Spring naar de content
bron: johan kleinjan

De deur naar andere werelden

Psychedelica mogen zich in hernieuwde belangstelling verheugen, onder meer in de psychiatrie: ze blijken te werken bij de behandeling van angststoornissen en depressies. Kunnen geestverruimende middelen je leven veranderen? ‘Na een trip werd ik op slag vegetariër.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Bert Nijmeijer

I’ve seen Jesus play with flames in a lake of fire, that I was standing in,” zingt countryartiest Sturgill Simpson in het liedje Turtles All the Way Down. “Met the devil in Seattle, and spent nine months inside the lion’s den. Met Buddha yet another time, and he showed me a glowing light within. But I swear that God is there every time I glare into the eyes of my best friend.”

Hoe de zanger al deze toppers uit de godsdienst heeft ontmoet, blijkt in een volgend couplet: “Marijuana, LSD, psilocybin and DMT, they all changed the way I see.” Die middelen, psychedelica, openden de deur naar werelden, realms, die voor het nuchtere verstand verborgen blijven, zetten het al en de oneindigheid in een verhelderend licht. It’s turtles all the way down the line.(Wij leven op de rug van een schildpad, die op de rug van een grotere schildpad staat, die op zijn beurt op een nog grotere schildpad staat, enzovoort.) 

Dat wil iedereen weleens meemaken natuurlijk. Bewustzijnsverruimers bieden perspectief aan dappere en onderzoekende geesten, aan iedereen eigenlijk die dat bewustzijn weleens als wat krap ervaart. Het valt niet mee om met je kleine formaat hersenpan chocola te maken van de wereld om je heen, steeds. Je raakt soms een beetje uitgekeken op je eigen gedachten. Misschien is er, met het goede gereedschap, wel meer van te maken. Je hebt gehoord dat een mens maar een klein deel van zijn brein gebruikt, een troost als je met je dertien-in-een-dozijnverbeelding weer eens allerlei clichés te berde brengt. Moet je kijken wat er gebeurt als je een keer de héle machine aanzet!

Er is een psychedelische renaissance gaande, volgens verschillende media. Tripmiddelen beleefden een halve eeuw geleden een korte maar weelderige bloei, toen kortstondig de verbeelding aan de macht was. Daarna begon in de VS de war on drugs en kwam in ons land Ruud Lubbers aan de macht, die ‘no nonsense’ predikte. De strijd tegen drugs was van begin af aan verloren, en al het rationeel, ‘realistisch’ en economisch denken samen blijkt naar een doodlopende weg te wijzen, waar de burger zichzelf gevangenhoudt in een vernietigend consumentisme. 

Psychedelica kunnen een gevoel van helderheid geven, je kunt verbanden leggen, dingen vanuit een ander perspectief bekijken.

Joost Breeksema, onderzoeker medische toepassingen van psychedelica

Als de som van alle gezond verstand een onleefbare aarde is, kan een beetje nonsens op zijn tijd op zich al weinig kwaad. De Britse cultuurcriticus en blogger Mark Fisher introduceerde voor zijn vroege, zelfgekozen dood in 2017 de term ‘acid communism’, psychedelisch out-of-the-boxdenken over een rechtvaardigere, niet per se realistische toekomst. Natuurlijk kun je psychedelica gewoon voor de fun gebruiken: levert het niet meteen het gedroomde paradijs op, dan toch zeker een leuke avond (of je moet een bad trip krijgen, psychedelische pech onderweg). Wie hecht aan resultaat, kan terecht bij de psychiatrie, waar psychedelica met succes worden gebruikt in de behandeling van zware depressies en angststoornissen. 

Filosoof Joost Breeksema doet aan het Universitair Medisch Centrum Groningen onderzoek naar medische toepassingen van psychedelica. Hij is oprichter van de stichting OPEN, die dergelijk onderzoek bepleit. Over hoe het werkt – een trip als medicijn – weten we nog heel weinig, zegt Breeksema over de telefoon. Maar dát het werkt, laat een groeiend aantal voorbeelden in de praktijk zien. 

