Spring naar de content
bron: Jean-Pierre Jans

Paul Frentrop: ‘De euro valt binnen vijf jaar’

Publicist Paul Frentrop (57) baarde in het vorige decennium opzien met felle essays over de islam en het socialisme. Na een jarenlange radiostilte is hij nu terug als hoogleraar corporate governance & capital markets. Met verbijstering ziet hij aan hoe politici en economen en masse proberen de euro te redden. ‘Dat is nu juist het enige wat we níet moeten doen.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Boudewijn Geels

Paul Frentrop ontvangt in zijn fraaie vrijstaande woning in de Noord-Hollandse duinen. Hij wil liever niet dat de verslaggever opschrijft in welke gemeente we ons bevinden. Dat heeft het nodige te maken met een ophefmakend stuk dat hij ooit voor HP/De Tijd schreef over de islam (zie kader). Je weet nooit of een boze muzelman op het idee komt om zich elf jaar na dato alsnog persoonlijk bij hem en zijn gezin te komen beklagen, redeneert Frentrop.

Tegenwoordig maakt de oud-journalist van NRC Handelsblad zich druk over heel andere kwesties, bijvoorbeeld over de euro. Tot voor kort deed hij dat binnen de muren van het pensioenfonds ABP. Dat was even wennen; als redacteur economie van NRC en daarna als ondernemer – Frentrop had een adviesbureau voor beleggers – had hij altijd kunnen zeggen en schijven wat hij wilde. Toen hij in 2008 hoofd corporate governance werd bij ABP Vermogensbeheer kon dat niet meer. Dus zegde hij ook zijn column in het zakenblad FEM op.

Maar inmiddels is Frentrop hoogleraar aan de Nyenrode Business Universiteit. En hoogleraren mogen – gelukkig – zeggen wat ze willen.

Zijn vakgebied: corporate governance. “Filosofisch gesteld gaat dat over de vraag hoe je ervoor zorgt dat je je geld niet kwijtraakt als je rijk bent,” legt hij uit. “Dat is erg moeilijk. Er zijn maar een paar instellingen of personen die een paar generaties lang rijk blijven. Als ik nog filosofischer word, zeg ik: corporate governance gaat over eigendom, en eigendom is eigenlijk de basis van de beschaving. Beschaving krijg je alleen zolang mensen iets opbouwen en in stand houden. Dat lukt alleen als de mensen die jouw bedrijf of jouw geld beheren hun werk goed doen.”

En dat leert hij de ondernemers-in-de-dop op Nyenrode, hoe je daarvoor zorgt? Frentrop knikt. “En de principes zijn toepasbaar op élke vorm van governance. Dus ook op het bestuur van een land en, desnoods, een heel continent.”

Goed, terzake dan meteen maar: moet Europa verder met de euro?

“Natuurlijk niet.”

U bent weliswaar hoogleraar aan een business universiteit, maar u bent geen econoom.

“Nee. Ik heb bedrijfskunde gestudeerd, na een kandidaats in psychologie.”

Kunt u dan wel met gezag dingen roepen over de euro?

Schouderophalend: “Och, ik heb geen hoge pet op van de meeste economen. Economen kunnen nog niet eens voorspellen wat de koers van de dollar over twee weken zal zijn. Vlak voor een crisis hoor je ze dan ook zelden. Wel kunnen ze heel goed dingen achteráf voorspellen. Bovendien is volgens mij negentig procent van de Nederlandse economen lid van de PvdA. Zij redeneren nog steeds: we gaan als een soort wereldregering op grote schaal maatregelen nemen en dan zal dit twee procent omlaag gaan en dat drie procent omhoog, enzovoorts. En dan heeft Nederland ook nog een Centraal Planbureau dat barst van de economen. Zoiets hebben ze volgens mij alleen nog in China. Het denken van economen en de werkelijkheid verhouden zich tot elkaar als astrologie tot astronomie.”

Toch hebben veel economen destijds wel degelijk gewaarschuwd dat de euroconstructie rammelde.

“Zeker. Alle verstandige mensen, toenmalig directeur Szász van De Nederlandsche Bank incluis, hebben destijds gezegd: dat moet je niet doen. De euro was dan ook geen economisch, maar een politiek besluit. Die munt houdt ook geen stand, dat durf ik wel te voorspellen.”

Wat is ervoor nodig om hem te laten kapseizen?

