Spring naar de content
bron: gabriel kousbroek

Staphorst bij 52 graden

Op zijn reis door Zuid-Amerika is G.H.B. in Filadelfia beland, in het onherbergzame Chaco-gebied in Paraguay. De stad werd gesticht door vrome mennonieten, die hun straffe arbeidsethos meenamen naar de Nieuwe Wereld.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door G.H.B. Hiltermann

Er zijn twee volkeren die in het zweet des aanschijns en ogenschijnlijk niet onder de indruk van de koperen ploert hun dagelijks brood verdienen, vrienden, en dat zijn de israëlieten én de mennonieten in Latijns-Amerika. Zoals u weet ben ik langdurig op reis door Zuid-Amerika, een en ander om mijn bucket list (loodjeslijst in beschaafd Nederlands) af te vinken. Onderweg naar het jaarlijkse cevichefestijn in het Peru-aanse Lima heb ik een tussenstop gemaakt i het Paraguayaanse Filadelfia voor een praatje over de Nederlandse wortels van deze vriendelijke, vrome wederdopers van Duits-Nederlandse afstamming. 

Filadelfia is het Jeruzalem van de mennonieten en ligt midden in de Chaco, met de Atacama-woestijn in Chili het onherbergzaamste gebied van Zuid-Amerika. Staphorst bij 52 graden, zou ik heel oneerbiedig kunnen schrijven. 

Het toeval wil dat ik hier in de vroege jaren tachtig journalist, socioloog en vrijbuiter Herman Vuijsje tegenkwam. Ik deed onderzoek naar de positieve effecten van Operatie Condor en Herman was toen nog een bevlogen linkse journalist.

Wij zijn sedertdien penvrienden en ik mailde de nagel aan de doodskist van de PvdA over mijn tripje naar Filadelfia. Vuijsje studeerde mij onmiddellijk het manuscript van zijn pageturner Señor Bijzondere Kentekenen – Avontuurlijke reizen door Zuid-Amerika, die in oktober uitkomt. Koopt dat boek vrinden, want Vuijsje geeft in dit tijdsdocument blijk van een onbevangen en avontuurlijke geest. Hij bezocht een goudzoekerskamp in het Amazone-gebied, maakte kennis met de ontroerend kale huiskamers van Nederlandse missionarissen, en reisde zoals ik al schreef naar Filadelfia, waar ik hem ontmoette. Zijn reizen verliepen niet zonder gevaar, getuige zijn drie weken durende gevangenschap in Bolivia, zijn bijna-onthoofding tijdens de nachtelijke oversteek van de Rio São Francisco en een bloedstollende busrit door het Boliviaanse deel van het Amazone-
gebied. 

Geen vunzige commerciële sekswerksters in de lobby, maar frisse jonge deelnemers aan een Bijbelstudiegroep

Veertig jaar geleden reeds deelden Herman en ik het Pruisische gevoel voor Ordnung, Sauberkeit, Regelmäßigkeit en Fleißigkeit der mennonieten. Vrijstaande huisjes met keurig onderhouden tuintjes, vrouwen met knotjes die het grindpad ordentelijk harken voor de zondag. In de brandschone supermarkt van de coöperatie wordt alles verkocht behalve drank en sigaretten. Zelden zag ik zoveel koe in een supermarkt, vrienden. Koe. De mennonieten verdienen goud met de export van hun topkwaliteit vlees. Bij de kassa’s hingen posters met de tekst ‘Erziehung ist Verantwortung aller’: opvoeding is de verantwoordelijkheid van iedereen. Dat zouden ze eens in de Bijlmer moeten proberen. 

Een christelijke boekhandel en een groothandel in landbouwgereedschappen en werkkleding zorgden voor enig vertier. In de vitrine van de groothandel hing tussen de sobere kledij een bordje met de tekst: Bete und Arbeite

In de tuin van bejaardentehuis Abend-friede even verderop zaten drie oudjes in rolstoelen voor zich uit te staren, onder een parasol. Zo wil ik ook wel oud worden! Op de begraafplaats ernaast bevond zich een hele rij graven van baby’s die meteen na de geboorte waren gestorven. Neef en nicht geeft een scheef gezicht, zou mijn moeder zaliger hebben gezegd. Op een grafsteen stond: christenen nemen nooit voor de laatste keer afscheid van elkaar. 

