Spring naar de content
bron: ANP

Tijd van onbehagen: Vadertje Staat leent niet meer

Het zijn onzekere tijden voor jongeren: de banen liggen niet voor het oprapen en de overheid heeft de royale regelingen van weleer sterk ingeperkt. Vallen er van een Kamer met verstikkende fractiediscipline nog oplossingen te verwachten, ook voor de ellende in Groningen?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl
Haagse
Erger
Nisjes

Kind van de rekening
De oudste zoon heeft in al zijn wijsheid besloten na de zomer maar eens een tussenjaar op te nemen. Hij is zeventien en wellicht nog jong voor meteen weer een vervolgstudie, welke dat ook had mogen wezen. Maar hij hanteerde nog een ander argument voor zijn keuze: “Ik moet waarschijnlijk toch tot mijn zeventigste doorwerken.” Die kans is inderdaad niet denkbeeldig, ongeacht het nieuwe AOW-akkoord. Maar zijn verzuchting raakt aan meer, aan een gevoel van onzekerheid dat exclusief lijkt te zijn voor zijn generatie. Langer dan wie ook moeten zij doorwerken. Ze maken weinig kans op vaste betrekkingen, alles is flex. Doorgaans hebben ze torenhoge schulden, gemaakt voor studies die in duizelingwekkend tempo en in een verstikkend schools universiteits-regime gevolgd moesten worden. Godsvermogens betalen die schatten aan kutkamertjes. Koopwoningen zijn niet eens aan de orde. Noodgedwongen moeten zij langer bij hun ouders wonen. Alles gebeurt bij deze jongvolwassenen later, veel later. Ook samenleven, kinderen krijgen.

De basisbeurs is ontmanteld en studeren op de universiteit was nog nooit zo saai als vandaag – ANP

In feite betalen mijn zoon en zijn kornuiten een rekening die al sedert de kabinetten-Lubbers wordt afgewenteld op de burger. Liepen de overheidstekorten in de jaren zeventig gierend uit de bocht, daarna luidde het credo: bezuinigen, en de mensen moesten voortaan zelf maar veel meer regelen. Daar leent Vadertje Staat zich niet meer voor, of althans stukken minder. De VUT werd afgeschaft, werknemers konden gemakkelijker worden ontslagen, de basisbeurs werd ontmanteld, studeren op de universiteit was nog nooit zo saai en oninteressant als in de huidige tijden (zie ter illustratie het boek Genadezesjes van oud-docent Eelco Runia). Ook de zorg werd meer en meer aan de markt overgelaten, en dat is zo uit de hand gelopen dat zelfs Rutte er schande van is gaan spreken.

De neiging is groot deze onzekerheid voor de toekomst te relativeren, aangezien de meeste jongeren – misschien niet vroeger maar dan toch wat later – wel weer goed terecht zullen komen. Ondertussen maken zij deel uit van het electoraat dat, in afwachting van betere tijden, zijn stem zal laten horen. Als Rutte en zijn opvolgers deze jonge kiezers op de kortere termijn niet meer bieden, wat weerhoudt hen er dan van om niet uit te wijken naar, ja, naar types als Baudet? Niet eens als bewuste daad of uit overtuiging, maar als een vorm van recalcitrantie, van verzet tegen de gevestigde orde die geen poot voor hen uitsteekt. 

Stemvee
Bij een andere agenda die meer is gericht op de generatie van zoonlief hoort ook een ander type politicus, zou je zeggen. Een twintiger is misschien nog wat te jong, maar een dertiger moet kunnen. Lilian Marijnissen van de SP dichtte ik enige kans toe, maar zij gaat het na twee verkiezingsnederlagen niet meer redden in Den Haag. Rob Jetten van D66? Tsja. Te onbestemd. Tussenpausje waarschijnlijk. Van Jesse Klaver heb ik echt lang gedacht dat hij het gezicht kon worden van de nieuwe lichting, getuige ook zijn bepaald succesrijke inspanningen om meet-ups over allerhande thema’s van de grond te krijgen. Maar ja, toen kwam de affaire-Özdil, en hoe je het wendt of keert, Klaver toonde zich in deze zaak nou juist een typische vertegenwoordiger van de oudere, heersende garde. Het Kamerlid hield zich niet aan de fractiediscipline en kon na allerlei daaropvolgende onverkwikkelijkheden vertrekken. 