“Het probleem is: er bestaat geen orgaan voor. De eurocrisis is begonnen doordat de Grieken dankzij de euro zo veel konden lenen. Toen dat spaak liep, was de reactie in het algemeen: we moeten de euro redden! Maar dat is toch niet logisch? Als iets niet goed is, en we dat ook nog eens al vanaf het prille begin weten, waarom zou je het dan redden? Het doel van de euro was: Europa tot de meest competitieve en dynamische economie van de wereld maken, met een arbeidsparticipatie van zeventig procent en een duurzame economische groei van drie procent per jaar, waarbij natuurlijk het milieu zou worden ontzien en de sociale pijler ter verbetering van het welvaartsmodel niet vergeten was. Dat paradijs is niet bereikt. Het beleid is helemaal mislukt. De concurrentiepositie van de Europese Unie is in die tien jaar hard achteruit gegaan. Terwijl het mondiale marktaandeel van de Verenigde Staten stabiel is gebleven, ging de opkomst van Azië geheel ten koste van de Europese Unie. En nu geven we Griekenland meer ontwikkelingshulp dan we de afgelopen tien jaar aan heel Afrika hebben gegeven. Waarom? Om de euro te redden. Maar dat is nu net het enige wat we níet hoeven te doen.”

Een heleboel mensen kunnen prima uitleggen waarom dat wél moet.

“Ja, anders komt er chaos, klinkt het dan. Nou, die chaos hebben we nu al, hoor. Sommigen zeggen: anders komt er oorlog. Maar zonder euro was er heus geen oorlog uitgebroken. Ik heb, kortom, nog nooit een goed argument gehoord. De euro bestaat ook alleen maar omdat de Fransen wilden dat het economisch niet beter maar juist sléchter kon gaan.”

Leg uit.

“Toen in 1981 François Mitterrand president van Frankrijk werd, wilde hij zo snel mogelijk de socialistische heilstaat realiseren. Hij wilde bijvoorbeeld grote bedrijven nationaliseren. Onmiddellijk stortte de koers van de Franse frank in. Dus moest Mitterrand zijn beleid terugdraaien. Hij moest zelfs dollars lenen in Saudi-Arabië. Sindsdien zien de Fransen de markt als een Angelsaksische samenzwering tegen de Fransen. Maar het is gewoon een controlemechanisme: als een regering heel gek doet, stort haar munt in en valt dus óp dat de regering gek doet. Dus hoe meer verschillende munten, hoe beter, want – en dit is nou governance – zo hou je overheden in bedwang. Daarom wilden de Fransen ook van de frank af. Ze dachten: als wij de D-mark erbij krijgen, kunnen we vrolijk doorgaan met te veel geld uitgeven en zijn we de discipline van de valutamarkt kwijt. Die kans grepen ze toen de Muur viel. Bondskanselier Helmut Kohl vroeg: ‘Mogen we Duitsland alsjeblieft herenigen?’ ‘Ja,’ antwoordde Mitterrand, ‘maar alleen als jij de D-mark inlevert.’ Toen kregen we dus de euro. Nou, driewerf hoera.”

Inderdaad hadden er veel dingen veel beter gemoeten, daar is iedereen het inmiddels over eens. Maar nu we die munt eenmaal hebben…

“Moeten we concluderen: het experiment is mislukt, we stoppen ermee. Ik weet ook hoe.Griekenland kan er niet uit. Een zwak land dat uit de euro stapt, komt in grote problemen. Nee, Duitsland moet eruit en Nederland vervolgens ook. Dan is het geregeld.”

Dat zullen de Duitsers niet doen. Bijvoorbeeld omdat ze doodsbang zijn dat hun export instort.

“De Grieken konden al die euro’s lenen om Mercedessen mee te kopen. Als ze straks in D-marken moeten betalen, kunnen ze die niet lenen, en kunnen ze dus minder Mercedessen kopen, dat klopt. Dan kun je zeggen: dat is slecht voor Duitsland. Maar dat vind ik kortetermijndenken, want nu hebben die Duitsers al die Mercedessen verkocht met een hypotheek, en nu kunnen die Grieken de hypotheek niet betalen en moeten ze geld gaan lenen om de leningen af te lossen waarmee ze die Mercedessen hebben gekocht. Haha, en dat zou goed zijn voor de Duitse economie?! Kortom: dit is geen argument. Als de Duitsers goeie spullen maken, zullen anderen die heus wel kopen. Hun export zal best wat teruglopen, maar dat is dan doordat er minder met geleend geld wordt gekocht. Ik zeg ook helemaal niet dat je weer allerlei importbeperkingen moet invoeren. Vrij handelsverkeer is prima. Ik zeg alleen dat je niet in euro’s maar in drachmen moet betalen.”

Veel dingen zullen fors duurder worden zonder euro.

