Spring naar de content
bron: anp

‘Het ging jou vooral om contact mét de Rotterdammers’

André van der Louw (1933) overleed op 20 oktober. Ivo Opstelten, burgemeester van Rotterdam, schrijft hem een brief.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ivo Opstelten

“Liefde is het belangrijkste dat er is; fijn is het als er iemand van je houdt, maar als je liefde kunt geven, is dat minstens even mooi.” Die woorden citeerde jouw kleindochter Naomi tijdens de afscheidsbijeenkomst in de Laurenskerk op de dag van jouw begrafenis. Het waren jouw eigen woorden.

Wij namen die dag afscheid van een bijzonder mens. Jij was een man met een uitzonderlijke staat van dienst, maar die toch bereikbaar was voor gewone mensen. Dat is de reden waarom veel Rotterdammers van je hielden.

Bij je benoeming was de stad verdeeld. Voor veel jonge mensen was je het symbool van verandering, maar bij anderen overheerste in eerste instantie de scepsis. Zou deze André van der Louw in staat zijn een burgemeester te worden die boven de partijen stond? Zou hij onafhankelijk kunnen opereren? Die scepsis verdween niet meteen. Een burgemeester die in zijn bekende houtje-touwtjejas stond te protesteren bij een fruitboot uit Chili, dat kon toch niet?

Maar je werd ‘Onze André’. Je bracht de stadsvernieuwing op gang en je luisterde naar de bewoners van de oude wijken. Het ging jou vooral om contact mét de Rotterdammers. Daarin lag jouw hart en dat uitte zich op vele manieren. Legendarisch werd het Open Huis met nieuwjaar, waar je de polonaise danste met jouw Rotterdammers.

Maar je bracht ook een dialoog op gang met de ondernemers in onze stad. Je leidde vele delegaties met het Rotterdamse bedrijfsleven en ook daar maakte je vrienden. Stadsbestuur en bedrijfsleven kwamen dichter bij elkaar.

Jouw afscheid in 1981 werd betreurd door alle Rotterdammers. Door de bewoners, door het bedrijfsleven – ja, ook het bedrijfsleven – en door de politiek. Want je had in de zeven jaar van je burgemeesterschap een grote populariteit verworven. Bij je afscheid klonk alleen maar lof. De ‘linkse rakker’ was een gewaardeerd bestuurder geworden.

We hebben elkaar pas laat ontmoet. Enkele maanden voor je dood kwam ik bij je thuis in Scheveningen. Het was een ontroerende ontmoeting, die veel indruk op mij maakte. De hand die ik drukte was een hand van herkenning.

André, met jou is een groot mens van ons heengegaan. Jij was buitengewoon uitzonderlijk en uitzonderlijk gewoon. Zo zullen de Rotterdammers zich jou herinneren.

Met bijzondere waardering,

Ivo Opstelten