Spring naar de content
bron: ANP/BART MAAT

De redding van het politieke midden

Max Pam doet in zijn column verslag van een gesprek tussen Rob Wijnberg, Alexander Klöpping, Jesse Klaver en Joris Luyendijk. De heren reflecteren op de toestand in de wereld, de voortgang van ‘hun beweging’ en het politieke midden.

Gepubliceerd op: door Max Pam

Op een zeer geheime locatie, ergens in Nederland, kwamen onlangs vier mannen bijeen. Weliswaar waren zij niet echt jong meer, maar nog altijd jong genoeg om zich zorgen te maken over de toekomst. Achtereenvolgend traden binnen: Joris Luyendijk (journalist & ondernemer), Rob Wijnberg (journalist & ondernemer), Alexander Klöpping (media-ondernemer) en Jesse Klaver (politicus). De laatste maakte ook als laatste zijn entree, want hij kwam van een andere vergadering op een andere geheime locatie. Geen vrouwen, die waren vermoedelijk thuis gebleven om duurzaam te koken.

Ze namen plaats. Op tafel stonden flesjes water. Ze kwamen hier bijeen om te analyseren wat zij de afgelopen jaren hadden bereikt en wat zij de komende tijd nog moesten doen om hun idealen te verwezenlijken. Joris nam als eerste het woord. Hij keek somber.

Luyendijk: “Een paar jaar geleden heb ik in mijn boek Dat kan niet waar zijn geprobeerd te beschrijven hoe bankiers denken en handelen. Ik heb laten zien dat ze vooral bezig zijn met het vullen van hun eigen zakken. Zelfs degenen die anders willen, kunnen niet anders”.

Wijnberg: “O, ja! Joris gebruikte de metafoor van het vliegtuig dat in brand staat en als je dan naar de cockpit holt om de piloot te waarschuwen, is de cockpit leeg. Wij vliegen rechtstreeks af op onze ondergang. Denk je er nog steeds zo over, Joris?”

Luyendijk: “De toestand in de wereld is alleen maar verergerd. Een grote crisis staat voor de deur”.

Klöpping: “Maar zei je dat ook niet vijf jaar geleden? Sindsdien zijn de beurzen alleen maar gestegen, het consumentenvertrouwen is toegenomen, de wereldeconomie is aangetrokken en een nieuwe recessie lijkt nog altijd heel ver weg”.

Luyendijk: “Wacht maar af, wacht maar af! Trump zal die zogenaamde voorspoed weten te vernietigen. Een financiële catastrofe is onvermijdelijk”.

Dat kan ik wel menen. Ik vertrek sowieso bij dat blaadje van jou, Rob.

Klaver: “Ik weet niet. Als je maar lang genoeg wacht, komt er altijd wel een keer een crisis. Of vergis ik mij?”.

Luyendijk: “Je lijkt me een kind in de economie te zijn, Jesse. Het is om moedeloos van te worden. Niemand luistert naar wat ik zeg. Daarom overweeg ik met alles te stoppen”.

Wijnberg: “Dat kun je niet menen!”.

Luyendijk: “Dat kan ik wel menen. Ik vertrek sowieso bij dat blaadje van jou, Rob. Wat heeft het voor zin te blijven schrijven voor zo’n klein kutpubliek, dat het ook nog met je eens is. Daar bereik je toch helemaal niks mee?”.

Aan tafel viel een pijnlijke stilte. Ze namen een slok water. Het duurde even voordat het gesprek weer op gang kwam.

Wijnberg: “En hoe gaat met jou, Alexander? Je hebt toch wel goed nieuws? Ik neem aan dat Blendle eindelijk op het punt staat de wereld te veroveren”.

Het zou best eens kunnen dat de Persgroep binnen niet al te lange tijd Blendle gaat opheffen.

Klöpping: “Eh… nou ja… er zijn voorlopig nog wat beren op de weg”.

Wijnberg: “Hoe bedoel je?”.

Klöpping: “Het zou best eens kunnen dat de Persgroep binnen niet al te lange tijd Blendle gaat opheffen”.

Luyendijk: “Dat meen je niet! Dat kan niet waar zijn!”.

