Spring naar de content

Francine Houben: ‘Als hardwerkende vrouw heb ik jarenlang een schuldgevoel opgebouwd tegenover mijn kinderen, terwijl ik toch heel goed voor ze heb gezorgd’

Francine Houben (Sittard, 1955) is creatief directeur van architectenbureau Mecanoo. Op 1 november ontving ze de BNA Kubus voor haar oeuvre.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Kevin van Vliet

Wat is uw huidige gemoedstoestand?

Heel gelukkig. We hebben net het National Kaohsiung Center for the Arts in Taiwan geopend, waaraan we twaalf jaar hebben gewerkt. Vijftigduizend mensen waren er. Het was spectaculair, alsof de Olympische Spelen geopend werden.

Wie zijn uw helden?

De ontwerpers Charles en Ray Eames. Ze maakten tijdloos ontwerp, en voor een groot publiek. In 1978 heb ik ze voor het eerst ontmoet. Charles is in dat jaar overleden. Ray Eames heb ik nog weleens bij haar thuis in Los Angeles opgezocht. Een andere held is David Hockney. Ik vind het heel bijzonder hoe hij zich – hij is nu tachtig – blijft ontwikkelen als kunstenaar.

Aan wie ergert u zich?

Mensen die mopperen. Doe er iets aan, of mopper niet.

Lijkt u op uw moeder?

Ja. Ze was creatief, ondernemend, avontuurlijk, en bij ons thuis the leader of the band. Mijn oudste broer zei weleens dat wij in een matriarchaat leefden. Ze is 94 en leeft nog, maar ze is dementerend, teruggevallen in haar kindsheid. Maar vrolijk en blij.

Lijkt u op uw vader?

Ik houd net als hij van schrijven. En ik maak graag met iedereen een praatje, of het nu de koning is of een zwerver. En mijn vader hield ervan om in het middelpunt van de aandacht te staan, daar ben ik ook goed in.

Wanneer heeft u voor het laatst gehuild?

Toen mijn vader overleed, drie jaar geleden. Ik heb een week gehuild.

Gelooft u in God?

Ik denk wel dat er ‘iets’ is. Mijn vader kwam uit een zeer katholiek gezin en heeft ons daardoor respect voor andermans geloof bijgebracht. Geloof gaat voor mij over normen en waarden.

Bent u aantrekkelijk?

Ik heb mijn charmes, en een behoorlijk tijdloos voorkomen. Een klassieke jarenvijftigkop, denk ik weleens. Ik sta niet lang voor de spiegel. Ik doe mijn haar, en een lipstickje. Mijn mascara kan ik rijdend op doen.

Wat is uw definitie van geluk?

De mensen om je heen van wie je houdt. In mijn geval: mijn familie en extended family. Toen de kinderen geboren waren, vertrok hun vader. Mijn neef, die in de buurt studeerde, trok bij ons in. Hij, de buurvrouw, mijn broer en zijn vrouw hebben geholpen bij de opvoeding. It takes a village to raise a child. Onze band is altijd hecht gebleven. Ze waren ook in Taiwan voor de opening.

Waar schaamt u zich voor?

Als hardwerkende vrouw heb ik jarenlang een schuldgevoel opgebouwd tegenover mijn kinderen, terwijl ik toch heel goed voor ze heb gezorgd. Dat komt ook omdat in Nederland een cultuur is ontstaan waarin ouders heel de dag bij dat schoolplein moeten staan. Onzin. Ik ben op de kleuterschool door mijn moeder afgezet en ze heeft me na het eindexamen opgehaald. Daartussenin ging ik zelf naar school.

Bent u monogaam?

Ja. Ik ben inmiddels vijfentwintig jaar samen met mijn huidige man, Hans Andersson.

Wat is uw grootste ondeugd?

Ik rook weleens stiekem een sigaretje. De laatste was een jaar of twee geleden.

Wat is uw grootste angst?

Voor lichamelijke gebreken. Ik ben nu 63.

Welke eigenschap waardeert u in een man?

Dan ga ik mijn eigen man omschrijven: stabiliteit, wijsheid, humor, belezenheid.

Welke eigenschap waardeert u in een vrouw?

Dat een vrouw een vrouw is. Ik vind het belangrijk om op mijn eigen bureau genoeg vrouwen te hebben, voor de sfeer, voor het humane.

Van wie houdt u het meest?

Van mijn kinderen.

Wat is de beste plek om te wonen?

In a room with a view. Ik heb een huis in Rotterdam, een pied-a-tèrre in New York en een familieboerderij net buiten Den Bosch, met alle drie een geweldig uitzicht. In mijn jeugd verhuisden wij veel. Ik ben geboren in Zuid-Limburg, mijn vader werkte bij de Staatsmijnen. Toen werd het gas ontdekt en verhuisden we naar Den Haag, waar de Gasunie was opgericht. Toen de Gasunie naar Groningen vertrok, gingen wij erachteraan. We verhuisden met de energiestroom mee.

Wie hoopt u nooit meer terug te zien?

Zo haatdragend ben ik niet.

Hoe is ongeluk te vermijden?

Deels niet. Ik probeer gezond te leven. Veel bewegen, goed slapen, geen ongezond eten. Ik drink geen koffie en bijna geen alcohol. Soms een glaasje champagne, als het moet.

Wat is uw devies?

Vertrouw je op je zintuigen. En tegen mijn kinderen zeg ik: respecteer dat iedereen anders is.