Spring naar de content
bron: anp

Harm Edens: ‘Het eerste wat ik dacht toen ik het idee voor dit boek opstuurde: goh, wat een dom idee’

Presentator Harm Edens (59) schreef met Volkomen onnatuurlijk gedrag een eerlijk en humoristisch boek over zijn jeugd en zijn liefde voor Engeland. Dit bleek sterk met elkaar verbonden: de Britse humor bracht hem verlossing en kleur in een gezin waar benauwdheid en angst regeerde. “Als mijn moeder of zus zeggen dat ze het zich niet zo herinneren dan kan dat, maar dat is dan ook omdat zij er totaal anders in stonden.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jelle Brumsen

Je hebt een boek geschreven: Volkomen onnatuurlijk gedrag. Hoe zou je het boek karakteriseren?

“Het is een soort impressionistisch sfeerbeeld van hoe ik geworden ben wie ik nu ben. Ik realiseerde me vorig jaar aan het begin van de lockdown waarom die Engelse verhalen en humor zo belangrijk voor mij zijn. Dat heeft enorm veel te maken met het gezin waar ik uit kom.”

Waarom realiseerde je je dat toen?

“Ik was aan het nadenken over hoe de komende maanden eruit zouden komen te zien en ook was mijn vader toen precies een jaar geleden overleden. Toen diende dat hele verhaal zich eigenlijk heel erg aan. Ik had alles nooit echt in een logische tijdlijn in mijn hoofd gezet, het waren vooral losse flarden. Ik wilde aanvankelijk alleen schrijven over de leuke verhalen die ik had over Engeland, maar toen ik aan het bedenken was of dat ook interessant zou zijn voor anderen, besefte ik waarom Engeland en de Britse humor zo belangrijk voor mij waren. In het gezin waar ik uit kom bood dat een uitvlucht.”

In het laatste hoofdstuk schrijf je over je vader: ‘Dank dat je m’n vader was, ook al was je altijd heel ver weg. […] Dank voor je angst en controlebehoefte, zodat ik vanaf dag één heb moeten worstelen om lucht te krijgen en de absurditeit van alles wel móést zien.’ Was je erg bezig met wat je familie van dit soort passages zou vinden?

“Ik heb geprobeerd om dat zoveel mogelijk naast me neer te leggen. Ik heb mijn hele leven al genoeg mijn best gedaan om me aan te passen. Mijn moeder weet ook niet eens dat er een boek aankomt. Dit is mijn verhaal. Als mijn moeder of zus zeggen dat ze het zich niet zo herinneren dan kan dat, maar dat is dan ook omdat zij er totaal anders in stonden. Daarom was het voor mij ook zoals het was. Dus dat zou heel goed naast elkaar kunnen staan.”

Denk je dat het boek er ook was gekomen zonder de coronapandemie?

“De kans is aanzienlijk van niet. Ik werk altijd veel en dan vind je nooit de rust en ook het lef om dat te gaan doen. En tot nu toe dacht ik altijd: er zijn al genoeg échte schrijvers. De urgentie om dit boek te schrijven was er ook nooit. Met het begin van de lockdown was er ineens een verpletterende stilte en denkruimte en toen ontstond de behoefte om mijn verhaal op te schrijven wel.”

Je zag jezelf dus niet als een échte schrijver?

“Nee. Ik heb wel 23 jaar komedies voor tv geschreven en heel veel columns. Maar dit is anders. Dat heb ik ook altijd als ik voor een gastrol wordt gevraagd: ik voel dan enorm veel schroom om daarop in te gaan. Je hebt 6000 werkloze zwaar geschoolde acteurs, denk ik dan. Neem die, ik heb al werk. Ik zie mezelf (nog) niet als een echte romanschrijver, maar ik heb dit boek vooral gemaakt omdat ik het gewoon een heel fijn werkje vond.”

Hoe ging je te werk?

“Ik maakte een soort puzzel, daar helpt mijn scenario-achtergrond enorm bij denk ik. Ik schrijf niks op voordat ik het in mijn hoofd af heb. Vervolgens moet je voortdurend al je zintuigen open hebben staan voor alles dat je al opgeschreven hebt, voor alles waarvan je weet dat het nog komt en voor de dwarsverbanden. Daar ben ik best wel autistisch in. Ik heb dat ook als ik een boek van 1200 pagina’s lees en op pagina 45 staat ‘trottoir’ en op pagina 1130 staat ‘stoep’, dan denk ik: oh, waarom niet weer trottoir? Is het nu een ander soort stoep? Zo werkt mijn hoofd gewoon. Een bepaalde consistentie is goed, dat geeft een sfeer, een samenhang. Ik vind dat in elk geval fijn bij het schrijven. Of om het anders te zeggen: anders kan ik het gewoon niet.”

Hoe laat begon een schrijfdag?

“Het was erg vroeg opstaan. Ik had in die beginmaanden van corona een soort rare spanning in mijn lijf, dus ik was altijd voor dag en dauw wakker. Half zes zat ik toch echt wel aan de ontbijttafel.”

Hoelang heb je over het boek gedaan?

