Spring naar de content
bron: anp

Raad van Toezicht van Atria moet verantwoordelijkheid nemen voor machtsmisbruik Kaouthar Darmoni

Het zou de Raad van Toezicht van kennisinstituut Atria sieren als ze haar verantwoordelijkheid neemt voor het wangedrag van oud-directeur Kaouthar Darmoni en excuses aanbiedt aan de slachtoffers, schrijft Alies Pegtel.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Alies Pegtel

Hoewel de details van haar machtsmisbruik mij niet bekend waren, kwam de val van Kaouthar Darmoni, als directeur van Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis in Amsterdam, voor mij niet helemaal uit de lucht vallen. Atria beheert de grootste bibliotheek op het gebied van vrouwengeschiedenis in Europa, voor mijn werk ben ik al jaren een vaste bezoeker. Eenmaal zag ik de ravissante Darmoni zelf in de bibliotheek: op blote voeten, met wervelende rok en diep decolleté poseerde ze in een wolk van parfum voor een fotosessie tussen de boeken.

Vlak voor oudjaar maakte de Volkskrant bekend dat Darmoni is ontslagen wegens grensoverschrijdend gedrag. Ze heeft zich op meerdere terreinen ernstig misdragen, blijkt uit een extern onderzoek van Hoffmann Bedrijfsrecherche. Darmoni, die zichzelf betitelde als ‘CEO Atria’, zat van eind 2019 tot halverwege 2022 aan het roer van het kennisinstituut. In deze relatief korte periode, waarin de organisatie aan de Amsterdamse Vijzelstraat deels was gesloten wegens corona, zag zij desondanks kans een ravage aan te richten. Darmoni hield haar 33 medewerkers eronder met intimidatie, gescheld, gemanipuleer en spionage via camera’s. Ze liep soms op de werkvloer rond in een string en bh, duwde haar borsten en billen in opgedrongen buikdanssessies tegen collega’s aan, en lachte ze uit als ze daar niet van gediend waren.

Jammer genoeg liet de Volkskrant de rol van de verantwoordelijke Raad van Toezicht onbesproken. Want terwijl de ene na de andere medewerker vertrok, zweeg de Raad. Dit was het enige orgaan dat Darmoni tot de orde had kunnen roepen. Maar het deed niets, en keek weg. In een reactie zegt de RvT nu dat ze ook door Darmoni om de tuin is geleid.

Zo maken de leden zich er wel heel gemakkelijk vanaf. Te makkelijk, want dat Darmoni directeur werd van Atria, is de verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht. D66-senator Petra Stienen was de voorzitter die haar eind 2019 aanstelde. Dit ging niet geruisloos, want een paar maanden na Darmoni’s benoeming stapte ze op. Desgevraagd reageert Stienen nu dat ze ‘verdrietig is om te lezen wat erbij Atria gebeurt.’ Maar omdat ze al drie jaar weg is, wil ze verder geen uitleg geven.

Toen bekend werd dat deze vrouw de nieuwe directeur werd van Atria, heerste er alom verbazing. Darmoni, zo hoorden wij, was van Tunesische komaf en had lesgegeven als gender- en mediadeskundige aan de UvA. Ze had de universiteit al enige tijd verlaten. Inmiddels was ze actief als ondernemer. Met haar eenmanszaak Feminine Capital & Goddess Dance bracht ze de zogenaamde ‘godinnendans’ aan de vrouw. Leidinggevende ervaring had ze niet. 

Een behoorlijk antecedentenonderzoek werd niet gedaan, zo blijkt uit het onderzoek van Hoffmann Bedrijfsrecherche, waarin geconcludeerd wordt dat ze loog over haar cv.

Voor haar aanstelling had ze soms in de media beweerd dat ze was gepromoveerd aan de Parijse Sorbonne, en hoogleraar was. Niemand die het checkte, maar het klopte niet. Darmoni leverde haar dissertatie in bij de universiteit van Lyon en was assistent-professor, universitair medewerker. Darmoni is overigens de naam van haar Franse ex-echtgenoot. Zijn achternaam is ze ondanks een tweede (verbroken) huwelijk met een Nederlander altijd blijven voeren. Eigenlijk heet ze Kaouthar Ben Ameur.

De grote vraag is waarom Petra Stienen dacht dat zij voor de functie van directeur van een wetenschappelijk kennisinstituut kwalificeerde. Stienen wil dit helaas niet vertellen, en deze vraag werd ook niet beantwoord in het Volkskrant-interview ‘De laatste stuiptrekkingen van het patriarchaat’ waarin Darmoni zichzelf in mei 2020 als nieuwe directeur presenteerde. Daarin vertelde de charmante Tunesische over de sensualiteit van dansen, vaginaballen en het ‘kutje epileren’ van haar oma. Over haar eventuele wetenschappelijke denkbeelden of een visie op Atria zei ze niets. Dit zou ze in de aankomende jaren voortzetten: altijd liet ze alles over haar persoon gaan.

Doodongelukkige Atria-medewerksters vertelden me dat zij geacht werden op maandagochtend tijdens de algemene vergadering buik te dansen. Vanuit Darmoni’s zelf verzonnen theorie: westerse vrouwen zijn misschien wel vrij in hun hoofd, maar Arabische vrouwen zijn vrij in hun lichaam.

Al snel bleek haar passie voor ‘de godinnendans’ haar enige leidraad in denken en doen.   Doodongelukkige Atria-medewerksters vertelden me dat zij geacht werden op maandagochtend tijdens de algemene vergadering buik te dansen. Vanuit Darmoni’s zelf verzonnen theorie: westerse vrouwen zijn misschien wel vrij in hun hoofd, maar Arabische vrouwen zijn vrij in hun lichaam. Nederlandse vrouwen zouden wat haar betreft net als oosterse vrouwen meer hun sensualiteit en vrouwelijkheid in de strijd moeten gooien.

