Spring naar de content
bron: chess24

Een Tsjechische schaakschurk en de schoonheid van vals spel op niveau

Vals spel is, mits gezegend met een zekere literaire zeggingskracht, best een kunst. Frank Heinen is gefascineerd door intriges in de schaakwereld.

Gepubliceerd op: door Frank Heinen

Tussen 1770 en 1825 reisde Wolfgang von Kempelen door Europa met de allereerste schaakcomputer, die hij in opdracht van de Oostenrijkse keizerin had gefabriceerd.

Die schaakmachine, die het opnam tegen Benjamin Franklin en Napoleon (en wón), werd ‘de mechanische turk’ genoemd, naar het Turks aandoende uiterlijk van de pop die de stukken zo onweerstaanbaar intelligent over het bord schoof.

Niemand mocht al te dicht bij Von Kempelens wonderapparaat in de buurt komen, maar ook toen al moeten er lokale Thijs Zonneveldjes zijn geweest wier speurneuzen begonnen te kriebelen bij het zien van een tovermachine die net groot genoeg was om een niet al te uit de kluiten gewassen volwassene in te verbergen. De eerste twijfels over de magische krachten van de mechanische turk moeten zijn gezaaid toen er berichten opdoken dat toeschouwers in Amerika getuige waren geweest van hoe, na een optreden, een lokale schaker uit het binnenste van de turk klauterde.

De echte valsspeler, de moderne Von Kempelen gaat niet vreemd, die houdt er een schaduwgezin op na, twee straten verderop.

Weinig ontroert me zo als origineel vals spel. En dan bedoel ik niet het onder toezicht van een havermoutachtige huisarts stiekem inspuiten van een uitvoerig getest stierenbloed waar je heel misschien een beetje harder van gaat rennen, of een Theo Laseromsje doen (je tegenstander ernstig verwonden met behulp van een speciaal geprepareerde wijsvingernagel wanneer de VAR even niet kijkt). Dat heeft iets eendimensionaals. De echte valsspeler, de moderne Von Kempelen gaat niet vreemd, die houdt er een schaduwgezin op na, twee straten verderop. Pas dan krijgt vals spel iets literairs, en wordt het valsspelen kunst. Neem dat Russische dopingprogramma op de eigen Olympische Winterspelen, dat werd uitgelegd door die irritante Amerikaanse amateurwielrenner die eigenlijk een documentaire wilde maken over zijn eigen huis-, tuin- en keukenbedrog (Icarus, ligt nog altijd te beschimmelen in de kolossale Netflix-voorraadkast, op de documentaireplank) en plots verzeild raakte in een internationaal complot met een Zonnebloemachtige professor met een snor van voor de Val van de Muur, het soort complot waarin Poetin nog net niet (of net wel, dat ben ik vergeten) persoonlijk de spuit in de kont van zijn favoriete langlaufers zette. Schrijf er twee krompratende detectives in et voilàKuifje en de Scheve Schaats. Hallo! Zijn we wakker, erven Hergé?

Schitterende documentaire. Innemen die medailles, maar geef de bedenker van dat dopingprogramma – inclusief een virtuoze wisseltruc met urinebuisjes door de lokale Victor Midski – direct een hoge culturele onderscheiding.

Goed, vals spel dus. Dit weekend werd de Oekraïense/Letse/Bangladeshe/Tsjechische schaker Igors Rausis voor zes jaar geschorst door de Internationale Melkunie (nee hoor, de Schaakunie) wegens een incident dat twee jaar geleden al plaatsvond, maar dat destijds kopje onder moet zijn gegaan in de oceaan van incidenten die de dagelijkse actualiteit is. Rausis zou zich, tijdens een wedstrijd, op de wc hebben teruggetrokken om daar op een schaakapp te bestuderen wat zijn volgende zetten moesten worden. In de Washington Post beweerde een specialist dat schaakapps inmiddels zo goed zijn dat iedereen die er gebruik van maakt, wedstrijden kan winnen. ‘Mijn hond zou toernooien kunnen winnen’ zei die specialist. ‘Zelfs mijn schoonmoeder zou een kans maken.’

De wereld wil bedrogen worden, maar niet door een genaturaliseerde Tsjech op een toiletpot.

Jaja, precies. Of andersom, zeg ik even namens de vrouw van de schaakappspecialist.

Er gingen al langer geruchten over Rausis, de oudste actieve schaakprof, die na zijn vijftigste plots als een gek begon te winnen. Het was bijna te mooi om waar te zijn en in de sport geldt één regel: als iets te mooi lijkt om waar te zijn, kun je alleen maar hopen dat het bedrog dat er onvermijdelijk mee gepaard gaat een beetje literaire zeggingskracht bezit. In het geval van Rausis bestond dat bedrog uit een foto genomen vanuit een belendend wc-hokje. Op die foto, een smoezelig snapshot, zie je de ware erfgenaam van Von Kempelen op de klep van de pot zitten. Zijn broek hangt niet op zijn enkels, integendeel: Rausis heeft de pijpen opgestroopt, waarom is onduidelijk. 

In zijn hand heeft hij een smartphone.
Het is ook nog het invalidentoilet óók.

Igors Rausis zal nooit meer een wedstrijd schaken. De wereld wil bedrogen worden, graag zelfs, licht ons op!, maar niet door een genaturaliseerde Tsjech op een toiletpot. Er zijn grenzen. Toen ze Rausis vroegen of het de eerste keer was dat hij zijn toevlucht had genomen tot de app – wat toch het motortje is voor de wielrenner, of de stiekeme bal gehakt voor de Vegetarische Slager – antwoordde hij dat hij daar niets over kon zeggen, omdat de mensen het toch verkeerd zouden uitleggen.

(‘Heeft u deze man neergestoken?’ ‘Wat ik ook zeg: u gaat dat bebloede mes in mijn hand toch verkeerd uitleggen, dus zeg ik liever niks.’)

Op de vraag hoe het kwam dat hij op voor een topschaker hoogbejaarde leeftijd nog zo goed geworden was, antwoordde hij: ‘Er waren meerdere factoren.’ Meerdere factoren… Ik verheug me op korrelige foto’s in de coulissen van een schaakjamboree waarop duidelijk te zien is hoe er uit Igors Rausis een of meerdere illegale schaakgrootmeestertjes gekropen komen.