Spring naar de content
bron: matthias giesen

Veiligheid tegen iedere prijs

Overal dreigt gevaar, en in het Westen willen we dat zo veel mogelijk uitbannen, ook als de wereld door deze controledrang aan betekenis verliest. Filosoof en docent integrale veiligheidskunde Gerben Bakker over de nadelen van deze collectieve fixatie: ‘We zijn eerst een risico en daarna pas vrijdenkende subjecten.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Bina Ayar

Misschien waren we nooit veiliger dan nu, toch is de laatmoderne mens vooral bang. Want of het nu gaat om het klimaat of volksgezondheid, er dreigt continu gevaar. Sommigen spreken van de opkomst van de angstige klasse, mensen die koste wat het kost elk risico willen uitbannen. De ene helft is bang voor pandemieën, anderen vrezen de totalitaire wereldregering. Het klimaat is urgent, complotdenkers zijn een gevaar voor de volksgezondheid, sociale media zijn onveilig, en het dagelijkse leven wordt gekenmerkt door voortdurende bedreigingen die moeten worden weggenomen via maatregelen of technische oplossingen. 

De fixatie op veiligheid is ook niet zonder gevaren, schrijft filosoof Gerben Bakker in zijn boek Dansen met de Hydra. Het veiligheidsgeloof verdringt andere waarden en gaat ten koste van onze eigen weerbaarheid en die van onze omgeving. Kunnen we anders omgaan met verlangen naar veiligheid? 

Aan de telefoon voor het maken van een interviewafspraak vertelt Gerben Bakker meteen een anekdote die illustratief is voor de maatschappelijke veiligheidsfixatie. Het gaat over het negenjarige Syrische meisje dat in 2015 verdronk tijdens het schoolzwemmen. Verdriet over het tragische ongeval sloeg al snel om in landelijke verontwaardiging over veiligheid in zwembaden. Had het drama voorkomen kunnen worden, is de hamvraag. Ja, dat had gekund door minder op routine te varen, oordeelt de rechter die de dienstdoende badmeesters tot een werkstraf veroordeelt. Vier Utrechtse basisscholen besluiten daarna het zekere voor het onzekere te nemen en helemaal te stoppen met schoolzwemmen.

In het restaurant van de Haagse Hogeschool waar Bakker docent integrale veiligheidskunde is, vertelt de filosoof opnieuw het verhaal. Omdat het toont hoe veiligheidsbegeerte, het hardnekkige streven om alsmaar veilig te willen zijn, andere sentimenten – zoals rouw – verdringt, en op lange termijn eerder averechts werkt of tot schijnveiligheid leidt. 

Het huidige controledenken draait om snelle bevrediging van veiligheidsbegeerte

“Het huidige controledenken draait om snelle bevrediging van veiligheidsbegeerte. Voor kortetermijnveiligheid brengen mensen steeds meer offers, en wordt ook de omgeving geslachtofferd.” Hij geeft een pijnlijk voorbeeld: “Langs provinciale wegen staan bomen. Daar knalt af en toe een automobilist tegenaan. De trend is om zo’n boom dan meteen te kappen. Voor verkeersveiligheid sneuvelen tegenwoordig heel wat bomen, terwijl ze naast schoonheid – vooral op de
langere termijn – ook veiligheid bieden. De mensen die ertegenaan zijn gereden willen vaak ook helemaal niet dat zo’n boom verdwijnt. Toch gebeurt het, want in elke discussie heeft veiligheidswinst op de korte termijn het laatste woord.” 

Ironisch genoeg is de ‘veiligheid-boven-allesmentaliteit’ evenmin ongevaarlijk, zoals hij beschrijft in Dansen met de Hydra. Het boek dat dit voorjaar uitkomt is een populaire bewerking van zijn onlangs verschenen proefschrift Veiligheidsbegeerte – een kritiek van de veiligheidspolitieke controlementaliteit, in de geest van Hannah Arendt. De permanente noodtoestand waarin de moderne mens zich bevindt kent een prijs. Conformisme, de opkomst van autoritarisme en het verlies van autonomie en zelfs menselijke waardigheid rekent Bakker tot de kwalijke gevolgen van de heersende controlementaliteit.

