Spring naar de content

Willem-Alexander op weg naar de troon: portret van toekomstige Willem IV

Annejet van der Zijl schrijft een portret over kroonprins Willem-Alexander.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Annejet van der Zijl

Eigenlijk hadden we hem gewoon willen interviewen. Een keertje bij hem langs gaan in Leiden en praten over zijn leven, het koningschap en hoe hij het allemaal zelf ervaart. Om, zoals we aan de RVD schreven, van dè kroonprins een beetje onze kroonprins te maken. We wilden best beloven ons verre te houden van politiek of ander glad ijs, ja, zelfs zijn verkering niet aan te roeren — we wilden alleen maar eens kennismaken. Maar nee, even beleefd als pertinent werd ons verzoek afgewezen — net als al die honderden andere verzoeken die jaarlijks op het bureau van de Rijksvoorlichtingsdienst neerdwarrelen. Het schijnen er met de maand meer te worden.

Alle Privé-covers over aanstaande verlovingen ten spijt — of misschien juist daarom — zijn wij blijkbaar niet de enigen die nieuwsgierig aan het worden zijn naar de man die ooit als onze koning Willem IV de troon zal bestijgen. “Hij studeert nog, laat hem dat nu in alle rust afmaken,” wordt ons van RVD-zijde bezworen. “Geef hem nog een beetje privacy.”

Maar, werpen wij tegen, voor de student in kwestie wordt al vijf jaar van staatswege 1,3 miljoen uitgetrokken, waarvan 275.000 als salaris na belasting op zijn bankboekje wordt gestort: in ruil daarvoor mag hij zich toch wel een béétje als publiek figuur profileren. De schaarse keren dat hij in het openbaar verschijnt, is dat altijd in een of ander ver buitenland en van de obligate kiekjes en beelden van zo’n trip word je als toekomstig onderdaan ook niet veel wijzer. Bij de RVD is men echter niet onder de indruk. Elk brokje informatie over de prins — zelfs wanneer het gaat om zoiets onschuldigs als wat hij zoal leest of zijn lievelingsmuziek — wordt bewaakt als betrof het de kroonjuwelen. Dan maar een portret, besluiten wij.

Er zijn vast veel mensen die hem kennen en ons willen helpen van de prins een wat minder Grote Onbekende te maken. Maar ook hier stuiten wij op een met staalplaten gepantserde geheimzinnigheid, die zo onderhand een beetje buitenproportioneel dreigt te worden. Het gaat per slot van rekening om een jongen die door de ooievaar toevallig op het juiste moment in de juiste wieg gedeponeerd is. Uiteindelijk willen veel mensen best helpen — maar alsjeblieft geen namen of plaatsen of functies of enig ander feit dat de gesprekspartner in kwestie kan verraden als iemand die zich encanailleert met hermelijnluizen, zoals de pers op Huis ten Bosch genoemd schijnt te worden. Een dergelijke verdenking schijnt overmijdelijk de toorn der Oranjes over het arme hoofd af te roepen, zo wordt ons verzekerd. En dat zou, al ligt het feodale tijdperk dan al ver achter ons, wellicht tot rollende koppen kunnen leiden.

Er is lang niet altijd zo geheimzinnig gedaan over het hoe en wat van de troonopvolger. In de lentemaanden van 1967, toen het kind nog niet eens geboren was, betrachtten Zijn Ouders een voor hun doen grote openheid rond hun eersteling. Maar de komst van een prinsenkind kwam op dat moment dan ook als een godsgeschenk. Het was een periode waarin het koningshuis en met name de kroonprinses kampten met een ongekende popularity dip; een gevolg van het huwelijk tussen Beatrix en Claus von Amsberg. Dat de toch al als enigszins arrogant bekend staande prinses nu juist een Duitser als huwelijkskandidaat moest uitzoeken — en dan nog wel eentje die in zijn jonge jaren nog in Hitlers Wehrmacht had gediend — dat was Nederland een beetje te veel tegen het zere been. De verbintenis tussen Claus en Beatrix begon dus al onder een nogal ongunstig gesternte.

