Spring naar de content
bron: anp

‘Maarten, jouw pluchen Reve-konijntje is in goede handen’

J.M.A. Biesheuvel (1939) was schrijver. Hij overleed op 30 juli. Pieter Waterdrinker schrijft hem een brief.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Pieter Waterdrinker

Lieve Maarten,

We hebben elkaar maar één keer ontmoet, op je tachtigste verjaardag. Ik trof je aan in je getimmerde jongensbed. Je lag op je rug; je neus stak boven het houten beschot uit. Met Kees Schafrat, meesterboekhandelaar en jarenlang jullie huisvriend, die jou en Eva in betere tijden in zijn cabriolet voor vrolijke uitjes door het land rondreed, had ik in Sunny Home in Leiden de smalle trap naar je kamer beklommen.

“Is die Waterdrinker er ook?” vroeg je Kees, toen die naast je bed stond. “Die zou toch uit Rusland overkomen?”

“Hoi Maarten, ik ben hier,” sprak ik beschroomd. “Gefeliciteerd met je verjaardag.” Ik had een flinke doos sigaren voor je meegenomen, feestelijk ingepakt. Die ochtend was ik met de trein speciaal naar Hajenius op het Rokin in Amsterdam gegaan.

Ik belandde in een museum, een decor dat ik tot in de details kende. Van jouw onvergetelijke verhaal ‘Reis door mijn kamer’, van de documentaire van Jan Louter, waarin je met het tasje van je moeder op schoot zit. Ik was zeventien toen ik je eerste verhalen las, opzoog, verslond. Later studeerde ik Russisch en rechten, net als jij.

Ik liet mijn blik ronddwalen. Daar hing de uit een damesblad gescheurde foto van Marilyn Monroe; daar stond je schrijfmachine.

“Ik voel me beroerd jongens, ik blijf in bed.”

Een halfuurtje later zaten we alsnog in de tuin, lekker in het zonnetje. Veel gasten waren er niet. Twee vrouwelijke verzorgers, Kees en ik. Maar daar kwam de zoon van Karel van het Reve aangelopen, samen met zijn vrouw! We dronken thee, aten taart. Het werd gezellig. Er stond die dag een interview met jou in de Volkskrant. “Ben ik nou echt zo beroemd, jongens?” Heel erg, beaamden we.

Eva was toen al dood. Je beschermengel, die ik in de jaren ervoor af en toe vanuit Rusland aan de telefoon had gehad, maar helaas nooit ontmoette. Toch was het alsof ik jullie al mijn leven lang kende. Onlangs bezochten Kees en ik jullie graf, er lag nog geen steen op. Plots haalde Kees iets tevoorschijn – een pluchen beest, jouw fameuze ‘Reve-konijn’, dat altijd bij jullie op de bank zat. Hij logeert nu bij ons in Sint-Petersburg, staat op de marmeren schouw. Maarten, hij is in goede handen. Kees en ik hopen hem als wisselknuffel te overhandigen aan de volgende winnaar van de J.M.A. Biesheuvelprijs. Leve eeuwig!

Een kus aan Eva, omarmd,

Pieter

N.B. Kees Schafrat – hierboven genoemd – vroeg Maarten ‘t Hart en Mensje van Keulen om herinneringen aan hun vijftig jaar durende vriendschap met Maarten en Eva Biesheuvel op te tekenen in het boek De Biezen, dat in beperkte oplage te koop is.