Spring naar de content

Hoeveel doden zijn teruggehaalde IS-gezinnen ons waard?

Moeten Nederlandse IS’ers, hun vrouwen en kinderen terug naar Nederland? Max Pam staat niet te springen.

Gepubliceerd op: door Max Pam

Jongeren zullen hem zich niet meer herinneren, want volgende week is hij vijftien jaar dood, maar het bijzondere van Theo van Goghs manier van interviewen was dat hij zijn vragen altijd superpersoonlijk maakte. Als hij bijvoorbeeld sprak met de een of andere minister over de een of andere oorlog/vredesmissie waar Nederlandse militairen naartoe moesten, dan hield hij geen ingewikkeld betoog over de voorwaarden waaronder zij werden uitgezonden, maar dan vroeg hij blunt: “Hoeveel doden is u dat waard?”

Het resultaat van de vraag was vaak verrassend: ontwijkend gehakkel, men wist er vaak geen raad mee, zo’n vraag kon je eigenlijk niet stellen, het was geen kwestie van aantallen, de samenleving als geheel nam hier een beslissing, enzovoort.

Nee, het was geen kwestie van aantallen, tot vader en moeder hun zoon in een kist thuisbezorgd kregen.

Zo’n typische Theo van Gogh-vraag kwam bij mij op, telkens wanneer ik advocaat André Seebregts in een van zijn vele televisieoptredens zag verklaren dat IS-kinderen, en daarmee ook hun ouders, moeten worden teruggehaald naar ons land. Aan Seebregts zou ik willen vragen: “Stel dat wij die IS’ers terughalen en het gaat mis, bijvoorbeeld omdat een van hun geïndoctrineerde kinderen een zelfmoordaanslag pleegt, zoals ze het in het kalifaat is geleerd, zou u dan bereid zijn uit eigen zak de slachtoffers van zo’n aanslag een schadevergoeding te betalen?”

Rare vraag? 

Vind ik niet. Helaas werd de vraag, of een soortgelijke, niet gesteld. Het bleef in al die talkshows braaf en nietszeggend.

Dat kinderen zulke aanslagen kunnen plegen, is beslist geen fictie. Op MEMRI-TV, maar ook op YouTube, kun je vele voorbeelden vinden van hoe zelfs de kleinste kinderen worden voorbereid op hun rol als martelaar – een ander woord voor een uiteengerukt lichaam. Kijk maar hoe het toegaat op een jihadschool en je begrijpt hoe het is om als jongetje getraind tot worden tot gewapende strijd. En er zijn nog veel ergere video’s.

Moeten wij die kinderen opnemen? Toegegeven: dat ze daar zitten is zielig. Hoe ze daar zitten is ook zielig. Ze kunnen er verder ook niks aan doen. Alles is zielig aan deze kinderen. Maar hoeveel vertrouwen moeten wij hebben in de deradicaliseringsprogramma’s en ontprogrammeringsprogramma’s? Ze zouden volgens advocaat Seebregts klaarstaan om vandaag nog te beginnen.

Zou het werken?

Je bent tien, er wordt je geleerd een nette Nederlander te zijn, terwijl je vader in de gevangenis zit voor oorlogsmisdaden en je moeder – al of niet met boerka – overal met wantrouwen wordt bejegend. Worden deze kinderen uit de ouderlijke macht ontzet? We weten er weinig van en we mogen ook nauwelijks weten om wie het gaat. We kunnen niet anders doen dan hopen en bidden. De kans dat zo’n teruggehaalde jihadist, zijn vrouw of zijn kinderen, ook in Nederland weer aan de slag zullen gaan, lijkt mij groter dan de kans op ontsnapping door een tbs’er. En straks is er niemand die – zoals bij een ontvluchte psychopaat – kan zeggen: tsja, zulke dingen gebeuren nu eenmaal, je kunt die mensen niet eeuwig opsluiten. Over spijt bij teruggekeerde jihadisten zou ik mij trouwens niet te veel illusies maken. Die spijt kan uitstekend worden gespeeld, zo lang die tot strafvermindering leidt. 

Ik heb de indruk dat teruggekeerde jihadisten heel wat meer gepamperd zullen worden dan onze SS’ers van weleer.

In verschillende opzichten kun je de Nederlandse jihadstrijders die naar Syrië zijn gegaan, vergelijken met de Nederlandse SS’ers die in de Tweede Wereldoorlog aan het oostfront zijn gaan vechten voor de Duitsers. Wie in Russische handen viel, had pech gehad. Veel meelijden hoefden wij met hen niet te hebben. Een lange mars door de sneeuw, tot je er dood bij neerviel. Wie terug naar Nederland vluchtte, werd geïnterneerd en veroordeeld en had daarna naar Nederlandse begrippen een harde tijd. Daar kunnen hun kinderen over meepraten. Sommigen SS’ers verloren hun Nederlanderschap omdat zij in vreemde krijgsdienst waren getreden. Enkelen tientallen slaagden erin als Duitser onder de radar te blijven. Ik heb de indruk, maar misschien is die onjuist, dat teruggekeerde jihadisten heel wat meer gepamperd zullen worden dan onze SS’ers van weleer.

Het dreigement daarbij is steeds: ze hierheen te halen is gevaarlijk, maar ze daar te laten zitten is nog gevaarlijker. Zou kunnen, maar het zou ook een veronderstelling kunnen zijn die nergens op gebaseerd is. Zo lang ze daar zitten, komen ze terecht in de gehaktmolen van het Midden-Oosten. Ze zullen toch daar eerst langs de autoriteiten moeten en dat lijkt mij geen veilig leven. Dat zou wel eens een leven kunnen zijn te vergelijken met dat van Duitsers op de vlucht voor de sovjettroepen van Stalin.

Vrouwen en kinderen vormen een aparte groep. Op televisiebeelden is te zien dat zij hun boerka’s niet hebben afgelegd, zoals de jihadstrijders hun kalasjnikovs niet aan de wilgen hebben gehouden. Maar het kan natuurlijk ook noodzakelijke strategie zijn om de boerka te blijven dragen. Voor je het weet, wordt je zelf onthoofd.  

Leidt jihadbruiden ter plekke langs de massagraven, laat ze meewerken aan het identificeren.

Voor wat er met die vrouwen van jihadstrijders moet gebeuren, valt ook een parallel trekken met de Tweede Wereldoorlog. Toen concentratiekamp Flossenburg werd bevrijd – gelegen bij de Duits-Tsjechische grens en even erg als Dachau – dwongen de Amerikaanse militairen de bewoners van Flossenburg tot een bezoek aan het kamp. Lijken, uitgemergelde overlevenden, executieplaatsen, enzovoort. Dat leidde tot emotionele taferelen, waarbij de Flossenburgers voor het eerst met eigen ogen konden aanschouwen wat zich binnen de muren van het kamp had afgespeeld. Ze wisten het allemaal wel, maar zo met je neuzen op de feiten worden gedrukt, is nog wat anders. 

Dat moet ook eerst gebeuren met de jihadbruiden. Leidt deze vrouwen ter plekke langs de massagraven, laat ze meewerken aan het identificeren, breng ze in contact met slachtoffers en nabestaanden. Geef ze een voorstelling met beelden van onthoofdingen en andere martelpartijen. Laat ze in volle hevigheid ervaren wat daar door hun echtgenoten aan gruwelen is aangericht in naam van de Allah en de islam. Pas dan, en heel misschien pas dan, mogen ze terug naar Nederland.

Maar liever niet.