Spring naar de content
bron: shutterstock

Gevaarlijk lekker

Ha, het is herfst. Tijd om paddestoelen te plukken in het bos. Maar pas op: jaarlijks raken twintig Nederlanders vergiftigd na het eten van een paddestoelenmaal. Boven aan de gruwellijst: de groene knolamaniet. ‘Bij zeer giftige paddestoelen openbaren de klachten zich pas laat.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Willem Pekelder

Destroying angel luidt zijn naam, en dat is niet voor niets. Wie één hapje neemt van deze giftige paddestoel, mag zich op het ergste voorbereiden. De schrijvers van de BBC-detectiveserie Midsomer Murders lieten zich door de horror-paddestoel inspireren in de gelijknamige aflevering. Daarin zien we hoe na de dood van hoteleigenaar Karl Wainwright de ene na de andere erfgenaam op een gruwelijke wijze aan zijn einde komt. Destroying angel speelt daarbij een belangrijke rol.

Een doortrapt moordwapen, want het kan 6 tot 24 uur duren voordat de eerste symptomen zich aandienen: heftige buikkramp, braken en diarree. Het is dan al te laat om de maag leeg te pompen. Voorwaar, een verraderlijk gif, we zagen het op tv. Na een smartelijk ziekbed knapte het slachtoffer korte tijd later weer wat op. Niet wetende dat de fatale klap in aantocht was: vergiftiging van de lever en de nieren.

Henneke Mulder-Spijkerboer van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) zegt dat de Britse detectiveserie, zo te horen, een realistisch beeld geeft van de vernietigende kracht van de destroying angel, in Nederland bekend onder de naam voorjaarsamaniet. “Er zijn verschillende fases. In de eerste fase word je flink ziek. Die klachten gaan voorbij, en je kunt je tijdelijk weer redelijk gezond voelen. In tussentijd zie je in het bloed dan wel al dat de leverwaarden verslechteren. Gelukkig is een verminderde leverfunctie niet altijd meteen dodelijk,” aldus de literatuuronderzoeker van het NVIC.

Toch valt elk jaar in de krant te lezen: overleden na consumptie van giftige paddestoel. Het overkwam een aantal jaren geleden een 61-jarige inwoner van Heerlen. Hij had gegeten van de groene knolamaniet, de giftigste paddestoel ter wereld, met acht soorten toxine. Na een aantal uren moest de man braken en raakte hij aan de diarree. Vrij algemene ziekteverschijnselen, dus ging de Heerlenaar niet meteen naar de dokter. Toen hij uiteindelijk in het ziekenhuis belandde, was het te laat voor tegengif. Met spoed werd hij overgebracht naar Leuven voor een levertransplantatie, maar ook dat mocht niet meer baten.

Het is een hobby voor Jan en alleman, van achtjarige kinderen met hun ouders tot overgrootvaders met wandelstokken.

Edwin Florès, professioneel wildplukker

Jaarlijks krijgt het NVIC, via artsen en ziekenhuizen, zo’n twintig meldingen van mensen die vergiftigd raken na een paddestoelenmaal. Mulder: “Vaak weet de patiënt niet welke paddestoel hij heeft gegeten. Dan adviseren wij de arts een behandeling met geactiveerde kool, een algemeen middel te vergelijken met supergeconcentreerde norit. Daarmee wordt het gif in het maag-darmkanaal geabsorbeerd, zodat het niet in het bloed komt. De behandeling moet dan wel al binnen twee uur na blootstelling aan de paddestoel plaatsvinden.”

Vaak gaan de meldingen over migranten. Misschien trekken zij vaker dan autochtone Nederlanders het bos in om paddestoelen te plukken, denkt Mulder. “Of er groeien in ons land andere paddestoelen of giftigere soorten waar ze minder over weten.”

Gelukkig zijn er ook genoeg niet-giftige paddestoelen. Vele staan zelfs te boek als een gewilde delicatesse. Het zal niet verwonderen dat elk najaar een toenemend aantal liefhebbers bos en beemd afstruint op zoek naar een smakelijk paddestoelenmaal. Edwin Florès, professioneel wildplukker, begeleidt hen desgewenst met workshops. Deze middag gaan we met hem op paddestoelenjacht in het Sonsbeekpark in Arnhem.

“Tijdens de workshops vertel ik altijd hetzelfde,” zegt Florès (53), “namelijk dat wildplukken hetzelfde is als pasta kopen. Welke pasta wil ik? Oké, spaghetti. Waar kan ik hem vinden? In schap drie in de supermarkt. Hoe ziet-ie eruit? Lange slierten.”