Uiteindelijk moest Willem-Alexander, twee weken te laat, met een keizersnee gehaald worden. Dat is overigens een familietraditie bij de Oranjes — ze hebben namelijk grote schedels

Het was overigens niet voor het eerst dat zij de druk van de publiciteit aan den lijve ondervond: op het moment dat de jongelui hand in hand in de tuinen van Soestdijk werden ‘betrapt’, was de relatie namelijk nog maar in een betrekkelijk pril stadium. De telelens van fotograaf John de Rooy forceerde de situatie danig. Met het verwekken van een stamhouder voor zijn vrouw maakte de inmiddels tot Prins der Nederlanden gepromoveerde Von Amsberg echter een hoop goed. Heel Nederland leefde in die aprildagen met de Koninklijke Familie mee, wachtend op een baby die toen al niet al te veel haast maakte. Uiteindelijk moest het kind op 27 april, twee weken te laat, met een keizersnee gehaald worden. Dat is overigens een familietraditie bij de Oranjes — ze hebben namelijk grote schedels. Toen het ook nog een prinsje bleek te zijn, kon Nederland na meer dan een eeuw matriarchaal bewind eindelijk weer eens een kerel op de kroon tegemoet zien.

Vanaf het moment dat Claus de eigengemaakte eerste babyfoto’s van het koninkje-in-spe voor publikatie vrijgaf, werd ook hij op de golven van de algehele euforie in de harten van de Nederlanders gesloten. De stralende jonge moeder, dat behoeft geen betoog, was al lang weer in haar vroegere populariteit hersteld. Alexanders peuter- en kleuterjaren verliepen betrekkelijk rustig. De meest opmerkelijke gebeurtenissen in het leven van de kleine prins waren waarschijnlijk de komst van twee reserve-troonopvolgertjes en het komen en gaan van de diverse kindermeisjes. Om te voorkomen dat haar kinderen zich meer aan hun verzorgster gingen hechten dan aan hun eigen moeder, zoals zijzelf had gedaan, had Beatrix verordonneerd dat geen van hen langer dan twee jaar mocht blijven. Aan deze regeling werd streng de hand gehouden.

Terwijl het prinsje opgroeide werd weliswaar het collectieve Nederlandse foto-album in een gestaag tempo voorzien van aandoenlijke foto’s van de kleine, maar verder hoorden we weinig van hem. De kroonprinses maakte slechts bekend te staan op een ‘zo gewoon mogelijke opvoeding’ voor haar kinderen. Haar zoontjes moesten net zo normaal als en zoveel mogelijk met andere kinderen opgroeien, zo stelde ze. De gouden kooitjes waarin de kleine Wilhelmina, de kleine Juliana en in mindere mate ook de kleine Beatrix gezucht hadden, lagen blijkbaar nog vers in het geheugen. Het was slechts een kwestie van tijd voordat bleek dat het begrip ‘normaal’ maar een, heel betrekkelijke zaak is voor wie in een gouden wieg geboren wordt. Toen Alexander op de leeftijd kwam dat hij zich bewust werd van zijn positie, bleek er een nogal eigenwijs jongetje uit de rozige baby gegroeid te zijn met een voor een elfjarige bepaald abnormale afkeer van de pers. Op hun beurt kregen journalisten en fotografen ook al een hekel aan ‘dat ettertje’. Het kroonprinsje ontwikkelde de nogal opzienbarende gewoonte om ten overstaan van de pers veelvuldig op zijn voorhoofd te wijzen. “Fotografen, opgerot!!” werd zijn eerste nationwide verspreide citaat.

