Spring naar de content
bron: robin van lonkhuijsen/anp

Raquel van Haver: ‘Een goede kunstenaar is een verhalenverteller’

Raquel van Haver (1989) is een van ’s lands toonaangevende kunstenaars van dit moment. Welke boeken, theatermakers en films inspireren haar zoal?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

Boeken

“Ik lees op dit moment Dangerous Ideas van Eric Berkowitz. Een vriend van me is dit boek ook aan het lezen en hij maakte me erg nieuwsgierig. Het gaat over censuur en fake news. Het goede van dit boek is dat het laat zien dat het onderdrukken van het vrije woord en het verspreiden van nepnieuws eigenlijk van alle tijden is. Berkowitz schrijft: “The urge to censor is as old as the urge to speak.” Hij noemt bijvoorbeeld de eerste Chinese keizers, die bepaalde boeken al verboden, of het Vaticaan, dat pornografie probeert uit te bannen. “Words, images and ideas have always been hunted down by those trying to suppress them.” Je moet het boek echt van het begin tot het eind lezen. De opeenstapeling van events – van de keizers van toen tot aan de internettrollen van nu – maakt heel duidelijk hoe wij met onze informatie omgaan. 

“Het lezen van een boek kost mij altijd vrij veel energie omdat ik dyslectisch ben. Daardoor raken boeken mij ook minder snel dan muziek en kunst, omdat die veel directer binnenkomen. Een uitzondering is Milk and Honey van Rupi Kaur. Ik ben een romanticus en vind het heerlijk om weg te zwijmelen bij de verhalen en liefdesgedichten in dit boek. Kaur weet haar gevoelens heel goed op papier te zetten. Ik herken veel in wat ik zelf heb meegemaakt in de liefde. Mijn partner heeft me ook eens een bundel van haar gegeven. 

“Een nieuw project begint bij mij altijd met tekst. Ik ga op het internet op zoek naar boeken over een bepaald onderwerp of een bepaalde techniek en koop die dan. Als ik die stapels boeken heb doorgewerkt, ga ik de praktijk opzoeken. Ik ben op dit moment veel boeken aan het lezen voor een project over zeventiende-eeuwse schilderkunst in Amsterdam. Boeken zoals Decolonizing Museums – Representing Native America in National and Tribal Museums van Amy Lonetree en Theater, Garden, Bestiary – A Materialist History of Exhibitions van Tristan Garcia en Vincent Normand. De portretten uit de zeventiende eeuw zijn statussymbolen: de geportretteerden wilden laten zien hoe rijk en beroemd ze waren. Je kunt het vergelijken met hiphopfoto’s van nu. Ik ben voor Amsterdam 750 jaar een grote show aan het opzetten die zich toelegt op individuen en collectieven die niet altijd op de voorgrond staan, maar die zich wel op een bijzondere manier hebben ingezet voor de stad. Door de gehele stad, waaronder in het Amsterdam Museum en het Stadsarchief, zal over drie jaar een grote expositie komen om die mensen voor het voetlicht te brengen.”

Kunst

“Ik ben veel in het buitenland waar ik lesgeef of werk aan projecten, maar ik probeer ook altijd op studiobezoek te gaan bij een kunstenaar die ik bewonder. Dat zijn mijn favoriete momenten van zo’n reis: je ziet hoe een ander werkt en leert elkaar beter kennen. Elk bezoek is weer anders. Ik herinner me nog heel goed dat ik, toen ik nog op de kunstacademie zat, een bezoek bracht aan het atelier van Gareth Nyandoro in Zimbabwe. Het klikte meteen. Ons werk had heel veel raakvlakken en de gesprekken die we hadden waren geweldig. Intussen heb ik natuurlijk al veel meer kunstenaars ontmoet. Ik moet meteen denken aan het bezoek aan de studio van Kehinde Wiley in New York, van wie ik dit jaar trouwens een meer dan geweldige show zag op de biënnale van Venetië, maar ook aan de bezoeken aan Ibrahim Mahama in Ghana en Thania Petersen in Zuid-Afrika. Met alle drie had ik een enorme klik. In Nederland was ik erg onder de indruk van Remy Jungerman. Deze bezoeken zijn niet alleen heel leerzaam, maar resulteren vaak ook in goede vriendschappen. 

