Spring naar de content

Het verwarrende Strava-situationisme van Gijs Leemreize en Steven de Jongh

Frank Heinen over het Strava-situationisme van Steven de Jongh, Philippe Gilbert en het Ruurlose klimtalent Gijs Leemreize: “Op internet las ik dat hij is gaan fietsen toen hij een racefiets won in een verloting. Dat zijn de details die het verschil maken: ik overwoog sterk fan te worden van Gijs Leemreize. Je moet er vroeg bij zijn, tegenwoordig.”

Gepubliceerd op: door Frank Heinen

Een jaar of twintig geleden kwam de Britse kunstenaar Henry Kipper in het internationale nieuws met zijn plan om het woord ART te fietsen op de kaart van Europa. Kippers voornemen kreeg een hoop aandacht, want mensen zijn nu eenmaal benieuwd wat halvegaren bezielt. Al gauw werd duidelijk dat er helemaal geen concreet plan was, en dat het abstracte idee ontsproten was uit de door Guy Debord geïnspireerde, tamelijk weirde kunststroming die situationisme werd genoemd.

Hoewel hij zijn plan nooit tot uitvoer heeft kunnen brengen, moet ik nog regelmatig aan Henry Kipper denken. Altijd als ik een screenshot van de Strava-app zie waarop iemand een bos bloemen, een piemel of een letter heeft gefietst, denk ik: dit had Kipper moeten meemaken.

Sinds de komst van Strava is wielrennen steeds meer een sport geworden van iedereen tegen iedereen. Dat was het, tot op zekere hoogte, altijd al, maar alleen in de koers en tussen de deelnemers.

Nu is het écht iedereen tegen iedereen, elke dag opnieuw. Strava heeft de wereld verdeeld in segmenten: korte stukjes weg of route waarop je kunt winnen of verliezen. Voor elke bobcracker met een racefiets is een fietstochtje een opeenvolging van zulke segmenten: elke kilometer een nieuwe sprint, niet alleen tegen jezelf of de mensen met wie je een rondje fietst, maar met iedereen die ooit op dat stukje op een fiets gezeten heeft.

Die wetenschap is een recept voor waanzin. Strava is zo ontworpen dat ook de obese vijftiger die nietsvermoedend op de fiets stapt om een gele gors te spotten terwijl-ie zijn BMI weer binnen de grenzen van het betamelijke tracht te pedaleren in enkele maanden een afgetrainde wegpiraat is geworden die bij naderende storm zijn fiets uit de schuur haalt om met wind in de rug nog wat persoonlijke records scherper te stellen. En dat vervolgens te delen, zodat de andere leden van de vogelfietsclub er via hun telefoon aan herinnerd worden wat een luie zitzakken zij zijn.

Sinds de komst van Strava is wielrennen steeds meer een sport geworden van iedereen tegen iedereen.

Een relatief nieuwe (althans: voor mij) zijtak van het Strava-situationisme is die van de marathonrit. Vroeger was zo lang mogelijk achter elkaar op de fiets zitten met een intimiderend hoog gemiddelde voorbehouden aan ongevaarlijke maniakken die hun neiging tot obsessief gedrag op de fiets projecteerden. Je zag er wel eens eentje op het Jeugdjournaal: vaak een man, meestal van middelbare leeftijd en met een huid als een leren tas. ‘Joe (45) besloot een stukje te gaan fietsen, en hield er niet meer mee op. Gisteren, twee jaar en negen maanden nadat hij begon, kwam hij weer thuis. Hij had de hele wereld rondgereden!’ Daarna een close-up van Joe, een wat schichtige zonderling die door zijn vrouw werd omhelsd.

Nooit dacht je, bij zo’n reportage: was ik maar meer als Joe.

Eerder: pas op dat je niet op een dag opeens een Joe geworden bent.

Strava heeft dit veranderd: dit weekend gingen tientallen mensen de weg op in het kader van The Longest Day, om zoveel mogelijk kilometers op één dag weg te malen. Ik keek naar de deelnemers, verschillende ervan kende ik persoonlijk. Aardige, intelligente mannen (allemaal mannen) met vast werk en een sociaal leven en relativeringsvermogen. Veel van hen plaatsten een plaatje van hun route: vierhonderdzoveel kilometer door de Ardennen. Vijfhonderd kilometer. Oud-renner Steven de Jongh reed meer dan vierhonderd kilometer met 35 gemiddeld. Waanzin op een stokje natuurlijk, maar ik kon niet nalaten te denken: en wat doe jij eigenlijk, paljas? Met je zestig kilometer, met 26 gemiddeld, op zon- en feestdagen? En dan wel ’s avonds een ijsje halen omdat je het hebt verdiend. Poef. Lui stuk vreten. Dikke flapdrol.

En ik heb niet eens Strava.

Het kan erger. Neem Philippe Gilbert. Alles gewonnen, een van de beste Belgische renners ooit, bijna veertig intussen en dit weekend twee (2!) keer verStravanederd. Vrijdag zette Philippe Gilbert op verzoek van zijn broer de beste Strava-tijd op de Redoute op 4:25. Het leek niet meer dan een bestendiging van een al lang bestaande situatie: Gilbert is de beste Ardennen-renner van zijn generatie, hij komt uit de streek, hij is meer Ardennen dan Ardenner ham. Hij is daadwerkelijk een King of the Mountains.

Nauwelijks 24 uur na de geslaagde recordpoging was de koning al onttroond. Halverwege een trainingsritje van honderdkilometer besloot de Ruurlose amateur Gijs Leemreize de Redoute op te hengsten.

Op beelden van zijn recordpoging zie je Gijs razendsnel kleiner worden.

Op de top was hij drie seconden sneller dan Gilbert.

Leemreize staat bekend als klimtalent: hij mocht dit jaar al eens met de profs van Jumbo-Visma meerijden en eindigde in de subtop in een rit op de Mont Ventoux. Bovendien is hij aangetrouwde familie van Robert Gesink, wat nooit kwaad kan, als je op weg bent een groot Achterhoeks klimmer te worden. Op internet las ik dat hij is gaan fietsen toen hij een racefiets won in een verloting. Dat zijn de details die het verschil maken: ik overwoog sterk fan te worden van Gijs Leemreize. Je moet er vroeg bij zijn, tegenwoordig.

Helaas, ik was al te laat. Zondagmiddag reed Mathijs Loman uit Heerlen nog eens zeven seconden van Leemreizes Redoute-record af. Over Mathijs Loman is weinig bekend. Geen grote uitslagen, geen kruidige anekdotes. Hij is een blanco blad, dat ik met alle plezier zou volkalken, ware het niet dat het vergeefs zou zijn: op ditzelfde moment loopt zich vermoedelijk een bataljon Nederlandse brugklassers warm om Mathijs nog deze week uit de boeken te scheuren.

De veelvormige verwarring die ik voel bij die gedachte, zou Henry Kipper, als Strava-kunstenaar avant la lettre, enorm hebben kunnen waarderen. Als hij echt bestaan had, tenminste.

Word lid van HP/De Tijd