Hoewel hij er zeven jaar later in slaagde Renate Rubinstein wijs te maken dat hij de pers alleen maar wilde helpen hun vliegtuig te halen, leek het er toch meer op dat hij een typisch familietrekje van de Oranjes had overgenomen. De toenmalige koningin Juliana bijvoorbeeld uitte het misschien wel niet zo onverbloemd, maar dat ze het dacht was bij gelegenheid zeer wel duidelijk. Ondanks het feit dat het destijds op Drakesteijn domicilie houdende gezin toen al zoveel mogelijk werd afgeschermd van de buitenwereld, kwam zo het nieuws in de wereld dat het blonde prinsje steeds minder schattig begon te worden. De vox populi kwam dan ook tot uiting in de brievenrubriek van het grootste ochtendblad: “Ik houd mijn hart vast — wat dat later moet worden, groeit dat heerschap niet op voor galg en rad?”

Het kroonprinsje ontwikkelde de nogal opzienbarende gewoonte om ten overstaan van de pers veelvuldig op zijn voorhoofd te wijzen.

Een deel van het volk sprak er schande van; een ander deel meende dat we blij mochten zijn dat het kind gezonde neigingen tot ondeugendheid aan de dag legde. Het onderwerp van discussie zou op latere leeftijd klagen dat hij als Oranje nooit iets fout mocht doen: “Een ander mocht drie keer iets doen, en ik kreeg meteen de eerste keer al op mijn kop.”

In 1980 keek de toen net dertien geworden prins toe hoe zijn moeder in de Amsterdamse Nieuwe Kerk tot koningin der Nederlanden werd gekroond. Buiten stond een stad in brand: door de dikke muren heen hoorde Alexander de ME-megafoons en de boven de kerk cirkelende helikopters. Toen zijn oma de nieuwe koningin aan het volk voorstelde, legde zij haar vinger in een machteloos gebaar op haar mond in een poging boven het boe-geroep uit te komen. Voor Oranje was 30 april 1980 misschien een rampzalige dag, maar voor een prinsje dat zich zijn leven lang had gekoesterd in de warme belangstelling van zijn toekomstige volk moet de ervaring traumatisch zijn geweest.

Hoewel er ten tijde van Juliana’s koningschap op Soestdijk een hartgrondige hekel aan publiciteit werd geëtaleerd, kon dat niet voorkomen dat er meer van de huiselijke gang van zaken naar buiten kwam dan de betrokkenen lief was. Juliana en Bernhard hadden duidelijk een paar favoriete journalisten die wèl over de vloer kwamen. Bovendien was van Juliana bekend dat zij aan mensen hechtte: een aantal leden van de hofhouding is in de loop der jaren bijna familie geworden. Onder meer via deze kanalen hebben de Nederlanders van koningin Juliana het beeld gekregen van een warme vrouw, die met haar soms grillige gedrag en aan naïviteit grenzende idealisme bovenal menselijk is. Van haar man Bernhard groeide het beeld van een gezellige kerel, een spontane levensgenieter — in veler ogen zelfs een playboy — die, zoals in ’76 pijnlijk duidelijk werd, in sommige opzichten zelfs een beetje ál te menselijk was.

Bewust of onbewust heeft Beatrix het vanaf haar troonbestijging heel anders aangepakt. Terwijl Juliana legendarische ruzies maakte met haar minstens zo recalcitrante voorlichter Van der Berghe (welles op de foto, nietes op de foto), heeft Beatrix altijd in eendrachtige samenwerking met het toen net benoemde hoofd-RVD Bax gewerkt aan het potdicht maken van het roodfluwelen scherm rond de Familie. Leden van de hofhouding werden regelmatig genoeg verwisseld om daar geen kieren te laten ontstaan en favoriete journalisten zijn een onbekend verschijnsel op Huis ten Bosch. Het beeld is er een van een koningin die keihard werkt en alles doet wat ik haar vermogen ligt om een perfecte koningin te zijn, maar tegelijkertijd staat ze in haar directe omgeving bekend als een ‘behoorlijk lastige tante’.

