Spring naar de content
bron: johan kleinjan

De podcast als creatief verzet

Kun je mensen verliefd laten worden op jouw snedige kroegpraat? Het fenomeen podcast stelt iedereen in staat om daarmee een enthousiaste schare volgers te creëren – en een verdienmodel. Maar ook met een spannend hoorspel of een thuispubquiz valt er te scoren. Wat verklaart de hoge vlucht die dit verschijnsel heeft genomen? ‘Onze podcast is een reactie op de eentonige brij van de NPO.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Hans van Willigenburg

In een tijdperk dat worstelt met objectieve feiten en dat door elites met angst en beven wordt omschreven als ‘post truth’ is er een medium in opkomst dat zich misschien wel het minst van allemaal iets aantrekt van begrippen als ‘objectiviteit’ en ‘waarheidsvinding’: de podcast. Zet twee mensen bij elkaar, geef ze een microfoon, druk de opnameknop in en theoretisch sta je aan het begin van een lange reeks podcasts waar grotere of kleinere scharen fans uren luisterplezier aan beleven. 

“Sinds video-on-demand is doorgebroken en zeker jonge mensen gewend zijn op ieder tijdstip te kunnen kijken en luisteren naar wat ze willen, is de podcast, de luistervariant van video-on-demand, aan een opmars begonnen,” zegt voormalig 3FM- en Veronica-dj Patrick Kicken, die ook wel ‘de podcastkoning van Nederland’ wordt genoemd. “Net als aan Netflix kun je aan podcasts makkelijk verslaafd raken. Steeds vaker spreek ik mensen die in een weekend in plaats van het uitkijken van een Netflix-serie vijf of tien afleveringen van een bepaalde podcast hebben beluisterd, achter elkaar, zonder pauze.” Volgens Kicken is het kennismaken met een nieuwe podcast het beste te vergelijken met de dynamiek van een date. “Als het goed voelt, wil je meteen door en kan de vlam snel in de pan schieten. Voelt het niet goed, dan haak je meteen af.”

Hoezeer het fenomeen podcast zich aan rationele categorieën onttrekt, blijkt uit de langstlopende podcast van Nederland, getiteld Praten over bewustzijn, gesprekken over non-dualiteit tussen Patrick Kicken en zijn vriend annex podcastmaatje, filosoof Paul Smits. Deze podcast bestaat sinds 2009 en heeft de vierhonderd afleveringen al ruimschoots aangetikt. Natuurlijk is de ongedwongenheid waarmee beiden over het leven praten en de existentiële vragen die ze daarbij de revue laten passeren een deel van het succes (de traditionele inhoud, zeg maar), maar Kicken wijst erop dat vooral de ‘sfeer van een podcast’ uiteindelijk de kracht ervan bepaalt. In aflevering 439, bijvoorbeeld, moet je af en toe secondenlang wachten op het antwoord van Paul Smit, omdat hij een slok neemt uit een mok koffie of thee. Dat soort toevalligheden zijn een wezenlijk onderdeel van de charme van de podcast, aldus Kicken, en het laatste wat je volgens hem dan ook moet doen is ze eruit proberen te zeven. “Wanneer mijn autosleutels tijdens de opname per ongeluk op de grond vallen, vergroot dat de intimiteit met de luisteraars. Wat je vanuit een traditionele denkwijze als hinderlijk of fout ervaart, is voor een podcast al snel een pareltje!”

Het leeuwendeel van het publiek dat naar podcasts luistert, bestaat uit twintigers en dertigers, millennials dus. “Dat is de generaties die voor echtheid gaat, en het snelst verveeld raakt als iets in een kunstmatig malletje wordt gegoten. Voor hen is de podcast een aantrekkelijk medium om zich ergens bij betrokken te voelen. Al dat geformatteerde entertainment op radio en tv kan best leuk zijn, maar het glijdt toch vooral langs je heen. Een podcast is veel persoonlijker. En een van de gevolgen daarvan is dat er een hele hechte band kan ontstaan, niet alleen tussen makers en luisteraars, maar ook tussen luisteraars onderling.” Kicken heeft aan zijn langlopende podcast over nondualiteit bijvoorbeeld zijn huidige vriendin overgehouden en ook is er, dankzij diezelfde podcast, een regisseur op zijn pad gekomen met wie hij inmiddels twee films heeft gemaakt. De succesvolle ex-dj wil er maar mee zeggen dat de huidige wildgroei aan podcasts niet automatisch betekent dat je met een groeiende toren van Babel te maken hebt. Dat podcasts sociale cohesie ook kunnen bevorderen en potentieel – modewoord! – ‘verbindend’ werken.

