Spring naar de content
bron: anp

De grootse winst van Asgreen (en het grootse verlies van Wout en Mathieu)

Kasper Asgreen versloeg op grootse wijze Wout van Aert en Mathieu van der Poel in de Ronde van Vlaanderen. Wout en Mathieu lieten zien hoe je, ook als je heel vaak wint, uitstekend groots kunt verliezen, schrijft Frank Heinen.

Gepubliceerd op: door Frank Heinen

Na de finish van de Ronde van Vlaanderen 2021 legde Mathieu van der Poel zijn hoofd uitgeteld op de bewinterjaste schouder van – ik vermoed – zijn vriendin. De billen raakten nog het zadel. Zijn onderste helft bevond zich nog in koers, maar het hoofd verwijlde al thuis, op de bank, dekentje erbij, slechte serie op. 

Zou Mathieu van der Poel een haardvuurman zijn?

Hoe gaat dat, in zo’n hoofd? Is het daarbinnen een grote woestenij, een kale vlakte waar de eerstkomende uren niets meer groeit? Of draait alles daarbinnen op volle kracht? Kunnen je geïnternaliseerde Bram & Eddy nog iets uitbrengen? En zo ja: wat? Troosten ze je? Spreken ze krachtig toe?

Zeggen ze: je kunt niet alles winnen?

Zeggen ze: tweede worden is ook niet mis. Wie tweede wordt, is de op een na beste?

Zeggen ze: bullshit. Twee is geen plek, maar een staat van vernedering. De tweede is de eerste verliezer?

Zeggen ze: je bent hoe dan ook de man van het voorjaar?

Zeggen ze: je zat erbij?

Zeggen ze: Asgreen was net even beter?

Zeggen ze: je was er dicht bij?

Zeggen ze: je hebt niets fout gedaan?

Zeggen ze: je bent wel mooi Van Aert voorgebleven. Altijd leuk?

Zeggen ze: zo blijft er nog wat te wensen over?

Zeggen ze: misschien was het wat te ver, te lang, te veel achter elkaar?

Zeggen ze: wie weet zijn er tijdens die ijskoude solo in Tirreno krachten uit je gevloeid die daar voorgoed zijn verdampt?

Zeggen ze: misschien volgende keer toch vanuit tweede positie de sprint aangaan?

Zeggen ze: dit overkomt je nooit meer?

Zeggen ze: nou lekker mountainbiken?

Zeggen ze: je hebt er alles aan gedaan, je hebt jezelf niks te verwijten?

Zeggen ze: had je niet nog een enkel aanvalletje kunnen plaatsen?

Ze zeggen ze zeggen ze zeggen.

Ze zeggen zoveel.

En het hoofd van Mathieu van der Poel – helm nog op, konen rood van inspanning en/of teleurstelling – lag daar maar, vijf eindeloze seconden. Zij heet Roxanne. Deze week werd bekend dat zij haar baan bij Porsche heeft opgezegd (‘Vriendin Mathieu van der Poel neemt drastische beslissing!’). Ze nam daar een deel van de marketing op haar schouders. Maar haar schouders zijn elders nodig. Jammer voor Porsche.

Het cliché wil: de wielrenner verliest vaker dan hij wint. Dit geldt zelfs voor Van Aert, zelfs voor Van der Poel

Even verderop stond Wout van Aert. Zijn vrouw Sarah laat zelden verstek gaan in de zone direct na de finish. Ook nu was zij van de partij. Van Aert hing tegen een dranghek. Een juten zak waar echt alle Sinterklaascadeautjes uit zijn. Hij kon onmogelijk harder. Dat komt vaker voor, maar meestal is er dan niemand die wel harder kon. Dit keer wel.

Het cliché wil: de wielrenner verliest vaker dan hij wint. Dit geldt zelfs voor Van Aert, zelfs voor Van der Poel. Wat het cliché vergeet, is dat niet iedereen die geen eerste wordt, ook echt verliest. Slechts voor een enkeling is alles minder dan de winst een verloren dag. Voor de meesten bestaat er tussen winst en verlies een reusachtig grensgebied waarin tevredenheid en trots de baas zijn.

Neem Kasper Asgreen. Een naam als een zelf in elkaar te zetten ensemble van kruk en bijzettafel. Kasper Asgreen is al jaren een geweldige wielrenner, maar hij is geen Wout, geen Mathieu. Hij is een Kasper. Een Kasper wint regelmatig, maar verliest zelden. Voor een Kasper staat het niet-winnen niet gelijk aan verliezen. Hij is een teamrenner, wanneer zijn ploeg wint, wint hij ook een beetje. En wanneer hij gedaan heeft wat hij kon en zijn meerdere moet erkennen in een sterkere tegenstander, in het lot of in de omstandigheden, dan legt hij zich daar bij neer. Dat moet af en toe, als wielrenner, je neerleggen bij verlies. Anders word je gek. Maar je wordt er allengs beter in, want zoals gezegd: je verliest vaak genoeg om te leren hoe je het elegant kunt doen.

In veel sporten, wat heet, in bijna alle uithoeken van het leven kom je mensen tegen die geloven in de maakbaarheid van alles. Je kunt worden wat je wilt, je kunt bereiken waar je van droomt, je kunt harder, beter, sneller – als je maar (vul hier een advies naar keuze in: voldoende groente eet / in jezelf gelooft / op tijd naar bed gaat / in Amsterdam woont / een bepaalde cursus volgt / in Bitcoin investeert / graag genoeg wil / iedere dag tot het gaatje gaat / bidt / lief bent voor dieren / met je tong je elleboog kunt aanraken). Willen is voor die mensen synoniem aan kunnen. Wie niet behaalt wat-ie wil, heeft het niet dwingend genoeg gewild.

Zuinige mondjes, doffe blikken. Uit hun oren rolden kleine bitterballetjes desillusie

Dit, ik zeg het voor de zekerheid maar even bij, is totale nonsens. Een trommel vol lariekoek. De meeste voetballers die na een verloren wedstrijd voor de camera komen, spreken over gemiste kansen, een gebrek aan concentratie, een verkeerde instelling of ontbrekende spelers. Hier geldt: wie ten onder gaat, heeft niet voldoende zijn best gedaan boven te blijven. Opvallend zelden hoor je iemand na een voetbalwedstrijd: we wilden het heel graag, maar de tegenstander was beter. Hoogstens na een 1-7.

Zondag verloren twee van die zeldzame wielrenners bij wie niet-winnen ook daadwerkelijk verlies de voor hen belangrijkste wedstrijd van het jaar. Excuses waren er voldoende, evenals verklaringen en verzachtende omstandigheden – wegvallende teamgenoten, slechte positionering, numerieke overmacht, eindeloze opeenvolging van wedstrijden en wat dies meer zij. Maar geen van beiden zochten ze de oorzaak bij zichzelf. Na zich te hebben laten troosten door hun geliefden, kwamen ze voor de camera. Zuinige mondjes, doffe blikken. Uit hun oren rolden kleine bitterballetjes desillusie.

En allebei wisten ze het. En allebei zeiden ze het.

Alles aan gedaan. Zat niet meer in. 

De beste had gewonnen.

Kasper Asgreen was de allerbeste renner van de dag en versloeg op grootse wijze twee van de allerbeste renners van de wereld, die lieten zien hoe je, ook als je heel vaak wint, uitstekend groots kunt verliezen.