Spring naar de content
bron: anp

Eddy Zoëy: ‘Mijn leven draait om kunst’

Eddy Zoëy (54) is presentator, kunstenaar en muzikant. Onlangs verscheen zijn nieuwe single Come On and Play. Wat leest, luistert en ziet deze culturele veelvraat in zijn vrije tijd?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

Boeken

“Deze groene stoel is mijn leesstoel. Op rustige dagen kan ik hier zo een paar uur zitten om wat te lezen. Je ziet aan het stapeltje naast de stoel waar ik op dit moment in bezig ben: Het verborgen leven van bomen van Peter Wohlleben, De tirannie van verdienste – Over de toekomst van de democratie van Michael Sandel en Ik ben niet bang van Niccolò Ammaniti. Het eerste boek is geschreven door een boswachter. Ik ben een groot natuurliefhebber, en dit boek liet mij steil achteroverslaan. Wohlleben vertelt hoe de bomen in een bos met elkaar verbonden zijn. Zoals wij met elkaar zijn verbonden door het internet, zo zijn de bomen met elkaar verbonden door wortels en schimmels: het wood wide web. Ze leveren daarmee niet alleen voedingsstoffen aan elkaar uit, maar kunnen ook met elkaar communiceren. Sommige bomen kunnen elkaar via dat netwerk waarschuwen voor aanvallen van insecten, om maar iets te noemen. De tirannie van verdienste is taaie kost. Sandel legt daarin onder meer de zelfmaakbaarheid ter discussie. Tegenwoordig gaat men ervan uit dat iedereen iets kan worden als hij of zij maar zijn best doet, maar dat is natuurlijk niet zo. Een hele grote groep mensen doe je daarmee tekort. Het is nog steeds wel degelijk van belang in welk milieu je bent opgegroeid. Als je in een welgesteld gezin geboren bent, is het heel makkelijk om te roepen: ‘Ik heb dit allemaal op eigen kracht bereikt.’ Je vergeet dan alleen dat je wel een vangnet hebt van hier tot ginder. Heel veel mensen hebben die luxe gewoon niet. Ammaniti is een van mijn favoriete schrijvers. Ik haal je op, ik neem je mee en Anna zijn weergaloos, maar ik verlies mezelf ook weer in Ik ben niet bang. Wat ik zo goed aan hem vind: hij brengt je terug naar je jeugdjaren. Vaak zijn de hoofdpersonen niet ouder dan twaalf jaar. Ammaniti roept beelden op die je zelf herkent uit je jeugd: op je fietsje over een grasveld, je sandaaltjes die kapotgaan, de avonturen waar je over droomt… Als kind heb je natuurlijk veel dagdromen, maar bij hem worden die dagdromen ook werkelijkheid. Er gebeurt altijd wel iets onverwachts waardoor je mee het avontuur in wordt getrokken.

“Ik heb bijna alles van Michel Houellebecq en Bret Easton Ellis. Houellebecq lees ik pas sinds een jaar of zeven. Niet zo lang geleden las ik De kaart en het gebied, misschien wel zijn gaafste boek tot nu toe. Het boek is in grote lijnen een roman over het kunstenaarschap. Ik heb zelf vijf jaar op de kunstacademie gezeten, ik maak nog steeds doeken, en in dit boek worden veel thema’s besproken die ik boeiend vind. Wat maakt dat bepaalde kunstwerken als belangrijk worden gezien en andere niet? De hoofdpersoon in dit boek heeft daar een heel cynische kijk op. Onderworpen is in zekere zin erg actueel. In dit boek krijgt Frankrijk na de presidentsverkiezingen van 2022 een islamitische president en bekeert iedereen zich tot de islam. Je denkt eerst: ik zou me zelf nooit onderwerpen aan zo’n godsdienst, maar als iedereen het doet en het wordt normaal, dan verandert er eigenlijk niet veel. Trek het eens door naar nu: er is veel aan de hand, het land wordt al een jaar in de greep gehouden door het corona-virus, maar mijn leven gaat gewoon door – ook al moet ik me aanpassen. Je kunt ergens heel erg tegen zijn, maar als je je ernaar schikt, gaat het leven gewoon verder. Bret Easton Ellis lees ik al meer dan dertig jaar. Zijn eighties-boeken zijn amazing: Less Than Zero, American Psycho, The Rules of Attraction… Hij beschrijft een wereld van zelfdestructie, decadentie en oppervlakkige gedachten. Als jongeman kun je niet wachten om aan die wereld mee te doen, maar uiteindelijk krijg je die kans en blijkt het toch geen aantrekkelijke manier van leven te zijn. De fascinatie voor die wereld is altijd gebleven. Het is fucking fascinerend om te lezen over mensen die op de rand leven en er af en toe overheen gaan.”

