Spring naar de content
bron: anp

Het menselijk contact zal uitsterven, volgens Michel Houellebecq

Max Pam kocht ooit een schilderij van de mysterieuze kunstenaar Jed Martin – een romanpersonage uit een boek van Michel Houellebecq. Maanden later liet hij het schilderij door een al even mysterieuze dame signeren en kreeg van haar het telefoonnummer van de Franse schrijver. Deze week belde hij hem op.

Gepubliceerd op: door Max Pam

Twee jaar geleden stuitte ik op een krantenberichtje, waarin stond dat in een kleine Amsterdamse galerie in de Jordaan werk te zien was van Jed Martin. Die naam zei me iets, maar ik moest wel even nadenken. 

O ja.

Jed Martin is een personage uit De kaart en het gebied, de roman van Michel Houellebecq die in 2010 was verschenen onder de titel: La carte et le territoire. Het boek had grote indruk op me gemaakt: het is meeslepend, het is spannend, het gaat over kunst, het gaat over de liefde, maar bovenal houdt het de culturele gemeente – in de satirische vorm – ook nog eens een spiegel voor.

Houellebecq, heb ik wel eens geschreven, is een droogkomiek – de Buster Keaton van de moderne literatuur.

De hoofdfiguur uit De kaart en het het gebied is Jed Martin, een schilder die per ongeluk in de beeldende kunst terecht is beland. Zijn eerste werk bestaat uit gefotografeerde vergrotingen van Michelin-kaarten. Een lijst erom heen en klaar is het kunstwerk. Al snel lopen de kaarten van Martin als een tierelier en eenmaal beroemd gaat Jed Martin – spreek de naam uit op zijn Frans – ook schilderen. Zijn doeken worden zeer duur, een miljoen per stuk is normaal. 

Door begeerte aangegrepen, komt de Martins galeriehouder vervolgens op een lumineus idee. We moeten de schrijver Houellebecq vragen of die bij de volgende tentoonstelling het voorwoord wil schrijven van de catalogus, stelt hij voor. En inderdaad na enig heen en weer gepraat stemt Houellebecq toe, waardoor de prijzen van de schilderijen nog verder stijgen. Uit dankbaarheid besluit Jed Martin een portret van Houellebecq te maken. Als het klaar is, rijdt hij naar de schrijver die het met gemengde gevoelens bekijkt en het vervolgens enigszins verveeld boven de haard hangt. 

Tot zover niets aan de hand.

De schrijver is vermoord om zijn eigen portret, u moet er zelf maar de moraal bij bedenken. 

Maar dan komt het laatste deel en daarin wordt de schrijver Houellebecq op gruwelijke wijze vermoord. Met een hakmes wordt zijn kop van zijn romp gescheiden. De politie staat voor een raadsel en heeft geen idee wie de moordenaar kan zijn en wat zijn motief is geweest. Om het raadsel op te lossen, bezoekt Jed Martin samen met de politie nog een keer het huis van Houellebecq. Alles lijkt zoals het was, maar ineens ziet de schilder een lege plek boven de haard. Het portret is verdwenen, ongetwijfeld gestolen vanwege het dikke miljoen dat het inmiddels waard is. 

De conclusie is snel getrokken: roofmoord. De schrijver is vermoord om zijn eigen portret, u moet er zelf maar de moraal bij bedenken. 

Jed Martin is dus een romanfiguur. Wat daar in die galerie moest hangen, moest dus ook het werk zijn van een romanfiguur. Hoe zou dat eruit zien? Ik sprong meteen op de fiets en reed erheen. De galeriehouder deed open. Aan de muur hingen niet alleen de Michelin-kaarten, zoals die in De kaart en het gebied worden beschreven, maar ook een manshoog portret van Houellebecq. Een prachtig schilderij! De schrijver zit aan zijn werktafel. Papiertjes met zijn aantekeningen hingen achter hem op de muur.

Dit moest het portret zijn waarom de schrijver was vermoord. Dat kon niet anders! Zo was het in de roman beschreven en zo was het ook geschilderd.

Afbeelding met persoon, man, binnen, venster

Automatisch gegenereerde beschrijving
Max Pam voor het portret van Michel Houellebecq door Jed Martin

Op dat moment voelde ik geen twijfel. Dit portret moest ik hebben. Ter plekke heb ik het toen gekocht. Een rib uit mijn lijf. Dat het überhaupt te koop was, heeft mij nog het meest verbaasd. Zoiets is toch meer dan een Geheimtipp für Kenner? Een paar dagen later werd het thuisbezorgd. Mijn oude huis had een schoorsteenmantel en uiteraard hing ik het daarboven. In mijn nieuwe huis hangt het in de gang. 

Elke dag keek ik naar mijn nieuwste aanwinst. Met steeds meer genoegen. Maar toch zat iets me dwars. Het was niet gesigneerd. Geheel in de geest van Houellebecq werd bij het schilderij geen verdere informatie verstrekt. Was het wel van de schilder Jed Martin, die niet eens bestond? Wie zat hier achter? Toch voelde het, telkens als ik ernaar keek, steeds meer als een echte, onvervalste Jed Martin. 

Een maand later kreeg ik via de galerie een mail. Er werd mij gevraagd naar Brussel te komen, waar in het Kaaimantheater een voorstelling zou zijn over De kaart en het gebied. Ik moest het schilderij meenemen. In mijn Brussels hotel zou het worden gesigneerd. Op de gevraagde dag en het afgesproken tijdstip, verscheen een vrouw in het café van hotel Metropole. Zij stelde zich voor als Ilse Joliet. Zij zei het werk namens de kunstenaar te signeren en schreef op de achterkant: Jed Martin. En de datum. 

