Spring naar de content
bron: anp

Moordenaarswerk

“Televisie heeft moord weer in de huiskamer gebracht – waar ze hoort”, is een dodelijk voorspelling van Alfred Hitchcock die is uitgekomen. Tien minuten na de aanslag op Peter R. de Vries stonden beelden van zijn bebloede gezicht al op het internet, schrijft Max Pam.

Gepubliceerd op: door Max Pam

In mijn boekenkast staat naast De omgevallen boekenkast nog een boek van Hans van Straten: Moordenaarswerk. De auteur (1923 – 2004) is een bijna vergeten journalist, die essays en gedichten schreef en ook nog eens een biografie van Willem Frederik Hermans. Hij was een aartsverzamelaar, die over allerlei onderwerpen stukken en stukjes uit de krant knipte. Moord was een van zijn onderwerpen. De eerste druk van Moordernaarswerk verscheen in 1964 – de tweede (herziene) in 1990 – en bevat een beschrijving van “Nederlandse moordzaken die de experts verbijsterden”. In het totaal heeft Van Straten er zo’n stuk of honderd van dat soort genoteerd. De eerste vond plaats in 1844.

Is dat veel in een geschiedenis van 150 jaar?

Ik ken de statistieken niet, maar ik heb het gevoel dat het er betrekkelijk weinig zijn. Van Straten publiceerde zijn verzameling, omdat hij hoopte “de belangstelling zodanig te stimuleren dat de true crime ook hier een geaccepteerde literatuurvorm zou worden.” Maar, zo stelt hij in mineur vast, dat is niet gelukt: “Wat zich op dit gebied  manifesteerde, was – op een enkele gelukkige uitzondering na – van een zeer treurig stemmend niveau.”

Kortom, moord was in de Nederlandse literatuur nauwelijks een issue, wat niets anders kon betekenen dat moord ook in de Nederlandse samenleving nauwelijks een issue was. Het kwam af en toe voor, maar als een anomalie waar geen overdreven aandacht aan moest worden besteed. Men was er liever stil over. De daders werden eerder in inrichtingen dan in gevangenissen gestopt.

Peter R. de Vries is uitgegroeid tot een modern mediafenomeen, dat dagelijks pleegt te communiceren met een miljoenenpubliek

De laatste 25 jaar is er veel veranderd. “Televisie heeft moord weer in de huiskamer gebracht – waar ze hoort”, is een dodelijk voorspelling van Alfred Hitchcock die is uitgekomen. 

De aanslag op Peter R. de Vries heeft dat inzicht opnieuw bevestigd. De beelden stonden al binnen tien minuten op internet, compleet met het gevallen lichaam en een gezicht vol bloed. Ook de vluchtende dader werd gesignaleerd. Een uur later werden hij en zijn chauffeur al op de snelweg klem gereden. Ook daar waren de fotografen en cameramensen snel bij. 

Peter R. de Vries zelf is op tv altijd een van de grootste hoofdrolspelers geweest. Hij was geen figuur uit de late negentiende eeuw, zoals Sherlock Holmes, die zich met coke terugtrok om tot geniale inzichten te komen. Peter R. de Vries is uitgegroeid tot een modern mediafenomeen, dat dagelijks pleegt te communiceren met een miljoenenpubliek. Zijn miljoenenpubliek. We leefden met hem mee en met zijn nimmer aflatende strijd tegen het onrecht. De daders moesten worden gepakt. Zo pleitte hij voor een DNA-test voor iedereen. Wat privacy? Nog kort voor de aanslag vertelde hij in een van zijn dagelijkse televisieoptredens dat hij een miljoen ging inzamelen voor het oplossen van cold cases – nooit opgeloste zaken. Daar was het nooit te laat voor en hij “zou geen knip voor zijn neus waard zijn” als hij zich daar niet voor in zette. Hij zei het als iemand die geen vrees kent. “Ik heb een kogelvrij vest”, verklaarde hij eerder, “maar ik draag het nooit”.

Overmoed? 

Peter R. de Vries is onze held. Onze neergeschoten held, op wie de beroemde uitspraak van Willem Frederik Hermans van toepassing zou kunnen zijn: “Wat is een held? Iemand die straffeloos onvoorzichtig is geweest.”