Gezien het breedsprakige, zelfs kletserige karakter van nogal wat podcasts komt de stelling bovendrijven dat het in de kern wellicht een vrouwelijk medium is. En dat de opmars van de podcast mogelijk een zoveelste bewijs vormt van de feminisering van de maatschappij. Is het inderdaad zo, volgens Kicken, dat de podcast hem verleidt zijn vrouwelijke kant te laten zien? “Daar heb je een punt. Als je, zoals ik, meer dan vierhonderd uitzendingen volpraat over leven en bewustzijn, over hoe je dingen ziet en ervaart, associeer ik dat eerder met vrouwen dan met mannen. Zonder te vervallen in stereotyperingen, natuurlijk, maar het zijn toch vooral vrouwen die met een wijntje erbij eindeloos kunnen praten over hun gevoelens. Dus ja, ik kan me wel vinden in de observatie dat ik in podcasts vooral mijn vrouwelijke kant laat zien.” 

De tekst gaat onder de illustratie verder.

bron: johan kleinjan

Dat uitgerekend Man man man, de podcast is uitgegroeid tot een van de populairste podcasts van Nederland doet aan deze interpretatie niets af; het ouwehoeren van makers Domien Verschuuren, Bas Louissen en Chris Bergström over wat het betekent om man te zijn anno nu is, alles overziend, eerder een toenadering tot het vrouwelijke dan een lompe viering van het machismo. Want welke macho praat over zijn angsten, zoals Domien, Bas en Chris doen in een aparte aflevering getiteld ‘Angsten’? Ook bij hen waart de feminisering rond! 

De kijk van Kicken op het fenomeen podcast, hoewel nog steeds actueel en toepasbaar, is al met al toch vooral een weerspiegeling van de vrijbuiterachtige beginperiode van dit relatief jonge medium, rond 2008 en 2009. Want net als het internet als geheel beweegt de podcast zich, naarmate de tijd vordert, steeds meer richting de mainstream. Neem als voorbeeld de grote krantenconcerns, die langzamerhand minder op tekst georiënteerd zijn en meer en meer bezig zijn met beeld-on-demand (video) en geluid-on-demand (podcast). Tegenwoordig zijn er legio podcasts te vinden die in de verste verte niet meer beantwoorden aan de intuïtieve kracht die Kicken beschrijft. Zo maakt de NRC bijvoorbeeld Haagse Zaken en De Telegraaf de flitsende podcast Afhameren, waarbij je in beide gevallen wordt bijgepraat over de politieke hoofdlijnen van de afgelopen week. Het zijn hyperefficiënte bulletins, aangeleverd in dichtgeritste geluidspakketjes, waarbij de romantiek van vallende autosleutels heel ver te zoeken is. 

Dat podcasts vaak op zolderkamers in elkaar worden gefröbeld en vrij baan geven aan spontaniteit en luchtig amateurisme betekent niet dat die houding ook de weg wijst naar succes. Integendeel. Het publiek is kritisch en verwend, het jonge publiek zo mogelijk nog meer dan het oudere publiek. Het maken van een goed beluisterde podcast is keihard werken. 

Daar kunnen de journalisten Roderick Veelo en Bert Brussen van de steeds populairdere TPO Podcast (‘een andere kijk op nieuws en nieuwsmedia’) over meepraten. Hoe lollig, geïmproviseerd en ontspannen het doornemen van het laatste nieuws bij hen ook klinkt, ze zijn niet zomaar uit de zee van beschikbare podcasts boven komen drijven. Veelo: “We zijn nu ruim vier jaar bezig en naar afleveringen uit het eerste en tweede jaar kan ik moeilijk meer luisteren. Niet dat die slecht zijn, maar dat ik er toch niet meer goed tegen kan, moet haast wel een teken van vooruitgang zijn. En met die voortschrijdende techniek ben ik ook heel blij. Ik heb nu een mobiel setje, dus in principe kunnen we overal vandaan het hele jaar door op dinsdag en vrijdag een podcast afleveren.” 

