Spring naar de content

De dag dat het zwijn onderweg was

Reconstructie van donderdag 9 mei 1940, de dag voor de inval. Die begon in de ochtend van de tiende mei, om 3.55 uur, met de eerste Duitse bombardementen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Peter Hoomans

Het is 02.07 uur. In Londen neemt Paul Rijkens, de Nederlandse president van Unilever, de telefoon op. Aan de lijn is het Britse parlementslid Davies. Hij is in gezelschap van Winston Churchill en Lord Beaverbrook, die aanwijzingen uit Amerika hebben ontvangen dat de Duitsers vannacht Nederland zullen binnenvallen. Omdat het Foreign Office zegt van niets te weten, vraagt Davies Rijkens of hij wil uitzoeken of de informatie klopt. Rijkens belt vervolgens de Nederlandse ambassadeur, Michiels van Verduynen, uit bed. De jonkheer is ‘not pleased’, maar neemt toch contact op met Buitenlandse Zaken in Den Haag. Even later wordt Rijkens weer gebeld. Het is Michiels van Verduynen, die hem geërgerd meedeelt: “Ik heb Buitenlandse Zaken in Den Haag aan de telefoon gehad. Er is niets aan de hand. Men begrijpt niet hoe je aan het verhaal komt!” 

07.00 Weersverwachting van het KNMI: zonnig en droog, met een maximum van 20 graden in het zuiden van het land. Aan de kust en in het noorden koeler, maar met temperaturen van rond de veertien graden warm voor de tijd van het jaar. 

07.45 Het ochtendkrantenoverzicht. De Volkskrant, ‘dagblad voor het katholieke volk in Nederland’, opent met een citaat van Churchill: “Nooit tijdens de wereldoorlog was Engeland in groter gevaar.” Churchill, minister van Marine in het kabinet-Chamberlain, heeft dat gezegd in zijn verdediging van het omstreden regeringsbesluit om de twaalfduizend Britse militairen uit Noorwegen terug te trekken, waardoor dat land is overgeleverd aan een Duitse troepenmacht. Verder veel berichten over de toestand in Nederland: de beperkte dienstregeling op het spoor, een verordening van de opperbevelhebber over de bescherming tegen luchtaanvallen, de waarschuwing aan automobilisten op te passen op snelwegen in verband met militaire maatregelen (die moesten voorkomen dat de Duitsers de autowegen als landingsbaan zouden gebruiken, maar dat wordt niet vermeld), en geruchten over Duitse aanvalsplannen die door een Duits persbureau ‘een Engels verzinsel’ worden genoemd. Verder het bericht: ‘Het Huis van Oranje verlaat zijn post niet’, over het aanbod van de in Amerika wonende schrijver Hendrik van Loon aan de Oranjes om zijn huis op Long Island zo nodig als toevluchtsoord te gebruiken. Prinses Juliana heeft Van Loon geantwoord dat het Huis van Oranje vijf eeuwen lang voor geen enkel gevaar op de vlucht is geslagen. “Wij zullen nooit onze post verlaten,” schrijft Juliana. Ook De Telegraaf opent met het nieuws uit Engeland en de binnenlandse maatregelen vanwege de dreigende oorlog. Dan een opvallende cartoon op pagina 3. Onder de kop ‘Holland kan zich rustig voelen’ een tekening van een boer in de deuropening van zijn ‘Weermacht’-huis. Onderschrift: “In Holland staat een huis… En op dat huis staan ‘bliksems-goeie’ bliksem-afleiders!” Weggestopt links onderaan op pagina vier staat het bericht: ‘Grensverdragen met Duitschland’ die per 8 mei in werking zijn getreden en onder meer inhouden ‘een overeenkomst betreffende de aan de Nederlandsch-Duitsche grens te plaatsen grensteekens’. De Standaard, ‘Antirevolutionair Dagblad voor Nederland’, opent eveneens met de berichten over het Britse Lagerhuis. Verder een hoofdredactioneel commentaar (dat vaak door oud-premier Colijn werd geschreven) over een ophanden zijnde wijziging in de radiowetgeving. In alle kranten staan reclames voor moederdag en Pinksteren. 

09.00 De voor zowel dinsdagnacht als woensdagnacht aangekondigde Duitse aanval is uitgebleven. Minister van Buitenlandse Zaken Van Kleffens meldt zlin collega van Waterstaat, Albarda: “We hebben bericht uit Berlijn gekregen dat men in Berlijnse militaire kringen zeer teleurgesteld is, want daar hebben ze het bericht gekregen dat de wegen bij ons versperd zijn. Dus dat schijnt de plannen in de war gejaagd te hebben.” Even later heeft Van Kleffens vermoedelijk met de Nederlandse ambassadeur in Brussel gebeld en in het Fries (om te voorkomen dat hij zou worden afgeluisterd) gevraagd: “Wit jó ek hwer de ljeap bliuwt?” (“Weet jij ook waar de kievit blijft?”) Dat slaat op de Duitse Gesandter Kiewitz, die wordt verwacht met een Duits ultimatum aan de Nederlandse regering. 

