Spring naar de content
bron: anp

Lang leve de monarchie!

Max Pam constateert dat hij met het klimmer der jaren steeds rechtser wordt en steeds meer Oranjegezind.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Max Pam

Een van de aangrijpendste boeken uit de Nederlandse journalistiek – eigenlijk uit de hele Nederlandse literatuur – is Van anarchist tot monarchist, in 1936 geschreven door Alexander Cohen (1864-1961). Ik was vijftien toen Cohen na een bewogen leven stierf in Toulon, 97 jaar oud. Ontmoet heb ik hem nooit, maar mijn vader deed dat wel. De Pammen en de Cohens zijn sinds de negentiende eeuw via een huwelijk aan elkaar gelieerd. Nog nooit, zei mijn vader, had hij zo’n rare kerel ontmoet als die Alexander, die officieel van zijn voornaam Jozef Alexander heette.

In Van anarchist tot monarchist beschrijft Cohen de Werdegang die hij doormaakte van uiterst links naar uiterst rechts. Wie in zijn jeugd niet links was, heeft geen hart. Wie op latere leeftijd niet rechts is, heeft geen verstand – die gedachte komt van Cohen. Hij begon als anarchist en republikein. Zo was hij degene die in 1887 werd gearresteerd, toen hij bij de intocht van Willem III had geroepen: “Leve Domela Nieuwenhuis! Leve ‘t socialisme! Weg met koning Gorilla!”. Hij kreeg zes maanden cel, vluchtte weg uit Nederland voordat hij gearresteerd kon worden, maar moest negen jaar later alsnog zitten, toen hij bij een illegaal verblijf in Den Haag werd opgepakt. Hij kon meteen vrij komen, maar weigerde bij regentes Emma gratie te vragen.

Zo’n man dus.

In de loop der jaren werd Cohen steeds rechtser, wat zijn schrijverschap alleen maar ten goede kwam. Zijn Uitingen van een reactionair uit 1929 is een boek waarvan je opgelucht ademt haalt als je een hele dag in een politiek correcte omgeving hebt verkeerd.

Ik moet nu een bekentenis doen.

Ik durf het nauwelijks te zeggen, maar ik ben bezig dezelfde Werdegang door te maken als Alexander Cohen. Dat komt door de 4 mei-toespraak van onze koning Willem-Alexander op de Dam. Dat is de toespraak waar hij zijn bloedeigen overgrootmoeder Wilhelmina de mantel uitveegt, omdat zij nauwelijks voor haar Joodse landgenoten is opgekomen. Veilig vanuit Londen zat zij de hele dag voor Radio Oranje te klessebessen, maar zij sprak daarbij nauwelijks een woord over de deportaties en over het verschrikkelijke lot dat de Nederlandse Joden te wachten stond.

Ik durf het nauwelijks te zeggen, maar ik ben bezig dezelfde Werdegang door te maken als Alexander Cohen.

Het was moedig dat onze koning daar zeventig jaar later over begon. Hij had best nog dertig jaar kunnen wachten tot ook het laatste oorlogskind was gestorven, maar dat deed hij niet. Heel moedig. Wat ik ook zo in hem waardeerde is dat onze koning geheel uit zichzelf het feit aankaartte dat Wilhelmina voor de oorlog heeft geweigerd om uit Duitsland gevluchte Joden te huisvesten in de omgeving van ’t Loo. Dat zag ze niet zo zitten, al die Joodse zwervers zo dicht bij haar in de buurt. Daarom is dat vluchtelingenkamp tenslotte in het Drentse Westerbork opgetrokken. De Joodse gemeenschap in Nederland moest de bouw ervan overigens zelf betalen. Tegenwoordig krijgt iedere boerenlul, wiens reisbureau of kaaswinkel failliet dreigt te gaan, een overbruggingskrediet van de overheid, maar dat was toen nog niet zo. De Joden betaalden Westerbork zelf en toen de Duitsers een paar jaar later de boel overnamen, stond daar het zelf gedolven graf al te blinkeren in de zon.

Met dank aan Wilhelmina. Nogmaals: het was moedig dat onze koning daar geheel uit zijn eigener beweging over begon.

