Spring naar de content
bron: Fleur Koning

Bubbels met Jort Kelder

Elke maand drinkt Jojanneke van den Berge champagne met een media-vip. Deze keer: Jort Kelder.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jojanneke van den Berge

Spuitwijn, zo noemt hij champagne, en als hij ‘dat spul dan echt’ moet drinken, mag het een rosé van Billecart zijn. Ik krijg het verzoek per sms. Heer Kelder is pietluttig als het op merken aankomt (zijn sokken immer van Charvet, zijn bretels van Breuer), helemaal wanneer het druiven betreft. Wat heet, hij is zelf een merk. Een van ‘s lands bekendste. Stijlbreuk is een risico.

Dus ook al komt hij van zijn nieuwe grachtenpandje honderd meter verderop, hij arriveert per Land Rover. (De fiets, die zijn jeugdvriend Mark Rutte zo handig inzette als soberheidssignaal tijdens de Catshuis-besprekingen, is voor hem karaktermoord.) Hij parkeert hem daar waar alleen hij dat mag, pontificaal voor de deur. Hij stapt binnen, doet wat nuffig en biedt geblaseerd aan de champagnefles te sabreren. Alles volgens het dwarse kakkerboekje. Hij doet zijn best. Maar de laatste tijd lijkt er iets in hem te zijn gevaren wat zich slecht verhoudt met zijn oude imago van bijterige Quote-­jongen. Zachtheid. Kwetsbaarheid. En vraagtekens.

Hij maakt tv-series over adel, nouveau riche en geld. Maar hij trekt evengoed een gele rubber handschoen aan om de stakende schoonmakers te steunen. Een niet zo handige profilering noemt hij dat, terwijl hij wat tot zichzelf komt. Wegzakt in zacht leer. Het toneelstukje is voor nu even gespeeld. Vroeger had hij dat nooit gedaan, zegt hij. Maar hij wordt zachter op sociaal gebied. “Mijn imago is te eendimensionaal. Ze denken altijd dat ik voor bonussen ben, die felle rechtse jongen ben die alleen maar over geld praat. Maar ik hou veel meer van politiek. En geschiedenis.“ 

Toch maakt hij voor de VPRO weer een duitengerelateerde serie: Het snelle geld, over de schuldvraag van de crisis. “Het is me nog nooit gelukt precies te maken wat ik wil. Ik verlang naar inhoud. Documentaires. Slow-tv die weemoedig stemt.” Een gemoedstoestand die hem niet vreemd is nu hij de vijftig nadert. Ouder worden is een ding. En bij degenen die in zijn voetsporen moeten treden, mijn generatie, plaatst hij de nodige kanttekeningen: we lezen te weinig kranten, hebben te weinig kennis en nog te weinig levenservaring voor de politiek. Tegelijkertijd zoekt hij er een jeugdelixer; door te verkeren met jonge vrouwen hoopt hij de tijd te vertragen. Tegen zijn beeldschone liefde Lauren Verster (31) grapt hij graag dat ze de oudste vrouw is met wie hij ooit sliep.

“Ik wil altijd een angry young man blijven, maar tegen je 65ste wordt dat potsierlijk.” Hij sjort aan een stukje wenkbrauwvel, en gniffelt. “Ik voel me zeventien, maar de jaloeziën schuiven voor mijn ogen. Godsklere, ik ben volledig aan het instorten!” En de jaren brengen mildheid, ook daar stoeit hij mee. “Als ik het JOVD- of Quote-mannetje terugzie dat ik was, dat vind ik moeilijk. Dat verbetene… Het negatieve en afrekenende. Een naar mannetje. Het zat ook in m’n kop. Met een helm op had ik zo naar het oostfront gekund.” Voor Quote was het goed. Maar voor hem? Dat vraagt hij zich af. “Ik heb daar wel spijt van.“ Peinzend giet hij zijn champagneglas leeg in de koeler.

Een rare karaktertrek noemt hij het dat hij eigenlijk niet van ruzie houdt, maar vaak de kift heeft opgezocht. Publieke aanvaringen als die met Moszkowicz brachten hem aandacht, maar raakten hem diep. Dat hoeft niet meer zo voor hem. We zien het aan zijn televisieoptredens. Hij vindt het erg als mensen denken dat hij een dwerg is – dat is hij niet – maar nog erger als ze in hem een eikel zien.

Toch blijft hij (de gesel van) het BN’erschap zoeken. “Ik wil nog anchor worden. Nee, niet de opvolger van Matthijs. Dat wens ik mijn ergste vijand niet toe.” Faam houdt hem in de greep. “Er is weinig treuriger dan een voormalige bekendheid, je móet bekend blijven. En ik heb aan niets zo veel te danken als aan het idee dat ik een chique eikel ben…” Hij zinkt even weg. “Het moet ook allemaal niet te soft worden. Misschien is het toch weer tijd voor een goeie ruzie.” 

Het toneelstukje wordt prompt hernomen. Als de fotografe hem vraagt zijn schoenen uit te trekken en op de sofa te gaan staan, gaat hij narrig dwarsliggen. “Nee, nee! Ik doe gewoon geen dingen die ik niet wil!” Je ziet dat hij het allemaal niet meent. Dat het de laatste rebelse stuiptrekkingen zijn van een goedhartige, fijnbesnaarde, selfmade kakker die, heel menselijk, wil dat men hem aardig vindt. En die gewoon een gat in zijn Charvet-sok heeft waar hij zich voor schaamt.