Ja, ze had er met Houellebecq over gesproken en die wist ervan. Ze had hem in Parijs opgezocht, in zijn flat die blauw stond van de sigarettenrook. Ze liet in het midden of hij voor het schilderij had geposeerd. Fictie of niet, zelfs een schrijver neemt niet het risico om zich twee maal achter elkaar te laten vermoorden. Ze gaf mij ook het adres en telefoonnummer van Houellebecq, voor het geval ik hem zelf zou willen opzoeken. Daarna vertrok ze, maar ’s avonds zag ik haar terug in theater. Ze projecteerde de in het Nederlands vertaalde teksten van Houellebecq op een scherm, terwijl een acteur diezelfde teksten in het Frans uitsprak.

De volgende dag reed ik terug naar huis. Thuis hing het schilderij weer op. Ik keek ernaar en schrok, zoals ik altijd even schrik als ik die kop van Houellebecq zie. Het is een ervaring die bijna al mijn gasten overkomt wanneer zij voor de eerste maal naar het schilderij kijken. Dat gezicht zegt maar één ding: ik besta echt. 

Afbeelding met tekst, krant, foto, man

Automatisch gegenereerde beschrijving
Detail van het portret van Michel Houellebecq

Houellebecq is altijd een schimmige figuur geweest. Iemand die ineens verdwijnt en plotseling weer opduikt. Hij heeft een zorgvuldig gecultiveerd imago van geheimzinnigheid rond zich opgetrokken. Daardoor heeft hij ook iets van een profeet gekregen. In zijn roman Soumission beschrijft hij een wereld die is overgenomen door de islam. Die wereld bestaat niet, maar wordt toch door velen herkend als de wereld waar wij naartoe gaan. In zijn laatste roman Serotonine heeft de opstand van de gele hesjes aangekondigd – tenminste, dat kun je er heel goed in lezen. 

In elk geval heeft hij zijn ogen niet in zijn zak zitten. 

Het coronavirus heeft bij velen een revolutionair elan aangewakkerd. Na de crisis zal alles anders worden. De multinationals worden aangepakt, de aarde zal voor eeuwig groen zijn en er gaat een nieuwe wind waaien van herverdeling en macht. Mijn goede vriend Jeroen Smit heeft inmiddels een woeste baard laten staan en heeft zich helemaal bekeerd tot dit activisme. Kijk naar de talloze Nederlandse talkshows, waar iedereen het elke avond met elkaar eens is en waar het mantra luidt dat wij het allemaal ‘samen’ moeten oplossen.

Houd vol! 

Samen!

Met als gevolg dat je nog maar weinig debat tegenkomt. Polemieken zijn er al helemaal niet meer. We moeten samen het verschil maken, maar van mening verschillen staat dat in de weg. Straks is de democratie gered en weet niemand meer dat democratie in de kern betekent dat je het met elkaar oneens bent. Dat de voetbalcompetitie niet versneld wordt voortgezet, zoals in Duitsland, is allemaal de schuld van de KNVB, die er maar niet in is geslaagd om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen.

Schande!

Maar dat het om gezondheidsredenen misschien wel eens heel verstandig zou kunnen zijn om nog even te wachten met voetballen, daar hoor je niet veel over. En dat voetballen in een leeg stadion een volstrekt bespottelijke vertoning is, dat hoor je evenmin. De nieuwe revolutionaire toekomst kan best even wachten. Het grote geld, dat ongeduldig begint te worden, moet eerst worden bediend. Zou het dat zijn?

De multinationals worden aangepakt, de aarde zal voor eeuwig groen zijn en er gaat een nieuwe wind waaien van herverdeling en macht.

Wat nu zegt Houellebecq over de huidige situatie?

Op de site InterFrance heeft de schrijver een brief gepubliceerd over de consequenties van het coronavirus voor de samenleving. Het komt erop neer dat de schrijver niet gelooft dat er na het virus veel zal veranderen. Hij vindt covid-19 maar een slappe bedoening. Het kan zich niet eens via seks verspreiden. Het is ‘een banaal virus’, dat geen ballen heeft. Zodra het verdwenen is, zal alles zo’n beetje blijven zoals het was. Zijn medelijden gaat vooral uit naar de ouderen: “Nog nooit is zo evident geworden dat levens niet dezelfde waarde hebben. Dat het vanaf een bepaalde leeftijd – 70, 75, 80 jaar? – is alsof men wel al dood is”. 

Toch zal er wel iets veranderen, aldus Houellebecq. Door het afstand houden en het thuiswerken, zal het direct (lichamelijke) contact tussen mensen nog meer verschralen. “In feite is het allemaal een excuus om menselijk relaties te laten verdwijnen”. 

Laten wij dit in onze oren knopen, om de eenvoudige reden dat Houellebecq het zegt.

Om iets aan die verschraalde menselijke relaties te doen, heb ik een paar dagen geleden na lang wikken en weken besloten om Houellebecq te bellen op het telefoonnummer dat ik in Brussel had gekregen. Met zo iemand als Houellebecq bel je niet zo maar en ik ging er echt voor zitten. 

Ik liet hem lang overgaan. Maar hij nam niet op. De tweede keer evenmin. Michel zal er toch naar uitzien om te spreken met iemand zoals ik? Morgen ga ik hem mailen. En dan nog eens en nog eens. Ik blijf hopen op een antwoord.

Word lid van HP/De Tijd