Spring naar de content
bron: anp

De zaak-Mai (deel 3)

Jan Kuitenbrouwer vervolgt zijn herinneringen aan Mai Spijkers. ‘”Een vliegende kraai vangt altijd wat”, heb ik hem wel eens horen zeggen. Als je wordt afgetroefd door een vroege vogel, wat let je om van die vogel een rat te maken?’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Korte inhoud van het voorafgaande: een oud-medewerker van uitgeverij Prometheus publiceerde in de Volkskrant een ‘essay’ over de ruwe omgangsvormen en autoritaire managementstijl van oprichter en directeur Mai Spijkers. Zij werkte negen jaar voor hem, vertrok ruim vier jaar geleden, en het stuk las als een verlate persoonlijke wraakoefening. Andere nieuwsmedia hadden weinig zin haar en de Volkskrant daarbij te helpen, Prometheus reageerde koelbloedig en een nieuwsescalatie bleef uit.

Spijkers was jarenlang mijn uitgever. Voor hij dat werd hadden diverse uitgevers wel eens een balletje opgegooid – ‘Moet jij niet eens een boek schrijven?’ – maar daar bleef het meestal bij. Vorige week beschreef ik hoe dat ging met Theo Sontrop, baas van de Arbeiderspers, een van de meest vooraanstaande uitgeverijen van die tijd.

Dat was begin jaren tachtig. De sociologie ontdekte in die tijd een nieuw, westers menstype: de yuppie. Zij waren jong, hoogopgeleid, stedelijk, carrièregericht, hedonistisch en minder links dan de boomer. Als de hippie de belichaming was van de democratiseringsbeweging van de jaren zestig, dan was de yuppie wellicht de belichaming van het neoliberalisme. Uitgeverij Aramith publiceerde in 1985 een boek over het fenomeen: ‘Echte yuppies zijn geen yuppies’. Het was een succes, Aramith wilde en vervolg over het taalgebruik van deze subcultuur en kwam bij mij terecht. In het maandblad Intermagazine had ik een column genaamd Sores, dialogen uit het moderne leven. Zoals Kees van Kooten in Treitertrends de boomers op de hak nam, deed ik dat in Sores met de yuppies. Het beoogde boek had al een titel, zelf bedacht door de uitgever van Aramith, René Boerdam: Een vlotte babbel. Dat leek me niks. Goed, zei Boerdam, maak dit boek voor me en verzin er zelf een betere titel voor. Ik nam onbetaald verlof van de Haagse Post, sloot me op in mijn werkkamer en ging aan de slag.

Op een dag, ik zat midden in het hoofdstuk ‘Wichtigmacherei’, ging de telefoon. Het was Spijkers, toen redacteur of misschien al hoofdredacteur van uitgeverij Bert Bakker. Ik had van hem gehoord, maar kende hem niet. Hij had iets van me gelezen – wat weet ik niet meer – en vroeg zich af of ik wel eens had overwogen een boek te schrijven. En zo ja, of we een afspraak konden maken om daarover te praten. ‘Interessant,’ zei ik, ‘maar het geval wil dat ik op dit moment een boek zit te schrijven. Maar, zodra dat klaar is, graag.’ We hingen op met de afspraak over drie of vier maanden verder te praten.

Er was er één die de telefoon gepakt had vóór ik in de hitparade stond. Dus toen die niet lang daarna opnieuw belde was de keuze snel gemaakt. Al was zijn reputatie, ook toen al, niet vlekkeloos

Ik maakte dat boek, het verscheen getiteld Turbotaal en het werd een bestseller. Ruim een jaar lang stond het bovenin alle ranglijsten. Toen het in de HP Boekentop de eerste plaats bereikte, liet ik door de slijterij tegenover de redactie zes flessen champagne bezorgen. Na afloop van de weekvergadering hieven we het glas, iedereen net zo verbouwereerd als ikzelf.

De volgende dag ging de telefoon. Theo Sontrop. Nu moesten we toch écht eens praten. De dag daarop was het een andere uitgever, de dag daarop wéér een andere. Hadden wij niet ooit de mogelijkheid van een boek besproken? Zeker, dat hadden we, en dat zij zich nu opnieuw meldden was niet meer dan logisch. Maar er was er één die zelf de telefoon gepakt had vóór ik in de hitparade stond. Dus toen die niet lang daarna opnieuw belde was de keuze snel gemaakt. Al was zijn reputatie, ook toen al, niet vlekkeloos. Maar reputaties zijn niet alleen het gevolg van wat mensen doen, ook van hoe anderen erover oordelen. ‘Een vliegende kraai vangt altijd wat’, heb ik hem wel eens horen zeggen. Als je wordt afgetroefd door een vroege vogel, wat let je om van die vogel een rat te maken?

We maakten een afspraak.

(Wordt vervolgd)