Met Arendts gedachtegoed analyseert Bakker in zijn boek het controledenken en onderzoekt hij alternatieven. Van onze wereld zou de Joods-Duits-Amerikaanse denker waarschijnlijk gruwen, denkt hij. “Ze zou de manier waarop we ons nu hebben opgesloten in onze huizen en bubbels verafschuwen. Juist in de ontmoeting met de ander, in de dialoog, krijgt de wereld volgens haar betekenis.” Bakker ziet in het plexiglas waarachter verkopers en dienstverleners tegenwoordig schuilen een metafoor van de verwoestijning van de maatschappij die Arendt beschreef; een eenzaam, eenvormig landschap waarin mensen gewend zijn aan een geïsoleerd, ‘veilig’ bestaan. 

De tekst gaat onder de cartoon verder.

Arendt wordt volgens hem tegenwoordig vaak ten onrechte aangehaald om populistische bewegingen te duiden. “Het huidige populisme is niet te vergelijken met het totalitarisme van de twintigste eeuw dat zij beschreef. Haar analyse van de banaliteit van het kwaad, tijdens het proces tegen oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann, is ook vaak verkeerd geïnterpreteerd. Het gedachteloos opvolgen van bevelen bracht een onbeduidend mannetje tot zijn gruweldaden. Volgens haar kunnen samenlevingen ontaarden in autoritaire systemen doordat velen onder druk van het massasentiment hun kritische nadenkendheid opgeven. Autonomie is de beste buffer tegen autoritarisme; gedachteloze volgzaamheid is voor Arendt de bijl aan de vrije samenleving.”

De angstige toestand van het volk is ook volgens veel huidige denkers niet onschuldig. Psychologieprofessor Mattias Desmet spreekt van een massapsychose rond corona, filosoof Ad Verbrugge ziet de ‘intensieve menshouderij’ opdoemen; een wereld waarin mensen voortdurend worden gemonitord en geregisseerd tot gewenst gedrag. Volgens de Stichting Artsen Covid Collectief, een groep onafhankelijke artsen voor behoud van zelfbeschikking en lichamelijke integriteit, is er zelfs een angstpandemie gaande, ‘een zichzelf versterkend proces van angst, psychische programmering, polarisatie en politieke dwang’. Niet alleen coronacritici zien in angst een problematische trend. Ook internationale organisaties als de WHO en Unicef signaleren een toename van angststoornissen en mentale ongemakken. 

Het controledenken – en de impact daarvan – beheerst alle terreinen van het leven, zegt Bakker. “In de zero-risksamenleving is iedere individuele keuze een potentieel risico dat met technisch vernuft of overheidshandelen moet worden weggepoetst. In de toeslagenaffaire zie je dat ook. Mensen zijn daarin aangemerkt als frauderisico. In een wereld vol gevaar zijn we onze eigen liability. We zijn eerst een risico en daarna pas vrijdenkende subjecten. Het resultaat is het verlies van menselijke waardigheid.” 

Ook in de politiek draait het niet meer om klassieke waarden als gelijkheid of vrijheid, maar om risico-management, in stand gehouden door veiligheids-begeerte. Bakker: “In de coronacrisis is dat heel duidelijk. Tijdens de persconferenties gaat het voortdurend over risico’s; de R-waarde of de vaccinatiegraad. Het OMT spuugt het ene na het andere advies uit en de minister van Volksgezondheid heeft zich ontpopt als risicomanager. Politiek tegengeluid is er nauwelijks. Zoals: welk effect hebben de maatregelen op andere waarden, wat doet het allemaal met jongeren of hoe ethisch is het om ouderen in hun laatste levensdagen te isoleren van hun geliefden. Het Red Team, dat zichzelf heeft opgeheven, had die tegenspraak kunnen bieden, maar bleek ook voornamelijk bezig te zijn met effectiviteit, een gemiste kans. We zijn allemaal risicorekenaars geworden.”

Voor bestuurders is het ook niet makkelijk, denkt Bakker. “Als iedereen vraagt waar de boosters blijven, is het lastig om een gebalanceerd verhaal te houden. Het veiligheidsspel is een wisselwerking tussen burgers, politiek en de media, die politici bijna uitsluitend nog afrekenen op risicobeheersing.”

De politiek heeft ondertussen ook baat bij het uitvergroten van gevaar. Zo werkten regering en wetenschappers in Duitsland samen om covidangst aan te wakkeren om zo urgentie te creëren voor corona-beleidsmaatregelen. Ook Engeland – en in mindere mate Nederland – zette angst in als instrument om volgzaamheid op te wekken voor draconische maatregelen. Bakker: “Die berichten vond ik heel heftig. Nog verbazingwekkender is dat er nauwelijks ophef over was. We zijn het blijkbaar normaal gaan vinden dat alles geoorloofd is voor risicoreductie.”