Klöpping: “Dat zou best eens wel waar kunnen zijn. Kijk, Philippe Remarque (oud-hoofdredacteur van de Volkskrant – MP.) en Marten Blankensteijn (ooit oprichter van Blendle – MP.) hebben van de Persgroep de opdracht gekregen een strategie te bedenken voor het digitale tijdperk. Daar zou wel eens uit kunnen komen dat Blendle helemaal niet meer nodig is. Dat is dan het einde van Blendle”.

Alexander zweeg en keek mistroostig voor zich uit de toekomst in. Hij moest bijna huilen. Het waren zware tijden en ze wisten het.

“Maar met De Correspondent gaat het toch nog altijd hoera”, opperde Jesse voorzichtig.

Wijnberg: “Zeker, zeker, nou ja… Wij hebben in Amerika een kleine terugslag gehad. Daarom zullen wij de wereld niet beschrijven vanuit de bovenste verdieping van het Empire State Building in New York, maar vanuit ons kantoortje op het Barentszplein. Van daaruit gaat het net zo goed – misschien wel beter! – al valt de aanwas van nieuwe leden vanuit de Verenigde Staten nog wat tegen. Ik denk dat het allemaal gaat lopen, zodra het politieke klimaat weer wat opklaart. Ik bedoel, Jesse, hoe gaat het met onze beweging?”.

Asscher is bezig al onze speerpunten te jatten. Wij moeten op zoek naar een strategie voor onze partij.

De vraag leek Jesse Klaver te overvallen.

Klaver: “Eh, juist… eigenlijk heel goed. Vergeleken bij de vorige verkiezingen staan wij nog dik in de winst, maar in de peilingen is er sprake van enige stagnatie. Een klein beetje, maar toch. Wij komen maar niet over de 16 zetels en inmiddels is de PvdA ons alweer voorbij. Asscher is bezig al onze speerpunten te jatten. Wij moeten op zoek naar een strategie voor onze partij”.

Wijnberg: “Voor onze beweging, bedoel je”.

Klaver: “Voor onze beweging. Maar het valt niet mee iets jongs en nieuws te bedenken. We zouden Jort Kelder kunnen vragen om te helpen”.

Klöpping: “Die maakt juist een tour door Nederland als dagvoorzitter. Het weekend zit hij op Ibiza. Geen tijd”.

Klaver: “Of Sander Schimmelpenninck”.

Klöpping: “Die maakt nieuwe spotjes voor Vodafone en zijn vastgoed in Kroatië vraagt veel aandacht”.

Klaver: “Rutger Bregman misschien?”.

Het politieke midden is in gevaar. Alleen wij kunnen dat redden.

Klöpping: “Die is overal zijn boek aan het signeren”.

Klaver: “Mmm… jongens, we kunnen toch niet uit elkaar gaan zonder dat wij eerst een nieuwe strategie hebben bedacht?”.

Luyendijk: “Ik heb eens zitten nadenken. Het politieke midden is in gevaar. Alleen wij kunnen dat redden. Moeten wij ons daarom niet aansluiten bij datzelfde politieke midden? Is dat uiteindelijk niet de enige manier om de wereld te redden van de Trumps, de Baudets, de Salvini’s en van al die andere populisten? Alleen via het politieke midden kunnen wij het klimaat redden en de inkomens nivelleren”.

Ineens werd het heel en heel stil. Het leek wel alsof van ver uit de ruimte, van ver voorbij Mars en Venus, langzaam een kwartje begon te vallen. Sneller, steeds sneller. Plotseling ontstak het gezelschap in groot enthousiasme.

Wijnberg: “Briljant!”.

Klöpping: “Geniaal!”.

Klaver: “Dat kan alleen Joris!”.

Ze zaten die dag nog lang te discussiëren op hun geheime locatie. Een paar dagen later maakte Jesse Klaver bekend dat GroenLinks voortaan het kabinet-Rutte gaat steunen. Rob Wijnberg probeert sindsdien De Correspondent te slijten aan een reguliere krant, zoals NRC Handelsblad, en Alexander Klöpping onderhandelt over een afkoopsom met de Persgroep. En tenslotte wacht Joris Luyendijk op zijn volgende geniale ingeving.