10:00 Voor het eerst sinds 19 april komt de Tweede Kamer weer bijeen. Brandende kwestie op de agenda is een wetsontwerp van minister van Justitie Gerbrandy om misdrijven tegen de veiligheid van de staat te verzwaren, onder meer door de verbanning van ‘staatsgevaarlijken’ of landverraders naar Nederlands-Indië en ‘de West’. 

11.20 In Den Haag komt het gecodeerde bericht van de Berlijnse legatie binnen dat de Duitsers een inval voor morgen hebben gepland, met het voorbehoud dat om 21 uur Duitse tijd de definitieve beslissing zal worden genomen. Het bericht is afkomstig van generaal-majoor Sas. Sinds zijn eerste waarschuwing voor een inval in november ’39 neemt men hem niet altijd even serieus, ook al omdat Hitler in een halfjaar tijd niet minder dan 29 keer een aanval op Nederland heeft gepland. “Het sast weer,” zeggen ze in Den Haag. Als hij over is uit Berlijn wordt hij geamuseerd ontvangen met: “Zo, S-O-S, hoe gaat het met je geestelijke toestand?” Ook verdenkt men hem van overspannenheid. Zijn bron is Hans Oster, een Duitse kolonel die voor de Amt Ausland-Abwehr werkt, de Duitse inlichtingendienst, en die sterk gekant is tegen Hitler. Voor de Nederlandse regering is maar een ding belangrijk, en dat is het handhaven van een strikte neutraliteit, die immers ook gewerkt had gedurende de Eerste Wereldoorlog. De vraag naar het wezen van het nationaal-socialisme is nooit een punt van aandacht geweest voor minister-president De Geer en de zijnen. 

12.15 Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Bolkestein informeert bij collega Dijxhoorn van Defensie of hij vanavond wel naar Amsterdam kan gaan om een tentoonstelling van hedendaagsche Belgische kunst in het Rijksmuseum te openen. De welingevoerde leden van het kabinet houden namelijk rekening met de invoeging van een spoedoverleg. Dijxhoorn raadt het Bolkestein af, maar de mening van de minister van Buitenlandse Zaken Van Kleffens geeft de doorslag. Hij vindt dat Bolkestein moet gaan, want wat voor een indruk zou het maken als de boel plotseling werd afgelast? Overigens loopt in het Stedelijk Museum deze dagen een tentoonstelling West-Duitsche kunst. 

16.15 Een soldaat van het tweede bataljon wielrijders van de Pag-compagnie te Oirschot schrijft aan zijn vrouw: “Verder schat van me, hebben wij de laatste dagen zoo goed als niets gedaan, de heele dag zoo’n beetje van alles wat, dát een uurtje, dát en dát, een beetje voetballen en motorrijden en anders niets. Ze mogen de troep niet vermoeien, dus een goed leven hoor.” 

17.20 Hitler vertrekt in het diepste geheim in zijn gepantserde trein Amerika vanaf een klein station aan de rand van Berlijn. Hij is in beste stemming en maakt tegen zijn secretaresses, die denken dat de reis naar Noorwegen voert om de daar vechtende Duitse troepen te bezoeken, het grapje dat ze een bontjas gaan kopen. In werkelijkheid gaat het zuidwaarts, naar Felsennest, een speciaal voor de Fahrer gebouwd hoofdkwartier in de Eifel. Van daaruit zal Hitler het aanstaande offensief tegen de Benelux en Frankrijk leiden. 

17.30 Oster vertelt Sas dat de bevelen voor de invasie in het Westen definitief zijn gegeven. De heren gaan eten in het besef dat het voorlopig de laatste uren zijn in elkaars gezelschap. 

18.00 De zitting in de Tweede Kamer wordt geschorst tot de volgende dag. In aanvulling op Gerbrandy’s wetsontwerp lijkt zich een Kamermeerderheid af te tekenen voor herinvoering van de doodstraf voor staatsgevaarlijke activiteiten. 

18.30 In de avondeditie van De Telegraaf valt te lezen in het Dagelijksch beursoverzicht: kalme markt, kleine koersverschillen bij rustige stemming. Maar in april, meldt de krant, heeft een scherpe reactie plaatsgehad op de beurs: de daling van de beurswaarde van 80 fondsen bedroeg bijna 332 miljoen gulden. Verder blijkt uit de avondkranten dat wie zin heeft in een avondje uit in Amsterdam onder meer kan kiezen uit de operette Freut euch des Lebens van Fritz Hirsch in de Stadsschouwburg, de film Ninotchka met Greta Garbo in Al-hambra, en De Mallemolen van het Ruys-cabaret in het Leidsepleintheater. 

