Spring naar de content

SMS-taal: het nieuwe Nederlands

Volgens taalpuristen spreken we binnenkort een mix van Nederlands, Engels, sms- en internettaal. De vraag is of dat zo erg is.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:

We schrijven nagenoeg geen brieven meer, en als we ze schrijven, wemelen ze van de taalfouten. Met e-mail is het al even droevig gesteld en ons sms-verkeer heeft meer weg van geheimtaal dan van heldere communicatie. We houden niet meer van ‘even wachten’, maar geven de voorkeur aan ‘ff w88’. En we schrijven ‘kzieje mo’ in plaats van ‘ik zie je morgen’. ‘Misschien’ is ‘mss’ geworden en ‘mzzl’ zonder klinkers voor velen net zo leesbaar als ‘mazzel’ met klinkers. Wie vandaag de dag onbevangen een chatbox bezoekt, gelooft zijn ogen niet. De online-discussiefora puilen uit van fonetisch gespelde woorden, onsamenhangende zinsconstructies en Engelse termen. “Ik post dat strax wel ff want kep ut erg druk met meel.” Het vereist enig gepuzzel en hardop lezen om te achterhalen wat er eigenlijk staat.

Vooral jongeren maken veel gebruik van de nieuwe sms- en internettaal. Op cu2.nl, waar tieners hun eigen gratis ‘webstek’ kunnen maken en beheren, is een totaal nieuwe manier van communiceren ontstaan. De populaire site bevat meer dan 750.000 (!) profielen van tieners die elkaar voor buitenstaanders nauwelijks te ontcijferen berichten sturen. De smiley’s (:-)) en andere emoticons, sms-afkortingen en leenwoorden vliegen je om de oren. Er is zelfs een naam voor dit jargon: breezertaal, een opgevoerde versie van de Sjonnie & Anita-taal, met veel hoofdletters en fonetisch geschreven accenten, die is vernoemd naar het populaire drankje. Hieronder volgt een voorbeeld van een profiel op de site, waarin een gebruiker een beeld van zichzelf schetst:

Favoriete drankje: DuBbelFrisZ!! Hobby’s: Msn-en, sjoppuh, zinguh, dansuh, Disneyl@nd, al mn vriendjuhs, lol makuh, moet ‘k verder gaan? Haat: Ziek zijn, das irri en rotmensjuhs! Wat ik nog ga doen: Lkkr vrolijk zijn, ff verder gaan met cu2 en Msn-en 😀 Nog iets toe te voegen: Niet egt, don’t worry – be happy. LAfYAh Kus MiJ!

Soms onderneemt een ouderwetse taalliefhebber een wanhoopspoging het tij te keren, bijvoorbeeld op de discussiepagina van een Nederlandstalige Harry Potterwebsite: “Zoals jullie op dit forum wellicht is opgevallen, vinden sommigen onder ons het stoer om niet algemeen beschaafd Nederlands te schrijven. Bij deze wijzen wij iedereen erop dat op dit forum ABN geschreven moet worden! Dus dit soort taal willen we hier niet zien: ‘zoooowww kay gaav’ en ‘kzeg tog tis niej waar’.”

De afkortingen, verbasteringen en emoticons hebben inmiddels ook hun weg naar de dagelijkse schrijfstijl gevonden. Zo vertelt een internetter op het forum van de site partyflock.nl dat hij moeite heeft zijn internettaal te onderscheiden van zijn schrijftaal op kantoor: “Ik merk dat ik daar al aardig last van krijg. In mijn memos en rapporten sluipt er regelmatig iets SMS- of chat-achtigs in. ‘Idd’ i.p.v. ‘inderdaad’; ‘bv’ of alleen ‘t’ i.p.v. ‘het’. Ook als ik een kaart schrijf, zet ik liever 🙂 neer dan dat ik helemaal moet uitleggen dat ik iets grappig bedoel.”

En het gaat nog verder. Afgelopen zomer ontstond er wereldwijd commotie toen een Schotse scholiere een opstel inleverde dat geheel in sms-taal was geschreven. Het begon als volgt: “My smmr hols wr CWOT. B4, we usd 2go2 NY 2C my bro, his GF & thr 3 😮 kds.” Letterlijk vertaald schreef ze: “My summer holiday’s were a complete waste of time. Before, we used to go to New York to see my brother, his girlfriend en their three screaming kids.” (“Mijn zomervakantie was een totale tijdverspilling. Vroeger gingen we altijd naar New York om mijn broer, zijn vriendin en hun drie schreeuwende kinderen te bezoeken.”) De tekst maakte een discussie los over de invloed van de techniek op taalgebruik van jongeren, en onderwijsinstellingen in verschillende landen waarschuwden voor taalarmoede.

Alle waarschuwingen ten spijt blijft de ontwikkeling zich voortzetten. En dat is logisch. Door de snelheid van internet en de mobiele telefoon zijn mensen gaan experimenteren met taal. Zo bestaat er in Groot- Brittannië een sms-versie van de Bijbel: ‘r father n hvn’ (‘our father in heaven’). De Bijbel samengevat in 58 sms’jes betekent ongetwijfeld regelrechte godslastering voor een volk dat zijn Statenvertaling koestert, maar daartegenover staat dat de steno-psalmen en gebeden op internet veel worden bekeken. Evenals de jaarlijkse sms-poëziewedstrijd van The Guardian, een Britse krant die de digitalisering heft omarmd en sms ziet als de haiku van deze tijd. Het winnende gedicht van de laatste wedstrijd, waarbij maximaal 160 tekens gebruikt mochten worden, barst van de taalfouten en verbasteringen, maar werd geroemd om zijn schoonheid.