Je kunt drugs – alle drugs – grofweg indelen in uppers, pepmiddelen als cocaïne en speed, en downers, kalmeringsmiddelen en verdovers zoals alcohol en heroïne, zegt Breeksema. Psychedelica vormen een eigen groep van ‘bewustzijnsveranderende’ of -vervormende middelen. Lsd (lysergeenzuur-diethylamide), paddo’s of truffels (met de werkzame stof psilocybine), mescaline (van de peyote-cactus) en ayahuasca (plantenbrouwsel met de psychoactieve stof dimethyltryptamine, DMT) zijn de bekendste.

De klassieke psychedelica zijn relatief veilig, zegt Breeksema. Ze zijn niet toxisch en niet verslavend, je krijgt geen lichamelijke terugslag (een kater). De voornaamste risico’s zijn psychologisch van aard: een rit in een psychedelische achtbaan kan mentaal instabiele mensen verder in onbalans brengen. In de Ranking van drugs van het RIVM (2009), een rangschikking naar schadelijkheid, staan paddo’s en lsd op geruststellend lage plaatsen, ver onder tabak, alcohol, heroïne en crack, de grootste slopers. 

Desondanks valt lsd sinds 1966 onder de Opiumwet. In 2008 verbood minister Ab Klink de verkoop en het gebruik van paddo’s, en zag daarbij de bij hetzelfde myceliumweefsel horende, evenzeer psilocybine bevattende truffels over het hoofd, misschien omdat truffels onder de grond groeien. Truffels zijn nog gewoon in smartshops te koop, in nette doosjes.

De wetenschap onderscheidt ‘klassieke’ en ‘atypische’ psychedelica. De klassieke, zoals lsd, mescaline, psilocybine en DMT, binden zich aan serotonine-receptoren in het brein en de darmen, volgens de Nationale Drug Monitor van het Trimbos Instituut (serotonine is een neurotransmitter of ‘boodschapperstofje’), waardoor effecten als ‘trippen’ en hallucinaties ontstaan. Atypische – zoals ketamine, mdma (xtc) of ibogaïne (uit de wortels van de Afrikaanse iboga-struik) – werken weer in op andere receptoren. Hoe dat binden en inwerken precies die psychische cakewalk veroorzaakt, is vooralsnog grotendeels een mysterie. 

“Een belangrijke verklaring van hoe ze werken ligt op het niveau van de ervaring,” zegt Breeksema. “We zien dat patiënten met hulp van deze middelen minder last hebben van depressies, angsten, dat ze kunnen helpen om van een verslaving af te komen.” Ze zorgen mogelijk voor een verminderde activiteit in het ‘default mode network’, het hersengebied dat actief is bij rust en dagdromen, en hyperactief als we ons ergens zorgen over maken. Een mogelijke verklaring is dat als je minder bezig bent met nadenken over jezelf, minder piekert, je meer openstaat voor andere perspectieven. 

Een andere vraag is hoe het kan dat een eenmalige ervaring een blijvend effect kan hebben. Breeksema zoekt het in grotere psychologische of emotionele flexibiliteit. Die gaat waarschijnlijk samen met een verhoogde plasticiteit van het brein. (Plasticiteit is het vermogen om in de hersenen nieuwe structuren en verbindingen te doen ontstaan. De plasticiteit neemt af met de leeftijd, aldus het Cultureel Woordenboek.) Dat brein is in de loop van de tijd vereelt, door jarenlang denken langs dezelfde lijnen zijn er sporen en patronen ingesleten, steeds diepere. Met psychedelica kun je ‘het kussen weer opschudden’, ‘de ramen tegen elkaar openzetten’, waardoor frisse lucht binnenkomt. 

Wat is dan het verschil met een psychose, of de manische intervallen van manisch-depressieve patiënten? In die toestanden waait het ook flink door in de bovenkamer, kun je zeggen. Een manische waan kan lijken op een high, die gepaard gaat met zelfoverschatting en het gevoel dat je alles kunt. Maar psychotische patiënten realiseren zich niet dat ze een psychose hebben, zegt Breeksema. Psychedelicagebruikers weten dat ze psychedelica gebruiken, met psychedelica behandelde patiënten weten dat ze worden behandeld. “Maar er is overlap, ja.”