We zetten de pas erin en Florès stelt voor: “Laten we vanmiddag naar de eikhaas zoeken. Waar vind ik die? Aan de voeten van een eik. Hoe ziet-ie eruit? Wit tot bruingrijs met overlappende hoeden als een berg bladeren.”

We lopen door het bos, maar treffen vooralsnog niets. “Van september tot en met november kun je eikhazen vinden, maar dan moet de eik wel eerst zijn geïnfecteerd met mycelium. Dat zijn schimmeldraden. Daaruit kan dan de eikhaas groeien, een ware parasiet. Jazeker, op den duur kan zo’n parasiet een eik vellen.”

De piekmaanden voor de paddestoelenpluk zijn oktober en november, maar Florès is met zijn cursisten het hele jaar door in de bossen te vinden. Plukken kan namelijk in elk jaargetijde. Altijd vertelt Florès zijn leerlingen dat je aan een paddestoel niet kunt zien, ruiken of proeven of hij giftig is. Het determineren gebeurt aan de hand van slechts deze vraag: wát zoek ik en wáár? 

Florès: “In Frankrijk, Italië, Portugal of Polen, waar veel paddestoelen worden geplukt, sturen ouders hun kinderen op pad met: vandaag alleen cantharellen, die mooie gele paddestoel met trechtervormige hoed. Als ze zich daaraan houden, kan er niets verkeerd gaan. Net zoals wanneer je weet dat je spaghetti moet halen. Dan kom je ook niet met macaroni thuis.”

We lopen langs het prachtig witte Sonsbeekpaviljoen met ernaast een villa. “Jammer dat er een wokrestaurant in zit,” vindt Florès. Om meteen te vervolgen met: “Kijk, zie je die buizerds daar boven de bomen zweven? Prachtig toch?”

De professionele wildplukker heeft de afgelopen vijftien jaar al duizenden mensen met een veldgidsje het bos in gestuurd. “Het is een hobby voor Jan en alleman,” is Florès’ ervaring “Van achtjarige kinderen met hun ouders tot overgrootvaders met wandelstokken. Rijk en arm, alles door elkaar.”

Maar waarom zou je al die moeite doen, als je bij Albert Heijn om de hoek ook allerlei paddestoelen kunt halen? “Tja,” verzucht Florès, “je kunt het net zo goed omkeren: waarom zou je níet de natuur in gaan, als je ze daar kunt vinden?”

Het is de, wat Florès noemt, ‘geruisloze jacht’ die het plukken voor velen zo aantrekkelijk maakt. “Met mandje en mesje de natuur in, op zoek naar wat je zou kúnnen aantreffen. Niets is zeker. Het is een onuitgesproken belofte die vervuld moet worden. Maar áls je dan wat vindt, is de gretigheid groot. Mensen vullen graag hun mand tot aan de rand.”

De hobby groeit in populariteit, vermoedt Florès. Er zijn steeds meer aanbieders van cursussen. Zelf had hij al beroemde cursisten over de vloer, zoals oud-nieuwslezeres Sacha de Boer, een fervent wildplukster, die op Florès’ website enthousiast vertelt over de vele verborgen schatten die ze dankzij de workshop heeft ontdekt. Ze werkte tevens mee aan zijn paddestoelen-app. 

Met sterrenchefs Jonnie Boer en Ron Blaauw schreef Florès een paar culinaire boeken over eetbare paddestoelen. In totaal heeft de Arnhemse wildplukker vijf boeken op zijn naam staan. En in de Betuwe beheert hij de biologische tuinderij Casa Foresta (Boshuis), waar hij eetbare bloemen en kruiden teelt voor de horeca.

Florès raapt wat afval bijeen tussen de eeuwenoude eiken. “Dat trek ik niet, hoor, die rommel in de natuur.” We bevinden ons bij een vijver met waterlelies. Langs de oever staat een sculptuur van Gijs Jacobs van den Hof, getiteld Offervaardigheid: een knielende vrouw in brons. In het gras ligt een kolonie eenden te relaxen. “Ja, heel mooi allemaal, maar we hebben nog geen paddestoel gezien,” lacht Florès.

