Spring naar de content
bron: theo van den boogaard

Zomerlezen

Wellicht wordt dit de zomer waarin alle opgekropte vakantieverlangens van de afgelopen anderhalf jaar worden gebotvierd. Hierbij 88 boeken die niet mogen ontbreken in de hutkoffer.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Thomas van den Bergh

Soms moet je een paar stappen achteruit doen om een scherpere blik te krijgen. Afstand werkt verhelderend.

Auteur dezes verkeert in de gelukkige omstandigheid dat hij voor enige tijd in Parijs woonachtig is. Het is vanuit deze relatieve buitenstaanderspositie dat hem opeens ‘bepaalde dingetjes’ beginnen op te vallen aan Nederland – meer bepaald aan de vaderlandse boekhandel. 

Het boekenaanbod in de Parijse boekhandel ziet er heel anders uit dan in de gemiddelde Nederlandse boekhandel. Geen grote stapels met bestsellers of top 10’en. Alles ligt gelijkmatig uitgestald, of staat strak aaneen gerijd in de kast. Ongeveer een kwart van de omslagen is geïllustreerd, een kwart wordt gesierd met een foto, en de overige vijftig procent is puur typografisch opgemaakt. Meestal in een klassieke letter, omlijst door een al even klassiek kaderlijntje. Simple comme bonjour.

In de kasten treffen we indrukwekkende afdelingen filosofie, theater, poëzie (binnenlands en vertaald), klassieke literatuur, sociale wetenschappen en humaniora, kunstboeken en vertaalde literatuur, gerangschikt op land van herkomst: Engels, Duits, Oostenrijks, Pools, Russisch, Baltisch, Tsjechisch, Hongaars, Servo-Kroatisch, Italiaans, Spaans, Portugees, Chinees, Indiaas, Japans, Arabisch. 

De Nederlandse letteren staan soms op een aparte plank, maar vaker worden zij onder de noemer ‘Littérature du Nord’ geschaard, samen met Scandinavische auteurs. Vooral Jeroen Brouwers, Anna Enquist, Adriaan van Dis, Stefan Hertmans, Herman Koch, Erwin Mortier en Gerbrand Bakker kom ik hier tegen. Van de jonkies stuit ik verschillende malen op Niña Weijers (Chambres antichambres – Kamers antikamers), Lize Spit en Marieke Lucas Rijneveld.

Hoe kan het, dat de Franse boekhandel zo’n rijk aanbod handhaaft? Dat is, u raadde het al, een kwestie van cultuur. Literatuur wordt hier hoogst serieus genomen, net als kaas en wijn. Wie in Parijs een boekwinkel betreedt, moet zich een weg banen tussen de lezende en bladerende klandizie. Tussen enkele aanwezigen is altijd wel een gesprek over recent verschenen boeken gaande. Niet dat de boekhandels zo sporadisch hun deuren openen, want menige zichzelf respecterende librairie blijft elke dag van de week tot tien uur ’s avonds of zelfs tot middernacht geopend. 

U denkt nu dat ik chargeer, of dat ik een karikatuur schets. Dat is niet het geval. Boekhandels zijn hier vanaf de eerste dag van de pandemie tot ‘essentiële handel’ bestempeld. Dat zegt genoeg.

De Nederlandse literatuur is de laatste tien, vijftien jaar door en door vercommercialiseerd, wat een ernstige versmalling in het aanbod heeft teweeggebracht. Ketenboekhandels als Bruna en Ako zagen zich gedwongen hun vloer anders in te delen: minder boekenvoorraad, meer ‘branchevreemde’ producten als schooltassen en bordspelletjes. Ook de zelfstandige boekhandel, die een minder sterke onderhandelingspositie heeft en dus minder marge krijgt van de grote uitgeefconcerns, moest door dalende verkoop snijden in zijn aanbod.