Never waste a good crisis. De voortdurende crises – klimaat, terrorisme, corona – blijken een goede kapstok

voor wetswijzigingen die staten nog meer controle geven over het leven van burgers. Toch klinkt ook buiten de grote thema’s alarmisme: ‘Knakworstjes gevaarlijker dan asbest’, ‘Zomertijd leidt mogelijk tot beroerte’ en: ‘Douwe Egberts staakt reclamecampagne met jongeren die van de brug springen – levensgevaarlijk voorbeeld’. De krantenkoppen die Bakker in zijn boek aanhaalt tonen dat ‘zo’n beetje alles wordt geframed als gevaar’. 

Het resultaat is voor Bakker een hellend vlak, een samenleving waarin wij als wandelende risico’s voortdurend worden bewaakt, door camera’s of coronapaspoorten. In Elsevier Weekblad schreef hij een vernietigend stuk over de omstreden pas, in de woorden van Bakker, ‘een ethisch gedrocht’. De gekozen technocratische route van de CoronaCheck-app is een opstap naar meer data en controledrang, schrijft hij over de pas, die hij ‘vernederend’ en in strijd met het non-discriminatiebeginsel noemt.

“Andersom ontstaat de valse indruk dat wie alle registraties netjes op orde heeft, zich ‘terecht’ geprivilegieerd mag voelen,” schrijft hij ook. “Dat gevoel wordt versterkt door vaccinatietegenstanders als ‘wappies’ neer te zetten, daar hoef je dan niet meer naar te luisteren.” 

Vingerwijzen naar andersdenkenden levert gevoelens van morele superioriteit op, zegt Bakker die dat als een uiting van de domineesmentaliteit ziet. Toch is de homo securus niet eenvoudig te duiden. Want wie zijn die angstige mensen? Zijn het allemaal bange boomers die met vrijheidsbeperkingen hun naderende dood willen bezweren, zoals weleens wordt geopperd? Volgens de Amerikaanse essayist en professor Latijns-Amerikaanse studies Thomas Harrington bestaat de ‘angstige klasse’ vooral uit hoogopgeleide, stedelijke ‘elites’ die hun neurotische levensvisie willen opdringen aan de rest. Waar vroeger een hoge opleiding een zorgvrij leven en mobiliteit bracht, staat een niet-essentieel beroep vanachter de laptop nu vooral voor vervreemding van de fysieke wereld, inclusief verwijdering van meer verre familieleden als oma’s, opa’s, tantes en ooms die met hun levenservaring gevaren in perspectief plaatsen en betekenis geven. 

Traditionele classificaties als klasse of kapitaal zijn niet toereikend om de huidige risicosamenleving te verklaren, denkt Bakker toch. “De laatmoderne mens is opgegroeid met het idee dat we op een zinkend schip zitten en dat alleen controle ons van de ondergang kan redden. Hoe vatbaar je bent voor dat narratief is niet alleen aan klasse gebonden. Kijk naar vaccinatietegenstanders, die vertegenwoordigen alle rangen en standen. Een groep mensen wil niet meer meegaan met controledenken en oplossingsafhankelijkheid, dat is een nieuwe politieke realiteit.”

“No one laughs at God in a hospital, no one laughs at God in a war,” luiden de eerste regels van een lied van Regina Spektor met als titel Laughing With, waarin ze zingt dat God ook funny kan zijn. “No one’s laughing at God/ When they see the one they love/ Hand in hand with someone else.” Sinds de oude Grieken wedijveren mensen al met allerlei goden over hun lotsbestemming. 

De tekst gaat onder de cartoon verder.

bron: matthias giesen

Het verlangen naar veiligheid zit deels in de mens, maar is ook historisch-cultureel bepaald, denkt Bakker. “Tijdens de Verlichting groeide het vertrouwen in de maakbaarheid van de wereld. Dat bracht veel goeds, maar heeft ook schaduwkanten. Sommigen zeggen dan: ‘Als je de rationaliteit relativeert, moet je ook niet profiteren van wetenschappelijke vooruitgang.’ Dat is een vals argument. We hoeven ons niet af te sluiten van vooruitgang; ik wil alleen niet dat we onszelf verliezen in veiligheidsbegeerte.”

