Spring naar de content
bron: ANP/MARCO BERTORELLO

Bauke Mollema en de droom van Lombardije (live op Eurosport)

Ooit vertelde Bauke Mollema me, aan een tafeltje in een uitspanning aan een Groningse recreatieplas, dat hij ooit eregast was bij de Champions League-finale tussen Real Madrid en Bayer Leverkusen. In Glasgow. Zijn eerste keer vliegen.

Gepubliceerd op: door Frank Heinen

Voetbal International en een creditcardmaatschappij hadden een prijsvraag uitgeschreven.

Opdracht: schrijf een verslag van een voetbalwedstrijd die je zelf hebt gespeeld.

Met zijn verslag van een wedstrijd waarin hij de winnende maakt in de laatste minuut, werd Bauke Mollema (14) een van de twee winnaars.

Die wedstrijd heeft nooit plaatsgevonden. Bauke zei: ik schreef gewoon een mooi verhaal.

Zaterdagmiddag gebeurde er iets vreemds op Eurosport, hét wielerkanaal voor mensen met een zwakke blaas – genoeg reclameblokken om tijdens een gemiddelde Vuelta-etappe een heel mud aardappels af te gieten.

Vreemde reclames wel. Shampoo met extra cafeïne. Nederlands grootste casual vreemdgangersforum. Een bouwmarkt met als herkenningskreet KAMAYAYAAYIPPIEYIPPIEYEEEEEE.

Half reclameblok, half psychose.

In plaats van Il Lombardia, de laatste wedstrijd van het seizoen, de race van de foglie morte, de afscheidskoers van Laurens ten Dam, die als een perfect oranje gekleurd van de wielerboom af dwarrelend blaadje richting de wereld van de media zal worden geblazen, in plaats van de mooiste wedstrijd, langs het Comomeer over heuvels en door live neergelaten Instagramfilters – het is een vreselijk cliché om de schoonheid van de Ronde van Lombardije te bezingen, maar het is vreselijk stupide om het om die reden na te laten – in plaats van die wedstrijd hadden de kameraden van Eurosport besloten mijn fantasie live uit te zenden.

En uitstekend verfilmd, moet ik zeggen.

In volle inspanning wordt dat soort renners één met hun materiaal.

De zon gleed over het Comomeer, alle grote coureurs waren van de partij, Laurens ten Dam was nog in koers en Bauke Mollema demar-KAMAYAYAYAYIPPIEYIPPIEYEE-reerde.

Op de Civiglio, een smaragd van een klimmetje. En Valverde en Bernal en Roglic en al die anderen die zo vaak winnen, zagen het gebeuren. Ze zagen hem gaan, de jongen die zo vaak beklijvend aanklampt dat je wel eens dreigt te vergeten dat hij aanvalt wanneer hij kan. 

Sommige mensen lijken gemaakt om heel hard te gaan op een fiets. Dat soort te zien fietsen is een esthetisch 16+-genoegen, een soort voorproefje van waar het met de evolutie naar toe moet. In volle inspanning wordt dat soort renners één met hun materiaal, zozeer dat je nauwelijks nog kunt onderscheiden waar renner eindigt en fiets begint.

Bauke Mollema is niet zo’n renner. Als Bauke Mollema fietst, ziet hij eruit als iemand die op een hete dag met volle overgave tracht hondenpoep van zijn schoenzolen aan een stoeprand af te vegen. Bauke lijkt altijd in gevecht met zijn rijwiel – soms sleept hij het achter zich aan als een zware boodschappentas, dan weer laat hij zich voorttrekken als een onwillige kleuter in de supermarkt.

Bauke is als kind in een ketel relativering gevallen.

Maar vooruit gaat het. Altijd. Bauke Mollema ís er altijd. Hij probeert áltijd. Meestal wordt hij dan zesde, of achtste, of 21ste. Als ze hem dan vragen of hij teleurgesteld is, zegt hij vaak: ‘Mwah.’ (Bauke is als kind in een ketel relativering gevallen, maar als je hem daarnaar vraagt, zal hij zeggen dat dat best meevalt.)

Hoe kun je teleurgesteld zijn als je er alles aan hebt gedaan? Als je geen pech hebt gehad, behalve dan toen de wielerlijven werden uitgedeeld en jij toevallig even niet oplette?

Als er gewoon vijf beter waren?

Ik gun Bauke Mollema al mijn hele leven een historische overwinning. Niet omdat hij er zelf zo naar smacht, misschien juist omdat hij er helemaal niet zo erg naar lijkt te smachten. Alsof ik er in zijn plaats naar moet verlangen, op moet hopen, van moet dromen.

Het mooiste, dat wist ik al lang, zou Lombardije zijn. Een Renaissancewedstrijd voor een expressionist. Een Instagramkoers voor een man waarvan ik vermoed dat hij zijn foto’s nog inplakt in een album met van die pergamijnpapieren tussenpagina’s. De meest poëtische klassieker voor de meest prozaïsche renner. Bauke opvolger van Jo de Roo, de Zeeuw die de wedstrijd in de donkere Middeleeuwen van de sport twee keer won en die in de documentaire Il Lombardia zei toen ze hem vroegen wie hem zou kunnen opvolgen: ‘Je hebt die Bokkema Bollema Mollema hoe heet-ie.’

Als je maar hard genoeg fantaseert, vormt de werkelijkheid zich – heel soms – naar je stoutste dromen.

Ja, dacht ik sindsdien regelmatig. Bauke Mollema gaat ooit Lombardije winnen. Hij zal demarreren en zich schokschouderend naar de top hijsen. Tong uit de muil, gebit blikkerend in de najaarszon. Bokkema Bollema Mollema. Solo de bochten door. Paar keer scherend langs het muurtje. Stuur naar rechts en je ligt in het Comomeer. En door, de San Fermo della Battaglia op. En achter hem zullen de beste renners ter wereld zich formeren en Roglic, de man met de emotie van Indurain, de benen van Jalabert en de naam als een Russisch steekwapen (behalve als Bauke hem uitspreekt, dan klinkt die naam plots als een Gronings zoutje); die Roglic zal erachteraan gaan en naderen en hem dreigen in te halen en het toch niet redden en Bauke maar doorhengsten, harken, malen, Mollemalen. En de Eurosport-regie zal krankzinnig worden en Bauke zal alleen aankomen, zijn handen op zijn helm slaan en de speaker zal zijn naam roepen (BAUké MOLLEEma) en Bauke zal op zijn stuur neerzijgen en voor één keer zullen de emoties hem de baas worden en schokkend en hikkend zal hij zich erdoor laten overspoelen en iemand zal hem naar het podium sturen en twee van de beste renners van de laatste twintig jaar zullen hem vergezellen en op zijn wang zal een misskusmondje zitten en het Wilhelmus zal gespeeld worden en ergens zal zijn vriend Laurens nog rondrijden en Bokkema Bollema Mollema hoe heet-ie zal zich voorgoed in de wielergeschiedenis hebben gewurmd en niemand niemand helemaal niemand zal denken: ‘Mwah.’

Ik ben er nog niet achter wáárom Eurosport zaterdag niet gewoon de koers uitzond, maar in plaats daarvan mijn droom van vele jaren. Misschien is het net als het verslag van een voetbalwedstrijd die nooit heeft plaatsgevonden: als je maar hard genoeg fantaseert, vormt de werkelijkheid zich – heel soms – naar je stoutste dromen.