En als boeken niet zichtbaar zijn, worden ze ook niet verkocht, dat is geen hogere wiskunde. Gelukkig is er dan dit zomeroverzicht om uw blik te verbreden en u te wijzen op titels die u in uw plaatselijke boekhandel wellicht niet meer tegenkomt, maar die u niet had willen missen.

Nederlandse fictie

In de Nederlandse fictie van het afgelopen seizoen vallen twee trends op. Ten eerste zagen we een golfje dystopische romans aanspoelen. De verklaring ligt voor de hand: de realiteit reikt ons zoveel zorgwekkends aan, dat de verleiding groot is de consequenties daarvan ad absurdum door te denken. Adriaan van Dis, Wouter Godijn en Ellen de Bruin vinken een complete lijst onheilsvoorspellingen af: verregaand seksisme, rampzalige klimaatverandering, manipulatie van de pers, et cetera.

Als je het heden wil vermijden maar evenmin in een glazen bol wil kijken, vlucht je in het verleden. Ook de historische roman is aan een opmars bezig. Jeroen Olyslaegers schildert met overgave en in barokke taal het Antwerpen en Amsterdam in de Gouden Eeuw, en Nico Dros schreef een meeslepende roman over de mediëvist Willem, die het leven van de legendarische Madoc te boek stelt. Wie beide wil, geschiedenis én toekomstbeeld, wordt op zijn wenken bediend door Christiaan Weijts, die de vriendschap tussen journalist Tom Schilperoort en Pablo Picasso reconstrueert, en tegelijk een somber beeld schetst van Nederland anno 2054, dat gedomineerd wordt door virtual reality.

Adriaan van Dis – KliFi

Ellen de Bruin – Kraaien in het paradijs

Wessel te Gussinklo – Op weg naar De Hartz

Mathijs Deen – Het lichtschip

Wouter Godijn – Karina of de ondergang van Nederland

Christiaan Weijts – Furore

Nico Dros – Willem die Madoc maakte

Jeroen Olyslaegers – Wildevrouw

Debuten

Het was een goed jaar voor literaire debuten, waarbij het grote aandeel vrouwelijke debutanten in het oog springt. Zij kiezen voor het merendeel niet voor stilistische verfijning, maar voor een geëngageerd, kritisch geluid. 

Werd er in het verleden nog weleens geklaagd over het genavelstaar en het gebrek aan straatrumoer in de vaderlandse literatuur, daarvan kan je deze jonge schrijfsters niet betichten. Sofie Lakmaker schrijft grappig en scherp over genderverwarring, Simone Atangana Bekono stelt allerlei vormen van racisme aan de kaak en Lale Gül schetst een ontluisterend beeld van de hypocriete moslimgemeenschap waarin zij opgroeide.

Verheugend is ook dat er weer geëxperimenteerd wordt in de letteren. Gerda Blees koos een veelheid aan perspectieven om haar verhaal over een sekte te vertellen, Lisa Huissoons intrigerende ‘roman’ is niet veel anders dan een opsomming van alle personen die ze kent en gekend heeft, en Joost Oomens Perenlied is… nu ja, een perenlied: even bloemrijk als eigenzinnig.

Lale Gül – Ik ga leven

Sofie Lakmaker – De geschiedenis van mijn seksualiteit

Lisa Huissoon – Alle mensen die ik ken

Gerda Blees – Wij zijn licht

Joost Oomen – Het Perenlied

Simone Atangana Bekono – Confrontaties

Roos Vlogman – Raaf

Kira Wuck – Knikkerkoning

De man

Nadat we ons de afgelopen jaren hadden opgewonden over #MeToo en de achtergestelde positie van de vrouw, werd het tijd om de focus te verleggen naar de andere kant van het spectrum. Wat moeten we in hemelsnaam nog met de man, anno nu? 

Waar de Franse historicus Ivan Jablonka mannelijke eigenschappen consequent negatief duidt en pleit voor gender-egaliteit, daar benadert Maarten Huygen de man positiever, en onderstreept zijn unieke kwaliteiten. Dat dit debat de moderne man in ernstige verwarring achterlaat, lezen we in de nieuwe roman van Henk van Straten, waarin de hoofdpersoon gaat zwaardvechten om zijn man-zijn op te vijzelen.

