Spring naar de content

Arthur van Amerongen en Rob Hoogland: 020 vs. 010

De Foute Jongens bespreken een prangende kwestie: is het in de Maasstad tegenwoordig beter toeven dan in Pyongyang aan de Amstel? Rob denkt van wel, maar Arthur is er nog niet zo zeker van.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Foute Jongens

Rob: Onlangs was het mij vergund om de burgermoeder van Amsterdam te ontmoeten. Het gebeurde bij toeval en het genoegen was helaas niet wederzijds. Nadat ik naast mevrouw Halsema en haar man, de roemruchte wapenhandelaar Robert Oey, op het verwarmde terras van café Marcella op de hoek van de Prinsengracht en het Amstelveld had plaatsgenomen, wist het veelbesproken stel niet hoe snel het zich, zonder mij nog een blik waardig te gunnen, uit de voeten moest maken, let wel: met achterlating van een halfvol glas bier en een glas rode wijn dat nog voor twee derde was gevuld.

Ik ken de rode huiswijn van café Marcella, mijnheer Van Amerongen. Die láát je niet staan.

Heel even dacht ik nog: ze is een GroenLinks-coryfee, dus ze vertrekken natuurlijk zo overhaast omdat zo’n verwarmd terras onaanvaardbaar veel CO2 uitstoot.

Eerst toen drong de werkelijke reden tot mij door: ze pruimden mij niet.

Zo zie je maar dat Amsterdam en Overbetuwe qua bestuur twee onvergelijkbare gemeenten zijn. Overbetuwe heeft in de persoon van Patricia Hoytink-Roubos eveneens een nieuwe eerste burger. En wat zij zei tijdens haar eerste Nieuwjaarsontmoeting? “Als burgemeester heb ik een verbindende rol.” Ik dacht meteen aan mijn zo plotselinge confrontatie met mevrouw Halsema, die verbinding blijkbaar minder hoog op haar prioriteitenlijstje heeft staan.

Dat is haar goed recht uiteraard. Dat zij patsers bijvoorbeeld wél met alle egards wenst te behandelen en bepaalde stukjesschrijvers niet, moet zij zelf weten. We hebben allemaal zo onze voorkeuren, ik zit ook liever met een wilde, liberale hockeymeid op een verwarmd terras. Maar ik kwam haar voorganger weleens op dezelfde plek tegen. Eberhard van der Laan ging dan het gesprek met mij aan. “Mijn vrienden lezen jou graag,” zei hij eens vilein. Met andere woorden: ik niet. Ik moest daar hartelijk om lachen.

En dan dronken wij een biertje.

Waarom ik mezelf zojuist in één adem met patsers noemde? Omdat mevrouw Halsema laatst een opmerkelijke uitspraak deed nadat duidelijk was geworden dat haar Rotterdamse collega Ahmed Aboutaleb een zogenaamde patseraanpak heeft ingevoerd. Die aanpak houdt in dat automobilisten die binnen de grenzen van 010 in dure auto’s rijden regelmatig staande worden gehouden met het verzoek om aan te tonen dat die wagen hun eigendom is. “Als zaken niet in de haak zijn, wordt de auto in beslag genomen,” meldde De Telegraaf. En daar regeerde mevrouw Halsema op. “Deze vorm van proactief controleren wordt in Amsterdam niet uitgevoerd vanwege de schijn van etnisch profileren.”

Ik hoorde die hese, bekakte stem er jammer genoeg meteen bij en dacht: kennelijk dicht mevrouw Halsema patsers zélf automatisch een niet-witte huidskleur toe.

O ja, natuurlijk, dacht ik vervolgens (de jaren gaan tellen, het denken gaat bij mij steeds langzamer). Etnisch profileren, ook zo’n GroenLinks-dingetje. Lief hoor, zo’n approach. Maar of-ie voldoende vruchten afwerpt?

Rob: ‘Etnisch profileren, ook zo’n GroenLinks-dingetje. Lief hoor, zo’n approach.’

“Mannen, vandaag gaan we boeven vangen,” zegt de commissaris.

“Goed idee, chef. Zullen we dan maar in Nieuw-West beginnen?”

“Nee, dat doen we niet. Ik heb zojuist nog, in het driehoeksoverleg, met mevrouw Halsema gesproken, dus we concentreren ons voorlopig op de grachtengordel.”

“Waarom in vredesnaam, chef? Daar is de pakkans veel kleiner.”

Dat soort gesprekken op het politiebureau, mijnheer Van Amerongen. Ik sluit ze inmiddels niet eens meer uit.

Arthur: Amsterdam-West geniet een aparte status bij burgemeester Halsema, heer Hoogland. Alle oekazes aangaande genderneutraliteit, diversiteit, inclusiviteit, intersectionaliteit en identiteitspolitiek houden op halverwege de Kinkerstraat, bij een hefboom en een bord met het opschrift: u verlaat de Hollandse sector. Welkom in kalifaat Luilekkerland!

