Spring naar de content
bron: anp

Laten we ‘incorrect’ voortaan ‘anders correct’ noemen

Het ‘dekoloniseren’ van de taal is prima, vindt Jan Kuitenbrouwer, maar het verlagen van de taalnorm voor mensen van kleur is racistisch. ‘Maak maar gerust fouten hoor, rimboekind, wij zeggen gewoon dat het goed is.’ 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Hij wordt niet veel meer gelezen, maar mijn persoonlijke favoriet onder de Britse negentiende-eeuwse schrijvers is Thomas Hardy. Under The Greenwoord Tree, Jude The Obscure, The Return Of The Native, ik las ze in mijn tienertijd, op aandrang van mijn moeder, die hem adoreerde. Ook fabelachtig is Far From The Madding Crowd, over een jonge vrouw, Bathseba Everdene, die een groot boerenbedrijf erft en geacht wordt te trouwen. Er zijn drie bewonderaars, ieder met voors en tegens. Een van hen dringt erop aan dat zij zich uitspreekt over haar gevoelens. 

“It is difficult for a woman to define her feelings,’’ zegt Bathsheba, ‘’in language which is chiefly made by men to express theirs.”

In zijn kijk op de Engelse samenleving lijkt Hardy zijn tijd soms een eeuw vooruit. Hij neemt je mee naar een wereld die door Turner of Constable geschilderd zou kunnen zijn, waarin soms ineens iets heel moderns gezegd wordt. Zoals die opmerking van Bathsheba. Mijn moeder had hem onderstreept. 

Is de taal door mannen gemaakt? De wereld is door mannen gemaakt, dus de taal ook, althans, zoals Hardy zegt, chiefly. De man had de leiding. Mannen maken de woorden en de regels. Dus als vrouwen zich emanciperen, emancipeert de taal mee. Wat ooit droit de seigneur heette, heet tegenwoordig aanranding. Ongewenste intimiteit, seksuele intimidatie, taal gemaakt door vrouwen. Mansplaining, manspreading, manterrupting, taal gemaakt door vrouwen. 

Het eindstreven is gericht op zo neutraal en objectief mogelijke termen. Pas dan zal de taal volledig ‘gedekoloniseerd’ zijn

En dan is de taal ook nog ‘wit’. ‘Blank’ zeiden we vroeger, maar dat mag niet meer. ‘Wit’, zeggen we nu. Op zich is dat redelijk. ‘Blank’ is niet ‘wit’ (al komt het daar vandaan), het is ook rein, schoon, onbezoedeld, edel, puur. ‘Wit’ is iets neutraler, zij het dat wit weer geassocieerd wordt met onschuld. Behalve de (non)kleur is ‘zwart’ ook duister, kwaadaardig, illegaal. Zie de talloze westerns met bad guys die een zwarte hoed dragen en good guys met een witte. Door ‘blank’ te vervangen door ‘wit’ maak je de tegenstelling iets gelijkwaardiger, maar je blijft gevangen in het schema zwart=negatief/wit=positief. ‘Mensen van kleur’ is in feite het omgekeerde van ‘blank’: het Caucasische menstype is de default, alle andere typen hebben een kleur. Dat wordt de volgende discussie, denk ik, dat ‘van kleur’. Het zal er waarschijnlijk mee eindigen dat we RAL-nummers gaan hanteren. In het begin zullen we misschien af en toe de kleurenwaaier erbij moeten pakken, maar het RAL-systeem zit logisch in elkaar, we weten snel genoeg wat de nummers betekenen. Alles wat vroeger ‘blank’ heette begint met een 3, de tinten die we ooit ‘zwart’ noemden met een 8.

Tegenstanders van het dekoloniseren van de taal gebruiken vaak de term ‘politiek correct’. ‘Wit’ in plaats van ‘blank’, de afschaffing van ‘allochtoon’: politiek correct! Ik zou zeggen: taalkundig correct. ‘Allochtoon’ is gewoon een heel raar begrip. Iemand is ‘allochtoon’ als tenminste één van zijn ouders niet in Nederland geboren is. Vrijwel het hele Koninklijk Huis is dus ‘allochtoon’, en met mijn Schotse moeder ben ik het zelf ook. Toch gaat het in discussies over ‘allochtonen’ nooit over mij en al helemaal niet over de Oranjes! Onze koning is een uitkeringstrekker met een importbruid, maar zo nóemen we hem niet.