I left my pictur on th ground wher u walk so that somday if th sun was jst right & th rain didnt wash me awa u might c me out of th corner of yr i & pic me up

Naast alle verbasteringen en afkortingen is ook het internet-Engels in de Nederlandse schrijftaal op internet in opmars: termen als ‘community’, ‘updaten’ en ‘googelen’ (iets opzoeken met de zoekmachine Google) zijn de normaalste zaak van de wereld, en ook de Engelse verbasteringen rollen over het scherm. ‘CU’ in plaats van ‘See You’ is daar slechts één bijvoorbeeld van. De IKON startte afgelopen 30 december zelfs een jongerenprogramma over internet en sms waarvan de titel niet één Nederlands woord bevat: RUTLKNG2ME – ‘Are you talking to me’, oftewel: ‘Heb je het tegen mij?’

Deze taalverandering baart liefhebbers van de Nederlandse taal grote zorgen. Overdreven, zo lijkt het, want eigenlijk gaat het juist goed met onze taal. Vorig jaar constateerde de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek nog dat het Nederlands wereldwijd juist steeds populairder wordt. In de afgelopen 25 jaar is het aantal docenten Nederlands in de wereld verdubbeld, van 350 naar 700, en is het aantal universiteiten waar Nederlands wordt gedoceerd toegenomen van 165 universiteiten in 26 landen naar 230 in 44 landen. Bovendien staat de Nederlandse taal in de toptwintig als het gaat om belangrijke talen.

Taalwetenschapper Marc van Oostendorp ziet de veranderingen evenmin als een alarmerende ontwikkeling. “Er is altijd wel een aanleiding om je zorgen te maken over taalverloedering. Neem het gebruik van leenwoorden, dat is geen nieuw fenomeen. Sla de Haagse romans van Louis Couperus uit het begin van de twintigste eeuw er maar eens op na. Dan zul je zien dat er allemaal Franse leenwoorden werden gebruikt. Wie erbij wilde horen, liet dat weten door regelmatig Frans te spreken. Maar met het veranderen van de tijd zijn die woorden lang niet allemaal in ons taalgebruik gebleven. De taal verandert constant en er is altijd wel een nieuwe boosdoener. Eerst was het de telefoon die een gevaar was voor de Nederlandse taal, toen kwamen radio en televisie en nu hebben we met internet wéér een nieuwe zondebok.”

Toch heerst ook in de rest van de wereld de opvatting dat internettaalgebruik en de Engelse verbasteringen op internet een gevaar zijn voor de eigen taal. In Frankrijk hebben wetgeving en boetes tegen taalverloedering geen effect gehad, dus heeft de Franse regering besloten het woord ‘e-mail’ in ambtelijke stukken verplicht te vervangen voor ‘courriel’ (courrier électronique).

Op het negeren van die regel staat een boete. Er is zelfs een online-discussiegroep opgericht om het gebruik van ‘La Belle Langue’ te stimuleren, onder andere door Franse internetters zoveel mogelijk uit de buurt van Engelstalige websites te houden. In Denemarken worden rappers ingeschakeld om hun moedertaal nieuw leven in te blazen. Ook in Japan maken ze zich zorgen en in Italië werd zelfs een rapport over de invloed van internet-Engels op het Italiaans gepubliceerd. Overigens was dit rapport – merkwaardig genoeg – in het Engels geschreven.

Zelfs in Groot-Brittannië en de VS laait de discussie over de verwoesting van de taal door internet en sms op. In de VS is een speciale schrijfcommissie opgericht om met een nationale campagne het armoedige niveau van de Amerikaanse schrijftaal op te krikken. In het Verenigd Koninkrijk krijgt het personeel van Marks & Spencer schrijfles en huurde Unilever dichters en dramaturgen in om het personeel correcte e-mails te leren schrijven.

Iedereen is bezorgd over de invloed van internet en de mobiele telefoon op het bestaande taalgebruik, de Engelstaligen inbegrepen, en niemand weet precies wat eraan gedaan kan worden of hoe het zal aflopen. Een doemscenario is echter overdreven, en het zou goed zijn ook naar de positieve effecten van het taalgebruik op internet te kijken. Door internet wordt er meer geschreven en gelezen dan ooit. Op fora als fokzine.net discussiëren jongeren over school, relaties, werk en actualiteit, en er komen dagelijks online-dagboeken en weblogs bij die gretig aftrek vinden. Dat daar spelfouten in staan, is onvermijdelijk, maar internet is dan ook geen onderwijsinstelling. Spelfouten worden altijd gemaakt, ze worden alleen beter zichtbaar door internet.

Daarbij voorspellen taalkundigen steeds vaker dat internet ook een uitkomst kan bieden voor het probleem van talen die verloederen of zelfs dreigen te verdwijnen. Doordat meer en meer mensen van verschillende nationaliteiten hun teksten en geluidsbestanden on-line zetten, kan internet dienen als perfect documentatiemiddel, een museum haast, voor duizenden talen en hun bijbehorende stijlen.

Het grappige is dat dit al gebeurt. Juist dankzij internet is voor iedereen zichtbaar geworden hoe taal door de jaren heen verandert, niet verloedert. Ook in Nederland. Een mooi voorbeeld hiervan is de oudst bekende Nederlandse tekst, een liefdesgedichtje uit de twaalfde eeuw. Niemand spreekt of schrijft meer Nederlands op deze manier, en dat zouden we ook niet meer willen, maar op internet zijn honderden sites gewijd aan dit gedicht, dat begint met de zin: “Hebban olla vogala nestas hagunnan.” De hedendaagse vertaling: “Alle vogels zijn begonnen met het bouwen van nesten.” Zet er een smiley achter en je zou zweren dat het internet- of sms-taal is.