Heb jij al een regenboogzebrapad gezien voor de El Tawheed-moskee? Genderneutrale toiletten bij de Stichting Islamitisch Centrum Amsterdam-West? Heb jij weleens meegemaakt dat oom agent een veertienjarige kansenparel in een gloednieuwe Audi RS6 aanhoudt bij het roadblock in de Jan Evertsenstraat, met de woorden: zo, kleine Mo, zeker verdiend met het bezorgen van De Echo en De Telegraaf?

En denk jij dat wethouder Laurens Ivens – die van de verplichte eiwittransitie voor de Amsterdammers inderdaad – het Suikerfeest en de tankwagens vol Fernandes-priklimonade en de vrachtwagens vol kipkluifjes op Kwaku gaat verbieden?

Ken je dat grapje nog: wat is het toppunt van brutaliteit? Een agent in zijn laarzen piesen en vragen of hij last heeft van natte voeten. Jaja, daar lachten wij vroeger om.

Als je dat mopje naar het heden moet vertalen, krijg je iets van twintig rond een brandende politiewagen dansende mocro’s en een smeris die zijn nederige excuses aanbiedt omdat hij zijn dienstauto per ongeluk voor de shishalounge heeft geparkeerd.

Ik moet je eerlijk bekennen dat ik Femke Halsema ooit best wel opwindend vond. Toen ik getrouwd was met Edith Mastenbroek, kwam ik haar regelmatig tegen bij aangelegenheden en hadden wij diverse malen schaamteloos oogcontact. Eind december zat Femke in Het Marathoninterview van de VPRO. Ik was een jaar eerder door Atze de Vrieze op de pijnbank gelegd. De meesterinterviewer vertelde mij dat Halsema erg nieuwsgierig was naar zijn ervaringen met mij. Ik zei: vertel haar maar dat je zelfs mij sympathiek hebt weten te maken, Atze!

Ach, nu lees ik net dat Robert Oey zich niet neerlegt bij de taakstraf van veertig uur die hij van het Openbaar Ministerie opgelegd kreeg vanwege verboden wapenbezit. Als Oey de straf geaccepteerd had, zou hij een strafblad hebben gekregen. Oey weet natuurlijk donders goed dat je met een strafblad niet lekker meer kan chillen in Miami of waar dan ook in de Verenigde Staten.

Ik noem dit: roeren in de stront met de ventilator in de hoogste stand. Zou Oey Peter de Vries als juridisch adviseur hebben? Die maakt immers furore met het episch verdedigen van Bekende Nederlanders als Bridget Maasland en vrouwtje Kluivert. Hoe zit het eigenlijk met de voetballersmakelaardij van De Vries en zijn zoon Trabant?

Wat lief dat je Eberhard aanhaalt, oom Rob. Iets meer dan vijftien jaar geleden stond ik met Eberhard van der Laan, Femke Graas en Edith Mastenbroek op die waterkoude novemberavond te paffen voor De Bijenkorf, tijdens die bijzonder ongemakkelijke lawaaidemonstratie voor Theo van Gogh op de Dam. Twee weken later ging ik met Edith trouwen op Blijburg. Een jaar later trouwde Van der Laan met Femke. We hielden het om meerdere redenen niet lang vol op de Dam en doken een warme kroeg in. Daar houdt iedere vergelijking tussen de vorige en de huidige burgemeester op: bij de gemeenschappelijke liefde voor een slokkie en een peuk. Eberhard was een mensch, Halsema een ijskoningin.

Rob: Ach ja, die lawaaidemonstratie voor de betreurde Theo van Gogh. Ik was daar ook bij, mijnheer Van Amerongen, zij het niet paffend en zuipend. En ik deed ook maar niet mee met dat lawaai maken. Daar ben ik niet zo geschikt voor. Wellicht stonden wij slechts enkele tientallen meters van elkaar. Onze paden hadden zich nog niet gekruist. U had uiteraard wel van mij gehoord, maar ik nog nooit van u. Mijn leven kenmerkte zich toen nog door kalmte, rust en regelmaat. Ik kreeg bijvoorbeeld geen rare nachtelijke telefoontjes vanuit Portugal.

Arthur: ‘Ik werd steeds bozer en bozer op dit onbeschaamde en onverholen intersectionele en interraciale racisme.’

Enfin, met uw welnemen ga ik toch nog even door met waar ik het in mijn eerste bijdrage over had, al wil ik wel nog kwijt dat mevrouw Halsema en ik op dat verwarmde terras óók even oogcontact hadden. Waarom weet ik niet, maar ik citeer Kusumastuti: “She chose to freeze her heart, and then stored it deep inside her freezer.” En nu citeer ik een bericht van het onvolprezen crimesite.nl: “De politie heeft op 23 januari vier tieners van 13 tot 16 jaar in Amsterdam-Zuidoost aangehouden voor wapenbezit. Toen agenten de jongens wilden aanspreken, probeerden zij te vluchten. Na een korte achtervolging werden de vier jongens aangehouden. Zij waren allen in het bezit waren van een machete.”

