Spring naar de content

‘Je was een Hollandse jongen die dolgraag neukte en dat goed kon. Kom daar eens om bij echte transseksuelen!’

René/Renate Stoute (1950) was schrijfster. Ze overleed op 19 maart. Maartje (Maarten) ‘t Hart schrijft haar een brief.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Maartje ‘t Hart

Lieve Renate, 

Lastig tikken met mijn 4,5 centimeter lange paars gelakte (kunst)nagels! Maar ach, dat heeft weer ‘t voordeel dat ik wat langer kan nadenken over elk woord. De voorlaatste keer dat wij elkaar zagen, op 14 april 1993 — je hebt die datum zelf geboekstaafd in je boek Een goeie travestiet zie je niet — waren wij het roerend eens: het was verrukkelijk om jezelf tot vrouw te transformeren, maar God verhoede dat wij zouden toetreden tot het Heilsleger der transseksuelen. Ik hoor je nog zeggen: “De weg terug moeten we nooit afsluiten.” 

Enorm verbaasd was ik dan ook toen ik een kaartje van je kreeg waarin je meedeelde dat je, op weg naar de definitieve transformatie, voortaan alvast Renate heette. Helaas heb ik je in die laatste jaren nooit meer ontmoet. Ook omdat je opeens naar het diepe zuiden verhuisde. De laatste keer dat we elkaar zagen, was bij een proefuitzending van de VPRO en daar was ik Maartje en jij nog René. 

Ik bewonder je uitzonderlijke moed. Ik heb je boek Uit een jas vol oude stenen met pijn in het hart gelezen. Voor mij staat vast dat je niet leed aan genderdysforie. Je was een Hollandse jongen die dolgraag neukte en dat goed kon. Kom daar eens om bij echte transseksuelen! Je had een groggy, zware mannenstem. Uit je boek blijkt duidelijk dat die stem je bij de ombouw behoorlijk parten speelde. (Wat dat betreft zou ik met mijn hoge stem beter uit zijn.) Nimmer heb ik je horen zeggen: “Ik zit in een verkeerd lichaam.” Vanwaar dan toch opeens die drang om je laten omopereren? Ik heb er nooit iets van begrepen en begrijp ‘t nog steeds niet. Wat een Via Dolorosa ben jij gegaan. Nog had je alles niet achter de rug of je ging dood. 

Je werd niet als vrouw geboren, zoals de ondertitel van je boek luidde, maar bent als vrouw gestorven. Wat een bittere tragiek! Zoveel is zeker: dat schrijnende document over je transformatie is een van de weinige oprechte en ook goed geschreven boeken over deze materie. We moeten het koesteren, zoals we je hele oeuvre moeten koesteren. Nu je dood bent, heb ik er telkens spijt van dat ik tijdens je leven niet vaker heb laten blijken hoezeer ik je werk bewonderde. Mocht je daarboven in contact staan met God, vraag Hem dan of hij mij voorgoed in een vrouw à la Dusty Springfield of Tina Turner wil veranderen. Liefst meteen, dan hoef ik mijn muurvast zittende, want met cyanoacrylaat opgeplakte kunstnagels er niet meer af te bikken. 

Vaarwel, je 

Maartje ‘t Hart