Onder journalisten wordt zij gezien als zeer professioneel, maar populair is ze bij de meesten niet. Richard Kaan, ooit hoofdredacteur van Ons Koningshuis: „Je moet altijd op je knieën liggen, altijd bidden en smeken. Een journalist met een beetje zelfrespect laat zich zo toch niet behandelen.” Kaan is uiteindelijk gestopt met de uitgave van zijn blad. “Ik heb mijn buik vol van Oranje,” zegt hij. Ook de media die in dit land als ‘serieus’ worden beschouwd, zijn de berichtgeving over het Koninklijk Huis in de loop der tijd steeds meer tot het hoogst noodzakelijke gaan beperken. Nederland is voor zijn beeldvorming van de huidige vaderlandse royalty voornamelijk afhankelijk van journalisten van een wat smeuïger kaliber, die zich niet te goed achten om als vorstelijke deurmat gebruikt te worden. Doordouwers die er niet tegen opzien zich in vermomming in de buurt van de beoogde prooi te manoeuvreren. Vooral bij Privé schijnen ze een uitgebreide verkleedkist te hebben. “Altijd keurig, keurig, die jongens en meisjes van Privé,” aldus RVD-baas Bax.

Willem-Alexanders studieresultaten waren uiterst matig. Wel bouwde hij aan een behoorlijke gezichtsbekendheid in bepaalde Haagse horecagelegenheden

Helaas blijkt dit soort bladen dezelfde inventiviteit aan de dag te leggen bij het vervaardigen van hun kopij — veel wijzer dan dat Alexander een vriendin heeft die hij nogal eens opzoekt, word je daar als burger ook niet van. Weliswaar moet het Koninklijk Paar tijdens hun maandagse bijeenkomsten met de RVD altijd hartelijk om deze artikelen lachen, maar de meest ideale PR voor een zichzelf serieus nemend koningshuis is het toch bepaald niet. Zeker niet als het waar is wat de historicus Hooykaas enkele weken geleden in NRC Handelsblad schreef, namelijk dat de meeste Nederlanders eerder Orangisten dan monarchisten zijn. De harde kern der Oranjeklanten — het soort mensen met een lidmaatschap van Oranjeverenigingen, een Pro Juventute-kalender aan de muur en royalty-bladen op het dressoir — klaagt al jaren steen en been. “Waarom zien we niet eens wat meer van De Familie?” schrijven ze in ingezonden brieven aan het maandblad Vorsten. “We kennen ze nauwelijks.” Trouw-journalist Fred Lammers heeft ooit nog eens in Baarn aan de paleispoort staan wachten op de geboorte van Willem-Alexander. Ondanks het feit dat hij op goede voet staat met Soestdijk zegt hij als royalty-journalist een zekere scepsis over het koningshuis moeilijk te kunnen onderdrukken. Ook Richard Kaan meent dat er nauwelijks een royalty-journalist te vinden is die nog overtuigd royalist is. “Zelfs bij De Telegraaf, lees het er maar op na: de berichtgeving heeft haast altijd een negatieve ondertoon.”

Begrijpelijk was het echter wel dat Beatrix zo krampachtig bezig was de situatie achter de paleismuren af te schermen: zo rooskleurig was het gezinsleven in Huis ten Bosch ten tijde van haar eerste jaren op de troon nu ook weer niet. Prins Claus begon zich steeds ongelukkiger te voelen op het koninklijke pluche en de perfectionistische Beatrix was dag en nacht bezig de taak die haar, in haar eigen woorden, ‘opgelegd’ was, zo goed mogelijk te vervullen. En zo gebeurde alsnog datgene wat Beatrix zo ijverig had proberen te verhinderen: de jonge prinsen zagen hun kindermeisje meer dan hun ouders. Volgens een zegspersoon, die in die dagen ambtshalve bij zowel prinses Margriet als de nieuwe koningin over de vloer kwam, waren de kinderen van prinses Margriet leuk en welopgevoed, iets waaraan het op Huis ten Bosch nogal eens schortte. Willem-Alexander, die zich sinds de kroning van zijn moeder ‘Prins van Oranje’ mocht noemen, bezocht in deze periode het Baarnsch Lyceum. Hij gedroeg zich geheel indachtig zijn moeders wens zo gewoon mogelijk: zijn studieresultaten waren uiterst matig. Wel bouwde hij aan een behoorlijke gezichtsbekendheid in bepaalde Haagse horecagelegenheden.

