Spring naar de content

‘Ik geef je toe, ook ik word wel eens ziek van bepaalde nichten, maar zover kun je echt niet gaan!’

De Britse performer Quentin Crisp (1908) overleed op 21 november. Henk Krol is hoofdredacteur van de Gay Krant en schrijft hem een brief.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Henk Krol

Dear Quentin,

Beste Denis,

Toch maar even een e-mailtje om mijn frustraties te tonen. Ik mag toch wel aannemen dat jullie daarboven zijn aangesloten. Tijdens je leven heb je heel wat mensen bij de neus genomen. Dat je op de valreep mij ook nog te grazen zou nemen, is iets dat ik nooit had kunnen bevroeden.

Het begon al toen je een van de kerstdagen van 1908 als Denis Pratt ter wereld kwam. Later zei je, gekscherend, dat onze jaartelling op die dag ooit be­gon met de geboorte van een nicht. Je wist dat je met dergelijke opmerkingen mensen kwetste, maar dat was juist je bedoeling. Je opvoeders in Derby­shire zagen maar één oplossing: je moest je geld maar met iets kunstzinnigs verdienen. Dat deed je als ontwerper en illustrator. Maar zelfs in die wereld wist je mensen zo te jennen dat een vaste baan er niet in zat.

In een tijd dat homoseksualiteit nog volstrekt taboe was, vond jij het nodig om met je geaardheid te pronken. Je schreef in die dagen een boek dat aan­vankelijk geen enkele uitgever wilde drukken. Ze vonden je veel te eigenzinnig. Pas toen The Naked Civil Servant tot een televisiefilm werd bewerkt, was jouw naam gemaakt. Je noemde jezelf in die dagen ‘de moeder-overste van het nichtenklooster’. Bewust koos je voor de rol van cultfiguur. Het zorgde voor volle zalen tijdens de tournee van jouw oneman­shows. Als er de volgende dag niet in de krant stond dat je erg controversieel was, had je het gevoel dat je mislukt was.

Net toen ze in Engeland een beetje aan je begon­nen te wennen, verhuisde je naar New York. Daar­vandaan bleef je alles en iedereen beledigen. Toen de meeste homo’s je in hun armen hadden gesloten vanwege je zelfbewuste karakter, verklaarde je dat je ‘homoseksualiteit als een ziekte beschouwde’. Ik geef je toe, ook ik word wel eens ziek van be­paalde nichten, maar zover kun je echt niet gaan!

Jij wel.

Drie weken geleden zou een nieuwe serie van je onemanshows in première gaan. Ik had al kaarten en mocht je ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van de Gay Krant interviewen. Wat moet ik nu? Ik had een voordelig, niet inwisselbaar vlieg­ticket. Bij wie kan ik die kosten declareren? En hoe krijg ik antwoord op mijn vragen?

Mag ik rekenen op een e-mailtje terug? Je was op aarde al een merkwaardige snijboon, dat zul je daar­boven ook wel zijn. Een antwoord zou me dus niet eens verbazen.

Henk Krol