18.45 De Geer belt de laatste collega’s uit het kabinet op en raadt hun aan thuis ‘ter beschikking te blijven in verband met een te verwachten vergadering van de ministerraad’.

18.50 Om half negen Berlijnse tijd bezoekt de Italiaanse minister van Volkscultuur Pavolini in gezelschap van Joseph Goebbels en Hermann Göring het Staatlichem Schauspielhaus, waar het toneelstuk Ca-your wordt opgevoerd, dat een jonge Mussolini samen met Giovacchino Forzano heeft geschreven. De Duitsers hebben een charme-offensief geopend om het neutrale Italië over te halen mee te strijden tegen de geallieerden. Evengoed is Goebbels in zijn dagboek niet erg te spreken over de drie-akter: “Erster Teil mit einigen Hohe-punkten, zweiter Teil nur zusammen gestoppelt. Man kommt gar nicht zum Schloss. Der Duce kann offenbar besser Geschichte machen als Geschichte dramatisieren.” 

19.00 Het Britse persbureau Reuters meldt dat het aftreden van Chamberlain bijna zeker is. Als eventuele opvolger van Chamberlain worden drie namen genoemd, die van Halifax, Churchill en Lloyd George. 

19.20 De Amerika is tot stilstand gekomen Hitler belt naar Berlijn: aan alle onderdelen van de Wehrmacht aan het Westfront moet het codewoord Danzig worden doorgegeven. Na Polen, Denemarken en Noorwegen zijn nu de Benelux-staten aan de beurt om onder de voet gelopen te worden. 

19.50 Oster en Sas lopen samen naar het Oberkommando der Wehrmacht. Sas krijgt na twintig minuten buiten te hebben gewacht van Oster te horen: “Beste vriend, nu is het werkelijk uit. Er zijn geen tegenbevelen gegeven. Het zwijn is naar het westelijk front vertrokken.” Ze nemen afscheid en hopen op een wederzien na de oorlog. (Oster zal in 1943 worden gearresteerd. Op 9 april 1945 wordt hij in kamp Flossenburg opgehangen.) 

20.35 Majoor Sas heeft zich naar de Berlijnse legatie gehaast en probeert Den Haag te bellen. 

20.45 Telexbericht vanuit het Algemeen Hoofdkwartier aan de diverse commandanten in het land: “Van de grens komen zeer verontrustende berichten binnen. Weest dus zeer op uw hoede.” Dit bericht wordt door de dienstdoende officier in de Vesting Holland (de militaire zone die ruwweg de Randstad behelst) niet belangrijk genoeg geacht om door te geven. In het garnizoen Rotterdam gaat de geplande ontspanningsavond gewoon door en zingt men liederen als ‘Blonde Mientje heeft een hart van prikkeldraad’, ‘Wie heeft er suiker in de erwtensoep gedaan’ en `Voorop gaat de kolonel, ki-ka-kolonel’. 

20.55 Na twintig minuten lang ‘etter en bloed’ te hebben gezweet, heeft Sas eindelijk contact. Tegen de dienstdoende adjudant Post Uyterweert zegt hij: “Post, je kent mijn stem, ik ben Sas in Berlijn. Ik heb je nog maar één ding te zeggen, morgen vroeg bij het aanbreken van de dag en houd je taai!” Ook Winkelman, die thuis in Wassenaar is, wordt geïnformeerd. “Het zijn minder goede berichten,” zegt hij tegen zijn vrouw en kinderen en hij vertrekt naar het Algemeen Hoofdkwartier voor een bespreking met de commandant van de marinestaf, admiraal Furstner. 

21.00 Een groepje mannen dat via Kerkrade Nederland is binnengesmokkeld, komt aan bij het huis van de Duitser Ponzlet in Maastricht. Onder zijn bezoekers zijn leden van Sport en Spel, een paramilitaire organisatie van in Duitsland wonende Nederlanders die oorspronkelijk tot de NSB behoorden. Het is de bedoeling dat dit gezelschap vannacht enige bruggen in Maastricht zal innemen, zodat de Duitse troepen gemakkelijk de Maas kunnen oversteken. Ponzlet heeft springstof en wapens in huis. En drank. Zoveel drank dat de groep zich pas diep in de nacht weer herinnert waarom men bijeen is. (De operatie loopt op een mislukking uit. Abwehr-operaties als deze hadden elders wel succes.) 