Klaver toonde zich een typische vertegenwoordiger van de oudere, heersende garde – ANP

Nu kun je twisten over de grondslag voor die behoefte aan discipline, maar er staat geschreven dat Kamerleden hun werk zonder last moeten kunnen uitvoeren. Voorheen leken fractievoorzitters daar meer rekening mee te houden. Als je ergens tegen bent, laat dat dan effe weten, zei Hans Wiegel altijd tegen afvallige fractiegenoten, dan kon hij zich daarop instellen. Die ontspannen houding, kom daar tegenwoordig nog maar eens om. Als de dood zijn ze voor eigenzinnigheid, voor tweespalt, voor herrie in de tent. Kop houden, stemmen wat de baas je voorschrijft. Interviews met Kamerleden worden afgestemd met de politieke leider, en doorgaans met voorlichters erbij in de rol van waakhond. Voorheen kon je Kamerleden zondagsavonds gewoon thuis bellen. Hun nummers waren openbaar. Is allemaal niet meer zo. Kamerleden zijn verworden tot stemvee, zoals wijlen oud-senator Ad Kaland dat ooit treffend zei in weekblad De Tijd. Het zijn grijze muizen, oordeelde Geert Wilders over zijn collega’s toen hij nog in de VVD-fractie zat. Het is er sindsdien alleen maar erger op geworden. 

Dat is niet alleen saai voor het debat, waarvan de heikele punten van tevoren zijn besproken en bijgevolg onklaar gemaakt. Het oogt ook als zwakte: kennelijk is Klaver een bange poeperd. Terwijl het toch niet zo ingewikkeld hoeft te zijn als een Kamerlid een ander standpunt inneemt dan het gezamenlijke fractiebeleid. Dan stémt hij tegen, verliest een voorstel de meerderheid. So what? Dat hoort bij de politiek, in de zakenwereld, bij het leven. Soms win je, soms verlies je. Dat valt heus uit te leggen aan de kiezer. Het moet natuurlijk niet schering en inslag worden, want dan valt er niet meer te werken. Kamerleden zouden zelf meer ruimte moeten opeisen binnen hun fractie. Het klimaat is na de affaire-Özdil gunstig: Klaver heeft er de nodige schade door opgelopen. Andere fractieleiders zullen in het vervolg twee keer nadenken voordat ze een lastpak eruit gooien.

Een tussenjaar voor Wiebes – ANP

Vastgedraaid
Nog even over dat tussenjaar: zou mij niet verbazen als minister Wiebes daar momenteel ook zeer naar zou snakken. Want wat heeft hij zich in de nesten gewerkt met ‘Groningen’. Wiebes zegde vorig jaar toe de gaskraan dicht te draaien, maar dacht tegelijk dat hij de bestaande versterkingsoperatie van de door ‘bevinkjes’ (dixit Wiebes) getroffen Groningse huizen dan ook wel kon veranderen (lees: de kosten ervan beteugelen). Immers, minder gas, dus minder bevingen, zo redeneerde de bewindsman. Maar een nieuwe opzet deed de afhandeling van bestaande – en inmiddels door nieuwe bevingen ook weer nieuwe – aanvragen hopeloos vertragen. Wiebes heeft zichzelf helemaal vastgedraaid. ‘Groningen’ is een ‘crisis in slow motion’, zoals Rutte het in de Kamer omschreef. Een ‘nachtmerrie’. Daarom: tussenjaar.