Spring naar de content

Lege verjonging

De politiek komt met een galerij van frisse, jeugdige gezichten, maar dat is een gigantisch misverstand. Want verjonging betekent allerminst vernieuwing.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Dirk-Jan van Baar

Het meest opmerkelijke nieuws uit de binnenlandarena was de herverkiezing van Thom de Graaf als lijsttrekker van D66. Het zal onderdeel zijn van het rebelse karakter van D66 dat deze club van ‘eeuwige dertigers’ niet meedoet aan de huidige trend om in tijden van tegenspoed een nieuwe leider aan te wijzen. Héél goed, want het gemak waarmee allerlei leiders momenteel het bijltje er bij neergooien, kan mij niet bekoren. Echte politieke dieren gaan nooit uit zichzelf weg; zij richten zich na nederlagen opnieuw op. Maar mijn grootste bezwaar tegen al dat terugtreden is dat de opvolgers wel erg jong en onbeproefd zijn.

Misschien speelt hier enige afgunst mee. Toen ik in de jaren tachtig afstudeerde, wachtte er geen glanzend carrièreperspectief, maar de sociale dienst. Nu mijn generatie eindelijk aan de macht dreigt te komen, moet ze alweer plaatsmaken voor een stel jongelingen dat nog geen zuchtje tegenwind heeft ontmoet. Je zou bijna medelijden krijgen met Ad Melkert, die door Wim Kok voor het premierschap werd klaargestoomd en er als ‘woordvoerder van alles’ hard voor moest werken. Hij is er vroeg oud door geworden. Daarentegen oogt leeftijdgenoot Jan Peter Balkenende nog steeds als een broekie. 

Weliswaar is de jeugdcultuur alomtegenwoordig, maar het idealisme van de jongere van tegenwoordig is een opgewarmd kliekje van wat ouderen hebben bedacht.

De jeugd heeft de toekomst, dat spreekt voor zich, Wouter Bos is veelbelovend, maar sinds wanneer is dat genoeg voor politiek leiderschap? Wouter schijnt op negentienjarige leeftijd PvdA-lid te zijn geworden, na een toespraak van de oude Joop den Uyl, toen ‘superminister’ van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Misschien is het goed dat de nieuwe PvdA-leider ervaring opdeed bij Shell, maar ik kan me voorstellen dat oudgedienden twijfels hebben over een leider die de boezem van de partij niet kent. Toch speelde dit bij zijn verkiezing geen rol. Voor alle leeftijdscategorieën was Wouter favoriet, omdat alom het idee bestaat dat je met een jong en fris gezicht beter scoort.

Tegen die achtergrond is het toch al niet vreemd dat GroenLinks, een jongerenpartij, met Femke Halsema een leuk jong ding inzet voor de moegestreden Paul Rosenmöller. Maar de teruggetreden leider van GroenLinks, zelf een straatvechter, is pas 46 en had nooit voor de bedreigingen aan zijn adres opzij mogen gaan. Dat is wijken voor geweld. Als er iemand demagogie bedreef en Pim Fortuyn verdacht heeft gemaakt, dan was het de man die via ‘kwaliteitsoppositie’ in de regering wilde komen. Uit welk hout zijn opvolgster is gesneden, moet nog blijken. Wel gaf Halsema in interviews te kennen door het ‘verruwde’ politieke klimaat te zijn geïntimideerd. Moet zo’n meisje leider worden van een politieke partij die door zijn associaties met de radicale milieubeweging zoveel agressie oogst? lk heb de indruk dat de vraag bij GroenLinksers niet eens is opgekomen.

Het wonderbaarlijke van de Nederlandse politiek is hoe toegankelijk het systeem is voor nieuwkomers, en hoe makkelijk de elite voor modieuze verlangens door de knieën gaat. De protestgeneratie van de jaren zestig kon daardoor buitenproportionele invloed verwerven. Toen zij aan de macht kwam, betekende dat een radicale verjonging, die haar ratio vond in het gegeven dat de naoorlogse babyboomers met zovelen waren. Dat is nu anders. Weliswaar is de jeugdcultuur alomtegenwoordig, maar dat wil niet zeggen dat de jeugd nog grote politieke ambities articuleert. Als jongeren al politiek zijn geïnteresseerd, hoor je nooit wat origineels, maar altijd de laatste lesjes bestuurskunde of politicologie. Hun idealisme is een opgewarmd kliekje van wat ouderen hebben bedacht.

In de jaren negentig voelden ouderen zich ondervertegenwoordigd, wat tot uiting kwam in een alweer vergeten Ouderenpartij. Ook de fortuynistische burgerrevolte kun je niet bepaald jong noemen; zij wordt eerder gedragen door een middelbaar ongenoegen• Toch zien alle politieke partijen vernieuwing voor verjonging aan. Dit wordt ze wijsgemaakt door spin doctors, jonge honden die de tijdgeest beter zouden aanvoelen. Maar een diskjockeypartijtje als Leefbaar Nederland haalde slechts twee zetels, en wat zich de laatste jaren aan jongeren heeft aangediend, was weinig meer dan Niet Nix. Niets wijst erop dat jongeren speciaal op jongeren stemmen. Volgens mij berust al die verjonging op een gigantisch misverstand.

Wie de demografie van Nederland bekijkt, ziet vergrijzing, geen verjonging. Politiek gezien wijst dat op verandering in conservatieve richting. De burgerrevolte van dit jaar was geen roep om politieke vernieuwing, maar een verlangen naar orde en gezag, een herwaardering van klassieke waarden die alleen van ouderen kan komen. Nederland heeft genoeg van alle modieuze vernieuwingsideetjes, die in de praktijk op meer van hetzelfde neerkomen. Het wachten is op een lijsttrekker van 66-plus die wijsheid en prudentie uitstraalt. Als de rebellen van D66 de moderne tijd een beetje voelen, laten ze Thom nog jaren zitten.