Hetzelfde met ‘niet-westers’. Volgens het CBS betekent dat ‘afkomstig uit Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije.’ Japanners en Indonesiers zijn ‘westers’, maar Antillianen en Surinamers niet? Dat ons nationale bureau voor de statistiek met dit soort rommelige categorieën werkt geeft te denken, en wie ze verdedigt, verdedigt dubbelzinnigheid en gebrekkige communicatie. Als je kijkt naar de imposante productiviteit van Geert Wilders in het bedenken van nieuwe termen om zijn boodschap over te brengen – ‘anatolisch korfballen’, ‘haatbaard’, ‘heimweeschotel’, ‘shariaschool’, ‘testosteronbommen’ – zie de woordenlijst achterin De Woorden Van Wilders (2012) – denk ik niet dat de vervanging van ‘blank’ door ‘wit’ of de afschaffing van ‘niet-westers’ hem voor onoverkomelijke retorische problemen stelt. Zelfs al je de Nederlandse woordenschat zou reduceren tot twaalf onderdelen, zou hij nog wel een manier vinden om de islam te bashen.

‘Wit’ in plaats van ‘blank’ is politiek correct. Ik zou zeggen: het is taalkundig correct

Wat de vervanging van vage, beladen termen door exacte wél kan zijn is een belemmering om te camoufleren wat je vindt. Mensen die zich kwaad maken over dit soort taalverandering claimen het recht op hypocrisie en dubbelzinnigheid. Op dogwhistling en gaslighting. ‘U hóórde het misschien, maar ik zéi het niet hoor.’ Met solide, heldere taal neem je zulke taalgebruikers de hondenfluit uit de mond en haal je hun hand van de gaskraan.

Maar er is nog een andere vorm van taaldekolonisering, en daar heb ik meer moeite mee: het loslaten van taalnormen om het tweedetaalsprekers makkelijker te maken. Daar was onlangs het nodige over te doen. Zoals zoveel universiteiten is ook die van de Britse plaats Hull (hofleverancier van Labour) bezig zijn curriculum te

dekoloniseren. Onder andere door de geldende normen voor taalbeheersing te versoepelen. Correct taalgebruik kan namelijk worden gezien als ‘homogeen, Noord-Europees, wit, mannelijk en elitair’, vindt men. Bestaande taalnormen ‘discrimineren’ studenten die van minder goede scholen komen. ‘Hun afkomst, fantasie en identiteit’ zijn belangrijker. Misschien is het omdat ik zelf niet academisch geschoold ben, dat het elke keer weer een kleine ontgoocheling is om te constateren dat op universiteiten ook heel wat mensen rond lopen die niet goed bij hun hoofd zijn. Steeds meer, krijg je de indruk.

Ja, laten we ‘incorrect’ voortaan ‘anderscorrect’ noemen!

Dat is dus een héél slecht idee. Studenten die hun taal niet goed beheersen zullen die coulance ongetwijfeld waarderen, tot zij straks afgestudeerd zijn en een sollicitatiebrief moeten schrijven. Wat moeten hun toekomstige werkgevers doen, hun taalstandaard óók maar overboord gooien? En wat als dat een school, uitgeverij of krant is? “U wilt hier als redacteur werken maar uw woordenschat is die van een elfjarige en uw spelling is knudde? Precies wat we zoeken! Welkom!”

Het wachten is op de wiskundefaculteit die aankondigt dat de optelsom van 2+2 = 5 voortaan ook goed is. Want ‘4’ is te elitair, te wit en te mannelijk

Een onderwijsinstelling die zoiets bedenkt, zegt in feite: “Wij zouden jou moeten bijspijkeren, maar dan moeten wij jou in gebreke stellen, en dan roep jij misschien wel dat wij jou discrimineren, dus wat we gedaan hebben: speciaal voor jou hebben wij de norm verlaagd.” Als dat geen racistische reactie is, weet ik het niet. ”Maak maar gerust fouten, hoor, rimboekind,’’ zeg je dan, ”dan doen wij net alsof het goed is, oké?’’

“Jij niet goed praten. Geeft niet, jij zwart!”

Er zouden boetes moeten staan op dit soort academisch plichtsverzuim. Was het hele idee van onderwijs niet dat de leerling opstijgt, in plaats van dat de school afdaalt?’ Het wachten is op de wiskundefaculteit die aankondigt dat de optelsom van 2+2 = 5 voortaan ook goed is. Want ‘4’ is te elitair, te wit en te mannelijk. Want na de taal moet natuurlijk ook het rekenen gedekoloniseerd worden.

“Jij niet goed rekenen. Geeft niet, jij zwart!”

“Het is moeilijk voor een vrouw om haar gevoelens te definiëren in woorden die door mannen gemaakt zijn om de hunne uit te drukken,” zei Batsheba Everdene. Maar ze dééd het wel.