Hij herinnert zich hoe ooit, tijdens een workshop op een stormachtige herfstdag, een verzameling monumentale beuken als luciferstokjes tegen de vlakte ging. “Op dat veld daar gebeurde het,” wijst hij. “De wortels van de bomen waren dusdanig verzwakt door de reuzenzwam, een gulzige parasiet, dat een flinke wind voldoende was om ze voorgoed te vellen.” En zo is er tijdens elke bostocht wel een David Attenborough-momentje: een eekhoorn die wordt gepakt door een buizerd bijvoorbeeld, Florès heeft het allemaal voor zijn ogen zien gebeuren. 

We zijn twintig minuten onderweg en hoera, daar treffen we onze eerste paddestoel: een biefstukzwam, gezeteld op een eik. Inderdaad doet het paddestoeltje denken aan een malse, medium gebakken biefstuk, maar in Frankrijk hebben ze het over langue de boeuf. “Als je hem openmaakt zie je de structuur van een koeientong,” legt Florès uit.

“Op een eik komen niet alleen parasieten voor, zoals deze zwam, maar ook paddestoelen die in symbiose met de boom groeien. Daarbij kun je denken aan de truffel of aan boleten, zoals eekhoorntjesbrood. Zo kun je aan de hand van de boom determineren om wat voor paddestoelen het gaat. Daar heb je het weer: wat ga ik zoeken, waar ga ik het zoeken en hoe determineer ik het?”

Is biefstukzwam eigenlijk lekker? “Dat ligt eraan hoe je hem bereidt,” reageert onze gids. “Hij is een beetje zuur van zichzelf, dus het beste kun je hem even in de sushi-azijn leggen om het zuur te onttrekken. Je kunt met paddestoelen zoveel heerlijks klaarmaken: soep, quiches, pasta’s, parelhoengerechten. En telkens kun je je visite trots vertellen: zelf geplukt. Dat maakt deze hobby voor veel mensen zo aantrekkelijk. Je hebt tijdens etentjes direct eer van je werk.”

We passeren een eik, geveld door een parasiet. “Survival of the fittest in the circle of life,” doceert Florès. Maar voor de plukker is de paddestoel een vreedzaam wezen. “Als je weet wat je doet, kan het niet fout gaan.” 

Er zijn in Nederland zeven zeer giftige soorten die bij consumptie tot de dood kunnen leiden: de groene knolamaniet, de voorjaarsamaniet, de panteramaniet, de voorjaarskluifzwam, het bundelmosklokje, de giftige satijnzwam en de giftige gordijnzwam. 

Gelukkig treffen we deze middag geen van deze killerpaddestoelen in het Sonsbeekpark. En Florès heeft in zijn vele jaren als cursusleider ook nooit met vergiftiging te maken gehad. “Wat ik wél heb gezien, is dat plukkers paddestoelen te lang bewaren en daardoor bij consumptie een ‘gewone’ voedselvergiftiging oplopen. En dan zijn er natuurlijk nog de trippers, die in een psychose raken en vervolgens uit het raam springen. Gelukkig gebeurt dat laatste zelden.”

Hij kan overigens goed begrijpen waarom sommigen een paddotrip nemen. “Soms voelen mensen zich psychisch geblokkeerd. Door paddogebruik kunnen ze een antwoord krijgen op hun vragen.” Bekende soorten in het hallucinerende genre zijn de vliegenzwam en het kaalkopje.

We staan we inmiddels oog in oog met een volgend biefstukzwammetje, geflankeerd door een collybia, een niet-eetbare paddestoel. “Ik had gehoopt hier de eikhaas te vinden, maar helaas,” vervolgt Florès. In plaats daarvan zien we een verzameling oesterzwammen. Een prachtig stilleven, ware het niet dat een peloton naaktslakken er een ware veldslag aanricht. De ene parasiet die de andere vernietigt.

Verderop een oogstrelend elvenbankje, een betoverende koraalzwam en een medicinale tondelzwam. En zie daar, een verzameling aardappelbovisten. “Wel giftig, niet dodelijk,” legt onze gids uit. “Het gaat een beetje rommelen in je buik en je krijgt diarree. Dat is alles.” 

De oogst van deze middag valt Florès wat tegen. “Het had hier onderhand een kabouterpretpark moeten zijn. Zal wel komen door de droogte van de afgelopen weken.” Maar ziedaar: de eikhaas, knus genesteld tegen de wortels van zijn gastheer. At last! Het was een hele trip naar onze favoriete paddestoel, maar nu hebben we hem dan toch eindelijk gevonden! Wat zal die eikhaas vanavond heerlijk smaken met wat knoflook en olijfolie uit de oven. Of met bloemkoolsteaks en venkelcrème.