In 1982, twee jaar nadat zijn moeder koningin was geworden, werd besloten dat Alexander de rest van zijn middelbare schooltijd zou slijten op de exclusieve kostschool Atlantic College in Wales. “Ik vond mezelf niet lastig en mijn ouders vonden zichzelf ook niet lastig. Maar elkaar vonden we wel lastig,” vertelde hij een paar jaar later aan Renate Rubinstein, die hem in Wales opzocht om een boekje ter ere van zijn achttiende verjaardag te schrijven. In 1985 kreeg Willem-Alexander alweer een nieuwe titel; namelijk die van de best verdienende dienstplichtige uit de historie. Zijn achttiende verjaardag leverde hem behalve een aantal boekwerkjes te zijner ere ook nog een jaarlijks salaris van bijna een miljoen gulden op. Inmiddels is dat bedrag opgelopen tot 1,3 miljoen, waarvan een deel belastingvrij. Het Nederlandse volk mag dan misschien Orangistisch zijn, maar zuinig is het ook: menige wenkbrauw werd gefronst bij het horen van het bedrag, dat aanzienlijk hoger ligt dan het salaris van de president van de Verenigde Staten. Het liep in die lentemaanden van ’85 zowaar uit op een heuse brede maatschappelijke discussie; de regeling hield echter stand.

Vijf jaar later is duidelijk dat voor het grootste deel van de destijds ter verdediging aangevoerde kostenposten geen aanslag op de prinselijke portemonnee hoeft te worden gedaan. Zijn officiële reizen worden door de staat betaald, evenals de voor zijn bescherming ingezette rechercheurs. Zijn secretariaat is ondergebracht bij dat van zijn moeder. En van een huwelijk is vooralsnog geen sprake, laat staan dat hij daarvoor een paleis zou moeten kopen. Het laatste zal waarschijnlijk nooit aan de orde komen, omdat de Oranjes over het algemeen gebruik maken van staatspaleizen. Zelfs Soestdijk is enkele jaren geleden voor vier miljoen door de Familie aan de staat verkocht. Weliswaar heeft Alexander zich voor vier ton een eigen huis aan het Rapenburg in Leiden aangeschaft en betaalt hij zijn eigen vlieglessen, maar alles bij elkaar kunnen we ervan uitgaan dat hij inmiddels een aardig spaarpotje heeft.

Niet dat hij van huis uit nooddruftig was: volgens het Amerikaanse zakenblad Fortune is onze koninklijke familie de op één na rijkste in Europa en komt ze op de twaalfde plaats van de wereldrijkenranglijst. Onze kroonprins is nu de op één na bestbetaalde kroonprins van Europa. Lijstaanvoerder is prins Charles — maar die is dan ook al zo ongeveer sinds mensenheugenis king-in-waiting en vervult vele publieke taken. Bovendien heeft hij een gezin. Daarbij komt dat de veelgeplaagde Prince of Wales een prominente rol vervult in de soap opera die de Britten van hun koningshuis maken: na het alcoholisme van auntie Margaret en de vetzucht van Fergie zijn het nu de huwelijksproblemen van Charles en Di waarvan volop gesmuld wordt. De nietsontziende mores van de yellow press in aanmerking genomen, zijn de vier miljoen die Charles krijgt eigenlijk nog maar een magere vergoeding.