Mij beviel het zelfonderzoek van Grayson Perry het best, omdat het weinig stellig en lekker dwars is. Perry pleit voor het openbreken van het begrip ‘mannelijkheid’. Zoals deze kunstenaar soms in een jurk door het leven gaat, zo zou iedere man zich minder eenvoudig in een genderhokje moeten laten stoppen. Wie eens wil lachen om het verschijnsel man, leze Myrthe van der Meers ironische handboek vol tips, bijvoorbeeld dat iedere man behoefte heeft aan ‘een schuurtje’.

Emma Cline – Daddy

Henk van Straten – Ernest Hemingway is gecanceld

Maarten Huygen – Het nut van de man

Johan de Boose – Dondersteen

Ivan Jablonka – Mannen die deugen

Grayson Perry – Mannen

Carel van Schaik en Kai Michel – De waarheid over Eva

Myrthe van der Meer – Het houden van mannen. Veldgids voor de praktijk

Tweede Wereldoorlog

In 2020 was het 80 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog uitbrak en 75 jaar geleden dat hij eindigde. Er zijn altijd weer nieuwe verhalen over de oorlog te vertellen, en ook wie er al vele gelezen heeft, weet nooit genoeg.

Zo was er nog geen biografie over de NSB-propagandist Max Blokzijl, de eerste Nederlander die na de oorlog geëxecuteerd werd. Voor een grondig overzicht van het verloop van de Neurenberger processen is de bundeling artikelen door Steffen Radlmaier van onschatbare waarde.

De Duits-Schotse auteur Alexander Starritt kiest in zijn roman het Duitse perspectief. Zijn hoofdpersoon vocht mee aan het oostfront en richt zich vele jaren later in brieven tot zijn kleinzoon. Het complexe mengsel van schuldgevoel, trots, verdriet en schaamte bij de Wehrmacht-soldaat is zeer overtuigend beschreven. Bijzonder indrukwekkend is ook het nuchtere en tegelijk poëtische (dat kan samengaan) ooggetuigenverslag van de Franse Auschwitz-overlever Charlotte Delbo.

Hoe gevaarlijk het is een grote groep buiten te sluiten op basis van etnische of geloofskenmerken, daarover ging de 4 mei-lezing van Arnon Grunberg. Dat hij een vergelijking tussen joden en Marokkanen maakte, werd hem niet door iedereen in dank afgenomen. Wie de tekst zorgvuldig leest, kan Grunberg alleen maar gelijk geven.

Kees Schaepman – Max Blokzijl

Steffen Radlmaier (red.) – Het proces van Neurenberg

Arnon Grunberg – Als ze het over Marokkanen hebben

Valentin Senger – De jongen uit de Kaiserhofstrasse

Charlotte Delbo – Niemand van ons zal terugkeren

Alexander Starritt – Wij Duitsers

Ad van Liempt – Hier is het gebeurd

Paul Binnerts – Het leugenlabyrint

Brievenboeken

Al 55 jaar gunt de reeks ‘Privé-domein’ ons inkijkjes in het intieme leven van schrijvers en kunstenaars. Dit jaar verschenen er in de befaamde reeks nieuwe brievenboeken van Charles Baudelaire en Alice Schwarz, de moeder van Harry Mulisch. 

Maar het is niet alleen dankzij Privé-domein dat er geregeld fraaie briefwisselingen op de markt komen. Kostelijk is bijvoorbeeld de correspondentie tussen Maarten en Kees ’t Hart (geen familie), die in het oeuvre duiken van de door hen bewonderde Simon Vestdijk. Op een wonderlijke manier meeslepend is de maniakale reeks faxen die Nicolien Mizee gedurende meer dan twintig jaar aan haar aanbeden Ger Beukenkamp schreef.

