Spring naar de content
bron: arthur van amerongen

Tip van Tuur: hoe regel je een feestje tijdens de lockdown

Arthur van Amerongen vierde de zeventigste verjaardag van zijn overleden gabber Conny Mus: “Ik kon het feestje onder het valse voorwendsel van een bruiloft natuurlijk in een moskee of in een Turks partycentrum in Zaandam organiseren, maar dan mocht er geen alcohol worden geschonken en dat is niet bepaald in de geest van Conny.”

Ik krijg de laatste tijd veel complimenten van lezers, penpals, volgers, twieps en Facebook-vrienden. Niet vanwege mijn jeugdige uiterlijk of mijn vlammende geschriften, maar eigenlijk alleen maar omdat ik ‘durf’ te reizen in tijden van pestilentiën.

Zo was ik recentelijk in Noord-Portugal, alwaar ik met Komrij-biograaf Arie Pos de legendarische schrijver José Rentes de Carvalho bezocht.

Op zich was die expeditie een peulenschil: een uurtje of zeven treinen van Faro naar Porto en daarna een halve dag in de auto naar Trás-os-Montes, in het noordoosten van Portugal. Restaurants, rivierterrassen en andere horeca-uitspanningen waren gewoon geopend en Arie en ik genoten van het goede leven. Het mondkapje droegen wij wanneer dat moest, bijvoorbeeld op het postkantoor waar we ansichtkaarten naar de thuisblijvers verstuurden.

Een trouwe lezer reageerde met een mengeling van afgunst en oprechte bezorgdheid:

 “ik en mijn vrouw zouden dolgraag ook zo’n schitterend tripje willen maken, doctorandus Van Amerongen, zeker na lezing van uw levendige beschrijvingen van die indrukwekkende Douro-vallei. Bovendien is het nog steeds tegen de dertig graden in uw land. Maar we durven het niet aan, want we zijn oud en obese en hebben sowieso vliegangst. Hoe kijkt u hier tegen aan? Hoedje af verder hoor, en ga zo door met schrijven, jongeman!”

Ik antwoordde enigszins laconiek: “Ach, ik ben ook alweer zestig en een kilootje of zeven te zwaar maar thuisblijven is wat mij betreft geen optie. De angst voor corona is erger dan de kwaal, meneer. Angst isst die Seele auf! Daar staat tegenover dat ik met een zekere regelmaat kettingrook en nicotine schijnt een probaat middel te zijn tegen corona. Verder ben ik grosso modo niet zo bang uitgevallen. Tijdens mijn vele reizen door donker Afrika slikte ik nooit die giftige troep tegen malaria maar dronk ik vooral veel bier. Dat hielp. Wat mij ook helpt in deze pandemische tijden, is het feit dat ik totaal geen last heb van smetvrees. Tijdens mijn deerniswekkende studententijd was ik zo arm als een kerkrat en genoodzaakt om bij de bakker in de Spuistraat oude stokbroden uit de vuilnisbak te vissen. Die legde ik dan een nacht te weken in de pisbak op de Prinsengracht zodat ze lekker soppig werden. Wellicht is dat wel de reden dat ik op mijn zestigste nog zo vitaal en jeugdig ben.”

De angst voor corona is erger dan de kwaal, meneer. Angst isst die Seele auf!

Ik weet niet of zo’n antwoord de briefschrijver veel troost biedt, maar het is goedbedoelde raad en een stukje levenswijsheid.

Pero bueno. De afgelopen week moest ik om drieërlei redenen naar Nederland reizen:

Ik had een liber amicorum voor mijn bloedgabber Conny Mus samengesteld en dat vriendenboek werd ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag gepresenteerd rond zijn graf op begraafplaats Westgaarde in Amsterdam. 

De organisatie van Conny’s verjaardagsfeest was geen sinecure. Aanvankelijk wilde ik het feestje in de Bullekerk in Zaandam houden. Het afgelopen jaar organiseerden Rob Muntz, uitgever Otto Wollring en ik daar het Boeckenbal, uitgerekend op de avond voordat de eerste lockdown van kracht werd.

Ons Boeckenbal was een groot en vooral doorslaand  succes, met zeshonderd bezoekers en diverse gasten van naam en faam. Niemand liep corona op in de Bullekerk, en dat terwijl ik een paar dagen eerder een echte superspread event had bezocht: het officiële Boekenbal in de Stadsschouwburg van 020.