Van psychedelica word je niet dronken of stoned. “Ze kunnen juist ook een gevoel van helderheid geven, je kunt verbanden leggen, dingen vanuit een ander perspectief bekijken. Zintuiglijke input komt sterker binnen, en soms treedt er zelfs synesthesie op, waarbij zintuiglijke ervaringen in elkaar overlopen. De sensatie dat je muziek kunt proeven, kleuren kunt proeven.”

Bij het woord ‘renaissance’ in ‘psychedelische renaissance’ is sprake van wat verslavingsdeskundige Tom Bart van verslavingsinstituut Jellinek ‘een stukje semantiek’ noemt, in de zin dat de term groter klinkt dan de werkelijkheid is. Bij ‘renaissance’ denk je aan de geboorte van een nieuw tijdperk, en daarvoor is het gebruik van psychedelica vooralsnog tot een te kleine groep beperkt. 

“Er is een hernieuwde focus op onderzoek,” zegt Bart. “Er wordt wereldwijd onderzoek gedaan naar medische toepassingen in de behandeling van angsten en depressies. Of het aantal gebruikers toeneemt: dat valt wel mee. Van oudsher is het geen grote groep die psychedelica gebruikt. Het is niet te vergelijken met cannabis, alcohol of tabak.”

“Het gebruik van lsd (2,1 procent ooit), paddo’s (5,3 procent ooit) en truffels (2,6 procent ooit) komt onder de Nederlandse bevolking weinig voor,” schrijft de Nationale Drug Monitor in zijn laatste update, van februari 2023. “Het laatste-jaar-gebruik is minder dan één procent. Het gebruik van lsd lijkt de laatste jaren te zijn gestegen. Hoewel het gebruik van psychedelica in de algemene bevolking laag is, ligt het gebruik in bepaalde groepen, zoals psychonauten, uitgaanders of studenten, hoger.” 

Er melden zich amper mensen met psychedelica-problemen bij Jellinek. “Als het al gebeurt, is het onderdeel van het gebruik van meerdere middelen. Over het algemeen zijn psychedelica niet verslavend, er is geen acute toxiciteit, eraan overlijden kan niet of nauwelijks. Het bezoek van de spoedhulp met fysiek ongerief als gevolg van psychedelicagebruik is bijna nul. Eventueel nadeel ligt op het psychische vlak. Bij angst of somberheid kan gebruik wel degelijk tot problemen leiden.” 

Truffels zijn, als gezegd, verkrijgbaar in smartshops. In sommige kun je ook paddo-kweekdozen kopen. Lsd gaat vaker via dealers, die het middel soms als bijproduct in hun assortiment hebben, zegt Bart. Lsd is een vloeistof, een extract van een schimmel op graan. Je hebt maar een klein beetje nodig. “Een paar druppels op een postzegel, die je vijf minuten op of onder je tong houdt. En dan krijg je effect.” Lsd is ook in snoepjes, pilletjes of kristallen te krijgen. Ayahuasca is een van lianen en andere planten getrokken vloeistof, meest groepsgewijs gebruikt in ceremonies onder leiding van een ingewijde. 

Ik zag tijdens de trip in één keer de hele consumptiemaatschappij, hoe liefdeloos die was, hoe destructief. Ik werd op slag vegetariër.

Ton Nabben, drugsonderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam

Dat je in nuchtere toestand maar een klein gedeelte van je hersenen gebruikt is een fabel, zegt Bart. “Bij een rekensom is je werkgeheugen aan het werk, bij een andere activiteit weer een andere functie. Het gebruik van hersenfuncties is afhankelijk van wat je doet. Je gebruikt niet alle functies tegelijk. Bij iemand die onder invloed is van lsd zie je in een hersenscan veel meer hersendelen tegelijk oplichten. Dat kan normaal niet, je kunt niet de hele dag door trippen.” 

Wat iemand ziet en voelt tijdens een trip is afhankelijk van set en setting, zegt Bart. Set is hoe iemand zich voelt, zijn genetische aanleg en gemoedstoestand. De setting zijn de omstandigheden. Een rituele setting draagt bij aan de psychedelische ervaring, versterkt die, maakt je er ontvankelijk voor. Je wilt het graag voelen, verwacht dat het komt. 

