Spring naar de content
bron: anp

Het liberale feestje is voorbij

Han ten Broeke (1969) hield zich als VVD-Kamerlid een politiek leven lang bezig met buitenlands beleid. Een onhandige affaire in de relationele sfeer noopte hem te vertrekken. Nu is hij directeur van The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS), een rol met minder invloed, maar met veel meer vrijheid. ‘De vraag is hoe Nederland en Europa overleven in de Eeuw van China.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

Wij stellen ons zijn werkweek voor met veel lunches, borrels en fijne buitenlandse tripjes. Immers, overal dient de boodschap te worden verkondigd dat Europa een ‘geopolitieke reus’ moet worden. Met die borrels en reisjes valt het nogal mee, zegt hij grinnikend, maar die boodschap, ja, die is belangrijk. Neem de zaak-ASML, het Veldhovense bedrijf dat vooralsnog geen vergunning krijgt van de Nederlandse regering om hun zogeheten EUV-machine te verkopen aan China. Daar zijn de Amerikanen namelijk fel op tegen, om redenen van geld en vooral om de vraag wie voortaan de economische orde gaat bepalen. Rutte doet niks, lijkt verscheurd door twijfel. Laat ‘ASML’ zien hoe Europa, de economische olifant, zich in geopolitieke zin als een muis betoont?

Ten Broeke: “Ja. Deze eeuw is aan China. Met zijn zogeheten Belt and Road, zeg maar de Chinese pendant van de Marshallhulp, verzekert China zich van een eigen exportmarkt waarop zijn expansie drijft. Het land heeft tachtig, negentig landen aan zijn parelsnoer geregen, ook Europese landen, en daar wil het tegenwoordig ook politiek mee aan de slag. China kan de handelsoorlog met de VS afwentelen op die landen, die ze immers als export-dump kan gebruiken. De voorlaatste China-nota van Buitenlandse Zaken uit 2013 stelde nog dat China’s binnenlandse agenda leidend zou zijn; nu zien we de opmars van een reusachtige geopolitieke speler. Ze namen amper deel aan de wereldpolitiek en zijn nu ineens een van de grootste financiers van VN-blauwhelmoperaties. Ze onthouden zich ook niet langer bij het merendeel van de stemmingen in de Veiligheidsraad, maar gebruiken die voor hun eigen doelen. In Afrika waren ze al een tijdje bezig met gebonden hulp en handel, maar manifesteren ze zich nu eveneens nadrukkelijk militair.”

Is er sprake van het ‘gele gevaar’? Ten Broeke walgt van die uitdrukking en spreekt liever van een Chinese uitdaging, een kans. “De vraag is hoe Nederland en Europa overleven in de Eeuw van China. China bepaalt dat de Chinese cultuur ook steeds dominanter wordt. Steeds meer mensen leren Chinees. Chinese massa-surveillancetechnieken worden in steeds meer telecom-netwerken ter wereld ingebouwd. De vraag waarvoor we ons gesteld zien is hoe Europa zijn eigen beschaving overeind kan houden terwijl we én een goede boterham kunnen blijven eten én ons voldoende vrij blijven voelen.”

De handelsoorlog tussen China en de VS wordt afgewenteld op Europa

Nee, wij spreken hier te lande geen Chinees over pakweg twintig jaar. Maar geopolitiek bestaat Europa amper, en dat zou ons allen zorgen moeten baren. We zijn het volledig ontwend geraakt om nog ergens in de wereld vuile handen te maken. We leefden sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog in gelukzalige onwetendheid. Onder de veilige Amerikaanse nucleaire paraplu konden wij onze welvaart en sociale zekerheid opbouwen. Maar die tijden zijn voorbij. Eigenlijk al onder Obama, en versneld door Trump, is sprake van een Amerikaans isolationisme dat doet denken aan de tijden van Hoover. De Amerikanen zijn moe, lijken op een gepensioneerde politieagent die niet langer wil werken in de slechtste buurten. Trump trekt zich terug uit het Midden-Oosten, uit Syrië, uit Irak, om er vervolgens weer dertigduizend man naartoe te sturen. Hoe inconsequent het beleid mag ogen, de boodschap is duidelijk: Europa zal het zelf meer en meer moeten gaan uitzoeken. Met China als over de schouder meekijkende macht, nieuwsgierig en vooral verwonderd: als de Dalai Lama de EU wil bezoeken, dan hebben 27 lidstaten daar allemaal afzonderlijke opvattingen over. Ideaal voor China, want die kunnen het spelletje van stoken en oppoken 27 keer uitspelen. Waarom niet één blok, één opvatting, zoals ze in China zelf ongetwijfeld zouden doen. Is lastiger uit te spelen, want de consequenties zijn meteen ingrijpender, juist voor China.