Kunst

“Ik heb best veel doeken van mezelf in huis hangen, maar ik ben ook een kunstverzamelaar. Ik kan je wel even een kleine rondleiding geven? Ik heb daar wat werk hangen van typische straatartiesten als Ben Eine, The London Police en D*Face, hier graphic art van Grow Up, en in de vensterbank staat een beeldje van Daniel Arsham – een geërodeerde Porsche. Ik heb niet alleen maar streetart en popart, maar ik verzamel eigenlijk van alles. Van een klein Rembrandt-etsje tot een gesigneerde litho van Picasso en van Franz Deutmann tot Max Ernst en Henry Moore. Mijn leven draait om kunst. Ik vind het fantastisch om zelf te schilderen, maar ook om werk te zien van andere mensen en af en toe naar een veiling te gaan om iets te kopen. In elk hoekje van mijn huis staat inmiddels wel iets, al moet je niet denken dat die werken veel waard zijn: heel veel werken vind ik gewoon mooi, maar brengen qua geld niet veel op. Als je me vraagt wat mijn dierbaarste kunstwerk is, dan hoef ik niet lang na te denken: dat zijn de schilderijen die mijn kinderen gemaakt hebben. In mijn atelier staan er een paar, die ik van m’n leven niet weg zou doen.

“Van alle kunstvormen vind ik de gebouwenkunst op dit moment de boeiendste vorm. Je kunt het niet ownen; het is voor everybody. Banksy maakt nu mee dat er stukken uit gebouwen worden gezaagd en voor honderdduizenden dollars worden geveild. Dat vindt hij verschrikkelijk, want hij heeft die kunstwerken ooit gemaakt in wat armere buurten, zodat die mensen ook kunst te zien krijgen. Die kleine schilderingen kun je uit een gebouw hakken, maar een heel gebouw kun je niet verkopen. Dat is wat ik zo goed vind aan het werk van D*Face. Hij beschildert kolossale gebouwen. Je denkt in eerste instantie dat hij die schilderingen op de muur projecteert en dan overtrekt, maar hij doet het helemaal uit de losse pols, met vlakjesverdeling. Er is een hele lichting van jongens die zo werkt. In Nederland heb je bijvoorbeeld Leon Keer. Hij is een meester in optische illusies. Hij schildert bijvoorbeeld een enorme driedimensionale huiskamer op de muur van een flat, waardoor het lijkt of je naar binnen kijkt, als je tenminste in de juiste hoek staat. Ze zeggen weleens dat bewondering begint waar eigen kunnen stopt. Ik kan best een doek van twee bij twee beschilderen, maar twaalf bij twaalf lukt me absoluut niet. Ik vind het echt fantastisch wat deze gasten maken.”

De tekst gaat onder de foto verder.

D*Face

Theater

“Lakshmi en Wende Snijders zijn echte theaterdieren. De laatste voorstellingen die ik heb gezien waren van hen. Lakshmi bewonder ik omdat ze als beginnend artiest, met niet heel veel bekendheid en budget, het toch voor elkaar krijgt om een zaal twee uur te boeien met haar muziek. Een bekende artiest gaat van hit naar hit – zo’n voorstelling heeft een hoog meezinggehalte. Lakshmi gaat in haar voorstelling van lied naar lied, aan elkaar gesmeed door prachtige verhalen en fantastische beelden. Ze grijp het publiek bij binnenkomst al bij de kladden door op de piano te liggen. Eerst denk je: is ze dat zelf of is dat een pop, maar even later staat ze op, gooit ze haar bontjas af en begint ze te zingen. Wende doet eigenlijk precies hetzelfde: ook zij maakt een waar theaterspektakel van haar voorstellingen, al is zij natuurlijk al wat bekender.

De tekst gaat onder de foto verder.

Lakshmi

“Cabaret zie ik graag. Youp van ’t Hek blijft ongeëvenaard. Ik ben met hem opgegroeid en vind hem nog steeds te gek. Zijn laatste voorstellingen zijn misschien een herhaling van wat hij al eerder heeft gedaan, maar toch vind ik het knap hoe hij humor en maatschappijkritiek weet te combineren en hoe hij rustmomenten creëert met weergaloze liedjes waarin hij een bepaald thema wat verder uitdiept. Hans Teeuwen vind ik ook te gek, maar ik denk dat zijn abstracte humor een minder groot publiek aanspreekt. Daniël Arends is van de jonge garde een favoriet. Ronald Goedemondt ook. Ik denk dat hij iemand is die in de voetsporen kan treden van Youp. Hij heeft enerzijds humor waar je even op kunt kauwen, maar kan ook een lollig verhaal vertellen over geurkaarsen kopen bij de Kruidvat.”