Hans van Straten telde zo’n honderd opmerkelijke moorden in 150 jaar. Het boek dat hij erover schreef telt 300 pagina’s. Wanneer iemand een vervolg op Moordenaarswerk zou willen samenstellen, betreffende de afgelopen 25 jaar, dan zal hij (of zij, maar moorden is vooral een mannenzaak) aan duizend pagina’s bij lange na niet genoeg hebben. 

Ik zocht eens op hoeveel moorden er tegenwoordig jaarlijks in Nederland worden gepleegd. Volgens de Volkskrant, die het weer had van het Centraal Bureau voor de Statistiek, vonden in 2018 in ons land 119 moorden plaats. Voor 2019 lag dat getal op 125. Vanwege allerlei omstandigheden spreekt het CBS niettemin van “een dalende trend”, vergeleken met de jaren daarvoor. 

Dat is nog altijd ongeveer 1 moord in de 3 dagen, mislukte aanslagen niet meegerekend. Nog altijd niks vergeleken bij 20.000 moorden die in 2019 in de Verenigde Staten werden gepleegd, hoewel daarbij vermeld dient te worden dat New York gunstig afsteekt. In NY werden nog geen 300 mensen vermoord, terwijl in het veel kleinere Amsterdam 45 moorden werden genoteerd in 2019. In Amsterdam, de stad waar ik woon, wordt dus gemiddeld om de 8 dagen iemand omgelegd. Dat valt me nog mee, gevoelsmatig gebeurt het vaker, maar dat is natuurlijk onzin. 

Peter R. de Vries is onze held. Onze neergeschoten held, op wie de beroemde uitspraak van Willem Frederik Hermans van toepassing zou kunnen zijn: “Wat is een held? Iemand die straffeloos onvoorzichtig is geweest.”

Valt er iets aan te doen? Of moeten wij ons erbij neerleggen bij het feit dat de mens een kwaadaardig wezen is, dat af en toe een rivaal wenst te liquideren? Of zelfs een willekeurige voorbijganger. “Waar wordt gemoord, hebben de denkers hun werk niet goed gedaan”, heeft de Hongaarse schrijver György Konrád beweerd. Ongetwijfeld waar, want denkers doen hun werk nooit goed, maar ook nogal gemakkelijk. Wat hadden de denkers dan moeten verzinnen om te voorkomen dat steeds jongere daders zich bezig houden met het plegen van aanslagen en moorden? Voor 5.000 euro schijn je al een moord te kunnen bestellen, en dat is voor jongeren best veel geld. Zo bezien valt het aantal moorden nog mee. De vermoedelijke schutter Delano G. is 21 jaar. Hij en veel van zijn generatiegenoten zien, voor zover ik het begrijp, drie mogelijkheden om snel rijk te worden:

  1. Profvoetballer worden. Niks mis mee, maar ook hard werken. Denk aan Memphis Depay, die in zijn Rolls Royce naar de Mesdag-kliniek in Groningen reed, waar zijn broer in tbs zijn tijd uitzit wegens overvallen met geweldpleging. Het was een tragische ontmoeting tussen een dubbeltje dat een kwartje werd en eenzelfde dubbeltje waarvoor niemand ooit een cent heeft gegeven. 
  2. Rapper worden. Heeft Delano G. tevergeefs geprobeerd, onder de veelzeggende naam Demper. Hij maakte een filmpje van zichzelf, zittend in zijn auto, raampje op, blaffer in de hand. Hé man, had je wat? Kun je inderdaad zo rijk worden, of kun je beter een staatslot kopen?
  3. Een aanslag plegen. De blaffer had hij al, het is niet moeilijk daaraan te komen. Je leest dat dagelijks. In de Bijlmer verscheen een man aan een terras met een mitrailleur, die hij uit de achterbak zijn auto had gehaald. De politie zoekt getuigen. Winkeldief in St. Willebrord had een stroomstootwapen op de achterbank liggen. Politie zoekt getuigen. Het enige dat je nodig hebt, is een opdrachtgever. Ik vermoed dat Peter R. niet voor 5 mille is weggegaan. 

Meer smaken lijken er niet te zijn en ik acht het uitgesloten dat zelfs de knapste denkers op korte termijn met betere oplossingen komen. Peter, ouwe jongen, sterkte. Kom gauw terug, er is nog heel wat werk aan de winkel.