“De laatste tentoonstelling die ik heb gezien is Mirages and Deep Time van Mónica de Miranda in Galeria Municipal Avenida da India in Lissabon, gecureerd door Azu Nwagbogu. Ik heb alleen de opbouw gezien, ik kan dus niet vertellen hoe het eindresultaat eruitziet, maar wel dat het een bijzondere multimediale tentoonstelling is over de zwarte gemeenschap in bepaalde delen van Portugal. 

“Op dit moment zit ik vooral in mijn eigen studio te werken en ben ik bezig met de opbouw van shows, zoals de Dig Where You Stand-show in Tamale, Ghana, en de voorbereidingen voor de biënnale van Barcelona. 

Mirages and Deep Time, Mónica de Miranda

“Nederlandse musea die ik erg kan waarderen zijn Museum De Pont in Tilburg en Het HEM in Zaandam. Het HEM vind ik erg bijzonder, omdat er zo fijn met de ruimte van het gebouw wordt omgegaan en omdat er altijd zo’n goede programmering is. In het buitenland kom ik graag in het Louvre Abu Dhabi, maar ook in wat meer kleinschalige centra zoals het Más Arte Más Acción (MAMA) in Colombia, door de architectuur van het gebouw en de locatie, en het Instituto Buena Bista (IBB) op Curaçao.

“De kwaliteit van het kunstonderwijs is vrij laag in Nederland, waardoor je kennis niet zo groot is als je van de academie af komt. De blik op de internationale kunstwereld is vrij nauw, waardoor je alles zelf moet ontdekken. Nog tijdens mijn studietijd kwam ik op het spoor van Ebony G. Patterson en Chris Ofili, twee grote internationale kunstenaars van kleur, van wie de docenten op de academie nog nooit hadden gehoord. Hun werk was zo anders dan het werk dat ik kende, ze gingen zo anders met hun beeldtaal om dan de kunstenaars waarin wij werden onderwezen… Ik heb geen voorbeelden in de kunstwereld, maar die twee hebben me een bepaalde richting op geduwd waar ik nooit meer van ben afgeweken. Nederland zou veel meer moeten investeren in cultuuronderwijs. Niet alleen op de kunstacademies, maar ook op de basisscholen en de middelbare scholen. Jongeren moeten vaker meegenomen worden naar een museum. Het bezoeken van een museum moet genormaliseerd worden. Ik denk dat veel mensen vinden dat een museum niet voor hen is weggelegd. In de meeste gevallen klopt dat ook wel: de tentoonstellingen spelen vaak in op een interesse van een kleine groep. Kunst is te veel voor de elite – althans, zo wordt het vaak wel gezien. Sommige mensen gaan naar een museum, lezen de bordjes naast een schilderij en denken: ik begrijp het niet. Wat ze niet weten, is dat er genoeg musea zijn waar ze zich wél welkom kunnen voelen. Het Kröller-Müller Museum is prachtig, maar niet voor iedereen even toegankelijk. Iemand die niets heeft met dat museum, houdt bijvoorbeeld wel van het Spoorwegmuseum, maar dan moet je wel weten dat dat museum er ook is.”

Theater

“Wanneer ik voor het laatst naar het theater ben geweest? Dat is wel een tijd geleden. Het zijn meestal kunstperformances die ik zie. Een van de indrukwekkendste dingen die ik wel in het theater heb gezien is The Sacrifice van de Zuid-Afrikaanse choreografe Dada Masilo. Ik zag de uitvoering op het gala ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan van de Prins Claus Prijs. Masilo is een van de weinige choreografen die me echt tot tranen toe kunnen ontroeren. De dansers weten door middel van hun lichaam en hun bewegingen een verhaal over te brengen, wat op zichzelf al knap is, omdat dans natuurlijk een hele abstracte kunstvorm is. Door hun achtergrond – de dansers komen allemaal uit Zuid-Afrika – dansen ze met veel gevoel, waardoor je de pijn, maar ook de liefde die uit het stuk spreekt, op de achterste rij nog voelt. In de choreografie zitten veel verwijzingen naar de koloniale geschiedenis van het land, wat het stuk nog scherper maakt. Aan de ene kant is het daardoor heel rauw, maar ook heel poëtisch, omdat de bewegingen zo absurd strak worden uitgevoerd en de beeldtaal zo perfect is. Het is daardoor heel uitgebalanceerd.

