Spring naar de content

Dik zijn is nog veel dodelijker dan u al dacht

Diabetes, hartaanvallen, beroerten, kanker, orgaanschade, en ga zo maar door – de lijst levensbedreigende aandoeningen die het gevolg zijn van overgewicht liegt er niet om. En hoe corpulenter iemand is, hoe lager de levensverwachting.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door William Cortvriendt

Overgewicht is uitgegroeid tot een enorm probleem. Het is allang niet meer een typisch Amerikaans verschijnsel. Ook de omvang van de Nederlanders is sterk toegenomen: de helft van de volwassen bevolking en meer dan een kwart van alle kinderen is hier inmiddels te dik. Maar wie bepaalt wat normaal is en waarom zouden we ons zorgen moeten maken? Overgewicht of obesitas (ernstig overgewicht) is niet alleen een esthetisch probleem, maar vooral ook een chronische aandoening met ernstige nadelige gevolgen voor onze gezondheid en levensverwachting.

De belangrijkste maatstaf voor een normaal gewicht is de BMI, wat staat voor ‘Body Mass Index’. De BMI bestaat al pakweg 175 jaar en wordt berekend door het gewicht in kilogrammen te delen door het kwadraat van de lengte in meters. Dit lijkt vrij ingewikkeld, maar de formule gaat er eenvoudigweg van uit dat indien een persoon twee maal zo lang is deze (2 x 2 =) viermaal zo veel moet wegen om dezelfde lichaamsproporties te behouden. Men spreekt van een normaal lichaamsgewicht indien de BMI tussen de 18,5 en 25 ligt. Een BMI onder de 18,5 wijst op ondergewicht, een BMI boven de 25 duidt op overgewicht. Natuurlijk dienen we ons hierbij te realiseren dat de BMI niet alleszeggend is omdat het getal niet aangeeft of het teveel aan gewicht vet- of spierweefsel betreft. Toch is het voor artsen en diëtisten in de praktijk een getal dat een bruikbare eerste indicatie geeft.

Een BMI van meer dan 25 gaat gepaard met een sterke toename van het risico op vele ziektes. Dit kunnen aandoeningen zijn die de kwaliteit van ons leven verminderen, zoals een versnelde slijtage van onze gewrichten, astma of vruchtbaarheidsstoornissen. Een te hoge BMI verhoogt ook de kans op diabetes type 2 en levensbedreigende aandoeningen zoals een hartaanval, beroerte, allerlei vormen van kanker en het vroegtijdig optreden van dementie.

Een BMI van meer dan 25 gaat gepaard met een sterke toename van het risico op vele ziektes.

Het is op het eerste gezicht verwonderlijk dat een te hoog gewicht een dermate lange lijst van ziektes tot gevolg kan hebben. Het wordt echter begrijpelijk wanneer we beseffen dat mensen met vetzucht allemaal te maken hebben met een chronisch gestoorde suikerhuishouding die leidt tot abnormaal hoge bloedsuikerspiegels. Dit leidt allereerst tot een nog hoger gewicht omdat deze overvloed van glucose door ons lichaam wordt omgezet in vet. Door het teveel aan vetweefsel wordt de suikerstofwisseling steeds verder verstoord en treedt er uiteindelijk diabetes type 2 op. Verder heeft een teveel aan glucose in het bloed de toenemende neiging om zich te binden aan onze lichaamseiwitten. Door deze ‘versuikering’ beschadigen onze eiwitten waardoor de functies van ons immuunsysteem en nagenoeg alle organen en weefsels ernstig achteruitgaan met uiteindelijk waarneembare stoornissen en ziekteverschijnselen als gevolg.

Dit in ogenschouw nemende zouden we kunnen verwachten dat door overgewicht uiteindelijk ook onze levensverwachting afneemt.

En dit blijkt inderdaad het geval te zijn. In 2010 werd een groot onderzoek in het toonaangevende New England Journal of Medicine gepubliceerd met in totaal bijna anderhalf miljoen blanke volwassenen met een gemiddelde leeftijd van 58 jaar. Alle participanten waren bij de aanvang van het onderzoek nog gezond en werden daarna gevolgd voor een periode van tien jaar. Zowel voor mannen als voor vrouwen bleek een duidelijke samenhang te bestaan tussen het sterfterisico en de BMI. Het sterfterisico loopt geleidelijk op naarmate de BMI verder uitstijgt boven de 25. Bij degenen met een BMI van tussen de 30 en 35 is de sterftekans al 44 procent groter dan bij leeftijdsgenoten met een normale BMI. Een BMI van hoger dan 40 betekent bijna een verdrievoudiging van het sterfterisico.

Zo krijgt bijvoorbeeld een groot deel van de mensen met obesitas diabetes type 2. Dat is geen prettige diagnose; een persoon van vijftig jaar met deze ziekte krijgt niet alleen te maken met een belangrijke afname in de kwaliteit van leven, maar heeft ook een levensverwachting die maar liefst acht jaar lager is dan die van een leeftijdgenoot zonder diabetes.

Of zoals mijn zoon het kernachtig verwoordde: “Goh papa, eigenlijk wist ik dat allemaal al, want je ziet toch nooit een oude man of vrouw die veel te dik is?”