Spring naar de content
bron: anp

De nieuwe powervrouw is rechts

Giorgia Meloni, Dilan Yesilgöz, Caroline van der Plas – het aantal vrouwelijke politiek leiders neemt toe. Een opvallend groot deel is van rechtse signatuur. Hoe duiden we deze ontwikkeling? ‘Rechtse topvrouwen zijn een teken van emancipatie.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Bina Ayar

Van de Italiaanse premier Giorgia Meloni tot Marine Le Pen in Frankrijk en Alice Weidel, co-voorzitter van Alternative für Deutschland – vrouwenemancipatie wordt vaak geassocieerd met links, maar het is rechts dat overal in Europa vrouwelijke politieke leiders levert. Hoe is de opkomst van de rechtse powervrouw te verklaren, wat betekent het voor vrouwenrechten en speelt dit fenomeen ook in Nederland?

Het patriarchaat houdt vrouwen tegen om topposities te bereiken, maar ook psychologische barrières spelen mee, zei journalist en auteur Naomi Wolf in de jaren negentig. Ze koppelde die innerlijke barrières aan het oude verschilfeminisme, waarin vrouwen werden gezien als wezenlijk anders dan mannen, of eigenlijk vooral als betere wezens dan mannen. Het erkennen van slachtofferschap is iets anders dan je identiteit eraan ontlenen, zei ze. Haar boodschap destijds: vrouwen met macht zijn sexy.

Overal in Europa rukken relatief jonge vrouwelijke politici op die weinig binding lijken te hebben met het traditionele feminisme.

Het was het begin van wat zij zag als de derde feministische golf: powerfeminisme. Haar pleidooi voor het nieuwe feminisme ging gepaard met een mix van ideologieën, van liberalisme tot kapitalisme en pragmatisme. Het beeld dat erbij hoort is dat van een sterke onafhankelijke vrouw met macht. Girlpower.

De politieke versie van het jaren-negentigideaal van de powervrouw bestaat. Overal in Europa rukken relatief jonge vrouwelijke politici op die weinig binding lijken te hebben met het traditionele feminisme. Het beroemdste icoon van het fenomeen is de Italiaanse premier Giorgia Meloni, maar ook de vrouwelijke president van Hongarije, Katalin Eva Novák, is lid van de conservatieve partij. In buurland Kroatië werd in 2015 de eerste vrouwelijke – eveneens rechtse – president verkozen. 

Ook dichter bij huis rukt vrouwelijk rechts op. De Nederlandse vrouwen die nu kans lijken te maken op het premierschap, Dilan Yesilgöz (VVD) en Mona Keijzer (BBB), zijn niet links.

In een tijd waarin vrouwen alles kunnen worden, zelfs man, zou niemand hoeven op te kijken van een rechtse vrouw. Toch wordt de strijd om vrouwenrechten geassocieerd met links. Organisaties als Stem op een Vrouwhebben een overwegend linkse signatuur. En hoewel de eerste feministische golven liberale trekjes hadden, waren de voorvechters van vrouwenrechten en seksuele bevrijding vanaf de jaren zestig en zeventig overwegend links. Ook toen was het even slikken dat de enige echte powervrouw, Margaret Thatcher, niets moest hebben van het socialisme.

De nieuwe powervrouw blijft niet onopgemerkt. Vanuit progressieve hoek wordt de opkomst van rechts vrouwelijk leiderschap hier en daar gekoppeld aan ‘femonationalisme’. Een concept van sociologe Sara Farris, die vindt dat rechtse partijen feminisme voor de eigen agenda gebruiken, om zo andere bevolkingsgroepen als vrouwonvriendelijk voor te stellen en het eigen ‘nationale zelfbeeld’ als geëmancipeerd. De Britse schrijver en publicist Nicholas Farrell ziet naast verschillen tussen de rechtse topvrouwen een gedeelde wens om culturele waarden te beschermen tegen ‘de intolerantie van links’. 