Dit stereotyperende, koloniale duizend-en-een-nacht-sprookje, waarin Darmoni de Arabische ‘vrouwencultuur’ van harem en hamam verheerlijkt, ging er bij de media in als koek. Jort Kelder hing aan haar lippen, Adelheid Roosen liep met haar weg. Een wetenschapster van Arabische komaf, die zo vrij sprak over ‘erotisch kapitaal’ en man-vrouw verschillen, wekte bewondering. 

Dat ze een medialieveling was, droeg bij aan haar machtspositie. Darmoni gedroeg zich intern als een zonnekoningin, die zich binnen Atria omringde met slaafse getrouwen. Op 8 maart, internationale vrouwendag, liet ze zich tijdens een demonstratie letterlijk ronddragen over straat. Toen ik nog eens informeerde hoe het stond met het gezamenlijke buikdansen, bleek dat dit inmiddels was afgelopen. Darmoni had zich de openbare zaal waarin werd gedanst toegeëigend als haar privékantoor. De unieke bibliotheek die Atria beheert, noemde ze in een interview ‘onze gendergrot van Ali Baba’; de pers bood geen enkel tegenspel. 

Achter de schermen regende het klachten. Medewerkers die vraagtekens zetten bij Darmoni’s lichaamsgerichte benadering van het emancipatievraagstuk en die niets zagen in ‘dans als bevrijding van de vrouw’ werkte ze eruit. Van de ‘oosterse’ vrouwelijke solidariteit die ze naar buiten toe uitdroeg, was intern niets te bespeuren. Binnen twee jaar vertrokken 34 merendeels vrouwen op een personeelsbestand van 33. De Raad van Toezicht, die na het vertrek van Stienen ad interim werd voorgezeten door emeritus-hoogleraar sociale wetenschappen Christien Brinkgreve, liet Darmoni haar gang gaan. Brinkgreve stapte vorig jaar uit de RvT en wil ook niet reageren.

De Raad werd vermoedelijk gegijzeld door Darmoni’s positieve imago in de pers. Hoe gevoelig kritiek ligt op een uitgesproken migrantenvrouw, blijkt wel doordat deze zaak van grensoverschrijding veel minder opschudding veroorzaakt dan in het geval van bijvoorbeeld Matthijs van Nieuwkerk bij DWDD. Opiniemakers onder wie Jort Kelder en hoogleraar Ewald Engelen namen het ondanks het aangetoonde machtsmisbruik voor Darmoni op. Opvallend dat deze witte mannen haar in bescherming nemen als ware zij het slachtoffer; ze bekritiseerden haar ontslag als ‘afrekening van vrouwelijke kracht’ en uiting van ‘de verpreutsing’. Door hun stellingname voor de media-persona vertroebelen ze de kwestie; Darmoni is niet ontslagen om het buikdansen, maar omdat ze als directeur de uitkomsten van een medewerkerstevredenheidsonderzoek manipuleerde, medewerkers niet in hun waarde liet en een angstcultuur creëerde. De RvT zat al die tijd ook in haar maag met de noodkreten van haar Nederlandse ex-man, die aan de bel trok omdat hij van Darmoni hun zoon al jaren niet meer mag zien. 

Na nog twee voorzitterswissels greep de huidige RvT-voorzitter Antje Kuilboer-Noorman doortastend in. Ze zette Hoffmann Recherche aan het werk; Darmoni meldde zich vervolgens in mei 2022 ziek.

Het beeld dat bij het grote publiek zou kunnen opdoemen is dat Atria een subsidie verslindende club is waar een manipulatieve directeur haar danshobby kon uitleven. Terwijl Atria in realiteit een befaamd instituut is dat wetenschappelijk onderzoek doet naar emancipatie en gendergelijkheid, op grond waarvan het beleidsmakers adviseert. In 1935 werd het instituut opgericht om het erfgoed van Aletta Jacobs te bewaren. Het is belangrijk dat deze collectie bij elkaar blijft, goed beheerd wordt en toegankelijk blijft, zeker in een tijd waarin de rechten van vrouwen wereldwijd onder druk staan, ook in de westerse wereld.

In ieder geval zou het de Raad van Toezicht van Atria sieren als ze haar verantwoordelijkheid neemt.

Atria’s directeur dient in de woorden van de RvT eigenlijk ‘de discussie aan te gaan over gender en macht en hoe lijnen te trekken van de feministische erfenis naar nieuwe generaties vrouwen en mannen.’ Als vrouw van kleur werd de mediagenieke Darmoni vermoedelijk geschikt geacht om een jong divers publiek aan te spreken. Maar het experiment om met een buikdansende genderdeskundige die vrij over seks sprak, het stoffige imago van zich af te schudden, is rampzalig uitgepakt. 

De activistische emancipatiemissie van Atria lijkt ook niet echt goed samen te gaan met het beheer van een vrouwenbibliotheek en archieven. De directeur van het Nationaal Archief bemoeit zich tenslotte ook niet met de opvatting van de regering over het slavernijverleden. In ieder geval zou het de Raad van Toezicht van Atria sieren als ze haar verantwoordelijkheid neemt. Ten eerste zou het de slachtoffers van Darmoni’s wangedrag hun excuses moeten aanbieden. En daarna zouden de leden die in periode van Darmoni toezicht hielden, net als zijzelf, moeten opstappen.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.