Door de meters die ze intussen gemaakt hebben, zijn ze ook een meer op elkaar ingespeeld duo geworden. “Bert en ik zijn soepeler met elkaar geworden. Daardoor loopt de podcast beter en kunnen we tegelijkertijd meer lol hebben.” Omdat de frequentie van de TPO Podcast recentelijk van wekelijks naar twee keer per week is verhoogd, moet Veelo nog sneller reageren op de laatste nieuwsschermutselingen en nog meer tijd investeren in het verzamelen van geluidsfragmenten uit actuele interviews, talkshows en reportages die hij met Brussen vervolgens bespreekt. 

Veelo, die een rijk verleden heeft bij traditionele media, ziet de podcast toch vooral als een bevrijding uit de chefjescultuur. “Binnen de TPO Podcast heb ik de volledige vrijheid om te maken en te bespreken wat ik wil. Dat kan niet op de radio, ook niet op de lokale radio.” Terwijl andere podcasts algauw een vertaling zijn van een bepaalde leefstijl of een specifiek type mentaliteit – die potentieel aantrekkelijk is voor gelijkgestemde adverteerders – is de TPO Podcast naar eigen zeggen ‘honderd procent onafhankelijk’ en bestaat hij, in economische zin, slechts bij de gratie van donaties die enthousiaste luisteraars op individuele basis naar hen overmaken. 

Wat je vanuit een traditionele denkwijze als hinderlijk of fout ervaart, is voor een podcast al snel een pareltje!

Patrick Kicken, podcaster

Om de band met deze cruciale donateurs zo goed mogelijk aan te halen leest Brussen een selectie uit de mailtjes waarmee de donaties gepaard gaan in de uitzending voor. Niet zelden wordt in die mailtjes met afschuw over de zogenaamde ‘MSM’ gesproken (afkorting van ‘mainstream media’), waarvoor de TPO Podcast als een fijn alternatief wordt ervaren. 

Een van de meest geslaagde onderdelen van de TPO Podcast is de ‘Woke-week’, waarin Roderick en Bert de huns inziens mafste excessen van de woke-ideologie met elkaar doornemen en uitdragen dat woke een schaamteloze uiting is van racisme en uitsluiting op grond van huidskleur en sekse, in plaats van een serum daartegen. Als vaste luisteraar van deze podcast valt me op dat donateurs juist op dit soort rubrieken aanslaan, en menen iets te steunen dat henzelf een zekere ‘verzetsstatus’ verschaft: tegen de gemakzucht, de eentonigheid en de voorspelbare stellingnames van de MSM. 

Ook gearriveerde journalisten als Teun van de Keuken en Gijs Groenteman, die onlangs zijn begonnen met de wekelijkse podcast Teun en Gijs vertellen alles, concluderen in een van de laatste afleveringen dat hun podcast een reactie is op ‘de eentonige brij van de NPO’. Een brij die ze toeschrijven aan ‘de netmanagers’ die elk programmavoorstel door eenzelfde malletje trekken en zelfs van de EO, vroeger een herkenbare omroep rond het woord van God, een inwisselbare programmaleverancier hebben gemaakt. Ook voor dit doorgewinterde duo is een podcast maken een vorm van verzet. Creatief verzet. 

De podcast is een ontegenzeggelijke verbreding van het informatieaanbod en brengt een wildgroei aan onderwerpen en vreemde hobby’s onder de aandacht. Maar hoe groot is nou de kans dat je er als maker serieus geld aan overhoudt, en van ‘podcastmaker’ jouw hoofdberoep kunt maken? Of is de podcastwereld een wrede kopie van het lelijkste kapitalisme, waarbij een kleine kopgroep al het geld naar binnen harkt en de rest het nakijken heeft, ofwel, het zogenaamde ‘winner-take-all’-model? 

Afgaand op hoe de geldstromen zich bewegen, lijkt dat laatste het geval. Zo werd enkele maanden geleden bekend dat de Amerikaanse stand-upcomedian, presentator en voormalige vechtsporter Joe Rogan (53) een deal heeft gesloten van 100 miljoen euro met streamingdienst Spotify, op voorwaarde dat zijn immens populaire podcast, The Joe Rogan Experience, vanaf een bepaald moment in 2021 alleen nog via Spotify te beluisteren is. 