De Engelse kunstenaar-schrijver Edmund de Waal schreef fictieve brieven aan de puissant rijke Parijse kunstverzamelaar Moïse de Camondo. De Nederlandse vertaling verschijnt zeer binnenkort. Strikt genomen geen brievenboek, maar wel doorspekt met prachtige brieven die zijn moeder vanuit Nederlands-Indië aan haar zuster in Nederland schreef, is Brokkens De tuinen van Buitenzorg. En omdat een 

lijstje met brievenboeken nu eenmaal incompleet is zonder de godfather van het epistolaire genre, zetten we Gerard Reve er ook bij. 

Charles Baudelaire – Mijn hoofd is een zieke vulkaan

Kees ’t Hart en Maarten ’t Hart – De toetssteen

Nicolien Mizee – Hoog en laag springen

Alice Schwarz – Zo’n genie ben je nu ook weer niet

Splinter Chabot – Roze Brieven

Edmund de Waal – Brieven aan Camondo

Jan Brokken – De tuinen van Buitenzorg

Gerard Reve – Op weg naar het einde, Nader tot u

Misdaad

Najaar 2020 werd het tweede seizoen van de tv-serie Undercover, over het wel en wee van Brabantse drugsfamilie, een kijkcijferhit. Dat de Nederlandse pillenproductie inderdaad in handen is van een klein aantal Brabantse families bleek enkele jaren geleden al uit De achterkant van Nederland, een diepgravend onderzoek van Pieter Tops en Jan Tromp. Nederland drugsland is het vervolg. Ditmaal zoomen de journalisten uit van Brabant en laten overtuigend zien dat de georganiseerde drugscriminaliteit heel Nederland enorm veel schade toebrengt.

Als je dacht intussen wel alles over Neerlands bekendste crimineel gelezen te hebben, voegt Astrid Holleeder nog een aangrijpend derde deel toe aan haar autobiografie. Ditmaal gaat het vooral over de vraag: hoe nu verder?

Dat misdaad vaak begint met het opzoeken van mazen in de wet, bewijst het uitstekende onderzoeksjournalistieke boek over ‘pandjesprins’ Bernhard jr. van Michiel Couzy en Maarten van Dun. Als de prins zelf geen criminele feiten pleegt, dan gaat hij wel in zee met dubieuze figuren die het voor hem doen.

Meesterlijk is de familiegeschiedenis van de Amerikaanse historicus Russell Shorto. Na eerdere boeken over Amsterdam en de filosofie van Descartes gaat het ditmaal over Shorto’s grootvader, die de oprichter was van een goksyndicaat.

Astrid Holleeder – Familiegeheimen

Pieter Tops en Jan Tromp – Nederland drugsland

Daniël Verlaan – Ik weet je wachtwoord

Michiel Couzy en Maarten van Dun – Zakenprins

Gabri van Tussenbroek en Tanja Holzhey – De laatste overval

Russell Shorto – Pater familias

Beatrice de Graaf – Radicale verlossing

Michèl de Jong – Oliebollen-Nel

Biografieën

Lang liep Nederland achter op het buitenland als het om de biografie ging, zowel qua productie als consumptie. Maar die achterstand lijkt de laatste tien, vijftien jaar ingelopen. Ook 2020-2021 was een rijk biografieënjaar. 

Er verschenen indrukwekkende biografieën van literaire kanonnen (Jef Last), van politici (Wiegel, Van Mierlo), wetenschappers (Snouck Hurgronje). Speciale vermelding verdienen het journalistieke interviewboek dat Brigit Kooijman over actrice Elisabeth Andersen maakte, en de gedegen biografie van Erasmus door Sandra Langereis. Het eerste valt op door de hybride vorm en de bewogen levensloop van de actrice, die zijzelf nuchter en niet zonder humor van commentaar voorziet, het tweede door de eruditie en de soepele pen van de auteur.

