Spring naar de content
bron: anp

Het aangekondigde begin van het na-Rug-tijdperk van Mathieu van der Poel

Frank Heinen over De Rug van Mathieu van der Poel. ‘Hadden we hier eindelijk een halfgodachtige coureur waar de hele wereld met een mengeling van opwinding en afgunst naar keek, had-ie een zwakke rug.’

Gepubliceerd op: door Frank Heinen

Primoz Roglic kan Parijs-Nice winnen, Tadej Pogacar kan Tirreno-Adriatico naar zijn hand zetten op een wijze waarop je halverwege de rit al wat anders kunt gaan doen met je zaterdag, Thymen Arensman kan zachtjesaan doorbreken, Remco Evenepoel in mekaar storten, Wout van Aert huishouden, dat alles kan gebeuren en het gebéúrt ook allemaal, maar de vraag hoe het is met De Rug sijpelt overal doorheen

De Rug van Mathieu van der Poel is een van de bekendste ruggen van de wielersport, een sport die door ruggen wordt gedomineerd. Je kijkt naar ze vanuit de lucht, je kunt er een handvol van winnen bij een tussensprint en ze schijnen de bron van alle kracht te zijn. Vraag maar aan oud-renners: de kracht komt uit de rug. Meer specifiek: de onderrug, dat mythische lichaamsdeel where all the magic happens. Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar die gespierde benen hangen er bij wielrenners eigenlijk maar voor de sier aan. Gelukkig zijn ze nodig om de pedalen rond te zwengelen. Hebben ze ook wat te doen.

Het is al tamelijk lang mis met De Rug. Al sinds dat ontbrekende plankje op de Spelen, en vermoedelijk nog veel langer

Lang wist ik niet precies wat er allemaal loos kon zijn met de rug. Een hernia, ja. Dat leek me geen Mathieu van der Poel-blessure. Maar er gebeuren gekkere dingen in de sport. Blessures passen lang niet altijd bij de sporter die erdoor getroffen wordt: ik herinner me dat Edgar Davids eens langdurig uitgeschakeld was door een ingegroeide teennagel. Meer een Peter Hoekstra-blessure vond ik dat. Davids leek me meer iemand die door een ongelukkige botsing onthoofd raakte, en vervolgens enkele weken uit de running was. Geen ingegroeide teennagel-man, Edgar. En zo zag ik in Van der Poel geen hernia-typ. Allemaal onzin natuurlijk, ieder lijf is kwetsbaar, ieder lichaam stelt zijn bewoner voor onverwachte verrassingen maar toch: een hernia? Mathieu?

De Rug van Mathieu beheerste mijn gedachten. Zeker toen er begin januari een langdurige Poel-pauze werd aangekondigd. Hadden we hier eindelijk een halfgodachtige coureur waar de hele wereld met een mengeling van opwinding en afgunst naar keek, had-ie een zwakke rug. Het was wat voorbarig, maar mijn gedachten dreven die weken al onwillekeurig richting de Enkel van Van Basten, nog zo’n gedoemd lichaamsdeel uit de vaderlandse sport.

Blessures passen lang niet altijd bij de sporter die erdoor getroffen wordt: ik herinner me dat Edgar Davids eens langdurig uitgeschakeld was door een ingegroeide teennagel

Opeens verschenen overal Rugartikelen. De Volkskrant interviewde een neurochirurg die het had over ‘een parade topsporters met rugklachten’ die bij hem passeerde. Onwillekeurig zag je het voor je: een optocht van verwrongen gezichten en kromgetrokken topsportlijven, behangen met lauwerkransen en medailles.

Rugpijn bleek een volksziekte, de mens was helemaal niet gemaakt om rechtop te lopen, laat staan om als een krankzinnige over uiteenlopende ondergronden te fietsen. In Knack legde de fastfood-angehauchte osteopaat Yves Jochems de klacht als volgt uit: “Je kan het vergelijken met een hamburger die perfect past tussen een broodje. Wanneer je die hamburger echter platdrukt, en weer tussen het broodje stopt, dan zal het vlees rondom uitpuilen. Het verschil met een hernia, want dat is (…) een pizza waarvan één punt uitsteekt en waar de andere stukjes op hun plaats blijven liggen.”

Geen hernia dus, maar een bulging disc. Bleek nog problematischer dan een hernia, al kon ie ook ‘spontaan genezen’.

Spontaniteit: mooie eigenschap.

Rond De Rug werd het stil. Onheilspellend stil, vond ik. Af en toe las je dat de eigenaar van De Rug weer fietste. Hij trainde niet, hij fietste. Klonk weinig halfgodachtig. Onderwijl was er sprake van een ‘ruggenspecialist’ in Herentals. Dat stemde hoopvol, alhoewel… Herentals is de stad van Wout van Aert. Hebben ze in andere plaatsen geen ruggenspecialisten, vraag je je dan af. Zie je Nadal al in de wachtkamer bij de huiskraker van de familie Djokovic? ‘En als ik je arm op je rug doe, ja, en dan heel hard draai, ja ZO, doet dat dan pijn?’

De bulging disc-gerelateerde onzekerheid hield lang aan, ook na een poging tot geruststelling in het Algemeen Dagblad, waarin ik een maand geleden de volgende kop aantrof: “Mathieu van der Poel zit weer op de fiets na rug.” Prima. 

De organisatie van die wedstrijd heette hem dit weekend vast welkom op Instagram. Voorbarig, want met bulging discs is het kwaad kerseneten

“Drugsdealer zit weer op de scooter na celstraf.”

“Frans Bauer staat weer op het podium na poliep.”

Na rug. Mooie voltooid verleden tijd. Mogelijk had een overenthousiaste arts zich met het probleem bemoeid. Pijn aan de rug? Goed, weg ermee dan. Je kon alleen maar hopen dat de Herentalse ruggenspecialist, in zijn pogingen behulpzaam te zijn, het hoofd had laten zitten. Bij nadere beschouwing bleek de rug er nog te zitten; de behulpzaamheid van de chirurgen had zich op Mathieus knie gebotvierd, die was in een moeite door even geopereerd. De halfgod als het barrel dat je met een lekke band bij de fietsenmaker aflevert en dat een dag later voorzien blijkt van twee nieuwe spatborden, een verse jasbeschermer en een prijzig gelzadel.

Inmiddels blijkt de terugkeer nabij. De bulging disc zingt een toontje lager, de trainingsarbeid in Spanje wordt door kenners al voorzichtig ‘indrukwekkend’ genoemd en Mathieu rijdt binnenkort in Italië een koersje, om zich voor te bereiden op de Ronde van Vlaanderen. De organisatie van die wedstrijd heette hem dit weekend vast welkom op Instagram. Voorbarig, want met bulging discs is het kwaad kerseneten. En toch… Zodra Van der Poel zich inschrijft voor een race, kan het hopen beginnen. En daarna het verheugen, en daarna het verwachten, tot het moment dat de Rug achter de rug is, en de rug slechts het deel is van een lichaam dat op de Oude Kwaremont de rest in verbijstering achterlaat.