In hotel Filadelfia, uiteraard met gutbürgerliche Küche, lees ik Erlebnisse aus mennonitischem Umfeld van Paulhans Klassen, een treurigstemmende bundel herinneringen aan het barre leven in Filadelfia. Om de pagina sterven er mennonieten van de honger, uitdroging, malaria, knokkelkoorts, gele koorts, dysenterie, tyfus, tbc en polio, steevast gevolgd door een jubelzang van de schrijver over de goedertierenheid van de Heere God. Maar wat een fijn hotel: geen vunzige commerciële sekswerksters in de lobby zoals overal op dit continent, maar frisse jonge deelnemers aan een Bijbelstudiegroep. 

Het museum, waar ik mijn praatje houd over de priester Menno Simons uit het Friese Witmarsum, is beslist een bezoekje waard. Er hangen foto’s van zelden lachende mensen, schamele hutten en ossenwagens. Verder is er een bijzondere verzameling brieven, bijbels, huisvlijt en koekblikken uit Rusland en de Oekraïne, meegenomen door de mennonieten die vluchtten voor de communisten. De curator fluisterde: “Wij in Filadelfia zijn redelijk verlicht, de strenggelovigen in Belize reizen nog met paard-en-wagen en zijn tegen televisie en internet. We krijgen regelmatig journalisten over de vloer. Die komen aapjes kijken, zoals ik dat noem. Ze druipen teleurgesteld af als ze ontdekken dat wij gewone mensen van vlees en bloed zijn. En dan begint de ellende.”

Hij toonde mij een pagina van agitpropbulletin The Guardian met een reportage over Filadelfia. Daar waar dit linkse sufferdje geen kans voorbij laat gaan om de nieuwe mohammedaanse heilstaat Afghanistan op te hemelen, voert men al decennia een hetze tegen de hardwerkende, goudeerlijke israëlieten én onze mennonieten. 

De tekst gaat onder de illustratie verder.

bron: gabriel kousbroek

De kop in The Guardian loog er niet om: ‘Christelijke sekte vernietigt samen met erfgenamen van nazi’s ’s werelds laatste paradijs’. De curator liep rood aan: “Het is een walgelijk verhaal. We zouden de Chaco verwoesten door onze veeteelt, we zouden 20.000 indianen hebben uitgemoord. Er staat geschreven dat Hitler en Mengele ooit naar de Chaco zijn gevlucht en dat hun volgelingen nu samen werken met de mennonieten, die immers Duits spreken.”

Het is het bekende broodjeaapverhaal, amigos: Hitler pleegde geen zelfmoord, maar vluchtte met een duikboot naar Argentinië en daarna naar Paraguay. Daar zou hij verdergegaan zijn met de voltooiing van het Derde Rijk, samen met de Engel des Doods, Auschwitz-arts Josef Mengele. Geen enkele historicus neemt deze samenzweringstheorie serieus, maar de nazi’s worden er met de haren bijgesleept door de milieufascisten om onze vrome christenmensen in diskrediet te brengen. Juist de mennonieten hebben het grootste hulpprogramma voor indianen in Paraguay gefinancierd en uitgevoerd. 

Bon, ik ga mijn praatje houden en ik hoop dat de airco het doet. Laat ik mijn reiskroniek afsluiten met de opmerking dat het nonsens is dat mensen in warme landen minder hard werken vanwege het klimaat. De mennonieten zijn hier het levende bewijs van, indachtig deze oekaze in het Goede Boek: 

Im Schweiße deines Angesichts sollst du dein Brot essen, bis daß du wieder zu Erde werdest, davon du genommen bist. Denn du bist Erde und sollst zu Erde werden.