Ik heb toen werkelijk iedereen gezoend en geknuffeld en de volgende dag wemelde het op Twitter dan ook van de mededelingen van millennials, sneeuwvlokjes en andere huppelkutjes van Das Mag dat ze al dan niet via mij corona hadden opgelopen maar dat ‘het reuze mee viel’. 

Goed, Conny’s verjaardagspartijtje in de Bullekerk viel af omdat meneer Rutte en zijn kornuiten plotseling de horeca dichtsmeten.

When the Going Gets Tough, the Tough Get Going en mijn mijn eerste reactie was: wat zou Conny nu hebben gedaan? Die was voor de duvel en zijn oude moer niet bang en verjoeg eigenhandig en met blote vuisten hele roedels talibannetjes en andere mohammedaanse struikrovers. Mus ging echt niet bij de pakken neerzitten wanneer de kroegen van overheidswege gesloten waren.

Natascha, de dochter van Conny, appte mij: ‘Pappa had gewoon een bruiloft georganiseerd’.

Ik kon het feestje onder het valse voorwendsel van een bruiloft natuurlijk in een moskee of in een Turks partycentrum in Zaandam organiseren, maar dan mocht er geen alcohol worden geschonken en dat is niet bepaald in de geest van Conny.

Toen kwam ik met Westgaarde op de proppen. Je mag daar met dertig personen een herdenking bij een graf houden, het is lekker in de buitenlucht en je kan ook nog eens gratis parkeren! Klaar is Kees.

Het vriendenboek voor Conny dat ik samenstelde, lag in stapels in de kofferbak van uitgever Otto Wollring, die ter verhoging van de feestvreugde ook nog eens tientallen heupflacons met whisky had gevuld. Het resultaat kunt u hier bewonderen.

De tweede reden waarom ik met ware doodsverachting van de Algarve naar Nederland moest vliegen, was een optreden in het stamcafé van GeenStijl.

Ik reed ‘s avonds met mijn vaste chauffeur Roberto Muntz door necropolis Amsterdam naar een kroeg die, zoals Bart Nijman terecht opmerkte, de enige is in 020 die nog open is en waar ook nog eens heerlijk bier wordt getapt.

De nazit was bij Hans en Eva Teeuwen thuis, geheel coronaproof, en ik meen dat we om een uur of vier luidkeels zingend terugkeerden naar Casa Muntz in Zaandam, de parel van de Zaanstreek. 

Het vriendenboek voor Conny dat ik samenstelde, lag in stapels in de kofferbak van uitgever Otto Wollring, die ter verhoging van de feestvreugde ook nog eens tientallen heupflacons met whisky had gevuld

De derde reden van mijn reis naar Nederland was van zakelijke aard, want vanaf mei volgend jaar ga ik met Rob Muntz en uitgever Otto Wollring schrijfcursussen in de Algarve organiseren en in het kader van dit briljante plan heb ik twee hele dagen zitten vergaderen en brainstormen met mijn kompanen.  

Ik hoor de lezer denken: jaja, daar zijn er al duizenden van, van die schrijfcursussen, voor en door keigekke macramé-vrouwtjes met new age-aandoeningen, en het is allemaal luchtfietserij en handel in gebakken lucht en de argeloze deelneemster wordt gouden bergen beloofd maar betaalt schandalige woekerbedragen voor een cursusje romanschrijven.

Welnu, dat zal allemaal best kloppen en waar zijn, maar wij gaan het heel anders aanpakken. Mijn uitgever Otto Wollring garandeert de aspirant-romancier namelijk een boek, iets wat de concurrentie niet doet. Dus de cursist krijgt, mits zij zich aan de regels van de begeleiding (en dat ben ik) houdt, honderd boeken van zichzelf om weg te geven rond Sinterklaas, Kerstfeest, Chanoeka en het Suikerfeest.

Goed, maar daarover in een later stadium meer.

Ik vlieg vandaag weer terug naar de Algarve en hoor de lezer denken: wat bent u toch een held, heer, dat u in een vliegtuig met driehonderd hoestende en rochelende bejaarden durft te gaan zitten. En vindt u het niet vreselijk om drie uur lang met een mondkapje op in zo’n claustrofobische kist te vertoeven?

Nee hoor: ik bestel namelijk aan één stuk door bier en pinda’s want dan mag het mondkapje af.

Ik wens u een stemmig herfstweekeinde. Houdt moed en versaag niet!

P.s. Ondanks de vuige roddels die ik her en der in en op de social media vernam: die op Zoom masturberende journalist was ik niet.