Overigens was het tijdens een bezoekje van de Prince of Wales aan Alexanders kostschool, dat de laatste, die inmiddels had laten weten als Alex door het leven te willen gaan, meemaakte hoezeer een lid van een koninklijk huis met een opgepoetste werkelijkheid wordt geconfronteerd. De studenten waren menig uurtje bezig om de kostschool in gereedheid te brengen voor het hoge Britse bezoek. In Wales had Alexander nog maar drie rechercheurs, bij de marine kon hij ze, zodra Hare Majesteits Abraham Crijnssen uitvoer, helemaal thuislaten. In ’85 was dienstplichtig militair Alex eindelijk echt net zo gewoon als de rest. Zo gedroeg hij zich dan ook. Hij stond er bekend als een leuke jongen, maar als jongste moest hij wel karweitjes opknappen zoals het halen van koffie voor oudere officieren. Bij die gelegenheden wilde hij in het begin nog wel eens duidelijk maken dat hij zich voor dit soort dienende taken niet in de wieg gelegd voelde. Verder ging er aan Alex echter geen groot marineman verloren: hoewel hij naderhand klaagde over het kleuterschoolachtige karakter van de opleiding, meenden zijn meerderen op hun beurt dat dienstplichtige Van Oranje geen uitgesproken aanleg had voor het maken van ‘bestekken’ en andere maritieme bezigheden. Desalniettemin zwoer hij in de zomer van ’86 op het geleidewapenfregat H.M. Tromp als luitenant derde klasse onderwerping aan de krijgstucht, gehoorzaamheid aan de grondwet en trouw aan de koningin. De laatste was er zelf bij, evenals zijn vader en broertjes Friso en Constantijn.

Enkele jaren geleden drong het tot Huis ten Bosch door dat Beatrix’ worsteling met de media (inzet: haar privacy) hier en daar wellicht wat averechts werkte. Aan dit besef droegen de harde noten die over dit onderwerp gekraakt werden tijdens een ontmoeting tussen koningin en het Genootschap van hoofdredacteuren zeker bij. Ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de koningin maakte Hella Haasse, een goede bekende van Beatrix, een uitgebreid interview waarin de koninklijke familie voor het eerst als gewone mensen naar voren kwam. Na uitzending van het door de NOS opgenomen interview schoot de populariteit van het staatshoofd dan ook omhoog. Ook verder versoepelde het vorstelijk publiciteitsbeleid: journalisten die niet zelden tienduizenden guldens betalen om mee te gaan met een staatsbezoek worden tegenwoordig niet meer na vijf minuten weggewuifd, maar pas na vijftien. Het smoking-voorschrift voor journalisten dat Bax vroeger had ingesteld, is afgezwakt. Overigens lijkt men het sindsdien ten huize van de Oranjes wel weer welletjes te vinden met al die ‘inbreuken’ op de privacy en is het fluwelen scherm weer steviger gesloten dan ooit.

De prins houdt zich verre van klassieke muziek en literatuur, en met de vaak bij staatsbezoeken gebruikelijke bezoeken aan musea doe je hem ook niet veel plezier

Intussen kunnen we constateren dat één punt van het ooit door Beatrix geformuleerde beleid, namelijk het zo gewoon mogelijk maken van haar oudste zoon, in alle opzichten is gelukt. Alex, inmiddels tweedejaars student te Leiden, wordt alom omschreven als een ‘gewone Hollandse jongen’ en lijkt dat niet als een belediging op te vatten ook. Zijn uiterlijk is alvast zo Hollands als maar kan, al ontbreken de uitgesproken good looks van zijn beide broertjes – voor Friso is door een stel meisjes ooit nog een fanclub opgericht. Alex schijnt aan zijn nonchalante uiterlijk te zien ook niet veel om kleren te geven. Wat betreft de intellectuele belangstelling van onze toekomstige koning dienen we ons vooral niet al te veel illusies te maken. De prins houdt zich verre van klassieke muziek en literatuur, en met de vaak bij staatsbezoeken gebruikelijke bezoeken aan musea doe je hem ook niet veel plezier. “Nou ja, mijn moeder vindt het mooi,” zegt hij dan. Zijn huidige smaak op muziekgebied gaat vooral in de richting van U2 en de Simple Minds en hij is dol op disco’s en dansen.