Alice Weidel, co­-­voorzitter van de ­partij Alternative für Deutschland, voorafgaand aan een ­interview in een Berlijnse tv-studio

Volgens historicus en politicoloog Coen de Jong is het onvermijdelijk dat er meer rechtse vrouwelijke leiders komen naarmate vrouwenemancipatie vordert. “Als je vindt dat vrouwen links moeten zijn of alleen een voorkeur voor zacht beleid moeten hebben, dan zegt dat veel over je vrouwbeeld.” Rechtse topvrouwen zijn voor hem daarom geen paradox, maar een teken van emancipatie. 

“De rechtse vrouwelijke leiders in Europa hebben ook niet allemaal dezelfde meningenpakketjes,” zegt De Jong, die het boek Wokeland schreef. “Vooral in hun privéleven voldoen ze niet aan het standaardplaatje van conservatief.” Alice Weidel van de rechtse Duitse partij Alternative für Deutschland (AfD) is lesbisch, al is ze geen voorstander van het homohuwelijk. De conservatieve president van de regio Madrid, Isabel Díaz Ayuso, heeft geen kinderen. Zelfs Giorgia Meloni, de grootste voorvechter van family values, is niet getrouwd met de vader van haar kind, hoewel haar partij wel het klassieke getrouwde gezin promoot.

Politiek zijn er ook verschillen, merkt De Jong op. “De Duitse AfD is heel erg rechts; ook Marine Le Pen zit in de hardrechtse hoek. Giorgia Meloni is hard als het gaat om illegale immigratie, maar op andere punten is ze ‘middle of the road’. Ze is bijvoorbeeld – net als de meeste regeringen van EU-lidstaten – voorstander van steun via de Navo aan Oekraïne. Ze wil ook niet uit de EU stappen, maar die hervormen. Dilan Yesilgöz zit rechts van het midden, wat typisch Nederlands is.”

De liberaal-rechtse vrijemarkt-gedachte wordt door Weidel meer omarmd dan door de Franse Marine Le Pen. Ook op het gebied van staatsbemoeienis zijn er verschillen. Vooral de Spaanse Díaz Ayuso stond voor verzet tegen restrictieve coronamaatregelen, maar dat geldt lang niet voor alle conservatieve vrouwelijke politici in Europa. Overeenkomsten zijn er ook: patriottisme komt altijd terug, net als harde kritiek op de klimaatagenda, migratiebeleid en de transgenderbeweging.

Vaak wordt gedacht dat vrouwen in de politiek voor zacht beleid staan, maar dat is een vooroordeel. 

Pal staan voor ‘law and order’ is ook een rechtse rode draad door de beweging, denkt De Jong. “Vaak wordt gedacht dat vrouwen in de politiek voor zacht beleid staan, maar dat is een vooroordeel. Vrouwen zouden in de politiek andere thema’s belangrijk vinden of meer betrokken zijn bij zachte onderwerpen, zoals het milieu, maar dat klopt niet altijd. Vrouwen kiezen hun eigen thema’s. Vrouwelijke politieke leiders zijn sowieso een betrekkelijk nieuw fenomeen, het is volkomen logisch dat er met meer politieke participatie ook meer rechtse vrouwen op topposities komen.” 

De rechtse powervrouw is dus geen paradox, denkt De Jong daarom. Paradoxaler vindt hij de reacties op rechtse topvrouwen. Hillary Clinton feliciteerde Meloni met haar overwinning, maar lang niet alle linkse vrouwen lopen warm voor de feminisering van rechts. De Jong: “Links pleit al jaren voor vrouwelijk leiderschap, maar als er een rechtse vrouw aan de top staat, is er minder enthousiasme. Rechtse vrouwen worden al snel, ook door andere vrouwen, op een gemene manier – met typische vrouwonvriendelijke vooroordelen – op de vrouw aangevallen. Dilan Yesilgöz wordt als een populistisch leeghoofd voorgesteld en Caroline van der Plas als een ongeciviliseerde boerin. Het geldt ook voor rechtse vrouwelijke influencers. Jonge vrouwen als Eva Vlaardingerbroek – wat je ook van haar mag vinden – worden al snel als domme blondjes weggezet.”

