Spring naar de content
bron: anp

Waarom zij wel en wij niet?

Mark Rutte krijgt telkens weer dezelfde vraag: waarom zij wel en wij niet? “In Duitsland en Engeland gaat de competitie gewoon door, maar niet bij ons. Waarom zij wel en wij niet?”

Gepubliceerd op: door Max Pam

Ook de tweede golf had de regering niet onder controle gekregen en daarom had men, op aanraden van virologen en andere wetenschappers, besloten tot een totale lockdown. Iedereen was het erover eens dat dit nog de enige manier was om het virus te verslaan. Zodoende zat zelfs minister-president Mark Rutte eenzaam en werkloos achter zijn laptop. Af en toe mijmerde hij somber uit het raam van zijn Torentje, waar overigens slechts stilte te zien was. Er bewoog geen auto, geen fiets, geen mens, de Nederlander zat binnen.

De minister-president wilde al op de bank een tukje gaan doen, toen Zoom aansloeg. Het was Eric Gudde, directeur betaald voetbal van de KNVB. De twee mannen keken elkaar aan via het scherm.

“Wat doe je me nou, Mark? De hele sector ligt stil. Geen voetbal meer, geen toeschouwers, geen inkomsten, we gaan allemaal kapot. Ajax dreigt Onana en Tagliafico te moeten verkopen, anders gaan ze failliet”.

– “Maar we hebben net 20 miljoen in hun pot gedaan. Daar kunnen ze het toch wel even mee uitzingen?”.

“Oja? Ze moeten toch ook bonussen uitkeren”.

– “Het is de enige manier, Eric, om te voorkomen dat iedereen ziek wordt”.

“Maar waarom kan het wel in Duitsland en Engeland? Waarom zij wel en wij niet?

– “Ik kom erop terug. Ik zal kijken wat ik kan doen. Je hoort van me”.

De minister-president klikte de directeur betaald voetbal weg, maar daar meldde zich een nieuwe gast. Dick Advocaat, trainer van Feyenoord.

“Hallo, Mark. Ik hoor net dat je toch iets voor het voetbal gaat doen. Mooi, als het niet te laat is. Feyenoord dreigt om te vallen wanneer er geen toeschouwers meer in de stadions mogen. Dat is toch te gek voor woorden!”.  

– “Het is de enige manier, Dick, om te voorkomen dat iedereen ziek wordt”.

“Een paar duizend man is al genoeg. In Duitsland en Engeland gaat de competitie gewoon door, maar niet bij ons. Waarom zij wel en wij niet?”.

– “Ik kom erop terug. Ik zal kijken wat ik kan doen. Je hoort van me”.

De minister-president klikte de trainer van Feyenoord weg, maar daar meldde zich alweer een nieuwe gast. Jesse Klaver. Godzijdank even geen voetbal, dacht de minister-president.

“Mark, ik hoor net dat je toch iets gaat doen voor het betaald voetbal. Maar denk je dan wel aan het vrouwenvoetbal? Het zou niet eerlijk zijn als vrouwen op een houtje moeten bijten. Je wilt toch niet worden beschuldigd van discriminatie?”.

– “Oh, nee, nee! Maar het is de enige manier, Jesse, om te voorkomen dat iedereen ziek wordt”.

“In Denemarken spelen de vrouwen anders gewoon door. Waarom daar wel en bij ons niet?”.

De minister-president wist wat Arie ging zeggen en klikte hem al weg, voordat Arie zijn mond kon opendoen

– “Ik kom erop terug. Ik zal kijken wat ik kan doen. Je hoort van me”.

De minister-president klikte Jesse Klaver weg, maar daar meldde zich een nieuwe gast. Het was Peter Blangé, namens de Nederlandse volleybalbond.

“Beste mijnheer Rutte, ik hoor net dat er weer gevoetbald gaat worden. Als dat waar is, kunnen toch ook de volleyballers weer aan de slag. De volleybalbond heeft zich altijd strikt aan de regels gehouden”.

– “Het is de enige manier, Peter, om te voorkomen dat heel het land ziek wordt”.

“Maar in Italië wordt gewoon doorgespeeld. Waarom zij wel en wij niet?”.

– “Ik kom erop terug. Ik zal kijken wat ik kan doen. Je hoort van me”.

De minister-president klikte Blangé weg, maar daar was Jesse Klaver weer.

“Mark, ik hoor net dat de mannen weer gaan volleyballen. Je denkt toch zeker wel aan de volleybalsters?”.

– “Zij hebben mijn volle aandacht, dank je wel Jesse”.

De minister-president klikte Jesse Klaver weg, maar daar meldde zich alweer een nieuwe gast. Hij herkende haar onmiddellijk. Het was Guusje ter Horst, oud-minister, oud-burgemeester en gewaardeerd collega-politicus van de PvdA. Ze had tandheelkunde gestudeerd. De minister-president vroeg zich af waarom ze belde.

“Hallo, Guusje. Lang niet gezien! Wat kan ik voor je doen?”.