Ten Broeke: “De Amerikanen laten ons meer en meer verweesd achter, dus we moeten wel een gemeenschappelijk buitenlands beleid gaan opzetten. Wat mij betreft zou dat een beleid moeten zijn dat gericht is op onze buitengrenzen. Economisch kan dat allemaal op EU-niveau gebeuren, maar militair en qua veiligheid moet dat binnen de NAVO gestalte krijgen. Nee, daar hoef je geen nieuw Europees leger voor op te zetten, dat kan gemakkelijk binnen de eigen NAVO, dat een succesvol vehikel is gebleken en dat zichzelf allang heeft bewezen. Er moet een echte Europese pijler binnen de NAVO ontstaan. Wij moeten als het ware de sportschool van de NAVO in, en spieren gaan kweken.”

Wat betekent het voor de EU als Trump dit najaar wordt herkozen? Ten Broeke: “Trump is een symptoom van een proces dat zich al onder Obama maar ook onder een volgende Democratische president zal voortzetten: van een VS dat naar Europa kijkt als een verwende tiener die nodig op kamers moet. Hoewel Trumps buitenlandse politiek van inconsistentie aan elkaar hangt, ontmaskert hij in ijltempo de zwakten van Europa. Bij een tweede termijn van Trump kunnen we niet langer de kat uit de boom kijken, zonder dat dat onze eigen belangen schaadt. De verdere ondermijning van de multilaterale orde, die de belangen van Nederland en Europa zeer zou treffen, zal stopgezet moeten worden. Met of zonder de VS, maar het liefst met. Zeker militair hebben we blijvend belang bij de Amerikaanse aanwezigheid. Als er een Democraat wordt gekozen, gaat het proces dat Trump in gang versnelde, wellicht iets langzamer en is er beter overleg mogelijk. Maar de uitdaging voor Europa blijft dezelfde: we moeten onze continentale belangen gezamenlijk formuleren en strategische soevereiniteit terug zien te winnen.”

Enige hoop was er misschien nog met het uitbreken van de Arabische Lente

Steken wij van China over naar het Midden-Oosten, sinds jaar en dag het gebied op deze planeet met de meeste brandhaarden. Jort Kelder riep eens dat het Midden-Oosten beter kon ‘affikken’, wat hem op veel kritiek kwam te staan. Maar begrijpelijk was zijn verzuchting wel. Enige hoop was er misschien nog met het uitbreken van de ArabischeLente, negen jaar geleden, maar na de regime changes van Moebarak in Egypte, Saleh in Jemen en Kadhafi in Libië is de ‘Arabische Zomer’ totaal uitgebleven.

Ten Broeke: “Toch kun je ook stellen dat in een aantal landen de geest uit de fles is. Die geest wordt op gezette tijden wel weer terug in de fles gestopt, maar meestal is dat toch tevergeefs. Het Midden-Oosten is een hot bed, een explosief gebied, maar we kunnen het niet de rug toekeren, want dan komt er te veel terug waar wij last van krijgen. De Amerikanen retireren, het vacuüm dat ontstaat wordt door Poetin opgevuld. Hij is de nieuwe matchmaker en van Jeruzalem tot Saoedi-Arabië is hij momenteel een graag geziene gast. Poetin smeedt nieuwe coalities en verschaft Rusland toegang tot het Midden-Oosten, waar het al sinds tijden geen speler meer was.”

De vraag is: hoe erg is dat? “Rusland heeft geen troepen beschikbaar om overal in de wereld te stationeren, maar Poetin heeft wel een aantal ventielen waar hij te pas en te onpas aan kan draaien en ons in Europa voor grote problemen kan plaatsen; vluchtelingenstromen bijvoorbeeld. Amerikanen weg uit Irak, hup, dan duikt Iran erin, met Rusland, en voor je het weet komen de vluchtelingenstromen op gang, breken economisch onzekere tijden aan, dreigt er weer terreur, dreigen de vaarroutes afgesloten te worden –wist jij dat 55 procent van de goederenimport naar de EU over zee gaat? Er ontstaan dan zoveel haarden waarvan de vlammen maar één kant opgaan, naar Europa. Poetin zorgt er wel voor dat die vluchtelingen niet naar Rusland gaan, maar naar West-Europa. Europese politici die roepen dat we dat wel schaffen, helpen daar niet bij.”