Zou mevrouw Halsema de dienders die dit criminele kwartet arresteerden al bestraffend hebben toegesproken, geschorst of op staande voet ontslagen? Uit doorgaans welingelichte kringen, namelijk die rondom mijn vermaarde collega’s John van den Heuvel en Mick van Wely, vernam ik dat deze vier jongeheren niet tot het autochtone deel van de natie behoorden. Hoe zag de politie dat zij steekwapens droegen? De vraag stellen is ’m beantwoorden, mijnheer Van Amerongen. Dit was etnisch profileren in optima forma. De dienstdoende agenten hadden ze gewoon laten lopen wanneer ze roomblank waren geweest. Het is racisme, puur racisme. Hoe verbazingwekkend dat mevrouw Simons van de partij Bij1 nog altijd niet diep verontwaardigd aan de bel heeft getrokken.

Vergeef mij het cynisme, zoals in de vorige alinea aan de dag gelegd. Ik heb het al vaker tegen u gezegd: de wijze waarop Pyongyang aan de Amstel momenteel wordt bestuurd, verleidt mij steeds vaker tot de wens om mijn pied-à-terre nabij het Amstelveld – oei, een tweede woning in Amsterdam, volgens Laurens Ivens ben ik een misdadiger! – in te ruilen voor een appartement op de Kop van Zuid. Akkoord, in 010 is Leefbaar Rotterdam, met elf zetels verreweg de grootste partij, buitenspel gezet. Ook een bestuurlijke schande. Toch voel ik mij er steeds meer thuis. Wellicht ben ik voor eeuwig beïnvloed door wat de uitbater van het Thaise restaurant Blue Elephant in Parijs mij ooit vertelde. Hij wilde toen nog een filiaal in Nederland beginnen en dacht aan Amsterdam. Na een jaar onderhandelen met de verantwoordelijke ambtenaren verliet hij 020 jammerend. “Milliers de règles là-bas, monsieur!” riep hij. Duizenden regeltjes daar! Nee, dan Rotterdam, zei hij. Na één gesprek op het gemeentehuis wist hij zich er al welkom.

Lang leve Ahmed Aboutaleb!

Arthur: Je weet dat ik van Rotterdam hou, engel. Mijn verloofde Carrie is een begrip in de plaatselijke horeca, het is de stad van mijn moesje zaliger én de Foute Jongens zijn er razend populair. Tijdens de laatste Nacht van de Kaap traden wij saampjes op in de afgeladen Grand Ballroom van het ss Rotterdam – nooit de ss zeggen, dat ligt nogal gevoelig in Rotjeknor – terwijl wij in 020 zelfs het Torpedo Vlooientheater niet vol krijgen.

Maar jouw romantische beeld van Rotterdam moet ik helaas bijstellen. De Nieuwe Binnenweg is nog net geen no-goarea. In september zat ik daar aan de moksi meti in een toko bomvol druk appende mediterrane types. Ik dacht eerst dat het de wekelijkse ontmoetingsavond was van de mohammedaanse homofielenbelangenvereniging Habibi Ana was, omdat ze allemaal Gucci-damestasjes droegen. Voor de deur stonden allemaal spiksplinternieuwe BMW’s en Audi’s en dat zijn natuurlijk echte gay-automerken. Ik zat met mijn rug tegen de muur en met mijn gezicht naar de ingang gericht. Dat heb ik van Cor van Hout en Sjonnie Mieremet geleerd.

Wat mij opviel, is dat de mediterrane types de Chinese uitbater als een slaaf behandelden. Nou weet ik dat Turken en Marokkanen in de regel niet heel erg veel op hebben met elkaar, maar al helemaal niet met mensen van kleur. Dat zal wel te maken hebben met de tijd dat de muzelmannen samen met de jodenmensen, de Portugezen en de familie van Jerry Afriyie in de slavenhandel zaten, maar het blijft ongepast. Deze jongens, die zeer beroerd Nederlands spraken met een vet Rotkjeknor-accent, maakten het takkietakkie van de Chinees belachelijk! Kleine sambal, klotesambal, kalendel bij, et cetera.

Ik werd steeds bozer en bozer op dit onbeschaamde en onverholen intersectionele en interraciale racisme. Enfin, ik hield me in, bestelde nog drie bakabana’s en was allang blij dat ik niet gesneuveld was tijdens een of andere tribale afrekening vanwege een verdwenen containertje bananen of kokosnoten in de Rotterdamse haven. Opgelucht verliet ik de toko. Hoor ik een halfuur later op Radio Rijnmond dat er een Finse drive-by shooting was voor de deur van die toko! Ik ben aan de dood ontsnapt, Hoogland! Dus ik vind het prima wanneer jij je hut aan de grachtengordel verpast en een leuk optrekje in Rotterdam zoekt, maar ik zou niks huren aan de Nieuwe Binnenweg. Is de chique wijk Alexanderpolder niks voor jou? En anders kan je vast wel terecht in het gerse giraffenhok van Blijdorp!