De hoogleraar schiet in een lachbui. “Hoezo? Wijn en vakanties in Zuid-Europa worden aanzienlijk goedkoper. Voorlopig betalen we tientallen miljarden om de euro in stand te houden. Eurofielen halen steeds het voorbeeld aan van iemand die destijds met honderd gulden op reis ging en na alle omwisselingen uiteindelijk nog maar twintig gulden over had. Maar je bent toch mesjogge als je steeds je geld gaat omwisselen? En hebben we het niet honderden jaren zonder euro gedaan? En zijn we toen steeds ons geld kwijtgeraakt? Mensen zeggen: als we de euro opdoeken, ontstaan er problemen. Antwoord: dat klopt, en die problemen gaan we zo goed mogelijk oplossen. Het doel moet zijn: hoe zorgen we dat we zo goed mogelijk van die euro afkomen? Dat is geen kwestie van links of rechts en je hoeft er ook geen economie voor te hebben gestudeerd. Het is gewoon een kwestie van gezond verstand.”

Maar de gewone Griek en dito Italiaan zullen er niet blij mee zijn.

“Natuurlijk niet, want wij in het noordelijke blok, Nederland, Duitsland, Finland en misschien wat Baltische staatjes, blijven lekker rijk en zij niet. In Zuid-Europa zal de levensstandaard een stuk omlaag gaan. Het is ook niet niks, hè, zo’n Griekse regering die haar boeken vervalst. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten. Maar ach, zij hebben het voordeel dat het daar altijd lekker weer is. En al die spullen die ze gekocht hebben met geleend geld, mogen ze houden. Het is niet zo dat de Bundeswehr binnenvalt om die Mercedessen terug te halen. Dus ja, het wordt afzien voor ze, maar dat zou het met de euro ook zijn geweest. En we kunnen nu eenmaal niet voor iederéén zorgen in de wereld. Trouwens, Griekenland is nu ook weer niet Ethiopië.”

U voorspelt dus dat de euro zal vallen. Maar wanneer dan? Bondskanselier Angela Merkel denkt blijkbaar nog steeds dat het wel goed komt. En de euro is dit jaar toch inderdaad in rustiger vaarwater gekomen?

“Dat lijkt zo ja. Maar dat is alleen omdat de Europese Centrale Bank een heleboel extra euro’s heeft gedrukt om de banken te steunen. Dat is een noodmaatregel. Nu moet de politiek bewegen. Maar Merkel beweegt pas als ze echt niet meer anders kan. Op een gegeven moment zal ze wel moeten. Net als ze vorig jaar moest zeggen: we stoppen met kernenergie.”

Dat kwam door de kernramp in Fukushima. Voor het opdoeken van de euro is dus een ‘financieel Fukushima’ nodig?

“Op enig moment is het geld op en keert de wal het schip. Er zijn al bestuurders van de Duitse centrale bank, de Bundesbank, opgestapt. Dat zijn de mensen die er meer verstand van hebben dan de politici.”

Nogmaals, wanneer denkt u dat het zover is?

“Dat weet ik niet precies. Er viel ook niet te voorspellen wanneer Merkel zou stoppen met kernenergie. Maar ik denk binnen vijf jaar.”

En wat komt er dan in plaats van de euro? Een ‘neuro’ van sterke landen als Duitsland en Nederland, of krijgt iedereen zijn eigen munt terug?

“Wat mij betreft dat laatste. Hoe meer munten, hoe meer beleidsconcurrentie. En hoe meer concurrentie – ook tussen regeringen – hoe beter het gaat. Dus prefereer ik de gulden naast de D-mark. Al zal ons monetaire beleid dat van Duitsland in de praktijk bijna altijd volgen.”

Worden er al concrete voorbereidingen getroffen voor een terugkeer naar de gulden?

“Volgens mij niet. In Haarlem zit de drukkerij van onze bankbiljetten. Ik ben er wel eens langsgereden om te kijken of ze ’s avonds overwerken, maar ik zie nog niks. Maar alle bedrijven houden er rekening mee. Laatst ging een grote vastgoeddeal in Spanje niet door, omdat beleggers zeiden: als de euro valt, willen we worden terugbetaald in dollars en niet in peseta’s. Ahold is ook al voorbereid op een herinvoering van de gulden, zei een van hun directeuren onlangs. Tja, bedrijven kúnnen zulke voorbereidingen ook treffen, overheden helaas niet of nauwelijks. Als uitlekt dat De Nederlandsche Bank alvast guldens laat drukken, is de wereld te klein. Weet je wat zo jammer is? Dat de eurocrisis is uitgebroken terwijl in zo veel Europese landen de socialisten en de sociaal-democraten in de oppositie zitten. Het euro-ideaal is altijd vooral door links uitgedragen: Europeanen aller landen, verenigt u! En de rechtse regeringen denken nu het crisis is instinctief: we moeten de boel bij elkaar houden.”

VVD’er Mark Rutte en CDA’er Jan Kees de Jager klinken oprecht bevlogen als ze stellen dat we hoe dan ook door moeten met de euro. Of zijn de heren onwetend en incapabel?