Toch raadt het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum het zelf plukken en bereiden van paddestoelen niet aan. “Ja, dat advies geldt ook voor mensen die een workshop hebben gevolgd. Paddestoelen herkennen is behoorlijk specialistisch werk, en het risico bestaat dat cursisten hun kennis overschatten,” denkt Henneke Mulder-Spijkerboer, literatuuronderzoeker bij het NVIC.

Inderdaad stond enige jaren geleden in de krant dat een 65-jarige vrouw uit Zoutkamp, met verstand van kruiden en zwammen, tóch was overleden na het eten van een maaltje zelf geplukte paddestoelen. “Even een kleine vergissing en het is gebeurd,” treurde een vriendin van haar op RTV Noord. “Ze was drie dagen heel ziek en is opgenomen geweest in het ziekenhuis. Helaas bleek redding niet meer mogelijk. Ik ben er heel verdrietig over. Ze was altijd kerngezond.”

Zoals eerder gezegd spoeden jaarlijks twintig mensen zich naar de dokter wegens het eten van giftige paddestoelen. Maar het totaal aantal meldingen dat het NVIC per jaar binnen krijgt, ligt veel hoger: tweehonderd. Het gaat hier niet om eters van een paddestoelenmaal, maar bijvoorbeeld om mensen die tijdens een boswandeling met een mogelijk giftig exemplaar in aanraking zijn gekomen. In de meeste gevallen handelt het om kinderen en jongeren die op een onbewaakt ogenblik in park of tuin aan een paddestoel knabbelen. In zo’n zeventig gevallen draait het om volwassenen.

Je zou denken: een volwassene weet toch wel beter? “Niet altijd,” zegt Mulder. “Sommigen denken er niet bij na en nemen naïef een hapje. Anderen, die zich er wel in hebben verdiept, zitten er soms tóch naast. En dan is er nog een kleine minderheid die bewust van een paddestoel eet om zichzelf iets aan te doen.” 

Bij de giftige gordijnzwam kan het zowaar meerdere dagen duren voordat de eter iets merkt. 

Gelukkig loopt het voor de meeste ‘wildeters’ met een sisser af. Ernstiger zijn mensen eraan toe die een giftig paddestoelenmaal achter de kiezen hebben. Zij kunnen zich zeer beroerd voelen. Een race tegen de klok: om de vergiftiging tijdig te stoppen, moeten de eters binnen een paar uur worden behandeld. En dat is nu juist het probleem, volgens Mulder. “Bij zeer giftige paddestoelen openbaren de klachten zich pas laat. Bij de groene knolamaniet bijvoorbeeld duurt het minstens 6 uur, en vaak zelfs 10 tot in een enkel geval 24 uur. In die tijd is het gif wel al in de lever terechtgekomen en kan het daar flinke schade hebben aangericht.”

Bij de giftige gordijnzwam kan het zowaar meerdere dagen duren voordat de eter iets merkt. Mulder: “Inmiddels kan de nierfunctie ernstig zijn aangetast, waardoor soms zelfs hemodialyse nodig is. Helaas komt niet iedereen met een ernstige paddestoelenvergiftiging op tijd bij de dokter. In het ergste geval kan er niets meer worden gedaan.”

Dat gebeurt in Nederland ongeveer één keer per jaar. Althans, volgens de cijfers van het NVIC. Mulder: “Niet alle sterfgevallen worden bij ons gemeld, waardoor het er dus meer zouden kunnen zijn. Dat geldt ook voor dat aantal van tweehonderd meldingen. Niet alle artsen bellen ons. Alleen zij die een vraag hebben over de vergiftiging nemen contact op met het NVIC.”

Dat aantal hangt verder af van de vraag of het een droge zomer was, zoals in 2018. Dan groeien er minder paddestoelen en zijn er minder telefoontjes naar het NVIC. In totaal dat jaar: 147 meldingen. In 2019 met zijn natte najaar daarentegen werd het informatiecentrum 250 maal gebeld.

Naast mensen zijn ook dieren het slachtoffer. In Naarden-Vesting voer in 2015 het poedeltje Fleur ten hemel, na aan de groene knolamaniet te hebben geknabbeld. In een later stadium plaatste de gemeente uit voorzorg waarschuwingsborden voor de giftigste paddestoel ter wereld. Kunnen ze die ‘engelen des doods’ niet beter wegmaaien? Mulder: “Ik snap de vraag, maar ik denk dat dat niet kan. Er is geen beginnen aan. Vanuit ondergrondse schimmeldraden kunnen de paddestoelen bij gunstige omstandigheden zo weer opkomen.” 

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.