De tekst gaat onder de illustratie verder.

bron: johan kleinjan

Voordat we Joe Rogan magische krachten gaan toedichten die zouden verklaren waarom hij in financieel opzicht zo extreem boven de rest uitstijgt, steek ik mijn licht op bij Patrick Kicken over dit ogenschijnlijk bizarre succes van wat, uitgekleed, niet meer is dan een reeks opgenomen interviews. “Er is niet zoveel geheimzinnigs aan Joe Rogan,” zegt Kicken. “Anders dan dat hij als eerste in de markt, in 2009, de mogelijkheden van de podcast in de smiezen had. Dat hij als gereputeerde stand-upcomedian reeds over een goede babbel beschikte, en door zijn bekendheid de nummers van een hoop collega-artiesten in zijn telefoon had staan, waar eventuele concurrenten alleen maar van konden dromen. Hij had daarom geen moeite bekende mensen achter de microfoon te krijgen.” Joe Rogan deed the right move at the right time, kun je achteraf constateren.

Joe Rogan heeft zonder meer een prettig stemgeluid, spreekt helder, formuleert kernachtige vragen, maar om nou te zeggen dat het logisch is dat wat hij doet tientallen miljoenen euro’s waard is, nou nee. “Als je nu luistert, kun je je afvragen wat er zo uniek is aan Joe Rogan,” zegt Kicken. “Maar zestienhonderd uitzendingen geleden was het compleet nieuw wat hij deed. Twee of drie uur onafgebroken praten met een prominente gast was toen ongekend. En het geheim van die formule is: na een uur kletsen met Joe vergeet je als gast min of meer vanzelf dat er een opname loopt, word je loslippiger en vertel je over jezelf en je leven op een manier die qua intimiteit kan wedijveren met een diep gesprek aan de bar of thuis bij je beste vriend of vriendin. Met andere woorden: als iemand tegenover Joe Rogan gaat zitten, is er een goede kans dat jij diegene als luisteraar écht goed leert kennen. Althans, dat is de aantrekkelijke belofte vooraf.” 

Wanneer je een paar afleveringen van The Joe Rogan Experience hebt beluisterd, ontdek je dat het nog het meest lijkt op VPRO’s Zomergasten, maar dan zonder onderbreking van de beeldfragmenten. Kicken vindt de formats inderdaad goed vergelijkbaar en constateert, net als schrijver dezes, dat het tamelijk ironisch is dat een elitair programma als Zomergasten in een iets andere vorm zoveel populariteit geniet. “De magie van Rogan zit erin dat hij zijn gasten gaandeweg de uitzending zó los weet te krijgen dat ze dingen vertellen die heel persoonlijk zijn, en soms ook het nieuws halen.” 

Onder anderen met Tesla-eigenaar Elon Musk is dat gebeurd. De host stak een joint op en gaf ’m door aan een nieuwsgierige Musk, die glimlachend een trekje nam. Omdat zulk gedrag – vond de buitenwereld – zich slecht verhield tot het besturen van een beursgenoteerd bedrijf, explodeerde deze kleine ondeugd vervolgens in de media; een uitbarsting waarop Rogans podcast stilletjes kon meeliften als een spraakmakende show. 

Rogan mag in financiële termen dan een niet meer in te halen vorst in de podcastwereld zijn, dat wil niet zeggen dat er tussen zijn megaverdiensten en het gratis plaatsen van podcasts op de relevante platforms (SoundCloud, Spotify, Google Podcasts, Apple Podcasts) geen groeiende ‘middenklasse’ aan het ontstaan is, waarin je met podcasts een goede boterham kunt verdienen. 

Sander Denneman is met zijn bedrijf 1004 Podcasting zo’n succesvolle ondernemer, die in 2019 nog werd genomineerd voor de Dutch Podcast Awards voor de productie van de wetenschapspodcast Makkelijk Praten. Hij helpt bedrijven en instellingen hun boodschap te vertalen naar een professionele podcast. Op de vraag waaraan je het amateurisme op dit gebied het allereerst herkent en wat je dus moet voorkomen om niet meteen het lachertje van de klas te worden, antwoordt hij met een grinnik: “Heel simpel. Zorg dat je geluid om door een ringetje te halen is. Als je geen goede microfoons hebt of je zit in een ruimte met irritante achtergrondgeluiden, dan faal je bij de eerste horde. Daar gaat het soms al mis.”

Als je geen goede microfoons hebt of je zit in een ruimte met irritante achtergrondgeluiden, dan faal je bij de eerste horde

Sander Denneman, podcast-ondernemer

Dennemans interesse ligt niet zozeer bij de onmiddellijke scoringspotentie van een podcast als wel bij de podcast als brenger van interessante content, of die nu voor een groot publiek of een specifieke niche is bedoeld. Niet voor niets gebruikt hij het woord ‘chatcasts’ (kletscasts) als een aparte categorie, waarmee hij maar wil zeggen dat er ook hele andere, mogelijk boeiender vormen van podcasts zijn, waarbij hij Staatsgeheim (een vierdelig audiodrama met bekende acteurs) en Bob (over drie mensen die zich verdiepen in het levensverhaal van een 84-jarige vrouw) als inspirerende voorbeelden noemt. 