Daarom moeten wij Willem-Alexander ook niet hard vallen als hij voor de verandering ook eens opkomt voor zichzelf. Onze koning is al de hele dag op pad om anderen te troosten en een hart onder de riem te steken, dus laat die man toch als hij bijvoorbeeld ook eens een keer wil gaan jagen. Zo is er laatst enorme fuzz gemaakt, omdat W-A ten onrechte 4,7 miljoen euro in zijn zak zou hebben gestoken bij het onderhouden van het domein ’t Loo, dat helemaal geen privédomein blijkt te zijn.

Maar stel nu eens dat het joodse vluchtelingenkamp destijds wèl bij ’t Loo was gebouwd. Dan waren daar nu helemaal geen wilde zwijnen geweest om op te jagen. Met de kennis van nu is het daarom heel begrijpelijk dat onze koning dat jachtterrein helemaal voor zichzelf wil houden. Het is gewoon de wraak op zijn eigen overgrootmoeder. Kan het edeler? Ikzelf denk dat Willem-Alexander bij het jagen gewoon die wilde zwijnen namen geeft als Heidrich, Karl, Seyss of Adolf en dat hij ze daarna met een extra groot genoegen afknalt. Moeten wij, als Nederlandse burgers, onze koning dat pleziertje misgunnen?

Ik dacht het niet.

Ikzelf denk dat Willem-Alexander bij het jagen gewoon die wilde zwijnen namen geeft als Heidrich, Karl, Seyss of Adolf en dat hij ze daarna met een extra groot genoegen afknalt

Het kost ons ook nauwelijks iets. Nog geen vijf miljoen per jaar, dat is nog geen kwartje per burger. Daarom opnieuw: laat onze koning toch. Hij moet zich af en toe ook kunnen ontspannen.

En dan is er nu weer die kwestie met de inrichting van Paleis Huis ten Bosch. Waar maken die mensen zich in godsnaam druk over? Ons koningspaar zou de inrichting van de privé-vertrekken niet zelf hebben betaald. Het rijk zou voor de kosten, groot 63 miljoen, zijn opgedraaid.

Nou ja, zeg!

Je hebt toch een koning of je hebt hem niet. Kijk liever naar de inrichting van die vertrekken.

Groene Salon in Paleis Huis ten Bosch
Foto: ANP

Die zien er zo truttig en kleinburgerlijk uit, zo’n inrichting kan nooit ontsproten zijn uit de smaak van een koning. Dit is heus niet W-A’s eigen smaak, maar de smaak van zijn volk. De koning doet dit niet voor zichzelf, maar voor al die onderdanen die hij moet vertegenwoordigen. Het zal een ieder toch duidelijk moeten zijn dat Willem-Alexander met deze meubelen een groot offer brengt aan zijn eigen smaak en vooral ook aan zijn eigen privébestaan.

Daarom vraag ik u: moet onze koning dan ook nog eens gestraft worden met de betaling van gemaakte kosten? Dat lijkt mij zeer onredelijk en vooral ook onrechtvaardig. Nee, laat het volk het zelf maar betalen. Misschien zit het volk nu even krap, maar normaal betaalt het volk graag. Bijvoorbeeld ook voor dat regeringstoestel, waarmee de koning en zijn familie jaarlijks voor 2,5 ton privé door het luchtruim klieven. Als Willem-Alexander nou een soort Djengis Khan zou zijn, die zich door zijn onderdanen zijn eigen gewicht in diamanten liet uitbetalen, dan zou je daar nog bezwaar tegen kunnen maken, maar daar is bij ons koningshuis in de verste verte geen sprake van.

Helaas zijn er nog altijd republikeinen die, tegen beter weten in, niet willen inzien hoe misplaatst hun kritiek is op de Oranjes. Daarentegen ben ikzelf geheel tot inkeer gekomen. Uit volle borst roep ik daarom: “Lang leve de monarchie! Hoera, hoera, hoera!”.

Alexander Cohen had gelijk. Het is nooit te laat om van mening te veranderen.

Word lid van HP/De Tijd