Dat ze er in het buitenland ook nog altijd wat van kunnen, bewijzen onder anderen Heather Clark, met haar onthullende biografie over het korte en getroebleerde leven van dichteres Sylvia Plath, en de Amerikaanse Sally Bedell Smith met een smakelijk levensverhaal van Queen Elizabeth. Gefundenes Fressen voor alle kijkers van The Crown.

Sally Bedell Smith – Koningin Elizabeth II 

Sandra Langereis – Erasmus

Brigit Kooijman – De oude actrice en ik

Heather Clark – Rode komeet

Pieter Sijpersma – Hans Wiegel

Wim van den Doel – Snouck

Hubert Smeets – Een wonderbaarlijk politicus

Rudi Wester – Bestaat er een raarder leven dan het mijne?

(Mentale) gezondheid

Zou het aan de lockdown liggen? Van opgesloten zitten worden we depressief, de constante dreiging maakt mensen angstig. En dus lagen er het afgelopen jaar stapels nieuwe boeken over mentale instabiliteit, over bang zijn en over ziekte in de boekhandel.

Daan Heerma van Voss schreef openhartig over de paniekaanvallen, die hem al van jongs af op gezette tijden kwellen. Behalve een zelfonderzoek is zijn boek ook een grote inventarisatie van de studie naar het wezen van de angst, door de eeuwen heen. YouTuber Alwin Ritstier is naar eigen zeggen ‘voor alles bang’. Hij beschrijft hoe die angststoornis is ontstaan, maar ook wat hij eraan doet om ervan af te komen.

Inger Boxsem is redacteur bij een televisieprogramma en heeft een druk gezinsleven als ze plots wordt onderuitgehaald door een burn-out. Haar rondgang langs therapeuten en instanties heeft ze verrassend lichtvoetig aan het papier toevertrouwd.

Waar langdurige depressiviteit en sociale isolatie toe kan leiden, beschrijft Joris van Casteren in zijn schitterende en aangrijpende boek over eenzaamheid. Het doet je andermaal beseffen dat de grens tussen ‘normaal’ functioneren en afglijden naar de marge van de samenleving een dunne is.

Caroline Reeders – U mag even plaatsnemen

Daan Heerma van Voss – De bange mens

Inger Boxsem – Naar omstandigheden nogal slecht

Marcel van Roosmalen – Mijn legendarische moeder overleeft alles

Joris van Casteren – Eenzaamheid

Ab Osterhaus en Bram Palache – Virus

Alwin Ritstier – Gek van mezelf

Luc Van Gorp – Mensenmaat

Dieren

We zijn de aarde aan het uitputten, de biodiversiteit neemt drastisch af, het klimaat verandert, maar gelukkig kunnen we altijd nog volop van de natuur op papier genieten. Prachtige boeken over flora en fauna zijn er in overvloed.

De Brit John Lewis-Stempel noemt zichzelf een ‘schrijvende boer’. In zijn nieuwste boek neemt hij een duik in stilstaand water en beschrijft wat hij allemaal aantreft in vijvers en slootjes, van larven tot salamanders en kikkers. Zijn poëtische stijl gaat hand in hand met een grote  informatiedichtheid.

De wolf blijft tot de verbeelding spreken. Over zijn terugkeer in de Lage Landen zijn de meningen verdeeld. Jan Loos is duidelijk een voorstander. In zijn onderhoudende boek probeert hij vooral allerlei vooroordelen ten aanzien van de wolf weg te nemen.

Helen Macdonald is vooral bekend van haar boek over de havik, maar ook haar nieuwe essaybundel Schemervluchten is vol van vogels. Speels en erudiet schrijft ze over hoe de natuur verandert onder invloed van menselijk ingrijpen, en hoe dat niet het eind van de wereld, maar ook een nieuw begin kan zijn.

Martine van Zijll Langhout – Over leven in het wild

John Lewis-Stempel – Stille wateren

Jan Loos – In het spoor van de wolf

James Rebanks – Pastorale

Merlin Sheldrake – Verweven leven

Sietze Norder – De wereld in het klein

Lars Kvamme – Zalm. Een biografie

Helen Macdonald – Schemervluchten

Vertaalde literatuur

Als we de grens deze zomer onverhoopt niet over mogen, zijn er altijd nog schitterende boeken uit diverse buitenlanden waarmee we ons, gezeten in onze leesfauteuil, toerist kunnen wanen.

