Spring naar de content
bron: anp

Klaas Gubbels: ‘Ik ben niet bang om mezelf te herhalen’

Klaas Gubbels (Rotterdam, 1934) viert op 19 januari zijn negentigste verjaardag. In Museum Arnhem is vanaf mei een eerbetoon aan de kunstenaar te zien.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

Wat is uw huidige gemoedstoestand?

Ik bof dat ik nog een soort onvolwassenheid heb. Vanochtend heeft mijn vrouw nog twee grote tassen voor me gekocht bij de Gamma. Een jaar geleden heb ik de kleur geel ontdekt en zij hebben van die mooie gele tassen. Vanavond schilder ik de letters weg en zet er een of twee pikzwarte ketels overheen. Zo ben ik altijd met iets nieuws bezig.

Wie zijn uw helden?

Toen ik begon te schilderen, is mij door mijn leraar opgedrongen dat ik eens naar het werk van Morandi moest kijken. Zelf vond ik in die tijd Modigliani een heel goede kunstenaar. Later zijn daar natuurlijk kunstenaars bij gekomen, maar die twee zijn altijd gebleven.

Aan wie ergert u zich?

Vroeger aan de schilderijen van Charley Toorop. Ik vond ze niet makkelijk geschilderd. Nu vind ik haar werk fascinerend.

Lijkt u op uw vader?

Mijn vader deed veel verschillende dingen. Hij was trainer, masseur en is zelfs voorzitter geweest van de Rotterdamse Boksbond. Ik doe altijd hetzelfde, maar in mijn gedachten doe ik van alles, net als hij.

Lijkt u op uw moeder?

Mijn moeder las heel veel. Ik moest van haar ook veel lezen, maar dat heeft omgekeerd gewerkt. Als ik iets moet doen, dan doe ik het niet. Veel van mijn vrienden zijn schrijver, maar ik heb jammer genoeg nog nooit wat van ze gelezen.

Wat zijn uw dagdromen?

Ik werk nog steeds elke dag op mijn atelier. Als ik om tien uur ’s ochtends binnenkom, prak ik een kaakje en geef de mussen en koolmezen te eten. Daarna ga ik aan het werk. Voor dagdromen heb ik geen tijd.

Wat is uw grootste angst?

Dementie, al hoef ik niet bang te zijn dat ik mezelf ga herhalen: dat heb ik mijn leven lang gedaan.

Bidt u weleens?

Van moederskant kom ik uit een familie van papenvreters, terwijl de familie van vaderskant een altaar had in de opkamer van hun boerderij, maar thuis waren we niet gelovig.

Heeft u ooit een mystieke ervaring gehad?

Twee dagen geleden belde ik een verzamelaar op die op het punt stond om mij te bellen. Telepathie bestaat.

Bent u aantrekkelijk?

Mijn zus en mijn broer waren dat wel, maar ik ben geen knappe gozer. Ik heb een rare neus.

Wat is uw definitie van geluk?

Dat ik de hele dag kan doen wat ik wil of moet doen wat ik wil.

Waar schaamt u zich voor?

Ik heb eens een hele onaardige opmerking gemaakt tegen een vriendin.

Bent u monogaam?

In zekere zin, ja.

Wanneer heeft u voor het laatst gehuild?

Bij de dood van onze kat Gratebak.

Hoe moedig bent u?

Ik ben óók een schijterd.

Van wie heeft u het meest geleerd?

Ik denk van mezelf. Door overal in te stinken.

Als u iets aan uzelf kon veranderen, wat zou dat dan zijn?

Ik vind het kwalijk dat ik geen talen spreek. Ik ben veel in het buitenland geweest, maar kon daar nooit met iemand praten.

Hoe ontspant u zich?

Door naar onzin te kijken. Naar mannen die met pijltjes gooien, al vind ik er niets meer aan nu wij geen wereldkampioen meer hebben. Snookeren kijk ik ook graag. Dat is schaken op het groene laken.

Van wie houdt u het meest?

Familie en vrienden.

Gelooft u in God?

Ik geloof alleen in olieverf en acryl.

Waaraan bent u het meest gehecht?

Mijn gewoontes. Elke ochtend om tien uur beginnen en elke vrijdag naar de markt in de stad om bloemen te halen voor Heleen.

Wat beschouwt u als uw grootste mislukking?

Dat ik geen talen geleerd heb. Ik vind mezelf een grote lul, want ik had naar de nonnen kunnen gaan die je in zes weken zo’n taal bijbrengen, maar dat heb ik niet gedaan. Dat is slap.

Wanneer was u het gelukkigst?

Elke dag wanneer ik om vijf uur thuiskom en met Heleen een klaverjasje doe.

Wat is de beste plek om te wonen?

Arnhem, in het huis dat mijn vrouw zonder mijn medeweten heeft gekocht. Ze belde me op en zei: “Ik heb een huis gekocht en het is het mooiste huis van de straat.” We wonen er nu al meer dan vijftig jaar en het is nog steeds een droomhuis.

Wie hoopt u nooit meer terug te zien?

Zeg ik niet. Ik heb lange tenen.

Hoe is ongeluk te vermijden?

Door voorzichtig te zijn. Ik heb pas een nieuwe knie en wat doe ik? Ik zette de hometrainer op een veel te zware stand en nu ben ik bang dat m’n spieren blijvend beschadigd zijn.

Wat is uw devies?

Een gedicht van August Willemsen: “Wie niets te zeggen heeft, bedenkt steeds iets anders. Wie iets te zeggen heeft, blijft dat zijn hele leven herhalen.” 

Tien jaar geleden onderwierpen we Klaas Gubbels ook al eens aan de questionnaire van Marcel Proust.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.