21.05 Het bericht van Sas bereikt de sectie GS III van de inlichtingendienst. Het hoofd van de afdeling inlichtingen, Van der Plassche, moet uit het Haagse restaurant Trocadero worden gehaald, waar hij copieus dineert met de Franse militaire attaché. Hij beschouwt de berichten als een nieuw bewijs dat de Duitsers slechts een zenuwoorlog voeren. Om de informatie te verifiëren pleegt hij verschillende telefonades, onder andere met de vrouw van de Duitse luchtvaartattaché Weninger (die hij niet thuis trof). Hij nodigt haar uit voor een uitstapje naar de tulpenvelden gedurende de pinksterdagen. Ook belt hij Sas in Berlijn. “Ik heb zulke slechte berichten van je over die operatie van je vrouw. Wat is dat beroerd. Heb je nu wel alle dokters gezien?” Sas antwoordt kwaad: “Ja, ik begrijp niet dat je me onder deze omstandigheden nog lastigvalt. Je weet het nu: de operatie, daar is niets meer aan te doen. Ik heb alle dokters gezien.” Sas smijt de hoorn op de haak. Van der Plassche is nog steeds niet overtuigd. Kort na het gesprek met Berlijn verlaat hij het Algemeen Hoofdkwartier. “Ik ga lekker nog een biertje drinken en wens niet meer gestoord te worden,” laat hij weten. “Ze komen toch niet.’ 

22.15 Minister Dijxhoorn belt generaal Winkelman en geeft hem ter overweging om de ten oosten van IJssel en Maas geplande vernielingen aan te richten, die de Duitsers moeten hinderen bij een eventuele opmars. En bovendien, vervolgt Dijxhoorn schertsend: “Als er goed lawaai wordt gemaakt, schrikken we ze misschien wel af.” Wat later vertrekt hij, met een tandenborstel, naar het huis van collega Van Kleffens, waar enkele hoge ambtenaren en diplomaten aanwezig zijn. 

22.35 Anton Mussert verlaat het NSB-hoofdkwartier aan de Maliebaan in Utrecht, waar een spoedvergadering is gehouden, omdat de leider verwacht dat zijn partij binnen enkele dagen verboden zal worden. Buiten ontmoet hij zijn vrouw en samen maken zij een ommetje op de warme lenteavond. 

23.01 Het hoofd van de Afdeling Operaties van het Algemeen Hoofdkwartier Wilson komt aan op het bureau aan de Lange Voorhout. Als hij door kapitein Römer wordt geïnformeerd over het bericht van Sas en de geruchten over rumoer aan de Duitse grens, antwoordt hij met: “Heb je mijn strategische lessen gevolgd? Als ik geweten had dat je zo zou optreden, had je van mij nooit een voldoende gekregen. Een strategische aanval gaan ze niet van tevoren aankondigen!” 

23.03 De laatste trein uit Duitsland is op station Oldenzaal aangekomen, zónder kievit Kiewitz. Gerbrandy belt Van Kleffens met deze mededeling. Deze antwoordt vanuit zijn studeervertrek, te midden van een gezelschap dat ‘uiterlijk maar ook innerlijk merkwaardig kalm’ voornamelijk zit te roken: “Ik verwacht dat ze dan morgenochtend vroeg zo maar op ons neerploffen.” Tegen het eind van de avond sluit mevrouw Van Kleffens de blinden, ‘om te voorkomen dat late voorbijgangers zouden worden verontrust door het licht achter de ramen van de minister van Buitenlandse Zaken in het diepst van de nacht’. Als de heren honger krijgen, bakt zij spiegeleieren. 

23.15 Generaal Winkelman beveelt alle troepen op strategische beveiliging ingedeeld (rond de vliegvelden en belast met luchtafweer) om de volgende ochtend om 3 uur volledig strijdvaardig te zijn. 

23.28 Wilhelmina begeeft zich naar de schuilkelder in de tuin van Huis ten Bosch, korte tijd later gevolgd door prinses Juliana, prins Bernhard en de prinsesjes Beatrix en Irene. 

23.50 Bernhard vindt het te benauwd in de schuilkelder en zoekt zijn slaapkamer in Huis ten Bosch weer op. 

23.55 Het banket ‘met kreeft en wijn’ in het Rijksmuseum (dat met zandzakken is beschermd tegen bomscherven) na de opening van de tentoonstelling over hedendaagse Belgische kunst loopt ten einde. Het gezelschap, onder wie minister Bolkestein, vertrekt naar kunstenaarssocieteit De Kring voor een afzakkertje. 

0.01 Buiten, op de stoep van het Algemeen Hoofdkwartier, voordat hij de auto in stapt, zegt Winkelman tegen een officier: “Nu kunnen de heren komen, wij hebben alles eraan gedaan wat wij kunnen. Ik ga nu naar huis een paar uur slaap pakken.” 

*Sommige tijden zijn geschat.