Spring naar de content
bron: anp

Alex Dowsett en in stilte verbroken werelduurrecords

Alex Dowsett lijdt aan hemofilie, een tamelijk zeldzame afwijking die problemen veroorzaakt bij bloedstolling. Dat weerhoudt hem er niet van een poging te wagen om het werelduurrecord op de fiets te verbreken.

Gepubliceerd op: door Frank Heinen

Afgelopen woensdag verbrak de Britse wielrenner Alex Dowsett net niet het werelduurrecord op de fiets. In Aguascalientes reikte Dowsett tot 54.555 meter in een uur, wat 534 te weinig was om het staande record te breken. Dat blijft tot nader order in handen van Victor Campenaerts.

Het werelduurrecord is een onovertroffen fenomeen in het wielrennen. Een oerrecord. Een uur lang fietsen, om het hardst. Wielrenners die ooit een poging hebben gewaagd het record te verbreken, zijn eensluidend: nooit hebben zij zo veel pijn gehad. De grote Eddy Merckx moest in 1972 van zijn zadel worden geschraapt, en de Australiër Jack Bobridge, die enkele jaren geleden een vergeefse poging deed het record te verbreken, zei over zijn uur alleen: “Dichter bij de dood kun je niet komen, zonder daadwerkelijk dood te gaan althans.”

Intussen zit Bobridge een meerjarige gevangenisstraf uit voor XTC-handel. Maar dit terzijde.

Alles wat me bevalt aan de sport – het ploegenspel, de strategie, de wisselende weersomstandigheden en landschappen, de eindeloosheid van het geheel – zijn in het werelduurrecord afwezig. Er met harde hand uit gesloopt. Het is de meest kale vorm van fietsen, het is sport ontdaan van alle franje. Zoals het uurrecord een beetje aan de rand van het wielrennen staat, zo trekt het voornamelijk renners aan die een beetje aan de rand het wielrennen staan. Wonderlijke types. De Schot Graeme Obree was in normale wedstrijden een allerminst opvallende coureur, bouwde in zijn schuurtje een eigen fiets van wasmachineonderdelen, waarop hij uitsluitend op een kolderieke manier (de Superman-positie) kon plaatsnemen, om vervolgens het werelduurrecord te verbreken. Later werd Obree op de erelijst van het enige echte wielerrecord dat er toe doet opgevolgd door types als Boardman, Voigt, Dennis en Wiggins. 

Alles wat me bevalt aan de sport – het ploegenspel, de strategie, de wisselende weersomstandigheden en landschappen, de eindeloosheid van het geheel – zijn in het werelduurrecord afwezig

Stuk voor stuk tamelijk excentrieke figuren. De huidige uurrecordhouder, Campenaerts, is ook een geval apart: jarenlang reed hij in het profpeloton voornamelijk ter voorbereiding op tijdritten (die hij vervolgens zelden won), behaalde daarna op eigen houtje het werelduurrecord en schoolde zich vervolgens om tot een uiterst aantrekkelijke, opportunistische aanvaller. Wie hem belt en niet thuis treft, hoort nog altijd: “Dit is de voicemail van de werelduurrecordhouder,” maar Campenaerts is inmiddels een heuse wielrenner. Niet alledaags is hij nog altijd: daarvoor hoef je zijn vlogs op YouTube maar te volgen. Afgelopen week vlogde hij na een lange pauze eindelijk weer eens. Aanleiding was de werelduurrecordpoging van Dowsett.

Tegen de achtergrond van een zacht gezoem – een centrifugerende wasmachine? – beschouwde Campenaerts de poging van zijn Britse collega voor. Ja, hij was zenuwachtig. En ja, Dowsett maakte een goeie kans. En ja, hij ging kijken. Tuurlijk ging hij kijken. Met bier en frieten. En ja, hij gunde het Dowsett.

Ik denk dat iederéén het Dowsett gunde. Dowsett had al eens eerder het werelduurrecord op zijn naam gezet, maar dat hield maar een paar maanden stand. Bovendien reed Dowsett niet alleen voor zichzelf, voor de wetenschap, voor de eer en glorie van het Britse wielrennen of voor de geschiedenis. Dowsett fietste vorige week voor hemofilie. Zelf lijdt hij aan die tamelijk zeldzame afwijking, die problemen veroorzaakt bij bloedstolling. Zijn dochtertje ook. Als kind kreeg Dowsett voornamelijk te horen wat hij niet kon, wat er voor iemand als hij, een patiënt, allemaal nooit mogelijk zou zijn. Hij zou, zo was de verwachting, voor altijd door zijn ziekte worden gedefinieerd.

Daar, achter die straathond, reed iemand die niet in de eerste plaats door zijn ziekte, maar door zijn talent werd gedefinieerd.

Inmiddels is Dowsett al jaren professioneel wielrenner op het hoogst mogelijke niveau, mede mogelijk gemaakt door de almaar verbeterde behandelmogelijkheden en medicatie. Vorig jaar nog won hij op schitterende wijze een etappe in de Giro d’Italia. Solo reed hij naar de streep in Vieste, slechts voorafgegaan door een straathond met drie pootjes.

Daar, achter die straathond, reed iemand die niet in de eerste plaats door zijn ziekte, maar door zijn talent werd gedefinieerd. Dowsetts prestaties zijn helemaal alleen van hem, maar erachter gloort de triomf van de medische wetenschap, waar elke week, in betrekkelijke stilte, het ene werelduurrecord na het andere wordt verbroken.