Zoals het was op de middelbare school en bij de marine, zo is het ook op de universiteit: de jonge prins hoort niet echt bij de uitblinkers. Het heeft de Leidse universiteit — overigens ooit nog eens opgericht door Alex’ verre voorvader Willem van Oranje —gedwongen tot een breuk met de traditie: de behaalde tentamencijfers plachten bekend gemaakt te worden via lijsten op het prikbord. Maar om te voorkomen dat de opmerkelijke studieresultaten van Alex van O. te zeer publiek werden, heeft men in Leiden op een gegeven moment besloten de cijfers voortaan binnenskamers te houden. Na een jaar studie is voor de prins een aangepast programma ingesteld: inmiddels heeft hij dan toch zijn propedeuse en we kunnen er zeker van zijn dat een doctoraal er voor de prins ook wel inzit. “Dat moet hij gewoon, dat wordt van hem verwacht,” wordt ons verzekerd. Ons bange vermoeden dat de troonopvolger misschien als Willem de Domme de geschiedenis zal moeten ingaan, blijkt ongegrond. Van overheidswege wordt met kracht tegengesproken dat hij niet erg intelligent zou zijn. Hij haalt immers wel aan de lopende band vliegbrevetten, en dat is heus niet makkelijk. “Ach,” merkt een medewerker van een vliegveld waar hij vloog op, “dat is voor de koninklijke familie zoiets als een rijbewijs.” Bovendien zijn er naast de studie andere verplichtingen die hem ernstig afleiden: voor het bezoek aan Japan ter ere van de inhuldiging van kei-er Akihito, is hij uitgebreid voorbereid door een legertje Japanologen.

De kroonprins mag dan misschien geen intellectuele hoogvlieger zijn, in sportief opzicht is hij dat alleszins. Vooral in skiën, schaatsen, paardrijden en vliegen blinkt hij uit. Met name zijn incognito gereden Elfstedentocht in ’86 leverde hem een positieve pers op, al wekte de koninklijke shirtreclame de nodige verbazing op. Alexander heeft noch de ernst noch de intellectuele belangstelling van zijn vader geërfd — wat misschien maar goed is ook in zijn positie — en van het perfectionisme en de werklust van zijn moeder geeft hij vooralsnog ook weinig blijk. Maar hij is dol op gezelschap, zo wordt ons door iedereen verzekerd. Echt iemand met wie je gezellig een biertje kunt gaan drinken. Qua sociale behendigheid is er de laatste tijd enorm veel verbeterd. Zo slaat onze troonopvolger tegenwoordig in het buitenland al een veel beter figuur dan een paar jaar geleden, onhandige grappen over ‘zijn leuter’ houdt hij nu in het openbaar wijselijk voor zich. Alex aardt naar opa Bernhard, zo menen velen: (veel) gezellige mensen, (veel) bier drinken, (veel) lekker eten en (veel) snelle auto’s. Geheel in de geest van zijn grootvader reed hij twee jaar geleden zijn auto met een veel te hoge snelheid total loss. Hij voldoet met overgave aan de sociale verplichtingen die het Leids studentenleven nu eenmaal met zich meebrengt. Dit bleek ook uit een aantal zogenaamde brieven van Alexander dat in ‘88 in Propria Cures verscheen, waarin de mentaliteit van het typische Leidse corpsmilieu (veel ‘beste kaerels’, ‘leuke vrouwtjes’, goede feesten en jaarclubrituelen) haarscherp neergezet werd. “Niet alleen het beeld van een degelijke studentenvereniging, maar ook dat van een eerbiedwaardige en respectabele toekomstige vorst wordt ondermijnd,” schreef Het Binnenhof.