Deze eeuw is aan China. Het land heeft tachtig, negentig landen aan zijn parelsnoer geregen.

Maar wat heeft Poetin daar dan aan? “We hebben sinds de val van de Muur en de studentenopstand op het Tiananmenplein de dominantie van de liberale wereld gezien. We vierden een liberaal feestje, maar daaraan is nu een einde gekomen. The party is over, we gaan weer over naar geopolitieke competitie, met nieuwe blokken, met landen die daar slim misbruik van maken, zoals Rusland dus. Doel is de kracht van Europa te breken, want dan wordt Rusland weer sterker, kan het immense land bij elkaar gehouden worden. Rusland wil zijn plaats in de geschiedenis hervinden. Poetin is geen Lenin-adept, hij is een revisionist. Hij vindt het verschrikkelijk wat er onder Jeltsin is gebeurd. Nee, ik denk niet dat hij de oude Sovjet-Unie wil herstellen, maar hij houdt wel van een groot, Russisch rijk, zoals de tsaren dat ooit stichtten. De Russkiy Mir, de Russische wereld.”

In je somberste buien ben je weleens geneigd te denken dat Hoessein, Moebarak en Kadhafi misschien toch wat te snel zijn afgeserveerd. Toen zij aan de touwtjes trokken, was het in elk geval rustig in de regio. Ten Broeke kent dit soort heimelijke verlangens, maar ze zijn riskant. Er volgt een klein college over verschillende soort interventies. Zo is daar de ‘volledige interventie’, in 2003 in Irak, onder aanvoering van George W. Bush. Was dat een succes? In het algemeen is de strijd tegen terreur niet anders dan de strijd van de Amsterdamse politie tegen de criminaliteit: de criminaliteit blijft, zal zich altijd vernieuwen. De strijd ertegen win je nooit, maar je mag ’m vooral niet verliezen. Dat is wat er aan de hand is met Irak, dat zich voor het overige momenteel in een relatieve stabiliteit mag verheugen. Mede dankzij de Amerikaanse aanwezigheid en die van nog twintig landen, waaronder Nederland, iets wat gek genoeg door de uitschakeling van Soleimani nu weer op het spel is gezet.

Afghanistan is hetzelfde verhaal, al gedroeg met name Nederland zich daarin als een ‘geopolitieke muis’. Uit angst voor de bodybags met daarin Nederlandse stoffelijke overschotten noemden wij die missie daarom maar lekker verhullend een ‘opbouwmissie’. Ten Broeke duidt dat als een ‘verschrikkelijke fout’. We waren niet in Afghanistan om schooltjes op te zetten of om meisjes over te halen daarnaartoe te gaan, maar om de Taliban eronder en Al-Qaeda eruit te krijgen. Dat laatste is grotendeels gelukt. Voor het overige is en blijft Afghanistan een land dat verscheurd wordt door tribale twisten en waar Middeleeuwen en moderne wapens elkaar ontmoeten. Maar het is geen acute bedreiging voor het Westen meer. Uiteindelijk is dat gelukt, dankzij de Amerikanen. De Taliban is thans zelfs een gesprekspartner van de huidige regering.

Dan is daar nog de ‘non-interventie’, zoals in Syrië. De mensonwaardige toestanden in de stad Aleppo doorstonden weliswaar de vergelijking met het Libische Benghazi probleemloos, maar er gebeurde niets. Te veel onzekere factoren. Wat het Westen echt wilde met Assad, was onduidelijk. Evenzeer lastig in te schatten was de reactie van Rusland bij een eventuele Europese of Amerikaanse missie. Aan Syrië brandt voorlopig niemand de vingers, zoveel is duidelijk, maar Libië is voor Europa bittere noodzaak.

Hoewel Trumps buitenlandse politiek van inconsistentie aan elkaar hangt, ontmaskert hij in ijltempo de zwakten van Europa.

Libië is synoniem voor de ‘halve interventie’, waarbij het Westen in 2011 ingreep om te voorkomen dat de stad Benghazi een tweede Srebrenica werd. Dat is gelukt, maar de troepen werden in de oorlog gezogen, hadden geen exitstrategie en eindigden met het uitschakelen van Khadafi. Wat begon als een humanitaire interventie met een mandaat van de Veiligheidsraad, eindigde in een regime change, iets wat zowel in Peking als Moskou is opgevat als een reden het Westen nooit meer die ruimte te bieden.