Onder invloed communiceren hersendelen met elkaar die dat normaal niet doen. Zo kun je “vastgeroeste patronen doorbreken. Je brein krijgt een korte, heftige reset.” Het placebo-effect, wensdenken en -voelen, zal daar een onderdeel van zijn, denkt Bart. Het gevoel wat doorslaggevends mee te maken zit volgens hem ook in de aard van de psychedelica zelf. “Xtc geeft je het gevoel liefde te ervaren terwijl die er niet is. Cocaïne geeft je een gevoel van beloning, terwijl er geen aanleiding voor is. Psychedelica geven je sterk het gevoel dat er wat belangrijks gebeurt.”

Maar hoe kun je nou conclusies verbinden aan je tripervaring? “Een trip alleen is niks waard. Het is belangrijk om die te koppelen aan therapie. Het is niet de trip zelf die problemen oplost. Van zomaar een trip blijft weinig over: een mooie ervaring die je niet goed onder woorden kunt brengen.”

De ervaringen tijdens een trip zijn inderdaad moeilijk in woorden te vangen, weet Ton Nabben, drugsonderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam. Het is alsof je met wanten aan naalden probeert op te pakken. Woorden zijn stukjes betekenis, en de trip is vloeiend. Voor het reisverslag is het woordenboek een onhandig stuk gereedschap, aangezien de ervaring in het wit tussen de woorden ligt, in een ruimte die trouwens niet wit is maar erg gekleurd, en die je ruikt, hoort, voelt en proeft. “Are you experienced?” zong Jimmy Hendrix, in een zompig, bijna tastbaar moeras van gitaarklanken. 

Ton Nabben stond met lsd op in de Bijenkorf in Amsterdam. Hij dronk ayahuasca met een groep in het wit geklede mensen en zong hymnes in het Portugees. Zijn ervaringen, zonder filter: “Als een slang wervelde de kundalini-energie omhoog langs mijn ruggengraat tot in mijn nek waar het ongemakkelijk, bijna verstikkend begon te voelen. Een denkbeeldige karateklap bevrijdde mij uit deze wurging. Ik werd gekatapulteerd naar een weelderige jungle waar ik boven op een reuzenslang gezeten doorheen kronkelde.”

Hij tripte op de kop van de Leidsestraat, zag al die mensen, die winkels, dat vreten, zegt hij in een videogesprek. “Ik zag in één keer de hele consumptiemaatschappij, hoe liefdeloos die was, hoe destructief. Ik werd op slag vegetariër. Dat ben ik jaren gebleven.” 

Het is alsof de zintuigen samenkomen in een soort überzintuig, meer dan de som der delen. Nabben herinnert zich een grote, gele, plastic banaan in de Melkweg. “Ik wist zeker dat de hele zaal naar een grote zoete banaan rook. Toen ik de eerste keer lsd gebruikte, begreep ik de wereld met haar vormen, design, klanken en kleuren veel beter. De futuristische ontwerpen van meubels en gebouwen; de kleding en psychedelische muziek uit de sixties; de bolvormige typografie van platenhoezen en arabesken in de kunst. Het was alsof de ontwerpers van al dat moois waren geïnspireerd door een en hetzelfde molecuul: LSD-25.”

Op congressen en lezingen van Joost Breeksema’s stichting OPEN komen veel mensen. Op avonden over psychedelica in debatcentrum De Balie ook. Waarom manifesteert die hernieuwde belangstelling zich juist nu? Nabben gelooft in cirkels die terugkeren in een iets andere vorm, zegt hij, dat een generatie teruggrijpt op een tijd die ze niet heeft meegemaakt. Een podcast van podcastmaker Rinke Vreeke heet De tripgeneratie, een uitvergroting van de ‘paar procent ooit’ van de drugsmonitor. 

Drugshandelaren worden niet rijk van psychedelica, zegt Ton Nabben. Dat de criminaliteit er toch wat mee verdient, komt juist door de strafbaarstelling ervan. Bij gebrek aan zicht op ‘de keten’ zijn criminelen niet helemaal te vermijden als je bijvoorbeeld lsd wilt kopen. Ingevoerde gebruikers, thuis in de scene, kennen wel via-via een chemicus die het spul maakt, zegt Nabben. De productie van psychedelica geschiedt in een ondergronds netwerk dat zich als mycelium vertakt, en zich niet door bovengrondse wetten laat tegenhouden. 