Deels is de populariteit van rechts onder vrouwen ook een reactie op ‘gedram van woke types’, denkt De Jong, die regelmatig publiceert over woke. “Sinds de opkomst van intersectioneel feminisme, waarin allerlei vormen van ‘onderdrukking’ en ongelijkheid aan elkaar zijn gekoppeld, ben je voor links alleen een feminist als je ook vóór de transgenderbeweging bent, waarschuwt voor de klimaat-apocalyps en alle andere dingen aanhangt die bij het hedendaagse linkse meningenpakket horen. Dat roept onvermijdelijk een reactie op, die soms ook kan doorslaan naar extreem-conservatief, zoals de ‘trad wives’, die op Tiktok andere vrouwen aanmoedigen om thuis te blijven, niet te werken, en de man in alles te ondersteunen. Die twee bewegingen voeden elkaar.” 

Vrouwen en rechtse politiek is een delicaat onderwerp, vooral onder vrouwen. Benaderde vrouwelijke academici aarzelen om erover te spreken of zeggen dat het onderwerp te gevoelig ligt. De vijfde vrouwelijke interviewkandidaat die werd benaderd voor dit artikel, durft wel een interview te geven, maar trekt zich op het allerlaatste moment alsnog terug, mede vanwege ‘gevoeligheid’. 

In een van de gevoerde gesprekken wordt de toegenomen populariteit van rechts onder vrouwen toegeschreven aan ‘de linkse neiging om islamisme en de transgenderideologie te omarmen’. Discussies over emancipatie en moslims bestaan al langer. In de jaren nul leidde het door Ayaan Hirsi Ali aangezwengelde debat over vrouwenrechten en de islam al tot een scheuring binnen het feminisme. Doorgewinterde feministen noemden Hirsi Ali een ‘zwarte prinses’ (Anja Meulenbelt) of een ‘excuustruus van de VVD’ (Karin Spaink), terwijl voorstanders haar roemden om haar moed of zagen als voorvechter van een nieuwe emancipatiegolf. 

VVD-leider Dilan Yesilgöz

Het transgenderdebat doet de gemoederen ook hoog oplopen. Het voorstel voor de nieuwe transgenderwet – inmiddels controversieel verklaard door de Tweede Kamer – dat mogelijk zou maken dat ook jongeren onder de zestien zonder tussenkomst van een deskundige hun geslachtsregistratie kunnen aanpassen, leidt veelvuldig tot confrontaties. Volgens sommige feministen gaat de vervaging van het begrip vrouw ten koste van vrouwenrechten of de veiligheid van vrouwen. In confrontaties tussen voor- en tegenstanders gaat het er zo hard aan toe dat de VN-gezant belast met geweld tegen vrouwen zich genoodzaakt zag een statement uit te brengen waarin zij intimidaties en het tot ‘nazi’ labelen van voorstanders van ‘traditionele’ vrouwen- en homorechten veroordeelde. 

Wat betreft politieke macht is er verschuiving gaande van informeel naar formeel vrouwelijk leiderschap. Vrouwen hebben altijd al politieke macht gehad, maar vooral achter de schermen. Denk aan de Argentijnse Eva Perón of andere vrouwen die als ‘first lady’ of via mannelijke familieleden invloed hadden op politiek beleid. Een cultureel antropoloog zou kunnen opmerken dat een vrouw die openlijk aan het roer staat minder vreemd is in landen waar oorspronkelijk matriarchale culturen voorkwamen. In Indonesië bijvoorbeeld werd rond de eeuwwisseling Megawati Soekarnoputri president van het land. Ze kreeg veel kritiek van haar tegenstanders, maar dat had weinig te maken met haar vrouw-zijn. De allereerste vrouwelijke premier van de wereld was Sirimavo Bandaranaike, die haar vermoorde echtgenoot opvolgde als president van Sri Lanka in 1960.