“Een geweldig toneelstuk is The Head & The Load van William Kentridge, een van de grootste nog levende kunstenaars uit Zuid-Afrika. The Head & The Load is totaaltheater: het is kunst, het is performance, het is muziek, het is dans en het is opera. Ik geloof dat het niet eens zo heel vaak is uitgevoerd, maar ik was er echt van onder de indruk. Ook dit stuk gaat over de geschiedenis van Zuid-Afrika, maar dan over de ruim 250.000 Zuid-Afrikanen die meevochten in de Eerste Wereldoorlog. In De Balie ben ik na afloop met hem in gesprek gegaan over kunstenaarschap en afkomst. Het gesprek ging ook over de manier waarop je iets maakt. Een performance-kunstenaar zoals hij maakt iets driedimensionaals, terwijl iemand zoals ik altijd met twee dimensies werkt. Die verschillende manieren van kijken, van het gebruik van ruimte en tijd, kan ik erg waarderen en leiden vaak ook tot nieuwe inzichten.”

Dada Masilo’s The Sacrifice

Muziek

“In de studio heb ik meestal geen muziek opstaan, omdat het me uit mijn concentratie haalt. Ik moet me kunnen focussen op het werk en achtergrondmuziek leidt me dan gewoon te veel af. Verder ligt het er maar net aan in welke mood ik ben. Een andere mood betekent ook totaal andere liedjes en een totaal andere playlist. Diego el Cigala vind ik op dit moment heerlijk om naar te luisteren. Meestal heb ik zijn muziek op shuffle staan, waardoor ik al snel op nog meer salsa kom, maar ook kizomba-mixen, reggae, dancehall, jazz en klassiek. Burna Boy mag ook altijd wel op. 

“De rode draad in mijn muzieksmaak blijft hiphop. Kendrick Lamar is een van mijn favorieten. Hij schrijft prachtige teksten die heel poëtisch zijn, net als Nas en Damian Marley. Ze hebben alle drie echt iets te zeggen en weten hun boodschap op het publiek over te brengen. Verder is mijn smaak heel breed. Als ik thuis ben en ik wil rust, dan zet ik klassieke muziek op of een jazz-album. Als ik vrienden over de vloer heb, dan wordt er vaak hiphop gedraaid. Iedereen voegt dan zelf nummers toe aan de playlist, waardoor ik weer op nieuwe muziek word gewezen.”

Film

“Ik ben veel op reis en ik maak onderweg veel mee, dus ik heb geen films nodig om weg te kunnen dromen. Ik heb genoeg aan de realiteit; het leven zelf is rijk genoeg. De films die ik zie, zie ik vaak in het vliegtuig, maar ook op biënnales en kunstfestivals zie ik veel moois. In Colombia was ik onlangs op bezoek bij de Wayuu-community in La Guajira. Een aantal mensen uit die gemeenschap hebben meegespeeld in de film Birds of Passage. De film speelt zich af in de jaren zeventig, in de tijd waarin boeren in het noorden van het land massaal marihuana begonnen te kweken, de marihuana bonanza. De film laat zien wat er gebeurt als mensen vanuit het niets opeens heel rijk worden en heel veel macht krijgen. Het is een van de indrukwekkendste films die ik ooit zag. 

Night of the Kings

“Een andere film die veel indruk op me maakte, is Night of the Kings. De film speelt zich af in La Maca, een van de beruchtste gevangenissen van Ivoorkust. Het wordt voornamelijk door politieke dissidenten bevolkt en de omstandigheden zijn er erbarmelijk. De moeder van de regisseur heeft er ook een tijd vastgezeten; deze film is deels tot stand gekomen uit zijn herinneringen aan die tijd. De hoofdpersoon van de film is een zekere Roman, een jonge gedetineerde die net is aangekomen in de gevangenis. Hij wordt door de andere gevangen uitgedaagd om in de nacht van de rode maan een verhaal te vertellen. Als hij ze tot zonsopkomst weet te boeien, mag hij blijven leven. Zo niet, dan wordt hij vermoord. Het is een prachtige film over een community die probeert te overleven, maar het gaat ook over hoe een verhaal tot kunst verheven kan worden. Een goede kunstenaar is een verhalenverteller die er in zijn genre in slaagt om iets over te laten komen. Emotie speelt hierbij een grote rol.”