Spring naar de content
bron: ANP

In Hippolytushoef, waar de nijlpaarden wonen

In het Noord-Hollandse Hippolytushoef wordt al twintig jaar een Joods gezin geterroriseerd. Max Pam zou bijna denken dat de hele oorlog en het onderduiken van zijn vader voor niets zijn geweest.

Gepubliceerd op: door Max Pam

Hippolytushoef is een gemeente waarvan je verwacht dat er geen mensen wonen, maar nijlpaarden. Dat zou best kunnen, want Hippolytushoef ligt praktisch aan het water. Aan zee zelfs. Toch kan ik bevestigen dat er in Hippolytushoef wel degelijk mensen rondlopen. Ik ben er namelijk geweest en ik heb ze toen gezien. Echte mensen, met snorren en baarden. Met jurken en breiwerkjes. Nijlpaarden zag ik daarentegen niet, ik denk dat zij zich die dag verscholen hielden.

Het is lang geleden dat ik Hippolytushoef voor de eerste keer bezocht. Meer dan zestig jaar geleden. Dat komt omdat mijn vader ondergedoken zat in Wijdenes. Daar in de kop van Noord-Holland verborg hij zich met twee andere Joden – Sal Tas en Louis Kukenheim – in de boerderij van boer Schaap. Ze overleefden alle drie.

Na de oorlog reden alle drie één keer in het jaar naar Wijdenes om de verjaardag van boer Schaap te vieren. En om hun dankbaarheid te betuigen, waar boer Schaap overigens niets van wilde weten. Ze deden dat in de zwarte Avant Traction van Sal Tas. In de loop der jaren namen ze hun vrouwen en kinderen mee. Dan zaten we opgepropt in die Citroën, waarvan ik mij herinner dat hij opklapstoeltjes bezat, zodat je achter tegenover elkaar kon zitten.  

Onderweg wees boer Schaap de plekken aan waar hij had gevochten.

’s Middags werd warm gegeten. Als gedronken, gesproken en getoast was, dan maakte het gezelschap zich op voor een wandeling over de dijk. Hier hadden Engelse vliegtuigen wapendroppings gehouden. Omdat de Duitsers ook niet gek waren, hadden zich schermutselingen afgespeeld, waarbij was geschoten. Een dode Duitser werd onmiddellijk begraven, zodat door de bezetters pas alarm werd geslagen als het te laat was.

Daarna maakten we met de auto een tochtje naar Hippolytushoef, langs Hoogkarspel, Medemblik en Wieringerwerf. Met de auto en de wegen van toen duurde dat een klein uur. Onderweg wees boer Schaap de plekken aan waar hij had gevochten. Wij luisterden trots, onze boer Schaap was een mannetjesputter. In Hippolytushoef dronken wij koffie in het plaatselijke café en dan weer terug naar Wijdenes. En dan weer helemaal naar huis.

In 1964 is door L. Th. Lehmann een roman geschreven met de titel: Tussen Medemblik en Hippolytushoef. Ik heb hem ooit gelezen, maar ik herinner mij alleen de teleurstelling dat het verhaal zich vooral in Leiden afspeelde. Zoiets noem je lezen met de verkeerde verwachtingen. Lehmann is meer een dichter. Weer jaren later ben ik voor het laatst terug geweest in Hippolytushoef. Ik logeerde in een bed & breakfast bij aardige mensen thuis, samen met mijn zoon. Wij zouden de volgende morgen naar Den Oever rijden, waar een echtpaar met een boot klaar lag, die ons het vissen op zee zou bijbrengen.

Eén klein scharretje gevangen.

Er is daar trouwens een klein natuurgebiedje in Hippolytushoef, of zou dat inmiddels al volgebouwd zijn? Fijn dorp, leuke huizen, de meeste huizen stonden te koop. Dat was toen.

Maar wat lees ik nu?!

“Er worden bewakingscamera’s geplaatst bij het huis van een gepest Joodse gezin in Hippolytushoef”.