Muziek

Miles Davis

“Elke week luister ik naar New Music Friday op Spotify. In deze lijst worden elke week zo’n zestig nieuwe tracks samengebracht. Bovenaan staan de gedoodverfde hits, zoals Maan en Snelle met Blijven Slapen. Is dat een verschrikkelijk goed liedje? Voor de traditionele liedjesschrijver misschien niet, maar schrijf het maar eens. Kijk bijvoorbeeld eens hoe die baslijn is gedaan. Ik vind het knap. In een week rijd ik soms vijf keer op en neer naar Amsterdam. In de auto zet ik deze lijst dan op en sla op wat me bevalt. In mijn lijst met favorieten van april staan op dit moment onder meer James van Oscar and the Wolf, Starstruck van Years & Years en We’re Good van Dua Lipa en Dillon Francis. The Paper Kites is een band die iedere maand weer terugkomt. Ze maken muziek die het midden houdt tussen country en The National. Hun nieuwe album Roses is te gek. The Midnight zit ook vaak in mijn verzamellijstjes. Zij trekken synthesizermuziek naar de huidige dance, terwijl je de jaren tachtig-thema’s er wel uithaalt. Dan luister je naar een nummer en dan denk je: hé, die drumloop ken ik, die komt uit Maniac van Michael Sembello. Of: die akkoorden komen uit The Boys of Summer van Don Henley, maar dan hebben ze er toch iets eigens van gemaakt.

“Mijn nieuwe single is een ode aan een waslijst aan artiesten die veel indruk op mij gemaakt hebben: Quincy Jones, The Jackson 5, Nile Rodgers, The Whispers, Sister Sledge. Door hen ben ik uiteindelijk zelf ook muziek gaan maken. Ik weet nog dat ik in de brugklas zat, een schoolfeest had en dan altijd hoopte dat ze iets van deze mensen zouden draaien. Daar zing ik over in Come On and Play. In de jaren dat ik op de kunstacademie zat, heb ik me niet alleen erg verdiept in kunst, maar ook in muziek. Van Frank Zappa wilde ik meer weten, omdat ik niet goed begreep wat hij precies deed. Hij stoeide met de maatsoorten. Dancin’ Fool klopte in mijn ogen niet; iedereen kent de vierkwartsmaat van de radio, maar in dit nummer en in meerdere tracks van hem zitten soms ineens de mafste maatsoorten. Miles Davis is de artiest naar wie ik misschien wel heb meest heb geluisterd en van wie ik ook het meest in de kast heb staan. Ik heb veel van Queen, ik heb veel van Prince, maar van hem heb ik alles. Ook hij is onvoorspelbaar. Bij elk nummer denk je: wat gaat hij nu weer doen? En elke keer word je weer verrast.”

Film

“Ik heb gisteren Locked Down gekeken, maar dat is werk. Ik presenteer RTL Boulevard en onze entertainmentdeskundige Eric de Munck zei tegen me: kijk die film even voordat we het erover gaan hebben. Het briljante is dat deze film in achttien dagen gemaakt is. Het verhaal is vrij simpel: een koppel staat op het punt om uit elkaar te gaan, maar dan komt de lockdown. Ze horen dat er een peperdure diamant aanwezig is in warenhuis Harrods. Omdat de winkel natuurlijk dicht is en er ook voor de beveiliging allerlei coronamaatregelen zijn afgekondigd, blijkt het opeens heel makkelijk om die diamant te stelen. Het is helemaal geen goede film, maar ik vind het wel een leuk uitgangspunt. Even daarvoor zag ik The Tobacconist, naar het boek van Robert Seethaler, en The Dig. The Dig is een slow movie. Het tempo is ontstellend traag, maar ik hou daar wel van. De film gaat in het kort over een niet-opgeleide archeoloog die een belangrijke vondst doet in het Engelse Sutton Hoo. Als bekend wordt wat hij heeft gevonden, wordt het project overgenomen door geschoolde archeologen die op hem neerkijken en met zijn eer gaan strijken. Op papier is het niet per se een film die ik zou willen zien, maar ik heb er wel van genoten, ook omdat het gebaseerd is op een waargebeurd verhaal.

Al Pacino in Heat

“Als je het hebt over films die nooit gaan vervelen, dan moet ik meteen denken aan Heat. Ik heb hem vorige week voor het eerst gekeken, samen met mijn zoon van veertien. Ik was benieuwd of hij het zou trekken: het is een vrij lange film van bijna dertig jaar oud. Een van mijn all-time favorites, maar misschien zou hij het wel niets vinden. Het verhaal gaat over een workaholic politieagent (Al Pacino), die in z’n derde huwelijk zit en die ervoor leeft om op het allerhoogste niveau criminelen te ontmaskeren. Robert De Niro speelt een niet-geregistreerde crimineel die nog nooit ergens voor is gepakt. Zijn motto: bouw nooit een leven op dat je niet binnen dertig seconden kunt verlaten if you feel the heat around the corner. Maar de crimineel snakt naar een vrouw en is bezig met zijn laatste klus voordat hij een leven buiten de criminaliteit kiest. Dat loopt natuurlijk helemaal in de soep. Het knappe aan de film is dat je voor beiden bent. Het is heel moeilijk om te kiezen: wie moet er winnen? Mijn zoon vond het gelukkig ook een goede film. Een dag later zouden we weer een film kijken, maar hij zei wel: ‘Deze keer wel graag een film van nu.’ Haha!”