Dan reizen we bijvoorbeeld af naar Portugal en Angola, met de nieuwe van António Lobo Antunes in de hand. Of naar Polen, met Tomasz Jedrowski’s Zwemmen in het donker, een kritisch boek over de verstikkende mentaliteit in de communistische heilstaat. Of naar Noorwegen, via het introverte, zwijgzame proza van Jon Fosse. Of, welja, naar Kamtsjatka, met Julia Phillips.

Wie instapt in de fenomenale, overvolle roman van David Mitchell reist niet alleen geografisch, maar ook in de tijd, naar de jaren zestig, toen de popmuziek onder invloed van psychedelica nieuwe mogelijkheden exploreerde. Ook uit het Angelsaksische taalgebied afkomstig is Vredesbesprekingen, maar Tim Finch’ uitstekende verhaal over een oudere diplomaat die rouwt om het verlies van zijn echtgenote, speelt verrassend genoeg in de Tiroler Alpen. Nog eenzamer is de verteller in de nieuwe, autobiografische roman van de IJslander Jón Kalman Stefánsson, die na de dood van zijn moeder onder de plak zit bij een kille stiefmoeder. Daardoorheen vlecht de auteur de geschiedenis van zijn wankelmoedige voorouders.

David Mitchell – Utopia Avenue

Tim Finch – Vredesbesprekingen

António Lobo Antunes – De andere kant van de zee

Tomasz Jedrowski – Zwemmen in het donker

Jon Fosse – Ik is een ander

Jón Kalman Stefánsson – Het geknetter in de sterren

Javier Marías – Denk morgen op het slagveld aan mij

Julia Phillips – Verdwijnende aarde

Zwart/wit

Het was dé literaire rel van het voorjaar. Het gedicht ‘The Hill We Climb’ dat spokenwordartiest Amanda Gorman had voorgedragen bij de inauguratie van de Amerikaanse president Joe Biden, zou in het Nederlands vertaald worden door schrijfster Marieke Lucas Rijneveld. Maar na een storm van protest moest Rijneveld haar vertaalopdracht teruggeven. “Immers, was een zwarte vertaler hier niet passender, in plaats van alweer diezelfde toch al zo succesvolle, witte schrijfster (m/v)?”

Los van wat je daarvan kunt vinden, was alle ophef zoals die op de sociale media en in tientallen felle opiniestukken naar boven borrelde, tekenend voor de gevoeligheid waarmee het thema racisme is omgeven. Uitgevers, immers in wezen commerciële bedrijven, hebben dat ook begrepen en produceren dus de ene na de andere slavernij-, Black Lives Matter- en racisme-titel. Huidskleur is handel!

Zo schreef Reggie Baay een historische roman over een tot slaaf gemaakte in de achttiende eeuw, onderzoekt Layla Saad wit privilege, belicht Marjoleine Kars een slavenopstand in het huidige Guyana, en laat Audre Lorde in haar scherpe essays zien dat een identiteit is opgebouwd uit een complex van factoren. Voor de noodzakelijke feitelijke achtergrondinformatie in de discussie zorgt Henk den Heijer, in een fijn overzichtswerk om de oververhitte gemoederen iets tot bedaren te brengen.

Henk den Heijer – Nederlands slavernijverleden

Audre Lorde – Sister Outsider

Dalilla Hermans en Ebissé Rouw (red.) – Afrolit

Layla Saad – Witte suprematie & ik

Marjoleine Kars – Bloed in de rivier

Reggie Baay – Het lied van de goden

Pepijn Brandon – De slavernij in Oost en West

Reni Eddo-Lodge – Waarom ik niet meer met witte mensen over racisme praat.

bron: theo van den boogaard