Thans is het een puinhoop in Libië, meent Ten Broeke. Europa zal gedwongen worden om juist daar geopolitiek actief te worden. Het zal er vuile handen moeten durven te maken, te beginnen met het leggen van een zeeblokkade teneinde de illegale olie- en wapenhandel tegen te gaan, al zal zo’n blokkade geen magneet voor bootmigranten mogen vormen. Daarop moet Europa zich verenigen, wil het zowel de Oost-Europese dwarsliggers als de Zuid-Europese landen verzoenen. Er zal ook gesproken moeten worden over troepen aan land, er zullen deals gemaakt moeten worden met de zogeheten Touareg-stammen, zoals Berlusconi dat voorheen deed met Kadhafi, door ze geld en uniformen te geven waarmee vluchtelingenstromen konden worden beheerst. “Dat is geopolitiek opereren aan je eigen buitengrens, dat is waartoe het Europese buitenlandbeleid zich moet beperken. En dat is heel hard nodig, om de rust, stabiliteit en welvaart in de eigen regio te bewaren,” aldus Ten Broeke.

Dat is mooi gezegd, maar de werkelijkheid is weerbarstiger: Frankrijk en Italië verschillen van opvatting over wie zij nu moeten steunen, generaal Haftar (Frankrijk) of de regering in Tripoli (Italië). De Turken mengen zich erin, evenals Egypte en enkele Golfstaten. “Het is inderdaad een geopolitieke kluwen aan het worden,” weet Ten Broeke, “maar we kunnen beginnen met een forse, diplomatieke inspanning, mogelijk vredestroepen, en met die zeeblokkade. Zo haal je tenminste één angel eruit.”

De moraal van Ten Broekes verhaal is dat Europa meer gaat beseffen dat ‘we zelf over onze toekomst kunnen beslissen’, en ‘niet afhankelijk moeten zijn van de klappen die we nu krijgen van grote én van kleine spelers’. Hij noemt als voorbeeld Marokko, een land dat qua economie voor negentig procent aan de ketting ligt bij Europa. “Toch zijn wij, Nederland, niet in staat om illegale Marokkanen terug te sturen. Terwijl België en Spanje dat wel uitstekend kunnen. Hoe kan dat? Europa valt van onenigheid uit elkaar.”

Een klap van een gróte speler is ontegenzeggelijk het voornemen van de Amerikanen om (Europese) bedrijven te treffen met boetes, importheffingen en wat dies meer, indien die ondanks de Amerikaanse sancties tegen Iran toch zaken blijven doen met Iran. Ten Broeke weet daar wel raad mee: “Ik realiseer mij dat het vloeken is in de liberale kerk, maar ik ben bang dat wij, Europa, wat meer en vaker de technieken van onze tegenstander moeten overnemen. Dus laten we de strikte scheiding tussen economie en politiek – die voor ons zo ongeveer het evangelie is – ietsje vieren, en op onze beurt Amerikaanse bedrijven dreigen met sancties, boetes en importheffingen voor producten die voor de Europese markt zijn bestemd. Amerikaanse bedrijven zijn net zo bang voor sancties en zij weten maar al te goed dat wij een grotere markt hebben dan zij, dat wij meer consumenten hebben, die ook nog eens koopkrachtiger zijn dan wie ook in de wereld. Nog wel.”

Nederland is niet in staat om illegale Marokkanen terug te sturen. Terwijl België en Spanje dat wel uitstekend kunnen. Hoe kan dat?

Kortom, Europa moet meer zijn tanden laten zien. “Wat ik al zei, de scheiding van economie en politiek is voor ons zowat heilig, maar als wij dat principe in ons eentje blijven volgen, dan redden we het niet. Die tijd is voorbij. Je moet je aanpassen aan veranderde omstandigheden. Het terugwinnen van de strategische soevereiniteit, daar gaat het nu om in Europa. Wat is van ons, wat van een ander? Hoever durven we te gaan? Nu worden we strategisch tegen elkaar uitgespeeld door de Amerikanen en hun sancties tegen Iran, door de Chinezen en de economie, door de Russen via cyberaanvallen en zelfs door landen als Marokko met hun weigering illegalen terug te nemen. We moeten ons handelingsvermogen terugwinnen op de omgeving. Strategische soevereiniteit betekent niet dat we soevereiniteit verliezen, maar dat we die juist terugwinnen op onze omgeving en de andere machtsblokken. We zijn nu te onbekwaam, te bleu.”

Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Ten Broeke: “Allereerst: maak van je buitenlands beleid in EU-verband een buitengrenzen-beleid, zie het Libië-verhaal en mijn pleidooi om daar snel een zeeblokkade aan te leggen. Ga als Europa de migratie-uitdaging aan. Migratie is de open zenuw in alle Europese debatten. Het is de sleutel. Zolang Oost-Europese EU-lidstaten ons, westerse collega’s, onvoldoende vertrouwen, dragen ze niks bij aan de opvang van migranten.”

Hij verwijst naar de toespraak van premier Rutte, onlangs in Zürich, waarvan de strekking luidt dat sancties opleggen het machtigste wapen van de EU is. Maar daarvoor zijn meerderheden nodig, en met 27 lidstaten zijn die doorgaans moeizaam te verkrijgen. Bovendien heeft China invloed. Er zijn lidstaten, weet Ten Broeke, die echt even kijken wat Peking ervan vindt of wat men wil. De Europese Raad kan nog steeds sommige schendingen van de mensenrechten in China niet veroordelen, omdat een aantal lidstaten in die Raad dat gewoon niet wenselijk vindt. Dan biedt meerderheidsbesluitvorming – in plaats van besluiten bij consensus – ook een oplossing, voor die EU-lidstaten die af en toe even niet van Europa willen zijn, zoals Hongarije. Maar sancties opleggen bij meerderheid, zoals Rutte bepleitte, is lastig. Sancties verléngen daarentegen, en ook veroordelingen van schendingen van mensenrechten, zouden best af en toe bij meerderheid kunnen. “Het zou een enorme stap vooruit zijn in de richting van meer Europese handelingsbekwaamheid,” denkt Ten Broeke. “Het is de Handlungsfähigkeit waarvoor Merkel pleitte in haar Europa-speech van mei 2019, het is de capacity to act waaraan burgers behoefte hebben.”

Een medewerker verlaat de EUV-ruimte (Extreme Ultra Violet) in de ASML-fabriek in Veldhoven

Gaat Rutte alsnog naar Europa? Ten Broeke verwijst naar diens eerdere ontkenning en weigering. “Voorheen vormden wij met de Britten een soort contragewicht tegen de Frans-Duitse dominantie. Nu zijn de Britten weg; zij lijken hun buitenlandse beleid volledig aan de Amerikanen te hebben overgedaan. Merkel in Duitsland is aan haar laatste periode begonnen, en heeft aan gezag verloren. Rutte is een van de langstzittende regeringsleiders in de EU. Hij geniet aanzien. Als bruggenbouwer in Europa is zijn huidige rol momenteel volgens mij veel interessanter en nuttiger. Hij is in staat en bereid om Nederland te laten bijdragen aan een EU die ook een geopolitieke factor wil zijn.”

Wij keren nog even terug naar de ASML-geschiedenis en Ruttes weifelende rol bij het verstrekken van een vergunning. Ten Broeke ziet deze kwestie graag wat breder. “Nu is het bij ons ASML; straks treft, ik noem maar wat, de Duitsers iets vergelijkbaars met hun automarkt. Je moet wel onderscheid maken tussen investeringen en technieken die we op eigen bodem toestaan en die ons afhankelijk maken, en innovaties die we in China verkopen, waarmee we ook een voorsprong en onafhankelijkheid behouden. Het zou echt veel beter zijn als we in dit situaties een Europese backing zouden hebben. Dus zowel bij het verlenen van exportvergunningen als bij het beoordelen van Chinese investeringen op ons continent. Een soort scheidsrechter, een beoordelingsmechanisme dat nagaat of iets in het belang is van de EU of dat we er echt gedonder mee gaan krijgen. Er moet bereidheid ontstaan om investeringen door een geopolitieke bril te bekijken. Daarmee ontlast je de regeringsleiders die nu vermalen dreigen te worden in de geopolitiek.”

Europa valt van onenigheid uit elkaar.

Maar is dat ook niet weglopen voor moeilijke beslissingen? “Nee,” vindt Ten Broeke, “soms moet je naar een hoger niveau kunnen verwijzen om een ingewikkeld besluit op lager niveau te kunnen nemen. In België zouden destijds de mijnen en de hele kolenindustrie nooit gesloten en gesaneerd zijn geweest, als de toenmalige regering daar niet Europa als excuus voor had kunnen gebruiken.”

De geopolitieke muis moet dus een olifant worden, en zo’n transformatie vergt veel wheelen en dealen, verliezen nemen, compromissen sluiten. “En dat is geen vorm van landverraad, zoals de populisten beweren. Compromissen zijn juist een vorm van landsbehoud, zeker voor een land als Nederland. Ons roemruchte poldermodel is een prachtig exportproduct.”

Word lid van HP/De Tijd