“Van vorig jaar maart tot eind augustus. Best snel eigenlijk. Terwijl ik er ook nog fulltime bij hebt gewerkt, want het bleek m’n drukste jaar ooit te worden. Maar ik heb het natuurlijk allemaal zelf meegemaakt dus dat scheelt.” 

Vanaf welk moment dacht je dat het ging lukken?

“Vanaf het eerste moment, want ik begin nooit aan iets waarvan ik denk dat het niets wordt. Dat wil dan echter nog niet zeggen dat het ook echt wat goeds wordt.”

Als het smaldeel der samenleving wil blèren dat ik weer zo’n BN’er ben die een boek heeft geschreven: nou, dat mag

Harm Edens

Wat vond je het belangrijkste bij het schrijven van het boek?

“Dat het voor mezelf leuk en zinvol was om te doen. Vroeger was dat wel anders, maar nu is voor mij het proces van het maken absoluut het belangrijkste. Straks heb je vlak voor je dood de realisatie dat je alleen maar succes heb gehad maar dat het nooit leuk was. Dat vind ik helemaal niet boeiend.”

Dus eigenlijk is het leukste deel nu achter de rug?

“Absoluut.”

Interesseert het je wat andere mensen ervan vinden?

“Nee, want wat moet je daarmee? Ik word dit jaar zestig. Als je dan nog de hele tijd bezig moet zijn met wat iedereen ergens van vindt, is dat lichtelijk vermoeiend. Ik zou het mooi vinden als veel mensen plezier beleven aan het boek en er ook wat aan hebben: dingen hardop zeggen helpt soms echt. Als het niet wordt begrepen of mensen er niets uithalen is dat jammer, maar dan was het proces in elk geval voor mezelf nog leuk.”

Had het je dertig jaar geleden meer uitgemaakt wat men ervan zou vinden?

“Dan zou ik het denk ik niet eens gedurfd hebben. Nu maakt het me niet zoveel meer uit of ik een meesterwerkje heb afgescheiden of niet. Zeg jij dat maar, zeg maar dat je het heel mooi vond. Dan zeg ik: ‘Nou, leuk om te horen.’ En dat meen ik dan ook.”

Je bent natuurlijk bekend als presentator van Dit was het nieuws. Ben je bang gezien te worden als de zoveelste BN’er die een boek schrijft?

“Dat was het eerste wat ik dacht toen ik mijn idee opstuurde naar een literair agent. Ik dacht: goh, wat een dom idee. Al die werkloze acteurs en tv-piepeltjes, iedereen gaat maar een boek maken nu ze door corona thuis zitten. Heel origineel van je, Harm! Het gevaar dat mensen dat denken is er zeker. Dag mag ook en dan hoef je het boek ook zeker niet te lezen. Ik hoop dat ik iets heb gemaakt dat mensen leuk vinden maar anders is het ook prima. Je gelooft me niet, hè?”

Nee.

“Op Twitter krijg je allemaal dingen naar je hoofd geslingerd. Als homo moet je worden doodgereden, en dat soort dingen. Dit boek is een heel persoonlijk document en mensen om me heen vinden het mooi en de moeite waard. Dat is voor mij dan genoeg. De rest is winst. Als het smaldeel der samenleving wil blèren dat ik weer zo’n BN’er ben die een boek heeft geschreven: nou, dat mag.”

Waar word ik nou echt door geraakt? Soms kan dat al door één of twee mooie zinnen gebeuren. De rest van het boek vergeet ik dan, maar dan denk ik later: dank voor die prachtige zin

Je hebt 23 jaar comedy geschreven met Ger Apeldoorn. Was de verleiding er om te vaak humor toe te passen?

“Nee, ik kan ook heel goed serieus zijn. En humor bestaat ook alleen maar bij de gratie van serieus gepraat. Als alles grappig is, dan is er niks meer over.”

Wat vind je zelf fijn om te lezen?

“Vertellingen waarin de auteur echt iets te melden heeft. Een mooie levensgeschiedenis, al dan niet fictief, of een familiesaga waarin je wordt meegesleept. Je hebt nu dat Cliënt E. Busken van Jeroen Brouwers. Het is razend knap gedaan, alleen ik denk dan: ga ik er iets van onthouden, behalve een mopperende man in een stoel? Ik vind dat een auteur goed moet nadenken over wat hij de wereld te melden heeft. Want waar ga je de mensen toch mee zitten vervelen, waar zadel je ze mee op? Al die gekunstelde romans die uitkomen interesseren me niet zo erg meer.

Je moet een boek kunnen onthouden?

“Ja, op z’n minst het verhaal of bepaalde gebeurtenissen. Anders vind ik het een beetje onzinnig. Dan denk ik: heeft hij mooi opgeschreven, dat is vast een enorme puzzel voor hem geweest. Maar heeft het mijn leven dramatisch verrijkt, niet echt. Het gaat er voor mij om wat iemand nou echt te zeggen heeft. Waar word ik nou echt door geraakt? Soms kan dat al door één of twee mooie zinnen gebeuren. De rest van het boek vergeet ik dan, maar dan denk ik later: dank voor die prachtige zin.