Spring naar de content
bron: anp

We zijn niet bang genoeg

De enige oplossing voor de dreiging die wordt gevormd door de klimaatverandering en de opwarming van de aarde is een drastische verandering van onze samenleving. ‘Maar het is een utopie om te denken dat wij tot een dergelijke drastische verandering van het totale systeem in staat zouden zijn’, schrijft Ilja Leonard Pfeijffer.

Aristoteles zegt het, in het tweede boek van zijn traktaat over de retorica, waar hij de emoties bespreekt. Hij begint zijn verhandeling over angst als volgt: ‘De emotie van angst kan gedefinieerd worden als de onaangename aandoening van onrust die voortkomt uit de inbeelding van een toekomstig onheil of gevaar. Maar niet elk onheil of gevaar wordt door mensen gevreesd. Het onheil of het gevaar moet groot zijn en vooral ook urgent. Rampspoed die zich in de verre toekomst zou kunnen materialiseren, jaagt de mensen geen vrees aan.’ (Aristoteles, Rhetorica 2.5 1382a20-26). 

We zouden een amateuristische, maar toch volledig adequate evolutionaire verklaring kunnen bieden voor de observatie van Aristoteles. We hebben nog steeds dezelfde hersenen als toen we nog in berenvellen in grotten woonden, toen we hebben geleerd te overleven door te reageren op onmiddellijk gevaar en nabije dreigingen. We zijn er goed in geworden om razendsnel de ernst in te zien van situaties waarin een tijger met ontblote tanden uit de bosjes op ons af springt of waarin een vijandelijke stam met knuppels ons dorpje omsingelt. We hebben er van de evolutie zelfs een speciale harddrug voor gekregen, die adrenaline heet. 

Dat is precies het probleem met de existentiële dreiging die wordt gevormd door de klimaatverandering en de opwarming van de aarde. Het dreigende onheil is weliswaar immens, maar te abstract en te ver weg om ons bang te maken. Wij ervaren het gevaar niet als urgent, in de zin dat adrenaline uit onze oren spuit. Het is een dreiging die in onze belevenis bestaat uit cijfers, grafiekjes en projecties voor 2030, 2050 en later. We snappen het allemaal wel en als we het probleem rationeel benaderen, begrijpen we heus wel dat we er heel erg urgent iets aan moeten doen, maar we voelen het niet. 

Dit is één reden die verklaart waarom de cijfers, grafiekjes en projecties er ondanks onze goede bedoelingen steeds meer weer op blijven wijzen dat het niet goed gaat, dat we niet genoeg doen en dat onze doelstellingen om de opwarming van de aarde te beperken ver buiten bereik blijven. De rapporten die ons falen documenteren, zijn nauwelijks bij te houden. Deze week verscheen in Nederland de Klimaat- en Energieverkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving, waarin wordt geconcludeerd dat de maatregelen die de regering heeft bedacht onvoldoende zijn om de doelstellingen die de regering zich heeft gesteld te halen. Zelfs als de onuitgewerkte plannen van het kabinet worden meegenomen in de ramingen, wordt de beoogde reductie van koolstofdioxide-uitstoot niet gehaald. Bovendien is er in het afgelopen jaar geen vooruitgang geboekt. Kort samengevat: we hebben plan, dat niet voldoende zal opleveren, en bovendien zijn we nog niet echt begonnen met de uitvoer van dat plan. 

Einstein heeft gezegd dat je een probleem niet kunt oplossen binnen het systeem dat het heeft veroorzaakt, maar dat is precies wel wat de regering hardnekkig blijft proberen te doen. 

Precies dezelfde conclusies kunnen worden getrokken met betrekking de voorgenomen reductie van de stikstofuitstoot om de biodiversiteit te redden. Als je de boeren niet kunt onteigenen, omdat je dat niet durft, dan kan er dus niet gebouwd worden. Maar we hebben ook een woningtekort. Dus verzint de regering een ontheffing voor de bouw. Maar gisteren heeft de Raad van State bepaald dat die ontheffing illegaal is. En nu kunnen we zelfs geen windmolenparken meer bouwen, vanwege de stikstof. We zouden ook het autoverkeer drastisch kunnen inperken, maar we hebben de VVD in de regering en de treinen rijden niet meer. 

Het is een totale systeemcrisis. De Nederlandse regering, die in dit opzicht niet heel veel beter of slechter doet dan andere regeringen, probeert de gigantische problemen op te lossen door hier en daar wat aan knopjes te draaien in de hoop dat het systeem als zodanig niet hoeft te veranderen. Maar de cijfers, grafieken en prognoses bewijzen keer op keer dat dit niet werkt. Einstein heeft gezegd dat je een probleem niet kunt oplossen binnen het systeem dat het heeft veroorzaakt, maar dat is precies wel wat de regering hardnekkig blijft proberen te doen. 

De enige oplossing is een drastische verandering van onze samenleving, van onze mobiliteit, ons dieet en onze manier van leven. We zouden fossiele brandstoffen kunnen verbieden, Schiphol, Tata Steel en de Rotterdamse havens kunnen sluiten, we zouden kunnen inzetten op een scenario van economische krimp, waarbij verminderde koopkracht leidt tot verminderde consumptie, we zouden de werkelijke vervuilers kunnen aanpakken in plaats van te trachten individuele burgers een schuldgevoel aan te praten. Maar het is een utopie om te denken dat wij tot een dergelijke drastische verandering van het totale systeem in staat zouden zijn. Er is geen draagvlak voor en de belangen zijn te groot. We zijn niet bang genoeg.