarin stevig ondersteund door online-actviteiten.”

Elma Drayer: “In Duitsland heb je een met Opzij vergelijkbaar blad, Emma. Het is hét voorbeeld van een feministisch blad dat ertoe doet. Emma heeft de goede onderwerpen en de juiste toon, hooguit is het wat al te activistisch. Niemand maakt mij wijs dat er in Nederland geen plaats is voor een intelligent, goed geschreven en mooi vormgegeven blad voor vrouwen zoals ik. Onderwerpen genoeg. Als ik wil weten wat zich op mijn terrein in het buitenland afspeelt, ben ik aangewezen op het Belgische blog RoSadoc.be, dat een overzicht biedt van het buitenlandse vrouwennieuws. Waarom doet Opzij niet zoiets? Er gebeurt zoveel in de wereld dat het vermelden waard is, maar wat doet Opzij ? Die interviewt een of andere onnozele actrice, in plaats van een goed, intelligent stuk te schrijven over de onderdrukking van allochtone vrouwen. Zo maak je jezelf dus overbodig.” José Rozenbroek: “Het probleem is dat de vrouwen die nog wel wat emancipatie kunnen gebruiken geen bladen kopen. En dat de vrouwen die dat niet nodig hebben, liever LINDA. lezen of het VolkskrantMagazine. Een belangrijke concurrent zijn ook tv-series als Borgen, Homeland en TheBridge. Ik betrap mezelf er regelmatig op dat ik in mijn vrije tijd liever naar zo’n serie kijk dan een tijdschrift of een boek te lezen. In TheBridge komt een supergeëmancipeerde vrouw voor, zoeen die als ze zin heeft in een vent er gewoon een oppikt. Vraagt die man de volgende ochtend: “Zien we elkaar nog?” “Ik denk het niet,” zegt zij. “Zo geweldig was het vannacht niet.” Ook dat is emancipatie. Of Opzij 2014 haalt? Ik heb er een onbehaaglijk gevoel over.”