De RVD meldt ons er nog steeds niet achter te zijn wie zichzelf als ghostwriter van de prins had opgeworpen. Aangezien hij akelig goed geïnformeerd was, moet het haast wel zeker een naaste vriend en studiegenoot zijn geweest. Hoewel er in de Brieven nog sprake is van ene Jacobijn, weten de trouwe roddelbladenlezers al lang dat de kroonprins alweer een tijdje verkering heeft met Yolande, een nuchtere en pientere massacommunicatie-studente uit Amsterdam. Als er al enige conclusie te trekken valt uit de dames die er eerder in slaagden in het gezelschap van de kroonprins gesignaleerd te worden, dan is het wel dat blond en niet al te mager favoriet is. Ooit heeft Privé de verloving aangekondigd met een dochter van Martinair-man Schröder — maar naar het schijnt was daarbij de wens vooral de vader van de gedachte van de vader. Yolande Adriaanssens is echter de eerste vaste verkering van de op dit gebied als nogal goeïig (“Hij heeft een klein hartje en is snel hotel de botel”) bekend staande Willem-Alexander. “Een gewoon burgermeisje,” merkte het tradionele Oranje-echelon meteen al zuinigjes op in de ingezonden brievenrubriek van Vorsten. “Hoe kun je daar nu ooit Uwe Majesteit tegen zeggen? Ik zou het niet over mijn lippen kunnen krijgen.”

Alex aardt naar opa Bernhard, zo menen velen: (veel) gezellige mensen, (veel) bier drinken, (veel) lekker eten en (veel) snelle auto’s

Het is de vraag of Yolande daar erg mee zit: Beatrix heeft altijd duidelijk laten weten dat haar zoons kunnen trouwen met wie ze willen en kan naar verluidt erg goed met ‘Yo’, zoals Yolande misplaatst familiair door de roddelbladen wordt genoemd, opschieten. Bovendien is Yolande nou ook niet bepaald van de straat: ze is opgegroeid in villadorp Blaricum en was aanvoerster van het plaatselijke hockeyteam. De kroonprinselijke vriendin is het laatste jaar regelmatig met de familie mee op vakantie gegaan en verblijft nu in New York, waar ze stage loopt bij het televisiestation Channel 9. Ze is de afgelopen maanden al twee keer naar Nederland gevlogen en brengt bij die gelegenheden de nacht door in het Paleis. En met kerst komt ze ook, wordt ons ingefluisterd.

Het jong geluk vermijdt echter uit alle macht fotografen en officiële gelegenheden: op een half opgedrongen en overhaast huwelijk als in het geval van Alex’ ouders zit niemand te wachten, hoe hoopvol Privé Yolanda ook als koningin op de cover heeft geportretteerd. Afgezien van het feit dat een reputatie als womanizer voor de kroonprins onwenselijk is, is het voor een ex-vriendin ook niet plezierig om voor de rest van haar leven als afgewezen minnares van de koning gedoodverfd te worden. Zeker niet in de studentenkringen waarin Alex en Yolande verkeren. “Ik zou zo’n meisje niet meer hoeven,” stelt een bevriende leeftijdgenoot met opgetrokken neus. Het ziet er dus naar uit dat de aankondiging van een officiële aspirant-koningin nog wel even op zich zal laten wachten. De RVD ontkent een in de lucht hangende verloving in ieder geval in alle toonaarden.

De komende jaren zal prins Willem-Alexander, naar het er nu uitziet, voornamelijk bezig zijn met het afmaken van zijn studie en een incidentele vingeroefening in de vorm van een officieel bezoekje hier en daar. Is hij eenmaal doctorandus en heeft hij zich verder georiënteerd, zo stelt de RVD, dan kunnen we misschien een heus interview met hem tegemoet zien. Maar, ook als dat er tezijnertijd niet wordt bijgezet: elk woord zal geautoriseerd, gecontroleerd en goedgekeurd moeten worden door de RVD. Want ‘de leden van de koninklijke familie moeten beschermd worden’. En dan begint het lange wachten in de Wachtkamer voor de Troon. Tien, twintig jaar — Beatrix is nog jong. Tot het moment dat de kroon van het inmiddels grijze en vermoeide hoofd van zijn moeder op het zijne zal worden gezet. Ziehier: Koning Willem Vier! Eindelijk weer een man op de postzegels.