Spring naar de content

Prinses Christina, de inhalige

Over de doden niets dan goeds, zo ook met het overlijden van prinses Christina (1947-2019), constateert Max Pam. Toch werd er ook een minder belichte kant van de prinses besproken. 

Gepubliceerd op: door Max Pam

Over de doden niets dan goeds, dat is bekend, en vandaar dat de afgelopen week in de media, en daarbuiten, heel wat vriendelijke woorden zijn gevallen over de overleden prinses Christina, die niet in het zwart – maar naar eigen wil – in een heerlijke kleurenpracht werd gecremeerd. Nederland is nu eenmaal een lakeienstaat als het om de Oranjes gaat. Dat is geen verwijt: je bent een monarchie of je bent het niet. 

Toch las ik ook een artikel waarin een heel wat andere toon werd aangeslagen. Het stond in Trouw en was geschreven door Rob Velthuis. Het is een tamelijk gemeen stuk, waarin een wat minder belichte kant van de prinses aan bod komt. Opmerkelijk trouwens dat het juist in Trouw stond, want deze soft-christelijke krant is doorgaans heel Oranjegezind.

De kop boven het stuk luidde: ‘Prinses Christina, de eigenzinnige, onbekende prinses’. Dit is een gebruikelijke manier om historische of adellijke figuren te karakteriseren. Wij kennen Alexander de Grote, Karel de Kale of Justianus zonder Neus, om van Alfons de Kwijler nog maar niet te spreken. Het volk weet meestal precies de kern te raken van de boven hen gestelden. Maar om nu de overleden prinses te benoemen als Christina, de eigenzinnige, lijkt toch een typering die niet helemaal strookt met inhoud van Velthuis’ stuk.

Christina, de inhalige zou als bijnaam meer op haar plaats zijn.

De jongste der prinsessen riep altijd een zeker mededogen op. Ze was niet moeders mooiste, heel anders dan Irene die zelfs met een Spaanse baret op de kop nog op een fotomodel leek. Logisch dat de eerste in de duisternis bleef en de laatste de schijnwerpers opzocht. Overigens zijn beiden later rooms geworden, wat je toch als een nederlaag moet beschouwen voor de Hollandse protestanten.

Hoewel rooms, liep er behalve het uiterlijk nog een scheidingslijn tussen beiden. Irene is de spirituele richting ingeslagen. Pratend met bomen en planten bouwde zij een relatie op met de natuur en de dingen, die zij zelf – geloof ik – wel eens als pantheïsme heeft omschreven. Christine is, zo blijkt uit het stuk van Velthuis, veel meer de richting van het materiële opgegaan. 

Mij hoor je niet zeggen dat Christina de boel, de Nederlandse staat of de Nederlandse belastingbetaler heeft opgelicht, maar dat zij het er als lid van de koninklijke familie goed van heeft genomen, staat vast. Vermoedelijk heeft het materiële in de prinses pas echt een hoge vlucht genomen, toen zij met de Cubaanse vluchteling Guillermo trouwde. Deze man kon zelf helemaal niks, en verprutste de meest onnozele baantjes die hem door (de oude) prins Bernhard waren toegestopt. Wel kon hij heel goed geld van anderen uitgeven aan antiek, een kunde die hem in aanraking met justitie heeft gebracht. 

Nog eerder dan Willem-Alexander en Máxima hebben Christina en haar man, van wie zij overigens zou scheiden, het landgoed Horsten in Wassenaar uitgebaat tot de laatste druppel. Er kwamen overal betonnen paaltjes, zodat de boeren ineens kilometers moesten omrijden om op hun land te komen. Illegaal werd een garage en een zwembad gebouwd. Toen ze er eenmaal stonden werden, uiteraard, de vergunningen alsnog afgegeven. 

Het stuk van Velthuis is letterlijk een goudmijn, ook al is het meeste als eens opgeschreven. Maar zo bij elkaar geveegd, lijkt het wel Ronja de Roversdochter. Via Paleis Noordeinde maakte Christina gebruik van allerlei brievenbusfirma’s en andere financiële sluiproutes, die niet zelden via het kanaaleiland Guernsey verliepen. Velthuis gebruikt het woord ‘besparen’ (van belasting), maar dat moet een ironisch understatement zijn. Je kunt eerder spreken van belastingontwijking, of nog beter: van belastingontduiking. 

Wat was de Tweede Kamer blij toen zo’n beetje werd vastgesteld – nou ja, moest worden vastgesteld – dat de constructie niet illegaal was. Wel zeiden onze parlementariërs héél, héél voorzichtig dat al die constructies er niet van getuigden dat de Oranjes zich bewust waren van hun voorbeeldfunctie. 

Daarna gingen de zaken voor Christina gewoon door. Ze bracht werken op de veiling, waarvan de herkomst onduidelijk was. In feite veegde zij haar kont af met de gedachte dat zij Nederlands erfgoed aan het verkwanselen was. Het ging soms met miljoenen tegelijk, maar de werkelijke gulzigheid vind je altijd in de kleine dingen. 

In de KLM-huisjes bijvoorbeeld die de eersteklaspassagier meekrijgt. Wie die spaart, die heeft wat. Herinnert u zich nog de politicus John Leerdam, die hoon en spot over zich afriep, omdat hij zich door De Telegraaf liet filmen in zijn keuken, die volstond met die huisjes. Deze foto daaruit kostte hem bijna de kop.

Christina
bron: NPO

John was een trotse spaarder van huisjes – als Tweede Kamerlid reis je eerste klas – maar Christina heeft ze verpatst door ze op een veiling te gelde te maken. Velthuis schrijft niet hoeveel zij ervoor beurde, maar dat vond ik in een NRC Handelsblad-stuk van Arjen Ribbens uit 2003. 

Christina liet in 1993 drie kavels van 70 KLM-huisjes veilen, met een richtprijs van 250 tot 300 gulden per huisje. Opbrengst was 5.428, 4838 en 4012 gulden per kavel. Tezamen 14.278 gulden, een lekker bedrag. Toen en nu nog steeds. Of Christina destijds voor haar vliegtuigtickets heeft betaald, is niet erg waarschijnlijk.

Gelukkig is er ook veel goeds over de prinses te zeggen. Ze kon goed zingen, maakte platen en een zangconcours werd naar haar genoemd. Zij zou een inspiratiebron zijn voor jonge talenten.

Mooi, mooi, hoewel.

Volgens Rob Velthuis kon ze eigenlijk ook niet zingen. Kenners vonden haar zang meer iets voor het bad. Zelf vond Christina dat Bob Dylan niet kon zingen, van die rotstem ging ze over haar nek. Helaas heeft Bob de Nobelprijs gekregen en moet Christina die ergens zijn misgelopen. 

Maar ere wie ere toekomt: ze was wel steengoed met geld.