De tijd van de vrouw als influisteraar van de macht is in het Westen voorbij. Nederland lijkt daarin achter te lopen bij veel andere landen. Hier was lange tijd de klassieke huisvrouw het rolmodel voor vrouwen, zoals journalist en uitgever Syp Wynia schrijft in een stuk waarin hij zich afvraagt waar de excuses aan de Nederlandse vrouw blijven: “De man bracht het geld binnen, de vrouw runde het huishouden. Die rolverdeling werd vooral door de katholieke en protestantse kerken, vakbonden en partijen gepropageerd. Gehuwde vrouwen mochten geen ambtenaar worden en vrouwelijke ambtenaren die trouwden werden ontslagen; een praktijk die lang stand heeft gehouden bij de overheid en in het bedrijfsleven.” De wet die bepaalde dat gehuwde vrouwen handelingsonbekwaam waren werd pas in 1956 afgeschaft, dankzij de strijd van PvdA-Kamerlid Corry Tendeloo. 

Zowel bij links als rechts overheerst het gevoel dat vrouwenrechten weer onder druk staan. Het ene kamp wijt dat aan verrechtsing, het andere kamp aan doorgeschoten progressieve idealen. In een artikel in Trouw over de verschillen tussen de conservatieve ideologie en progressieven noemde toenmalig JA21-Kamerlid Nicki Pouw-Verweij (nu BBB) het een denkfout om te veronderstellen dat conservatieven willen dat iedereen zich schikt naar een bepaalde rol of dat vrouwenrechten ingeperkt worden: “Er is geen conservatief die je hoort zeggen: luister, we moeten het vrouwenstemrecht gewoon afschaffen en vrouwen mogen niet meer fulltime werken, want ze moeten gaan baren.” 

Behalve de vraag wat links en rechts precies nog is in onze tijd, speelt de vraag of vrouwenrechten beter af zijn bij de ene of de andere politieke stroming. Het antwoord daarop zal grotendeels te maken hebben met ideologische voorkeuren. 

Baas in eigen buik, politieke participatie en economische zelfstandigheid waren voorheen doelen van de emancipatiebeweging. Nu dat is geregeld, draait het volgens links om daadwerkelijke gelijkheid, zoals het opheffen van de loonkloof, en een gelijktrekking van alle ‘achterstandsgroepen’. Conservatieve stromingen worstelen al langer tussen opkomen voor individuele vrijheid en een sterke gehechtheid aan gemeenschap en traditie. Zoals links ook worstelt met het spanningsveld tussen vrijzinnigheid en paternalisme.

Zowel bij links als rechts overheerst het gevoel dat vrouwenrechten weer onder druk staan.

Letterlijk betekent emancipatie bevrijding. Vrouwenrechten draaien daarom vooral ook om vrijheid. Politicoloog Coen de Jong begrijpt de kritiek op vrouwen als Giorgia Meloni, die de bevolking opriep om meer kinderen te maken en zich uitsprak tegen adoptie door lesbische koppels. “In Italië is links linkser dan in Nederland, en bij uiterst rechts is Mussolini nooit ver weg.” Tegelijkertijd ziet De Jong liberale elementen in de Europese rechtse powervrouwenpolitiek. “Dilan Yesilgöz is daar een voorbeeld van. Ze gaat niet alleen in tegen typische linkse stokpaardjes, maar neemt het ook regelmatig op voor de vrijheid van meningsuiting én komt op voor vrouwen die bijvoorbeeld in islamitische kringen te maken krijgen met huwelijksdwang of eerwraak.” 

Gezien door de genderbril is de opkomst van rechtse powervrouwen een blijk van vrouwenemancipatie. Wat emancipatie precies inhoudt is steeds onderwerp van debat, maar de tijd dat vrouwen in de politiek zich alleen met typische vrouwenthema’s als zorg of onderwijs bezighielden is al heel lang voorbij. Naast vrouwenzaken blijken onderwerpen als klimaatbeleid, migratie of Europa belangrijk voor vrouwen. Vrouwen zijn net mensen; dat geldt ook voor vrouwelijke politici. De verwarring die rechtse powervrouwen oproepen laat vooral zien dat het tijd is om af te rekenen met het hokjesdenken. 

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.