– “Als bestuursvoorzitter van Het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie hoor ik net dat de sportwedstrijden mogelijk weer worden opgestart. Mark, heb je overwogen dat sporters weer sportblessures zullen krijgen, die door fysiotherapeuten moeten worden behandeld?”.

“Daar hebben wij lang over vergaderd met het Team, maar fysiotherapeuten vallen onder de contactberoepen. Het stilleggen is de enige manier, Guusje, om te voorkomen dat iedereen ziek wordt”.

– “Dan moet ik je erop wijzen dat volgens een wetenschappelijk rapport, zojuist gepubliceerd in The Lancet, de kans op besmettingen bij fysiotherapie juist significant laag is. In Zweden is dit rapport inmiddels als richtinggevend aanvaard. Waarom kunnen zij dat wel en wij niet?”.

– “Ik kom erop terug. Ik zal kijken wat ik kan doen. Je hoort van me”.

De minister-president klikte Guusje ter Horst weg, maar daar meldde zich alweer een nieuwe gast. Het was het bebaarde gezicht van Arie Boomsma. Onder het witte overhemd waren zijn getatoeëerde biceps zichtbaar. De minister-president wist wat Arie ging zeggen en klikte hem al weg, voordat Arie zijn mond kon opendoen. Een nieuwe gast meldde zich.

“Mijn naam is Maurice Crusio”, zei hij, “ik ben voorzitter van de Algemene Nederlandse Kappers Organisatie. We horen zojuist dat fysiotherapeuten klaar staan om weer te beginnen. Het licht gaat op groen, zo verneem ik. Mag ik u erop wijzen dat wij als beroepsgroep al het mogelijke hebben gedaan om de burger te voorzien van een keurig gecoiffeerd hoofd”.

– “Ik vrees dat de burger toch nog even met baarden en snorren moeten rondlopen. Het is de enige manier, mijnheer Crusio, om te voorkomen dat wij allemaal ziek worden”.

“Maar in Canada wordt allang weer geknipt! Een rapport over hygiëne heeft dat zelfs aanbevolen. Kale koppen werken heilzaam tegen corona. Waarom mogen de Canadezen wel wat wij niet mogen?”.

– “Ik kom erop terug. Ik zal kijken wat ik kan doen. U hoort van me”.

Mark, vrouwen hebben haar op de meest ongelukkige plekken. Zij moeten epileren en bikini-waxen. Wees je een beetje coulant?

De minister-president klikte de kappersbaas weg. Daar was Jesse Klaver weer.

“Mark, ik hoor dat net over die kappers. Denk je wel aan de dameskappers? Vrouwen hebben haar op de meest ongelukkige plekken. Zij moeten epileren en bikini-waxen. Wees je een beetje coulant? Je wilt toch niet voor een male chauvinist pig doorgaan?”.

– “Nee, zeker niet! Het heeft mijn aandacht, Jesse”.

Nog bezig Klaver weg te klikken, werd bij Zoom op alarmistische wijze ingebroken. Rober Willemsen, voorzitter van de Koninklijke Horeca Nederland.

“Hallo, Rutte, ouwe jongen! Ik zit hier bij de kapper en ik hoor zojuist dat het economische leven weer op gang wordt gebracht. Ik wil je laten weten dat wij er helemaal klaar voor zijn. Ik bedoel: bier drinken op anderhalve meter en alleen feesten met een mondmasker voor! Het carnaval komt er weer aan en als wij niet failliet willen, zijn wij gedwongen daaraan mee te doen”.

– “De lockdown is pas een uur van kracht. Het is de enige manier, mijnheer Willemsen, om te voorkomen dat wij allemaal ziek worden”.

 “Wat zeg je? Een uur? Dan moeten de gevolgen daarvan toch al zichtbaar zijn. In Oostenrijk is helemaal geen lockdown geweest en daar zijn alle après-ski’s gewoon weer open. Waarom zouden wij niet kunnen wat ze in Tirol wel kunnen?”.

De minister-president klikte de Horeca-man weg. Hij sloeg zijn handen voor zijn hoofd en zou het liefst in bed gaan liggen. Maar zijn rust duurde niet lang. Een nieuwe gast meldde zich: minister van Justitie Grapperhaus.

“Ferdinand, ik ben blij je te zien! Maar wat zie je er bedrukt uit. Is er iets?”.

– “Ja, Mark. Ik moet je melden dat Elisabeth en ik gaan scheiden. Wij hebben ontdekt dat wij toch niet voor elkaar geschapen zijn. Gelukkig gaan we als vrienden uit elkaar”.

“Dat is fijn te horen”.

– “Om te benadrukken dat wij ons besluit in volle harmonie hebben genomen, hebben wij nog even overwogen een afscheidsfeest te geven. Dat wordt tegenwoordig vaak gedaan. Maar wij blazen het af. Juist in deze tijd moeten wij het goede voorbeeld geven”.

“Dat lijkt mij een wijs besluit”.

– “Dat dachten wij ook. Regeren is vooruitzien”.