Is mijn vader voor niets ondergedoken? Heeft boer Schaap voor niets geleefd?

Het Algemeen Dagblad schrijft: “Het gezin wordt naar eigen zeggen al 20 jaar getreiterd en is ervan overtuigd dat het gaat om antisemitisme. Volgens hen schreeuwden jongeren onlangs nog ‘Heil Hitler’ naar de jongste zoon en werden ze in hun woning al tientallen keren lastiggevallen. Het voorlopige dieptepunt was de ontploffing van een vuurwerkbom, drie weken geleden. ,,Ik werd wakker gemaakt door mijn zoon. (…) In de brievenbus bleek een rotje te zijn afgestoken. We wilden net weer naar boven gaan, toen er een enorme knal in de keuken klonk. Het raam bleek te zijn ontploft. Zelfs tien meter verder lagen scherven.”

Uit nog andere bronnen kom ik tot de volgende recapitulatie: zoon van de fiets gereden, gewond. Laserlichten in de ogen schijnen. Kankerjood roepen. Ze moeten jullie vergassen, roepen. Hitlergroet brengen, in de tuin schijten, stenen door de ramen, keppeltje van hoofd slaan, Jodinnenhoer (!) roepen, stormram tegen de muur boemsen, vuurwerk naar binnen gooien en een echte bom neerleggen.

Sodeju!

Is mijn vader voor niets ondergedoken? Heeft boer Schaap voor niets geleefd? Is de Tweede Wereldoorlog voor niets geweest? Zie hier.

Twintig jaar heeft men nodig om de dader of dadertjes te pakken, maar helaas: niet gelukt.

Gruwelijk natuurlijk wat deze Joodse familie van Wouter en Odile Schmidt in Hippolytushoef overkomt. Maar het meest gruwelijk vind ik nog dat de autoriteiten van Hippolytushoef er, in de kleine twintig jaar dat dit aan de gang is, niet in zijn geslaagd uit te vinden wie er achter deze uitingen van antisemitisme zitten. Twintig jaar heeft men nodig om de dader of dadertjes te pakken, maar helaas: niet gelukt. Het zou lastig zijn ze in de kraag te vatten. En dat op een bevolking van nog geen vijfduizend zielen. Die gasten kunnen zich natuurlijk verstoppen achter elke brievenbus. Leer mij de brievenbussen van Hippolytus kennen!

Daarom is de oplossing: het neerzetten voor het huis van een enorme paal met een bewakingscamera – werkelijk geniaal.

De vraag is natuurlijk; wie zitten er achter die antisemitische pesterijen? Daar komen we maar heel moeilijk achter. Er wordt gesproken van “jongeren”. Mooi, maar wat voor jongeren dan? Dat weten ze niet, al schijnen ze wel bekend te zijn bij de politie. Maar op heterdaad betrappen, dat is echt reuze moeilijk in zo’n wereldstad als Hippolytushoef. Toch blijf ik er benieuwd naar. Zijn het de hangjongeren van Hippolytushoef zelf? Vervelen die zich, bier drinkend, in het schuurtje achter? Of wonen er misschien Marokkanen en Turken in Hippolytushoef? Of is de plaatselijke wietmaffia verantwoordelijk? Wellicht is de KKK actief in Hippolytushoef, je weet het maar nooit. Maar deze luitjes te pakken krijgen, dat lukt niet.

Raadsels, raadsels, raadsels.

Voorlopig houd ik het erop dat in Hippolytushoef de nijlpaarden uit hun winterslaap ontwaakt zijn en nu de boel onveilig maken. Kijk maar burgemeester Rian van Dam.

Geef toe: als er nou iemand op Dirk Dickerdack lijkt, dan is zij het wel. Dickerdack, de roemruchte burgemeester van Rommeldam, alom bekend uit de media. En weet u nog wat Dickerdack eigenlijk was?

Juist, een nijlpaard met een lorgnet.