Spring naar de content
bron: meinke flesseman

Portugal: een wonderkind of een total loss

Arthur van Amerongen vindt het soms niet makkelijk om in Portugal te leven, zeker niet nu hij weer op pad is voor een nieuwe wijngids: “Zo mak en gedwee als de Portugees zich laat vaccineren, zo stug is hij in de communicatie. Afspraken maken is een ramp.”

Het stond pas in het Algemeen Dagblad dus het zal wel waar zijn. Viroloog Pedro Simas, volgens de krant de Portugese evenknie van Ab Osterhaus, zegt: “We hebben het virus verslagen. Het is niet uitgewist, zoals we ooit met pokken en polio hebben gedaan, maar de aanwezigheid van het virus bedreigt de samenleving niet meer. Covid-19 zal, zoals we het nu kennen in Portugal, af en toe de kop opsteken zoals de griep. Maar mensen zullen er niet meer massaal aan overlijden en de ziekenhuizen zullen niet meer overbelast geraken.”

Diverse Nederlanders in Lissabon leggen in de reportage uit waarom Portugal het zo goed doet. Mij word nooit iets gevraagd door visiterende collega-hoernalisten terwijl ik hier potverdikkeme al tien jaar woon en dat steekt wel eens, want sinds de dood van Gerrit Komrij en het vertrek van mijn kunstzusters Heleen van Royen en Tessa de Loo ben ik samen met Arie Pos, de biograaf van Gerrit, de enige echte kenner van Lusitania. Die ongebreidelde kennis van mijn patrie de cœur heb ik natuurlijk te pas en te onpas laten doorschemeren in mijn wekelijkse column in de Volkskrant en in HP/De Tijd en een aimabele persoon als bondscoach Louis van Gaal bevestigde mijn status door het eerste exemplaar van Dé Wijngids voor de Algarve en de Alentejo in ontvangst te nemen in een afgeladen strandtent in het fabelachtige Vale do Lobo. Dat kon u gisteren natuurlijk allemaal lezen in de Volkskrant. Een geheel andere versie van de feestelijkheden gaf Bart Nijman op het jongerenblog GeenStijl. U hoort mij niet klagen, want enige tijd geleden portretteerde hij mij als een bonvivanterige, recreatieve krekgebruiker, waardoor ik geroyeerd werd door de Rotary Club én de Lions Club van Moncarapacho. Ik ben nu alleen nog lid van de Duitse tak van de AA in Fuseta. 

Als de inkthoer van dienst van het Algemeen Dagblad de moeite had genomen om af te dalen in de reet van Portugal, had ik hem een heel ander verhaal kunnen vertellen over het wonderkind van Europa. Inmiddels heb ik Villa Vischlugt verlaten en ben ik wederom op wijnsafari, ditmaal voor Dé Wijngids voor Lissabon en Omstreken dus het is allemaal mosterd na de maaltijd. Overigens heb  ik een klein primeurtje voor de lezer, want het fraai schilderij waarmee ik open, is van de Portugees/Nederlandse kunstenares Meinke Flesseman en wordt het omslag van de nieuwe wijngids. 

Bon, ik ben nu aangekomen bij de portee van deze luchtige preek: daar waar het Algemeen Dagblad suggereert dat Portugal het wonderkind van Europa is, suggereer ik luchtig dat het land ook best wel een beetje total loss is in een aantal opzichten. Voor de onnozelaars onder ons: het is een subtiele verwijzing naar de verhalenbundel van Willem Frederik Hermans. Zo mak en gedwee als de Portugees zich laat vaccineren, zo stug is hij in de communicatie. Afspraken maken is een ramp. Dat schreef Gerrit Komrij al een eeuwigheid geleden in Een Zakenlunch in Sintra. Zowel voor mijn bestseller Saudades als Dé Wijngids voor de Algarve en de Alentejo stuurde ik in totaal zo’n vijfhonderd berichten naar gewichtige personen en instanties. Ik overdrijf niet als ik schrijf dat ik hoogstens tien reacties kreeg. Bij de Portugese Spoorwegen bedelde ik om een kortingskaart omdat ik heel het land per trein afstroopte. Na vier maanden kreeg ik contact met een onderknuppel die zei dat hij mijn verzoek aan hogerhand zou doorgeven. Ik zit nog steeds te wachten en reis in het vervolg wel per koets of ezel. Nu zal de lezer denken dat het wellicht aan mij ligt, want mocht een Portugese onverlaat mij gaan googelen, dan stuit hij op diverse kwesties die het daglicht niet kunnen verdragen. Maar ook Portugezen stuiten op een muur zodra ze moeten kommuniseren met deze of gene persoon of instantie. Emails worden gewoon nooit beantwoord.

