Spring naar de content

De geest van Hillary

In de Lewinsky-affaire toonde Hillary ruggengraat, op een manier die ook rechtse kiezers aanspreekt. Sindsdien zweeft haar mogelijke presidentskandidatuur boven Washington.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Dirk-Jan van Baar

Deze maand breekt het circus van de Amerikaanse presidentsverkiezingen weer los, en dat betekent meer van hetzelfde. Vier jaar geleden kon de strijd me nauwelijks boeien. Ook ik meende dat er weinig verschil was tussen de Democraat Al Gore en de Republikein George W. Bush. Dat bleek een vergissing. President Bush heeft de bakens scherper naar rechts verzet dan op grond van zijn ‘gestolen overwinning’ in 2000 voor mogelijk werd gehouden. Dat zou de Democraten kansen moeten geven, maar het lijkt er meer op dat de Republikeinen de nieuwe meerderheidspartij zijn geworden. Als het economisch herstel doorzet en er in Irak niet al te veel misgaat, kan alleen een aanslag de herverkiezing van ‘Dubya’ voorkomen. Maar dan is er weer broer Jeb in Florida om de overwinning van de Bushies te verzekeren.

Om de verveling geen kans te geven, speculeren de media elke keer weer op een spannende race. Maar spannender dan in 2000, toen de ene hertelling op de andere volgde, kan het niet worden, en de Democraten lijken hard op weg politieke zelfmoord te plegen. Op dit moment heeft Howard Dean, een outsider uit Vermont, de beste papieren om de Democratische uitdager van president Bush te worden. Dean is erg succesvol in fundraising en heeft al de steun van Gore, die nog steeds meent dat hij in het Witte Huis had moeten zitten. Dit duo inspireert het activistische deel van de Democratische achterban, maar legt het in november gegarandeerd af. Met zijn anti-oorlogsstandpunt herinnert Dean aan de kandidatuur van George McGovern, die in 1972 tegen de Vietnam-oorlog protesteerde en door Richard Nixon werd verpletterd.

In zijn grilligheid is het Amerikaanse verkiezingsspektakel redelijk voorspelbaar, waardoor de strijd van 2008 nu al zijn schaduw vooruitwerpt. Je kunt ook zeggen dat de Amerikanen hun toekomstgerichtheid overdrijven. Als de strijd van 2004 louter nog een voorspel is voor 2008, wordt het voor de Democraten erg moeilijk om de Republikeinse ruk naar rechts te corrigeren. En dat terwijl Bush zijn grootste buit al binnen heeft en in grote lijnen ‘klaar’ is. De Republikeinen kunnen niet eeuwig belastingen verlagen, en na de vangst van Saddam is de oorlog tegen het terrorisme zover gevorderd dat ook de Democraten hem tot een goed einde zullen moeten brengen. Wie nu op 2008 mikt, zou weleens vier jaar te laat kunnen zijn.

Daarmee komen we bij Hillary Rodham Clinton, die twee jaar geleden al meldde in 2004 niet mee te doen en voor 2008 een slag om de arm te houden. Haar geest hangt al jaren boven Washington, en ook als ‘niet-kandidaat’ is ze een macht van betekenis. Dat was ze al als vrouw van Bill, toen ze het Witte Huis van binnen leerde kennen, en ze is dat als senator van New York nog meer. Als ze nu in de race zou stappen, zou dat haar geloofwaardigheid schaden en haar blootstellen aan aanvallen van partijgenoten. Ze is geen Bill, die in 1992 vanuit het niets de oude Bush versloeg. Maar als het huidige Democratische veld geen duidelijke winnaar produceert, kan de roep ontstaan om de partij van de ondergang te redden – dan kan Hillary zich alsnog in de strijd te mengen.

Ik denk dat zij de enige is van wie Bush iets heeft te vrezen. Die gedachte gaat terug naar het Lewinsky-schandaal, dat Bill met veel schande overleefde. Het legde ook de basis voor het presidentschap van George W., een born again-fatsoensman. Een kandidatuur van Hillary zet de strijd tussen de families Bush en Clinton voort en past in de dynastieke ‘logica’ van de Amerikaanse politiek. Daarin bestaat de neiging oude vetes telkens opnieuw uit te vechten. Hillary, opgevoed in een Republikeins gezin, werkte als progressief juriste mee aan het onderzoek naar het Watergateschandaal tegen president Nixon. Het leverde haar als first lady de haat op van conservatief Amerika. Op hun beurt hebben de Clintons een rekening openstaan vanwege de Lewinsky-affaire, volgens Hillary een ‘rechtse samenzwering’ tegen haar echtgenoot.

Onderzoeksrechter Kenneth Starr schroomde niet de meest intieme details bloot te leggen. Dat was moeilijk te rijmen met de privésfeer die voor de Republikeinen heilig is en tastte het presidentiële gezag aan, anders traditioneel een zorg van conservatieven. Niemand kwam zonder schade uit die strijd, behalve Hillary, die pal naast haar man ging staan. Waar hij slap was, toonde zij ruggengraat, op een manier die juist rechtse kiezers moet aanspreken. Voeg daarbij haar steun aan de inval in Irak en haar politieke leervermogen – de helpende hand van Bill – en zij is een geduchte kandidaat die de haat tegen haar persoon in haar voordeel kan ombuigen. Als loyale supervrouw brengt zij iets nieuws en zorgt zij ervoor dat de verkiezingsstrijd iets minder van hetzelfde wordt.

Zal het ook zo gaan? Niet als Dean de Democratische kandidatuur wegkaapt en in de herfst door Bush wordt verpletterd. Dan zal Hillary, die Bill overeind hield, in 2008 voor de voeten worden geworpen dat ze in 2004 haar wegkwijnende partij in de steek liet. Als Hillary nog wat wil, zullen we het dit jaar moeten horen.