In januari hoorde ik een oude aflevering van de podcastserie Onverdoofd van schrijver Erik Jan Harmens, over mensen die de middelen hadden afgezworen en het leven zodoende ‘onverdoofd’ tegemoet traden. Te gast was de dichter en ‘mycotherapeut’ (kenner van geneeskrachtige paddestoelen) Martijn Benders, met wie Harmens een even wonderlijk als intrigerend gesprek voerde. Harmens’ ABN-uitspraak van de titel van Benders’ laatste dichtbundel, Baah baaah krakschaap / De p van winterslaap werd meteen door de dichter gecorrigeerd, het moest ‘Bèèh bèèèh krakschaap’ zijn. Vervolgens weigerde hij een gedicht uit de bundel voor te lezen, hij had geen zin om ‘oude meuk’ te herkauwen, zei Benders, hoewel de bundel net een paar maanden uit was. In plaats ervan las hij een gedicht van een Ierse dichter voor. 

Benders dronk niet meer dagelijks vier liter wijn, zoals hij deed in de troebele tijd na een scheiding, toen hij op een camping woonde. Maar dat wilde niet zeggen dat hij nu nuchter was. Nuchterheid bestaat niet, zei hij. Ook in kaas en brood zitten stoffen die het gemoed beroeren. Hij was bezig met een lijn van verkwikkende kruidenbaden, met teacher plants en microdosering, druppels en snufjes van het een of het ander, die de wereld bijna ongemerkt meer glans geven en veraangenamen, alsof je op een soort psychische Nike Airs door het leven gaat. 

De dichter en zijn vrouw Veronique wonen in een van zijn vader geërfd huis in Mierlo, tussen Helmond en Eindhoven. Hier werkt hij aan zijn gedichten en aan zijn in december te verschijnen De Microdose Bijbel. Deze lente verschijnt zijn in het Engels geschreven, 428 pagina’s tellende boek Amanita Muscaria – The Book of the Empress, over de vliegenzwam, rijk geïllustreerd en met een caleidoscoop aan invalshoeken. Een wereld op zich. 

De vliegenzwam is een sleutelpaddestoel, vertelt Benders op een vrijdagmiddag in mei, in zijn met hoge coniferen afgeschermde achtertuin. Je kunt hem – of haar – vergelijken met twee van de beroemdste appels in de geschiedenis, die van de Boom der Kennis en de appel die op het hoofd van Isaac Newton viel. ‘Eyeopener’ is te beperkt, omdat Amanita muscaria álle zintuigen opent. “Een soort visionaire glühwein is het,” zegt de dichter; aards, grondig en diep als de oceaan. “Het is geen drug, maar een helper.”

Het is natuurlijk wat mensen ‘zweverig’ noemen, en het zweeft ook, maar niet ver van de grond.

De meest bezongen paddestoel, rood met witte stippen, brengt natuurvolken over de hele wereld vermoedelijk al millennia lang in diep contact met de grond onder hun voeten, van de altijd bevroren toendrabodem tot in het druipend oerwoud. Het ‘medicijn’ kwam ook op het pad, letterlijk, van een voormalig fotomodel in het bos van Belgisch Limburg, Inge (die liever niet met haar achternaam in het artikel wil staan – red.), een vriendin van Benders. Inge, zei hij, organiseert vliegenzwamceremonies bij haar thuis. 

Op de sessies neemt ze je mee op reis met de moederpaddestoel, schrijft Inge in de uitnodiging, in een warme, intieme setting, waar we in combinatie met zang, vuur en eventueel dans, muziek, meditatie en stilte, in een veilige bedding helemaal in overgave gaan, om ten slotte al dromend de reis verder te zetten. 

De villa van Inge ligt aan een laan met andere villa’s. Haar huis heeft nummer 75, die van de buren 55, alsof de negen huizen die ertussen hadden moeten liggen op mysterieuze wijze van de aardbodem zijn verdwenen. Ook voor het overige is er niets gewoon aan Inge en haar huis. De buren hebben nette tuinen; die van haar is meer een bos, met een boomhut en paddestoelenkrukjes in kringen. 