Zelfs in de Ribatejo, toch ook niet bepaald Gods geschenk aan de mensheid qua genen en Einsteins, maakt men grappen over de Alentejo

Een vooraanstaande psychiater in Lissabon heeft mij wel eens verteld dat het geen onwil is maar eerder een combinatie van verlegenheid, schaamte en de naweeën van de dictatuur van Salazar en zijn geheime dienst, de PIDE. Het zal allemaal zo wezen, en precies dezelfde ellende had ik in Paraguay, maar dat zit niet bij de Europese Unie. Goed, met het schuim op mijn muil ga ik dan bellen en vraag ik, als ik überhaupt al iemand aan de lijn krijg – de gezochte persoon is altijd wel lunchen, of naar de begrafenis van zijn schoonmoeder, of het is een feestdag, of hij is net de deur uit – waarom er nooit geantwoord is op mijn tien emails. En dan gaan ze keihard liegen dat het gedrukt staat: we hebben u emails nooit ontvangen, Don Arturito. Mijn volgende stap is dan dat ik gewoon naar die gasten toe ga, in levende lijve. Ook een gok, omdat ze er natuurlijk vrijwel nooit zijn. Ik vertoef nu in Almeirim, en dat ligt aan oever van de Taag, met uitzicht op Santarém. Gisteren bezocht ik met Reggie Smith een paar schitterende adegas in de Ribatejo en verliep alles naar wens. We moeten er nog twintig bezoeken de komende dagen maar los van die twee heeft nog niemand heeft gereageerd op ons simpele en sympathieke verzoek: willen jullie graag gratis in de wijngids? We gaan nu gewoon hondsbrutaal gate crashen, dat zal ze leren. De Ribatejo grenst aan de Alentejo en daar hoeven we niet meer heen. Zelfs in de Ribatejo, toch ook niet bepaald Gods geschenk aan de mensheid qua genen en Einsteins, maakt men grappen over de Alentejo. Alentejanen zijn de Belgen van Portugal (en de Algarvios de Marokkanen van Portugal, maar dit terzijde). De Alentejanen hebben totaal geen gevoel voor richting en wijzen je altijd de verkeerd kant op. Zo keken wij eerder dit jaar bijzonder uit naar onze afspraak bij Herdade Amoreira da Cima, bij Montemor-o-Novo, waar alle wijnen biologisch zijn. Diverse Portugese vinologen hadden ons getipt en de wijngaard lag op de route, dus wij gingen rijkelijk laat in de ochtend – de avond ervoor was het proeven van diverse pikketanussies wat uit de hand gelopen – de paden op en de lanen in.  

We reden langs het prachtige Mertola richting Torrão, waar we later die dag Pépé van Herdade do Portocarro met een bezoekje gingen verblijden. Google Maps had het weer eens lastig, zoals wel vaker in de Alentejo waar nog veel zwarte plekken zijn: uithoeken waar geen bereik is. Het gehobbel over muildierpaadjes vol kuilen viel mij zwaar op de maag want ik was al een paar dagen vergeten de wijn uit te spugen. Na zeker vijf keer de weg te hebben gevraagd bij vriendelijke keuterboertjes, die ons van hot naar her en van het kastje naar de muur stuurden, reden we onverrichter zake verder. De eigenaar van de Herdade nam ook niet op, terwijl we bij hem hadden afgesproken. Hij belde ook nooit terug! Dus hou dit huis in de gaten maar ga er niet naar op zoek. Laat de berg maar naar Mohammed komen!

U ziet, lieve mensen, dat het allemaal niet meevalt. Ik heb het zwaar. En toch hou ik van mijn Portugezen, want alles is beter dan de kaaskoppige Nederlander! Het wordt vandaag weer 23 graden en mochten ze ons binnenlaten bij de Adega de Almeirim, dan zitten wij om half elf beroepsmatig wijn te slobberen en u niet. Adeus! 

Meinke Flesseman