“Ze hebben inderdaad een gebrek aan expertise. En ze zijn bang om iets te doen. Maar ze zouden met de Duitsers moeten gaan praten.”

En al die economen die op tv roepen dat we de euro koste wat het kost moeten houden…

Wederom haalt Frentrop zijn schouders op. “Waarom kom je op tv? Niet omdat je de meest deskundige bent, maar omdat je het zo leuk kunt vertellen. Ik noem dat het Maarten van Rossem-syndroom.”

Kan het zijn dat u zélf een intellectuele spookrijder bent?

“Dat is mogelijk. Maar wetenschap is geen democratie. Het is het niet zo dat de verklaring waar de meeste mensen achter staan de juiste is. Daarom ben ik ook nooit zo onder de indruk als een groep van tien, twintig of honderd ‘topeconomen’ een of ander standpunt propagandeert.”

Want vond u van het rapport van Lombard Street Research, het door Geert Wilders ingehuurde Londense bureau dat een terugkeer naar de gulden bepleit?

“Ik vond het een nette, deugdelijke analyse. Die Britten lieten bijvoorbeeld goed zien hoeveel Nederlands spaargeld er al is verdampt door de euro. Maar Nederland kan niet in zijn eentje uit de euro stappen, daarvoor zitten we te veel aan Duitsland vast. Zonder Duitsland gaat het niet.”

Misschien gaan we op termijn wel naar eurobonds, obligaties die door alle eurolanden gezamenlijk worden gedekt, zodat individuele landen niet meer kunnen worden gegijzeld door de financiële markten. DNB-president Klaas Knot noemde de invoering van eurobonds in maart ‘een serieuze optie’.

Met een bulderende lach: “Ik hou een lijstje bij van de domste ideeën ooit. Bovenaan staat nog steeds de manier waarop Bill Clinton het probleem van homoseksualiteit in het Amerikaanse leger wilde oplossen: door een aparte divisie van alleen homosoldaten te vormen, haha. Maar eurobonds zijn een goeie tweede, denk ik. Zo van: jij hebt problemen met je hypotheek, de buurman heeft geen hypotheek, dus dan delen we die samen. Haha, een goed idee. Briljant! Maar even serieus: willen we dan een eindeloze financiële drainage richting Zuid-Europa? We zijn er toch niet om de Grieken te helpen? Weet je wat, laten we wéreldbonds gaan uitgeven! De hele wereld staat garant!”

Knot heeft aanzienlijk meer invloed dan u.

“Dat is waar. Je moet inderdaad nooit uitsluiten dat er domme dingen gebeuren. Van de politietrainingsmissie in Kunduz weet ook iedereen dat het een slecht idee is, maar dat doen we ook.”

In 2005 schreef u als overtuigd marktdenker een pamflet tegen het socialisme. U hebt gezien hoe iemand als Emile Roemer het doet in de peilingen?

“Ja. Maar wat die man wil, kán helemaal niet. Hij wil niet minder, wat bittere noodzaak is, maar juist méér geld uitgeven. Geld dat er niet is. Ook hier zal de wal het schip keren. Ik denk overigens dat de mensen fan van Roemer zijn niet zozeer vanwege zijn ideeën, maar omdat ze denken dat het zo’n aardige man is. Dat dachten ze ook van Jan Marijnissen.”

Mag ik vragen op wie u de laatste keer hebt gestemd?

Frentrop zwijgt secondenlang. Dan: “Ik stem uit principe op volksvertegenwoordigers die met de dood worden bedreigd.”  |

Frentrop in het kort

Paul Frentrop (Den Haag, 1954) studeerde in 1979 af in bedrijfskunde (Delft). Hij was redacteur bij Het Financieele Dagblad en tot 1991 financieel redacteur van NRC Handelsblad. Daarna werd hij secretaris der vennootschap van Pierson, Heldring & Pierson. In 1999 startte hij zijn eigen bedrijf, Deminor Nederland, een adviesbureau voor beleggers. Ook publiceerde hij artikelen en columns. Op 5 oktober 2001 durfde hij in een essay in HP/De Tijd als een van de eersten een link te leggen tussen de islam en onverdraagzaamheid en geweld. Dat was, of de Twin Towers nu in puin lagen of niet, toen nog not done. Hij kreeg dan ook een karrenvracht aan kritiek over zich heen. Er volgden opstellen tegen onder meer het socialisme, de monarchie (Frentrop is lid van het Republikeins Genootschap) en de invloed van godsdienst in het algemeen. Ook schreef hij diverse boeken, waaronder een duizend pagina’s dikke biografie van oud-Elsevier-topman Pierre Vinken. Van 2008 tot 2011 was Frentrop hoofd corporate governance bij het pensioenfonds ABP. Nu is hij hoogleraar corporate governance & capital markets aan de Nyenrode Business Universiteit.