Spring naar de content
bron: Tessa Posthuma de Boer

Syp Wynia: ‘Ik ben bang om in handen te raken van slechteriken’

In Zelfportret stelt HP/De Tijd maandelijks een serie vragen, gebaseerd op de beroemde questionnaire van Marcel Proust. Deze maand: Syp Wynia (Spannum, 1953), journalist.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Robbert van Rijswijk

Wat is uw huidige gemoedstoestand?
Opgewekt en in blijde verwachting. Ik ben mijn eigen mediafirma aan het opbouwen.

Wie zijn uw helden?
Mijn voorbeeld is de dwarse, linkse, Joods-Amerikaanse journalist I.F. Stone (1907-1989). Hij is op een zeker moment ook zijn eigen blad begonnen: I.F. Stone’s Weekly. Van hem heb ik dus het begrip Wynia’s Week gejat.

Lijkt u op uw moeder?
We waren erg op elkaar gesteld, maar leken niet op elkaar. Ze was behoorlijk religieus en had dweperige trekjes als het ging over liefdadigheid. Zo gingen mijn zusjes voor haar het hele dorp door met collectes voor God weet welke goede doelen. Ik vond dat vreselijk. Mijn moeder was gutmenscherig. Het risico daarvan is dat je er vooral zelf een goed gevoel van krijgt, maar de wereld niet echt vooruithelpt.

Lijkt u op uw vader?
Als kind heb ik moeite gedaan om op hem te lijken, maar dat werd niet beantwoord. Daarna is er een afstand ontstaan en kreeg ik er een hekel aan als mensen tegen me zeiden dat ik op hem leek. Ik zie wel gemeenschappelijke zwakke kanten die ik liever niet had gehad, hoewel ik de pretentie heb dat hij die zwakke kanten sterker had dan ik. Hij voelde zich vaak tekortgedaan.

Als u iets aan uzelf kon veranderen, wat zou dat dan zijn?
Ik zou minder aangedaan willen raken door moedwillig kwaadwillend gedrag. Zo zijn er mensen die hun eigen profiel willen oppoetsen door lelijk te doen tegen mij. Van jongs af aan heb ik de behoefte gehad om een beetje aan de weg te timmeren, en dat heeft vaak zulke reacties opgeroepen.

Ik zou graag minder aangedaan willen raken door moedwillig kwaadwillend gedrag.

Hoe ontspant u zich?
Languit in een ligstoel bij mijn huisje op het platteland van Noord-Holland, met een koptelefoon op mijn hoofd waaruit countryrock uit de jaren zeventig klinkt. Het is niet uitgesloten dat ik dan na een kwartiertje al wegdroom, in de meest letterlijke zin.

Gelooft u in God?
Nee, maar dat weet ik niet zeker.

Heeft u weleens een mystieke ervaring gehad?
Ik moet denken aan een volkomen heldere sterrenhemel op Vlieland, waarin je het totaal oneindige kunt aanschouwen.

Waar schaamt u zich voor?
Ik zou moediger willen zijn. De behoefte om aardig gevonden te worden domineert vaker dan ik zou willen.

Wat is uw grootste ondeugd?
Een zeker gebrek aan doorzettingsvermogen.

Welke eigenschap waardeert u in een man?
Doorzettingsvermogen.

Welke eigenschap waardeert u in een vrouw?
Doorzettingsvermogen en charme.

Waaraan bent u het meest gehecht?
Mijn verzameling journalistieke dossiers.

Wanneer heeft u voor het laatst gehuild?
Een paar weken geleden. Ik huil bij van die zoetsappige, sentimentele draken van films. Ook bij Spoorloos van KRO-NCRV, waarin ze op zoek gaan naar een adoptiekind of zoiets. Ik weet ook wel dat ze waarschijnlijk allemaal zo vals zijn als de nacht en direct na de uitzending ruzie krijgen, maar ik ga er helemaal in mee. Dan zit ik naast mijn vrouw op de bank en lopen de tranen over mijn wangen.

Van wie heeft u het meest geleerd?
Paul C. Bollen, mijn eerste chef in de dagbladjournalistiek. Hij leerde mij dat teksten in beginsel voor iedereen begrijpelijk moeten zijn.

Aan wie ergert u zich?
Mensen die niet in staat zijn tot logisch redeneren. Ik heb de indruk dat die vaardigheid zeldzamer wordt. Men lijkt erkenning door de sociale omgeving belangrijker te vinden dan verstandig nadenken. Die ontwikkeling bedreigt de kwaliteit van de objectieve wetenschap en nieuwsgaring.

Ik ben bang om in handen te raken van slechteriken, of dat nu nazi’s of islamitische fanatici zijn.

Wat is uw grootste angst?
Ik heb hoogtevrees. Ook ben ik bang om in handen te raken van slechteriken, of dat nu nazi’s of islamitische fanatici zijn. Ik ben opgegroeid in de schaduw van de Tweede Wereldoorlog, en dan zijn de martelkamers en concentratiekampen nooit ver weg.

Bent u aantrekkelijk?
Voor zover ik niet aantrekkelijk ben, heb ik daar nooit onder geleden – niet als volwassene, in ieder geval. Als kind kon ik inzitten over het niet hebben van de nieuwste kleren.

Wie is uw grootste liefde?
Marita, met wie ik al bijna 42 jaar samen ben. We kunnen hartstochtelijk kibbelen. Andere mensen kunnen denken dat we dan ruzie hebben.

Welk leed heeft u anderen berokkend?
Ik weet zeker dat politici weleens liggen te draaien in hun bedjes. In professionele zin heb ik weinig mededogen.

Hoe is ongeluk te vermijden?
Door functioneel angstig te zijn.

Wat is uw devies?
Soms te huur, nooit te koop.