Spring naar de content

Amy Pieters en de stap voor stap, dag na dag

Enkele weken geleden verscheen een nieuwsbericht op de site van Amy Pieters. ‘Amy has taken her first steps.’ Het bericht werd overal overgenomen, tot ver over de landsgrenzen, schrijft Frank Heinen.

Gepubliceerd op: door Frank Heinen

Enkele weken geleden verscheen een nieuwsbericht op de site van Amy Pieters.

‘Amy has taken her first steps.’

Het bericht werd overal overgenomen, tot ver over de landsgrenzen. In de hele wereld vragen mensen zich sinds 23 december 2021, de dag waarop Pieters in Calpe viel en in coma raakte, zich af hoe het met haar gaat.

Pieters loopt. Op de bij het bericht geplaatste foto zag je haar, voormalig Europees en Nederlands kampioen op de weg en olympisch kampioen op de baan, op de rug. Een roze regenjas, zwarte broek, zalmroze sneakers. Ze duwde een rollator voor zich uit over een met herfstbladeren bezaaid bospad.

Een paar meter voor haar uit liep een hondje.

Bij dat beeld, Amy Pieters achter een rollator, dacht ik aan Stig Broeckx, de renner die enkele jaren terug in de Ronde van België tegen de grond kwakte, in coma lag, tegen alle verwachtingen in bijkwam en begon aan een onwaarschijnlijk herstel. Twee weken geleden werd hij vader van een dochter, misschien dat Broeckx daarom zo fluks uit mijn onderbewuste mijn gedachten binnenviel. 

In een documentaire over zijn herstel neemt Stig op een zeker moment deel aan een prestatieloop. Hij kiest de kortste afstand. Vier kilometer. Een peulenschil voor de jongen die hij kortgeleden nog was, een dubbele marathon voor dat waar hij sinds de val voorgoed mee zit opgescheept. Stig Broeckx kan nauwelijks lopen, maar hij loopt. Zijn lijf wankelt, zijn in wandelschoenen gestoken voeten schuifelen tergend traag over het asfalt en elke meter moet aan zijn lichaam ontworsteld worden.

Om zichzelf in balans te houden, duwt hij een tijdje een buggy voort. 

In feite is een buggy een rollator met een kind erin.

Volstrekt uitgeteld bereikt Stig Broeckx de finish. Ik heb de beelden van die laatste meters nog eens teruggekeken. Een schuifelende jongen over een stoep in een Vlaamse buitenwijk, zijn moeder rechts van hem, zijn therapeut links, zijn vader schuin erachter. Een van de talentvolste Vlaamse renners van zijn generatie sleept zich over het asfalt, decimeter voor decimeter, de blik voortdurend naar voren gericht, om maar niet te hoeven zien hoe weinig hij eigenlijk opschiet. Dát hij opschiet, daar ging het om.

Het gekke bij ellende van de omvang die Amy Pieters en haar familie is overkomen, ellende van nauwelijks voorstelbare proporties, is dat je onmiddellijk precies dát gaat doen. Het je voorstellen, bedoel ik

Als het voorbij is, huilt iedereen, behalve Broeckx.

Enkele maanden geleden, vlak voor het nationaal kampioenschap wielrennen, bezochten Stefan van der Weijde en Steven Dalebout Amy Pieters namens de NOS in het huis van haar ouders, bijna op de dag af een jaar na haar eigen nationale titel. Een jaar geleden, een leven geleden. In de reportage die er van dat bezoek gemaakt werd, zag je haar ingespannen kijken naar zichzelf, naar haar demarrage, naar een solo van veertien kilometer, naar de podiumceremonie.  Vanwege corona moest ze zelf haar kampioenstrui aantrekken. Ze sjorde aan de rits, die moeizaam meegaf.

‘Lekker ritsie,’ zei haar vader Peter.

Amy Pieters lachte. Het was kort en geluidloos, maar het was een lach.

Een jaar geleden, een leven geleden.

Het gekke bij ellende van de omvang die Amy Pieters en haar familie is overkomen, ellende van nauwelijks voorstelbare proporties, is dat je onmiddellijk precies dát gaat doen. Het je voorstellen, bedoel ik. Ik kan me er ook niks bij voorstellen hoe het is om Europees kampioen te worden in een eindeloze, subliem uitgerekte sprint in Alkmaar, maar dat probeer ik ook niet.

Je kijkt naar die beelden, je ziet dat je het bent, maar het moet voelen alsof je in een trein zit terwijl er een andere trein passeert, een intercity, en dat je ziet hoe jijzelf achter het raam van die veel snellere trein zit. Een jonge, gezonde, onbezorgde versie van jezelf, Joost-mag-weten-waarnaartoe op weg.

In het bericht op haar site viel te lezen dat Amy Pieters momenteel therapie volgt in een revalidatiekliniek in Woerden. Ze gaat vooruit, kleine stapjes, al rept het bericht ook tegenslagen. Spreken lukt bijvoorbeeld niet goed: Pieters maakt zachte geluiden, wolkjes geluid waaruit af en toe, als bij toverslag, een helder geformuleerd woord opstijgt.

Elke dag opnieuw minuscule pasjes zetten, zonder te weten waar ze heen zullen leiden, want overal om je heen is mist

Dat woord vervolgens herhalen, dat lukte nog niet. De controle over haar spraak kwam en ging nog in golven die zij zelf niet kon controleren. ‘De laatste tijd,’ stond er in dat bericht van half oktober, ‘ging het even wat moeizamer om Amy met fysieke inspanningen te motiveren. Praten lukt nog niet, wat het lastig maakt om haarzelf duidelijk te maken waarom niet.’

De gedachten zijn er, de gevoelens en de woorden ook, maar de weg naar buiten is afgesloten. Een van de doelen van Broeckx destijds was om weer goed te leren spreken, spreken zonder dat mensen hem voortdurend moesten onderbreken om te vragen wat hij nu eigenlijk zei. Na een lezing waarvoor hij een staande ovatie kreeg, kromp hij ineen onder de felicitaties.

‘Ik sprak niet goed,’ riep hij wanhopig. ‘Ze verstonden me niet.’

Elke dag opnieuw minuscule pasjes zetten, zonder te weten waar ze heen zullen leiden, want overal om je heen is mist. Er niet over kunnen praten en voortdurend vooruitkijken. Er is slechts stilte, en die paar meter voor je, en de hoop dat je morgen weer een paar meter verder komt. Woord voor woord, stap voor stap, dag na dag.

NB: Om het herstel van Amy Pieters financieel te ondersteunen, is een fonds opgericht. Iedereen kan een donatie doen.