In haar huis ruikt het naar wierook en naar iets wat denk ik patchoeli is, in ieder geval: die typische geur die je vaker in ‘alternatieve’ huishoudens tegenkomt. Ik word begroet met een warme hug van Nektar, didgeridoospeler en spiritual entertainer, met een ooglapje, een baard als van een patriarch en dreadlocks tot op zijn knieën. Ook aanwezig zijn Leen, Luuk en Michelle, deelnemers aan de ceremonie. Die geef ik ook allemaal een hug. 

De ceremonie vindt plaats in een inderdaad intiem kamertje met matrassen, kussens, vachten en zachte kleedjes, een altaartafeltje waarvoor eerdere deelnemers ‘krachtobjecten’ hebben meegebracht: stenen, beeldjes, veren. Het hele huis is vol met betekenisvolle spullen en spulletjes; overal zijn takken, hangers, stukken hout, potjes, paddestoelvormen. Boeken: Over de planten der goden, Meesterschap in liefde, De lessen van Don Juan. 

Met een door te geven ‘praat-ei’ van lapis lazuli, een gladde zwartblauwe steen, vertellen we om de beurt onze intenties, waarna de groep ‘aho’ zegt, indiaans voor ‘bedankt’, en het ei wordt doorgegeven. Ikzelf heb geen intenties, en dat mag ook. “Aho.”

Inge heeft een lange, slanke jurk aan, rood met witte stippen, op haar wangen heeft ze een paar witte, druppelvormige versieringen. “Ge bent in goede handen,” zegt ze in het zachtste Vlaams, en zuivert ons met een geurig rokend blokje ‘palo santo’, een heilige boom uit Zuid-Amerika, witte salie en kopal (een ‘reinigende’ steen).

Terwijl het donker wordt in de kamer, verhaalt Inge over de elementen, vier stuks, en schenkt onderwijl vier keer een ‘theetjen’ met een vliegenzwamoplossing uit kleine potjes. Het is niet vies, maar ook niet lekker. Inge zingt, zichzelf soms begeleidend met een droge trom; ‘medicijnenliedjes’ in allerlei talen, die eindigen in een gewijde stilte, en Nektar die zegt: ‘mmm, mooi’. Het is natuurlijk wat mensen ‘zweverig’ noemen, en het zweeft ook, maar niet ver van de grond. Het is prettig meezweven. De taal van Inge zit fris in de verf, op de een of andere manier, ze kan om zichzelf lachen als ze een foutje maakt. Van een mooie vrouw accepteer je meer, denk ik, heel on-woke, je zou het misschien minder trekken als een pudding van een vrouw die liedjes zou zingen. Inge is een soort elf, bij wie de reeën voor de deur komen slapen. Het is allemaal gericht op de joy of being, iets waar je moeilijk bezwaar tegen kunt hebben. 

De haard brandt, het is fijn in de vlammen kijken. Mijn onderarmen tintelen, handen en vingers ook. Ik heb warme voeten. Alles is warm en zacht, de banken, dekens, de kussens. Geluiden vallen individueel op: een laat vogeltje buiten, iemand die met zijn sokken over de vloer schuift. In het donker zie ik Leen, Luuk en Michelle niet meer, maar ze zijn er wel. Het is een soort dromen terwijl je wakker bent. Ik schrik op als Nektar op zijn didgeridoo begint te spelen. Het klinkt alsof de aarde zelf muziek maakt, of ergens over klaagt. 

Midden in de nacht word ik wakker, op de plek waar ik zat, met mijn kleren nog aan. Inge heeft een dekentje over mij heen gelegd, rood met witte stippen weer. De wc is aan het eind van een donkere gang en is met kaarsjes verlicht, een reis op zich. De volgende ochtend word ik verkwikt wakker, na een droomloze slaap. 

Na een leuke vakantie komen mensen terug ‘als een ander mens’, gelukkig en geïnspireerd, om na een paar dagen terug te vallen in hun gebruikelijke geploeter. Ik ben helaas ook geen ander mens na België. In de weken die volgen zit ook gewoon een aantal kutdagen. Er is geen nieuw en superbevredigend leven begonnen, maar het gewone gepruts is ook wel oké. Bij de smartshop koop ik een doosje truffels. “Je moet het zo zien dat alles naar 11 wordt gezet,” zegt de verkoper, aan een denkbeeldige volumeknop draaiend. “Fijne trip!” 

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.