Denneman wil maar zeggen: de praatgrage BN’ers en commentatoren mogen het beeld van de podcast naar buiten toe dan grotendeels bepalen, de podcast is net zo goed een compleet nieuw podium voor ingenieuze verhalenvertellers die – in tegenstelling tot de reeksen kletskousen – juist met nieuwe podcastgenres komen en alles tot in de puntjes voorbereiden. Behalve op deze kunstzinnig geïnspireerde podcasts wijst Sander ook op de podcast als mogelijke katalysator van gezelligheid en leergierigheid, zoals in zijn met Lennaert Lubberding samengestelde podcast ThuisPubQuiz. “Zeker nu de cafés dicht zijn, voorziet ThuisPubQuiz in een enorme behoefte lege uurtjes op een aangename manier door te brengen.”

Mocht het besef nog onvoldoende zijn doorgedrongen dat de podcast niet zomaar een lolletje is, dan is het zelf maken van een podcast de ultieme proef op de som. Toeval of niet, weken voor het schrijven van dit artikel begin ik met collega-schrijver Chrétien Breukers aan de voorbereiding van een eigen literaire podcast, getiteld De Nieuwe Contrabas. We overleggen over jingles, rubrieken, frequentie, tone of voice en of we luisteraars tijdens de uitzending wel of niet met ‘luisteraars’ mogen aanspreken, of dat zoiets nou net de illusie verstoort dat we in een intiem doch hoogoplopend meningsverschil over een nieuwe roman of dichtbundel verzeild zijn geraakt. Een van de eerste reacties na het publiceren van de eerste aflevering is afkomstig van John Schoorl: “Mannen, dat begin…” Even later preciseert hij: “Duurt te lang.” Waarop Petra Berendsen het volgende schrijft: “Ik vond het wel ‘gezellig’, er zo in komen met dat gekeuvel tijdens de eerste ochtendkoffie.” Schoorl draait ten slotte bij (“Maar dan wordt het wat!”), suggererend dat de intro een jammerlijke start is van iets verder wonderschoons. 

Als je de huidige explosie van podcasts in ogenschouw neemt, resteert het gevoel dat het nieuwe medium aan de oppervlakte weliswaar gein, nonchalance en ontspannenheid uitstraalt, maar dat er, zodra je onder die buitenste schil van egotripperij en vlotte babbels kruipt, een doolhof te bespeuren valt waarin slechts weinigen hun weg écht weten te vinden. Wie heeft het talent om met een persoonlijke ontboezeming of een nietszeggende anekdote in het bewustzijn van luisteraars te kruipen? Wie is het gegeven een interview, hoe zwaar of licht ook van toonzetting, voor een grotere groep relevant te maken? En wie lukt het om geheel alleen wat voor zich uit te brabbelen, alles te zeggen wat in hem of haar opkomt, en zodoende online contact te maken met duizenden anderen, in plaats van dat het doodslaat en alleen een goedwillend familielid achteraf een duimpje of een hartje plaatst?

De immense platforms met eindeloos veel podcasts mogen dan een schijn van democratie en vrijheid-blijheid wekken, maar wie eenmaal met dit ogenschijnlijk zo toegankelijke medium aan de slag gaat, ontdekt algauw dat het een gladde ijsbaan is. En dat – net als elders – alleen de echte talenten overeind blijven.

De top 10 populairste podcasts van Nederland in 2020

1. Man, Man, Man de podcast – Domien Verschuuren, Bas Louissen & Chris Bergström

2. De Zelfspodcast – Sander Schimmelpenninck & Jaap Siewertsz van Reesema

3. De Universiteit van Nederland Podcast

4. Effe Relativeren – Kaj Gorgels

5. NRC Vandaag

6. Daders – AVROTROS

7. Leef Je Mooiste Leven – Michael Pilarczyk & Cindy Koeman 

8. Echt Gebeurd

9. BOOS De Podcast – Tim Hofman (BNNVARA)

10. De Jortcast – Jort Kelder (AVROTROS)

(bron: Spreekbuis.nl)

bron: johan kleinjan