Waar in het klassieke denken plaats is voor het noodlot, is risicobeheersing in de technocratische heilstaat geïnstitutionaliseerd. In Arendts filosofie ziet Bakker aanknopingspunten voor een andere verhouding tot veiligheidsbegeerte en het terugbrengen van de filosofische betekenis van politiek. “In de filosofie is er altijd een grote nadruk geweest op de sterfelijkheid van de mens; de mens die koste wat kost zijn dood wil uitstellen. Arendt voegt daar een nieuwe dimensie aan toe: de mens is sterfelijk, maar wordt ook geboren. Het idee van nataliteit is heel belangrijk in haar werk. De menselijke aard wordt niet alleen bepaald door doodsangst, maar ook door een behoefte aan een actief leven en de wil om onbekende toekomstpaden in te slaan.”

“Het maakt uit of je mensen ziet als bangerds of als ‘wezens van gevaar’ met een vermogen om onzekerheid te incasseren,” vervolgt hij. “Angstige mensen trekken zich terug in hun capsule. Als je een durfal bent, ga je het contact met anderen aan. In iedere ontmoeting zit een element van ‘gevaar’, je moet je blootgeven. Maar zonder die interactie gebeurt er ook niets. Ook politiek krijgt volgens Arendt pas betekenis in riskant engagement, ook met andersdenkenden. In vrijheid en in samenspraak met anderen zijn mensen tot unieke dingen in staat.”

Sociale media geven mensen het idee dat ze invloed hebben, maar de beslissingen worden elders genomen

Anders omgaan met veiligheid vergt voorwaarden, schrijft Bakker in zijn boek. Zoals een publieke sfeer waarin een verscheidenheid van perspectieven floreert, een ‘prudente staat’ met ruimte voor burgerparticipatie en ‘een verruimde mentaliteit’, voorbij het eigen gelijk. Zijn die voorwaarden te verwezenlijken? Hij trekt zijn wenkbrauwen verbaasd op: “Burgers spelen nu nauwelijks nog een betekenisvolle rol in de politiek. Sociale media geven mensen het idee dat ze invloed hebben, maar de beslissingen worden elders genomen. Door logge instanties of door een deskundigenapparaat dat het alleenrecht heeft op de waarheid. Dat doorbreken vergt tegenspraak. Het helpt dan niet dat elk tegengeluid wordt bestempeld als desinformatie. Ik heb zelf niet veel met complotdenkers, omdat die soms ook vastzitten in hun eigen gelijk, maar diversiteit van denken is essentieel voor democratie.”

Bakker ziet de huidige omgang met ‘gevaar’ als strijden met de Hydra, een veelkoppig draakachtig monster uit de Griekse mythologie. Naarmate we veiliger zijn, zien we steeds meer risico’s, zegt de filosoof, die eerder met Gert Jan Geling het boek Over politieke correctheid uitbracht en een boek schreef over veiligheid en ethiek. Gezondheid valt zo nu ook onder risico-beheersing. De oorlog tegen roken is nog niet afgelopen of er duiken nieuwe ‘vijanden’ op: obesitas bijvoorbeeld, of problematisch alcoholgebruik. Fysieke bedreigingen de baas zijn is evenmin voldoende; ook woorden kunnen kwetsen en vragen daarom om ‘safe spaces’. Digitalisering moest veiligheid brengen (veilig in de cloud, veilig contactloos betalen!), maar blijkt ook al onveilig, getuige de zorgen om cyberaanvallen, black-outs en andere virtuele rampspoed. Om over de gevolgen van doorgeslagen digitalisering voor burgerlijke vrijheden te zwijgen.

Misschien had Roosevelt gelijk toen hij zei: “We have nothing to fear but fear itself.” De afhankelijkheid van de controlestaat en technologie voor veiligheid is inmiddels gevaarlijker dan andere risico’s die we vrezen. Bakker: “Als je zelf niets meer te zeggen hebt over de wereld, verliest de wereld zijn betekenis. Zonder betekenis verliest het leven zijn zin.

“Wat willen we eigenlijk zo graag controleren? Nu we veel bedreigingen kunnen beheersen, is het de vraag wat voor mensen we willen zijn.” Met Arendt gelooft hij dat ieder mens een keuze heeft om zich niet te laten meevoeren door beveiligingsdrift, desnoods via bravoure of burgerlijke ongehoorzaamheid. “De wereld van Arendt komt niet meer terug, maar als we iets van onze autonomie terug willen, moeten we af van het negatieve veiligheidsbegrip, waarin veiligheid staat voor de volledige afwezigheid van risico’s en verder leegte. Positieve veiligheid is balanceren tussen risico’s temmen en gevaren riskeren; voor zinvolle politiek, creativiteit of glans. Dansen met het monster dus.” Ofwel: mensch, durf te leven!